Beste Henk, geachte collega
Jij schreef in De Groene Amsterdammer: ‘DE DEMOCRATIE KAN ALLEEN GOED functioneren als ze steunt op een goed geïnformeerde openbare mening. Dankzij de serieuze media kan het publiek zich dagelijks op de hoogte stellen van wat zijn vertegenwoordigers, de politici en de bestuurders uitvoeren en nalaten, of ze hun beloften houden, welke fouten ze maken, in welke doolhoven van corruptie ze terecht zijn gekomen. Ze worden dag in, dag uit gecontroleerd door deskundige journalisten die, onafhankelijk als ze zijn, alles in de media openbaar maken. Zo ontstaat de publieke opinie.’
Jij schreef in De Groene Amsterdammer: ‘DE DEMOCRATIE KAN ALLEEN GOED functioneren als ze steunt op een goed geïnformeerde openbare mening. Dankzij de serieuze media kan het publiek zich dagelijks op de hoogte stellen van wat zijn vertegenwoordigers, de politici en de bestuurders uitvoeren en nalaten, of ze hun beloften houden, welke fouten ze maken, in welke doolhoven van corruptie ze terecht zijn gekomen. Ze worden dag in, dag uit gecontroleerd door deskundige journalisten die, onafhankelijk als ze zijn, alles in de media openbaar maken. Zo ontstaat de publieke opinie.’
Zie: http://www.groene.nl/2009/12/De_Openbare_Mening
Een van die ‘deskundige journalisten die, onafhankelijk als ze zijn’ in de praktijk ‘de publieke opinie' vormen is Salomon Bouman. Drie decennialang lang was hij correspondent in Israel en vormde zo 'de opinie' van de NRC-lezer. In de inleiding van mijn boek De oneindige oorlog schreef ik over deze collega, die zichzelf als zionist definieert: ‘Mei 2008 verklaarde de voormalige NRC-journalist Salomon Bouman tegenover een zaal vol academici in het Haagse Institute for Social Studies dat de verdrijving in 1948 van ten minste 750.000 Palestijnse burgers uit wat nu Israël is ‘geen oorlogsmisdaad’ was omdat dit ‘het resultaat [was] van een oorlog’. Volgens deze voormalige correspondent in Israël van de Nederlandse ‘kwaliteitskrant’ waren tijdens het bewind van de Arbeiderspartij de Israëlische autoriteiten niet expansionistisch geweest. Dat gebeurde pas na 1977 onder rechts, de Likoed. Een bewering die hij al eerder in de NRC in de volgende bewoordingen had gedaan: ‘Het realisme van het linkse seculiere zionisme, zoals David Ben-Goerion dat beleed, werd naar de achtergrond gedrongen.’ Hetzelfde realisme dus dat ertoe had geleid dat onder aanvoering van Ben-Goerion Palestina in 1948 etnisch gezuiverd werd en meer dan de helft van het aan de Palestijnen toegewezen land door zionistische troepen werd veroverd. Boumans bewering staat ook haaks op uitspraken van Ben-Goerion zelf, zoals deze: ‘Ik ben tevreden met een deel van het land, maar alleen op basis van de gedachte dat we na de stichting van de staat een sterke macht opbouwen – en we de verdeling van het land zullen afschaffen en we ons over het hele Land van Israël zullen verspreiden.’ 36 jaar lang heeft Bouman lezers en luisteraars bericht vanuit de context dat Israël het slachtoffer was geweest van ‘Arabische agressie’. Zijn opmerking dat het met terreur etnisch zuiveren van ‘de Joodse natie’ geen oorlogsmisdaad was, is illustratief voor de berichtgeving van niet alleen ‘de slijpsteen voor de geest’ maar van die van alle westerse commerciële massamedia. De oorzaak van wat eufemistisch het Israëlisch-Palestijnse conflict heet is achter de horizon verdwenen en zo wordt nagenoeg elk verzet van de verdreven en onderdrukte Palestijnse bevolking als een uitwas geportretteerd. Dit boek wil de feitelijke context van het conflict belichten. Ik doe dat via interviews met Joodse en Palestijnse betrokkenen die één kenmerk gemeen hebben: ze verafschuwen onrecht. Door het benadrukken van de context van oorzaak en gevolg is het onvermijdelijk dat lang gekoesterde mythen over Israël doorgeprikt worden. Mythen die als rechtvaardiging gelden voor het Israëlische expansionisme.’
