Daphne Meijer schrijft dit:
Waarom ik wel zou overwegen mee te varen op een vredesboot, maar het niet zou doen...
Vorige week bezocht ik, zoals ik al schreef, de verkiezingsbijeenkomst van EAJG. Daar was ook de jonge SP-er Jasper van Dijk, die zich die middag te pletter geschrokken was van de felheid van het debat op het Maimonides dat hij als Kamerlid had meegemaakt. Hij had waarschijnlijk nog nooit eerder gemerkt hoe diep en onvoorwaardelijk de liefde van Joden voor Israel is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland.
Wat staat hier nu precies? Wat bedoelt de zelfbenoemde 'linkse' zioniste Daphne Meijer, een Nederlandse vrouw van 48 jaar, met deze woorden? Duidelijk is in elk geval dat haar bewering gebaseerd is op twee wezenlijk foute veronderstellingen.
Zoals al eerder beschreven blijkt uit recent wetenschappelijk onderzoek onder jonge 'joodse' Amerikanen dat 'these young Jews... “resist anything they see as ‘group think,’” aldus professor Peter Beinart in het voorlaatste nummer van The New York Review of Books. Het millennia-oude groepsdenken onder joden is doorbroken, de jonge 'joodse' Amerikanen definieren zich niet meer als joden die solidair zijn met Israel, maar als liberale Amerikanen met een eigen mening die niet bepaald wordt door hun joodse afkomst. Ze hebben Israel niet meer nodig om hun eigen identiteit te kunnen bepalen. Van een diepe en onvoorwaardelijke 'liefde' voor Israel is hier dus geen enkele sprake.
Dat wat betreft de geseculariseerde joodse Amerikanen, kleine letter, want ze zien zichzelf als behorend tot het Amerikaanse volk, ondanks het feit dat Meijer ze indeelt bij een niet bestaand 'Joods volk' in de 'diaspora'. Haar hoofdletter is niet alleen taalkundig onjuist, maar dit nu kan ze niet aanvaarden, want dan komt haar eigen identiteit in het gedrang, een identiteit berustend op een kennelijk problematische loyaliteit gezien haar stelling dat
de liefde van Joden voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland.
Deze bewering is onjuist, zo weet ik van joodse Nederlanders die absoluut niets met Israel hebben. Bovendien zijn het niet alleen geseculariseerde joden die Israel niet nodig hebben om hun identiteit te kunnen bepalen, maar er zijn ook orthodoxe joden voor wie het bestaan van Israel als 'Joodse staat' niet noodzakelijk is om hun geloof te kunnen belijden. Sterker nog, de joden van bijvoorbeeld Neturei Karta wijzen zelfs met klem het bestaan af van de huidige zionistische staat Israel.
Kortom, wat Daphne Meijer doet is kenmerkend voor het zionisme, het claimt ten onrechte te spreken namens alle joden waar dan ook op aarde. Het is een politieke truuk die tegelijkertijd het joods verzet tegen het zionisme in een verdacht daglicht stelt. Wie zich publiekelijk uitspreekt tegen de Israelische terreur kan geen goede jood zijn, die suggestie, en elke kritische niet-jood is per definitie een antisemiet. Het is een vorm van tribalisme, een gestoorde houding in een geglobaliseerde wereld waarin iedereen direct afhankelijk is geworden van de ander.
Over dat tribalisme schreef de joods-Amerikaanse jurist en auteur Glenn Greenwald onlangs naar aanleiding van het bloedbad dat een Israelisch doodseskader op volle zee veroorzaakte:
That's just the standard symptom of the disease of tribalism and it finds expression everywhere, in every group. It's just far more significant -- and far more destructive -- when the groups convincing themselves that they are the Weak and Bullied Victims are actually the strongest forces by far on the planet, with the greatest amount of weaponry and aggression, who have been finding justifications for so long for their slaughtering of civilians that, as Israeli Amos Oz suggested this week about his country, there are virtually no limits left on the naked aggression that will be justified. Thus, even when Israel attacks a ship full of civilians and wheelchairs in international waters and kills at least 9 human beings, this is depicted by its tribal loyalists as an act of justified self-defense against the Real Aggressors.