Buitenlandse en Nederlandse juristen, gespecialiseerd in het internationaal recht, die Bouman tijdens de bijeenkomst in het Institute for Social Studies uitlegden dat het kenmerk van oorlogsmisdaden is dat die nu juist tijdens een oorlog plaatsvinden, slaagden er niet in om de voormalige NRC-correspondent op andere gedachten te brengen. Henk, het is slechts één van de talloze voorbeelden die de stelligheid van jouw beweringen ondergraven. Omdat ik zelf de afgelopen jaren intensief de berichtgeving over Israel en Palestina heb gevolgd blijf ik even stilstaan bij het werk van Salomon Bouman:
Vorige week donderdag stelde hij het volgende in jouw en zijn krant: 'Door toedoen van Barak worden de socialisten meegesleept in de verrechtsing van de Israëlische politiek. Daarmee is het lot van de Arbeidspartij als de humanistische ziel van de joodse staat bezegeld. Het is ondenkbaar dat de Arbeidspartij zich kan rehabiliteren van de grote nederlaag bij de jongste algemene verkiezingen... De partij die trots aan de wieg stond van de stichting van de staat Israël in 1948, werd teruggeworpen tot vierde partij met slechts dertien zetels in de Knesset... Likud was door de massale stichting van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uit op annexatie van dat gebied. Hoewel ook de socialistische regeringen nederzettingen stichtten, zagen zij er vanaf nederzettingen te bouwen in dicht door Palestijnen bewoonde gebieden. Likud doorbrak dat taboe. Mede daardoor escaleerde het Israëlisch-Palestijnse conflict.'
Een van die ‘deskundige journalisten die, onafhankelijk als ze zijn’ in de praktijk ‘de publieke opinie' vormen is Salomon Bouman. Drie decennialang lang was hij correspondent in Israel en vormde zo 'de opinie' van de NRC-lezer. In de inleiding van mijn boek De oneindige oorlog schreef ik over deze collega, die zichzelf als zionist definieert: ‘Mei 2008 verklaarde de voormalige NRC-journalist Salomon Bouman tegenover een zaal vol academici in het Haagse Institute for Social Studies dat de verdrijving in 1948 van ten minste 750.000 Palestijnse burgers uit wat nu Israël is ‘geen oorlogsmisdaad’ was omdat dit ‘het resultaat [was] van een oorlog’. Volgens deze voormalige correspondent in Israël van de Nederlandse ‘kwaliteitskrant’ waren tijdens het bewind van de Arbeiderspartij de Israëlische autoriteiten niet expansionistisch geweest. Dat gebeurde pas na 1977 onder rechts, de Likoed. Een bewering die hij al eerder in de NRC in de volgende bewoordingen had gedaan: ‘Het realisme van het linkse seculiere zionisme, zoals David Ben-Goerion dat beleed, werd naar de achtergrond gedrongen.’ Hetzelfde realisme dus dat ertoe had geleid dat onder aanvoering van Ben-Goerion Palestina in 1948 etnisch gezuiverd werd en meer dan de helft van het aan de Palestijnen toegewezen land door zionistische troepen werd veroverd. Boumans bewering staat ook haaks op uitspraken van Ben-Goerion zelf, zoals deze: ‘Ik ben tevreden met een deel van het land, maar alleen op basis van de gedachte dat we na de stichting van de staat een sterke macht opbouwen – en we de verdeling van het land zullen afschaffen en we ons over het hele Land van Israël zullen verspreiden.’ 36 jaar lang heeft Bouman lezers en luisteraars bericht vanuit de context dat Israël het slachtoffer was geweest van ‘Arabische agressie’. Zijn opmerking dat het met terreur etnisch zuiveren van ‘de Joodse natie’ geen oorlogsmisdaad was, is illustratief voor de berichtgeving van niet alleen ‘de slijpsteen voor de geest’ maar van die van alle westerse commerciële massamedia. De oorzaak van wat eufemistisch het Israëlisch-Palestijnse conflict heet is achter de horizon verdwenen en zo wordt nagenoeg elk verzet van de verdreven en onderdrukte Palestijnse bevolking als een uitwas geportretteerd. Dit boek wil de feitelijke context van het conflict belichten. Ik doe dat via interviews met Joodse en Palestijnse betrokkenen die één kenmerk gemeen hebben: ze verafschuwen onrecht. Door het benadrukken van de context van oorzaak en gevolg is het onvermijdelijk dat lang gekoesterde mythen over Israël doorgeprikt worden. Mythen die als rechtvaardiging gelden voor het Israëlische expansionisme.’