Wanneer Daphne Meijer schrijft over een diepe en onvoorwaardelijke 'liefde van Joden voor Israel' heeft ze het dus over de diepe en onvoorwaardelijke liefde voor 'de Joodse natie' die zich steeds meer tot een schurkenstaat heeft ontwikkeld. Aan het begrip 'liefde' voor een eigen vlag en een leger kleeft een gevaarlijk aspect. Een 'liefde' die 'misschien dieper [is] dan de liefde voor Nederland,' voor een zionistische staat die zich boven het internationaal recht verheft is in mijn ogen geen 'liefde', maar een symptoom van een psychische stoornis. Ouders hebben hun kinderen lief, daar kan ik mezelf als ouder alles bij voorstellen, maar ik kan me als 'links' individu helemaal niets voorstellen bij een 'liefde' voor volk en vaderland. Soms bewonder ik bepaalde aspecten van de Nederlanders, maar regelmatig walg ik ook van de mentaliteit in dit land. Ik kan geen 'liefde' opbrengen voor 16 miljoen mensen, want onder deze mensen leven ook individuen van wie ik het gedrag en de opvattingen verafschuw. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt trouwens dat de mens psychisch niet in staat is om van grote groepen mensen te houden. Ik wantrouw dan ook iemand die schrijft dat 'de liefde van Joden voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland.'
Dit is een politieke leugen, een zionistisch fabeltje, gebruikt door mensen met een identiteitsprobleem. Bovendien gaat het volledig voorbij aan de werkelijkheid, zoals de joods-Israelische schrijver Amos Oz al in 1988 met deze woorden beschreef:
De ware strijd die vandaag de dag de natie verdeelt is allang niet meer een geschil over gebieden, politieke partijen, veiligheid, voorvaderlijke rechten en grenzen, het is een strijd over het wezen van het judaïsme en het mensbeeld… De vraag is: wie zijn wij?
Twee jaar later voegde Oz hieraan toe:
Achter de discussie over de toekomst van de bezette gebieden ontkiemde een vraag die veel dieper ging: wat kwamen we hier doen? Wat willen we zijn en moet het gezag gebaseerd zijn op de wil van het volk dan wel op de godsdienstige geboden? De beslissing werd, als vele andere, uitgesteld en verdrongen onder het voorwendsel dat er niemand was om mee te praten, en we de hindernis wel zouden nemen zodra die zich aandiende. Omdat het leek dat het antwoord op de vraag waar de grenzen moesten komen, kon wachten, ontweken we ook het antwoord op de vraag wie wij waren en wat we hier kwamen doen, een vraag die niet los gezien kan worden van het probleem over de toekomst van de bezette gebieden, de rechtvaardiging van de oorlog en de waarde van vrede. Het grote debat over de grenzen van de macht was bedoeld om diepgaandere discussies tot zwijgen te brengen en te verdringen, zoals die over het doel van het zionisme. En intussen worden wij door onze eigen macht aangetast en gecorrumpeerd.
Het Joodse volk dat in Israel leeft, leeft in onmin met elkaar, zoals ondermeer uit de moord op Rabin bleek.
In zijn essaybundel Naar Een Normaal Joods Bestaan schreef de Joods-Israelische auteur Abraham Jehoshua in 1980 over de status quo die ook in Israël bestaat tussen joodse extremisten en de gematigde joden, een status quo die tot nu toe nog een onvermijdelijke gewelddadige confrontatie heeft voorkomen. Jehoshua:
Status quo is een geladen begrip vervuld van een bijna militaire dreiging. Er is een intense ondergrondse oorlog gaande, die alleen door wederzijdse afspraken binnen de perken kan worden gehouden. De emoties in beide kampen zijn heftig, en de kleinste bres zou een dijkbreuk kunnen veroorzaken… In zekere zin is de status quo een substituut voor de ballingschap (in de diaspora, SvH), in die zin dat beide fungeren als een buffer die de voortdurende confrontatie binnen de totale Joodse levenssituatie afremt. De dreigende oorlogssituatie is tot nu toe altijd een doeltreffend argument geweest om de status quo te handhaven en onnodige conflicten te vermijden. Maar desondanks bestond het vage gevoel dat, als er ooit vrede zou komen, juist deze kwestie de aanleiding zou vormen tot een nieuwe Joodse Oorlog […] Het is een blijvend, diepgeworteld en fundamenteel conflict, maar er komt een moment dat een open confrontatie niet langer kan worden vermeden.
Dit zei Jehoshua tegen mij erover:
Ik vrees ten zeerste dat het almaar door laten gaan van het conflict onze identiteit uiteindelijk zal vernietigen. Er zijn joods-Israëli’s die de externe strijd voortdurend zoeken, want – zo zeggen ze – zolang er een externe druk bestaat zal er onder de Joden zelf geen gewapend geschil uitbreken. Vooral sommige religieuze fanatici zijn buitengewoon bang voor vrede, omdat dan de seculiere Joodse identiteit in Israël zich vrij zal kunnen ontwikkelen. Juist uit angst daarvoor zijn de zeloten zo fel tegen vrede. Zij zijn ervan overtuigd dat de joden gedoemd zijn om in een permanent conflict met de buitenwereld te leven, niet alleen met de Arabieren, maar met alle andere volkeren op aarde. Aan dat conflict ontlenen ze hun identiteit, vrede zou hun identiteit vernietigen. Die sluimerende strijd tussen extremistische en gematigde joden is al millennia oud, het leidde er tweeduizend jaar geleden toe dat de joden in ballingschap gingen. Men moet zich goed realiseren dat wij niet uit Israël zijn verdreven, maar dat wij in ballingschap zijn gegaan om zo aan de aanhoudende crisis tussen het nationale gezag en het religieuze systeem te kunnen ontsnappen. Door in de diaspora te vluchten hoefden de joden geen keuze te maken, we hadden namelijk niets meer te kiezen, in de buitenwereld bestond eenvoudigweg geen Joods nationaal gezag meer. De gola, de ballingschap, was dus niet een van buitenaf opgelegd fenomeen, zoals algemeen wordt beweerd, maar een van binnenuit gevormd verlangen ernaar, om zo aan de interne strijd te ontkomen, de strijd over de vragen: wie en wat is een Jood en hoe moet hij zich als Jood gedragen? Door de stichting van de staat Israël is dit oeroude conflict ineens weer uiterst actueel geworden. Zoals gezegd, hieraan ten grondslag liggen de vragen: wie is een Jood en wat is een Jood? Dat betreft niet alleen een religieus vraagstuk, ook onder seculiere joden in Israël bestaat hierover veel verwarring. Een deel van hen heeft net als de religieuze fundamentalisten dat permanente externe conflict nodig om zich te definiëren, ze zijn niet zeker over zichzelf, ze geloven niet echt in hun seculariteit. Ze zijn bang dat als er vrede uitbreekt ze niet langer meer als Jood worden beschouwd, dat ze dan als het ware gedwongen worden zich te bekeren tot de religie om weer Jood te kunnen zijn. Die onzekerheid over wie ze zijn ervaren ze als een bedreiging en zij kunnen hun nationale identiteit alleen handhaven dankzij het externe conflict. Kijk, de uiterst orthodoxe joden van Neturei Karta zijn absoluut niet bang voor vrede, omdat zij een identiteit bezitten. Zij hebben Israël niet nodig om joods te kunnen zijn, waar ze ook zijn, al zouden op de maan zitten, dan nog zullen ze uiterst orthodoxe joden blijven. Sterker nog: ze zijn fel gekant tegen de staat Israël die volgens hen de normen en waarden van het judaïsme probeert te vernietigen. Die mensen zijn dus niet bang voor vrede met de Arabieren, maar het zijn de semireligieuzen, de Gush Emunim, het fanatieke Blok der Getrouwen, zoals ze zichzelf noemen en de lui die eromheen hangen, die zoeken het permanente conflict, want alleen op die wijze kunnen ze telkens weer de grenzen van hun identiteit bepalen.
Net als iedereen die van een of meerdere anderen houdt weet ik dat een belangrijk aspect van liefde is dat men niet gescheiden wil leven van de geliefde, of die nu een levenspartner is of de eigen kinderen. Als men wel gescheiden van hen leeft wil men zo snel mogelijk naar hen terugkeren. Maar wat moeten we nu aan met de bewering van Daphne Meijer dat 'de liefde van Joden voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland'? Waarom zouden al die 'Joden' voor wie de 'liefde... voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland' dan hier blijven? Tussen een ander volk blijven leven, tenminste als we Meijer moeten geloven? Zijn deze Nederlanders volgens haar dan masochisten dat ze niet willen terugkeren naar hun grote 'liefde', de staat Israel'? En trouwens, waarom leeft zijzelf hier nog? Opnieuw blijkt hier uit de foutieve uitgangspunten van de zionistische leer. De beweringen van de 'linkse' zioniste Daphne Meijer zijn op zijn minst pathetisch, en in elk geval volstrekt onjuist. Ze verhullen de diepte van haar eigen identiteitsprobleem. Meer daarover later.