Buitenlandse en Nederlandse juristen, gespecialiseerd in het internationaal recht, die Bouman tijdens de bijeenkomst in het Institute for Social Studies uitlegden dat het kenmerk van oorlogsmisdaden is dat die nu juist tijdens een oorlog plaatsvinden, slaagden er niet in om de voormalige NRC-correspondent op andere gedachten te brengen. Henk, het is slechts één van de talloze voorbeelden die de stelligheid van jouw beweringen ondergraven. Omdat ik zelf de afgelopen jaren intensief de berichtgeving over Israel en Palestina heb gevolgd blijf ik even stilstaan bij het werk van Salomon Bouman:
Vorige week donderdag stelde hij het volgende in jouw en zijn krant: 'Door toedoen van Barak worden de socialisten meegesleept in de verrechtsing van de Israëlische politiek. Daarmee is het lot van de Arbeidspartij als de humanistische ziel van de joodse staat bezegeld. Het is ondenkbaar dat de Arbeidspartij zich kan rehabiliteren van de grote nederlaag bij de jongste algemene verkiezingen... De partij die trots aan de wieg stond van de stichting van de staat Israël in 1948, werd teruggeworpen tot vierde partij met slechts dertien zetels in de Knesset... Likud was door de massale stichting van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever uit op annexatie van dat gebied. Hoewel ook de socialistische regeringen nederzettingen stichtten, zagen zij er vanaf nederzettingen te bouwen in dicht door Palestijnen bewoonde gebieden. Likud doorbrak dat taboe. Mede daardoor escaleerde het Israëlisch-Palestijnse conflict.'
Welnu, dit is kort samengevat de mythe die Salomon Bouman decennialang als correspondent in stand heeft proberen te houden. Het is de propagandaversie van sociaaldemocratische zionisten als Bouman zelf. In het kader daarvan was de berichtgeving van de NRC over Israel altijd tendentieus, maar belangrijker nog is dat wat al die jaren door de krant verzwegen werd. Bepaalde zienswijzen en onthullingen over de ware geschiedenis van 'de joodse staat' werden angstvallig buiten de kolommen gehouden. Ik geef als voorbeeld de volgende uitspraak van de vooraanstaande joods-Israelische intellectueel Benjamin Beit-Hallahmi, een zienswijze die de NRC-lezer nooit via Salomon Bouman zal vernemen:
'Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.' Beit-Hallahmi, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, doceerde in de VS, Engeland en Frankrijk, is auteur van talloze studies waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël. Ik interviewde hem voor De oneindige oorlog. Hij zei onder andere dit over zijn landgenoten, een uitspraak die haaks staat op de beweringen van Bouman:
'Politiek links en rechts zijn beide van mening dat Israël de staat van de Joden moet zijn en dat anderen dus niet welkom zijn. Het enige verschil tussen hen is dat rechts openlijk expansionistisch is en links meer in het geheim. Ben-Goerion en de rest van het linkse leiderschap leken altijd gematigd en redelijk, zij ontkenden zowel dat er sprake was van een conflict met de Arabieren als dat ze streefden naar een exclusief Joodse staat. Dit alles was niet meer dan een briljante truc, een grote tactische pose, waarachter men zich kon verschuilen. Ben-Goerion wist maar al te goed dat geweld de enige manier was waarop de zionisten hun zin konden doordrukken. Alleen met een leger kon hij de Palestijnen verdrijven en terwijl de rechtse leiders vurige toespraken hielden over de noodzaak van een grote Joodse krijgsmacht, was hij al vanaf 1925 in alle rust bezig met de opbouw van een professioneel leger. De overtuiging dat Israël een Joodse staat moet zijn, is een van de belangrijkste redenen dat rechts in Israël heeft gewonnen, een marxistisch kolonialisme kan niet lang bestaan, dat spreekt voor zich. De poging van de eerste generatie Israëli’s om een linkse staat te creëren is dan ook faliekant mislukt. Het was ook absurd; men kan geen gelijkheid verwachten in een overduidelijk discriminerend systeem. Het was onvermijdelijk dat deze ongerijmdheid niet verborgen bleef. De eerlijkheid van rechts over de kolonialistische werkelijkheid is vanzelfsprekend attractiever voor kiezers. Zeker na al die jaren zionistische scholing kunnen de Palestijnen alleen nog maar gezien worden als ongewenste gasten en als vijanden. Een politiek gebaseerd op etnische zuivering om het gebied Joods te kunnen maken, kan natuurlijk niet links, humaan, vooruitstrevend en democratisch zijn. Als men eenmaal het principe aanvaardt dat de staat Joods moet zijn, zijn de reactionaire consequenties een natuurlijk gevolg, en dat proces versterkt zichzelf. Vandaar dat de kiezers steeds meer rechts gingen stemmen. Het zionisme kan uit principe niet toestaan dat de Palestijnen hun politieke rechten uitoefenen omdat dit het einde van de zionistische onderneming zou betekenen. Het ware kwaad is de beroving van de inheemse bevolking en het creëren van een gebied waar die oorspronkelijke bewoners niet meer bestaan, óf nog wel bestaan, maar dan zonder dezelfde rechten als de Joden. Dat is kort gezegd het hele systeem hier. Zonder dit massale onrecht zou een joodse staat niet mogelijk zijn geweest en over dat feit bestaat in Israël geen verschil van mening. Hetzelfde geldt voor de indianen in Amerika, en de Zuidzeevolkeren in Australië en Nieuw-Zeeland, hun rechten moesten worden genegeerd om het gebied te kunnen koloniseren. Natuurlijk verzinnen ook de Israëli’s allerlei rechtvaardigingen om het onrecht voor zichzelf acceptabel te maken. Een illustratief voorbeeld geeft de historicus Benny Morris, die redeneert dat ook de laatste 150.000 Palestijnen die in 1948 wisten te blijven, verdreven hadden moeten worden, dan zouden we volgens hem van het hele probleem zijn af geweest. Zijn opvatting is dat de Palestijnen weliswaar een groot onrecht is aangedaan, maar dat dit onrecht wordt opgeheven omdat het rechtvaardigheid voor de Joden betekende. En rechtvaardigheid voor de Joden is belangrijker dan onrecht voor de Palestijnen. Veel Joden in Israël, ook onder de intellectuelen, delen dit standpunt. Met andere woorden: Joden hoeven zich niet druk te maken om andere mensen. Wij hebben zo veel geleden dat we het recht hebben anderen onrecht aan te doen. Wij moeten alleen voor onszelf opkomen. Dat is de gedachtegang. Maar in de praktijk werkt deze rechtvaardiging zelfs niet in Israël. Als men een halve eeuw geleden een opinie-onderzoek had verricht over de vraag of de Palestijnen dezelfde rechten zouden moeten krijgen als de Joden, dan was de reactie geweest: “Wie zijn de Palestijnen?” De term Palestijnen bestond toen niet, werd althans niet gebruikt, en nu wordt die permanent en overal gebruikt. Dat is de grote overwinning van de Palestijnse nationale beweging. Kortom, de laatste vijftig jaar wordt in toenemende mate niet alleen het onrecht tegen de Palestijnen erkend, maar ook de noodzaak dat ze hun rechten kunnen uitoefenen. En dat is een enorme omslag. Vandaag de dag zijn er andere stemmen te horen die twijfel verwoorden over de rechtschapenheid van het zionisme of die erkennen dat de Palestijnen een niet te rechtvaardigen onrecht is aangedaan. Een Israëlische biljonair, Idan Ofer, die het halve land bezit verklaart publiekelijk dat wij herstelbetalingen aan de Palestijnen moeten