Dan ook meer over de vraag of ook deze recente bewering van Meijer juist is:
Het Joods slachtofferschap is een terugkerend thema, de laatste tijd. Kennelijk is het taboe om dit onderwerp aan de orde te stellen, helemaal verdampt. Komt dat door de directheid van onze nieuwste sociale media?
En dan hebben we nog de relatie met Israel, dat wij zelf eens te rade moeten gaan bij Tel Aviv, in de woorden van de meneer op de website van De Telegraaf. Dat Joden hier worden aangekeken op dingen die in het Midden-Oosten gebeuren, is niet nieuw. Lees Israel, een blanco cheque maar. Uit 1983. Zijn we de afgelopen 27 jaar in ons denken hierover intussen iets opgeschoten?
http://kandigol.wordpress.com/2010/06/26/is-er-nu-wel-of-niet-meer-antisemtisme/
Dan ook meer over de vraag of ook deze recente bewering van Meijer juist is:
Het Joods slachtofferschap is een terugkerend thema, de laatste tijd. Kennelijk is het taboe om dit onderwerp aan de orde te stellen, helemaal verdampt. Komt dat door de directheid van onze nieuwste sociale media?
En dan hebben we nog de relatie met Israel, dat wij zelf eens te rade moeten gaan bij Tel Aviv, in de woorden van de meneer op de website van De Telegraaf. Dat Joden hier worden aangekeken op dingen die in het Midden-Oosten gebeuren, is niet nieuw. Lees Israel, een blanco cheque maar. Uit 1983. Zijn we de afgelopen 27 jaar in ons denken hierover intussen iets opgeschoten?
http://kandigol.wordpress.com/2010/06/26/is-er-nu-wel-of-niet-meer-antisemtisme/
5 opmerkingen:
Geweld tegen moslims neemt toe
Donderdag 01 juli 2010 | Redactie Wereldjournalisten
Het geweld tegen moslims neemt toe, het geweld tegen joden neemt af. Dit blijkt uit de Monitor Rassendiscriminatie 2009. In zijn geheel neemt discriminatie af, maar er is sprake van onderrapportage.
In 2009 ervoer gemiddeld 41% van de Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen discriminatie op grond van afkomst, huidskleur of geloof. In 2005 was dat 47%. Autochtone Nederlanders maken relatief weinig rassendiscriminatie mee (3% in 2009). Discriminatie blijkt vooral hard aan te komen als de zelfontplooiing wordt belemmerd en als de dader een gezagsdrager is.
Opvallend is het toegenomen geweld tegen moslims. Onderzoek laat zien dat zij negatieve gevolgen ondervinden van het veelal stereotiepe en generaliserende discours rondom moslims en de islam. Het aantal geregistreerde antisemitische incidenten neemt de laatste jaren af. Als ze zich voordoen is dat vaak vanwege politieke gebeurtenissen in het Midden-Oosten.
Lees verder:
http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/07/01/geweld_tegen_moslims_neemt_toe/
Maar wat moeten we nu aan met de bewering van Daphne Meijer dat 'de liefde van Joden voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland'? Waarom zouden al die 'Joden' voor wie de 'liefde... voor Israel [diep en onvoorwaardelijk] is, dieper misschien dan de liefde voor Nederland' dan hier blijven?
Als een Marokkaan iets vergelijkbaars roept ,is Leiden in last
Daarnaast is 'de liefde voor een staat' gewoon nationalisme, en nationalisme is politiek, en heeft helemaal niks met 'diepe en onvoorwaardelijke liefde' te maken. Je kunt het beleid van een staat, een overheid, goedkeuren of afkeuren, maar van een staat houden... Misschien in dictaturen met sektarische trekken, als Noord-Korea. Maar dat is in wezen ook niet gemeend.
discriminatie blijkt vooral hard aan te komen als de zelfontplooiing wordt belemmerd en als de dader een gezagsdrager is.
Zie schooladvies, sollicitaties, politiek
anzi
The last resort of scoundrels.
Een reactie posten