verstrekken, net zoals de Duitsers herstelbetalingen aan ons gaven vanwege de Holocaust. Dat is een voorbeeld van wat er nu in Israël wordt gezegd. Probeert u zich eens voor te stellen wat voor oproer er was ontstaan als hij dit in New York had gezegd. Het opmerkelijke is dat hij een vergelijking maakte met de Holocaust, zonder meteen te zeggen dat die twee hetzelfde zijn, maar hij zei wel dat wij de Palestijnen een groot onrecht hebben aangedaan. Langzaam maar zeker beginnen mensen anders te denken, om de situatie te kunnen veranderen. En dat is een radicale breuk met het verleden. Idan Ofer zei niet voor niets: “Wij moeten betalen. Wíj!” Dus niet anderen, zoals tot nu toe het geval is. Joods-Israëli’s gaan er namelijk onmiddellijk van uit dat Europa wel zal betalen om de problemen van de Palestijnse vluchtelingen op te lossen. Nee, stelt Ofer, wij zullen ditmaal een offer moeten brengen, als we de realiteit willen veranderen. En het gaat niet alleen om geld, als wij het conflict echt willen oplossen zullen we ook anders met macht moeten omgaan. Israël moet niet langer meer naar alleenheerschappij streven, als men een werkelijke verandering wil, dan zullen de zionisten de macht moeten delen met onder andere de Palestijnen.’
Maar nu Henk, deze zienswijze zal men niet snel in de NRC aantreffen, dit past niet in de pro-Israel berichtgeving van de krant die zichzelf afficheert als 'kwaliteitskrant' die 'de nuance' zoekt.
Maar nu Henk, deze zienswijze zal men niet snel in de NRC aantreffen, dit past niet in de pro-Israel berichtgeving van de krant die zichzelf afficheert als 'kwaliteitskrant' die 'de nuance' zoekt.
Als NRC commentator schreef jij in De Groene Amsterdammer:
'Redacties van de serieuze media zijn instituten waar honderden specialisten werken. Met onverbiddelijke regelmaat leveren ze het product op basis waarvan de burgerij tot een gefundeerd politiek oordeel komt. Het zou logisch zijn om de productie van dit drukwerk ook tot de publieke voorzieningen te rekenen, zoals gas, water en licht.' Zie: http://www.groene.nl/2009/12/De_Openbare_Mening
Net als SP-voorman Jan Marijnissen pleit jij nu voor het subsidieren van de commerciele massamedia met belastinggeld, omdat zonder de commerciele pers 'de democratie' niet goed zou kunnen 'funcioneren'. Ik betwijfel dat, ik geef toe dat een bepaalde vorm van democratie, de parlementaire democratie met alle daaraan verbonden belangen van de commerciële massamedia bedreigd worden, maar dat daarmee ‘DE DEMOCRATIE’ in gevaar zou komen betwijfel ik ten zeerste.
'Redacties van de serieuze media zijn instituten waar honderden specialisten werken. Met onverbiddelijke regelmaat leveren ze het product op basis waarvan de burgerij tot een gefundeerd politiek oordeel komt. Het zou logisch zijn om de productie van dit drukwerk ook tot de publieke voorzieningen te rekenen, zoals gas, water en licht.' Zie: http://www.groene.nl/2009/12/De_Openbare_Mening
Net als SP-voorman Jan Marijnissen pleit jij nu voor het subsidieren van de commerciele massamedia met belastinggeld, omdat zonder de commerciele pers 'de democratie' niet goed zou kunnen 'funcioneren'. Ik betwijfel dat, ik geef toe dat een bepaalde vorm van democratie, de parlementaire democratie met alle daaraan verbonden belangen van de commerciële massamedia bedreigd worden, maar dat daarmee ‘DE DEMOCRATIE’ in gevaar zou komen betwijfel ik ten zeerste.
Henk, mijn vraag aan jou is nu: vanwaar die stelligheid van jouw bewering? Op welke feiten baseer jij deze veronderstelling?
1 opmerking:
Hallo Stan,
ik waag het er op :
World Forum ? World Schorem!
gr. Jaap
Een reactie posten