Maart 2008 interviewde ik de joods-Israelische klinisch psycholoog Benjamin Beit-Hallahmi voor mijn boek De oneindige oorlog. Beit-Hallahmi is hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, doceerde in de VS, Engeland en Frankrijk, is auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël, waarin hij beschrijft hoe ‘in ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël de Amerikaanse joden gekregen hebben waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’ En dat geldt niet alleen voor de Amerikaanse joden, verklaarde hij tegenover mij, maar ook voor een aanzienlijk deel van de joden in de diaspora die de herinneringen aan de Holocaust met zich meedragen en daaraan een deel van hun identiteit ontlenen. Een aantal van hen is in de journalistiek terecht gekomen en gedraagt zich daar als pro-Israellobbyisten. Een van hen is de VPRO-radiopresentator Jair Stein over wie ik vijf maanden geleden een tweetal stukjes schreef naar aanleiding van het feit dat Ronny Naftaniel van de 'pro-zionistische lobbygroep' het CIDI de publicist Mohammed Benzakour bekritiseerde omdat die op zijn beurt weer Jair Stein had bekritiseerd. Ik schreef: 'Naftaniel schrijft dat Benzakour "suggereert... dat Jair Stein hem unfair behandelt omdat deze laatste Joods is. Dat is nogal wat. Als iemand zulke zware beschuldigingen uit, mag je verwachten dat hij ze kan onderbouwen.'' Een goede vraag. Vooruit dan maar. Hier is het antwoord wat Jair Stein betreft. Het was algemeen bekend bij de vroegere radiomakers van de VPRO dat Jair Stein pro-Israel was. In 2002 maakte ik voor de VPRO Radio 5 een serie programma's onder de titel De dagelijkse terreur van Israel. Zie: http://www.vpro.nl/programma/madiwodo/dossiers/8815864/
Al snel hoorde ik van collega's dat Jair Stein woedend was dat deze programma's door de VPRO werden uitgezonden. Omdat ik er niet van hou dat mensen achter mijn rug om stemming proberen te maken, stapte ik op hem af en vroeg hem wat nu precies zijn bezwaren waren. Per slot van rekening de VPRO was toen nog een libertaire omroep waar ook het tegengeluid kon worden gehoord. Stein werd lijkbleek en verklaarde dat hij niet met mij in discussie wilde omdat hij zichzelf daarbij niet in de hand zou kunnen houden en mij het liefst fysiek te lijf zou willen gaan. Jair Stein gedroeg zich als een opgewonden pro-Israel lobbyist. Dus is het geenszins verwonderlijk dat Benzakour dit tijdens de uitzending ontdekte.'
Duidelijk is dat Stein kritiek op 'de Joodse staat' ervaart als kritiek op hemzelf. Tussen hem en Israel bestaat geen afstand, behalve dan dat Jair Stein slim genoeg is om niet naar Israel te emigreren, maar om hier in alle veiligheid zijn heil te zoeken, waar hij duizenden kilometers achter het front propaganda maakt voor de Israelische terreur tegen de Palestijnse bevolking. Voor hem geldt inderdaad dat ‘in ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël' hij 'heeft gekregen waaraan het' hem 'het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van' zijn 'identiteit te vullen.'
Het zal de lezer dan ook niet verbazen dat op 22 januari j.l., na de drie weken durende Israelische geweldsorgie in de Gazastrook die door de VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon werd veroordeeld als 'gruwelijk', het hoogste tijd was voor Jair Stein om propaganda te maken voor de 'Joodse staat'. En dus nodigde hij Chizki Loonstein uit, de zionistische ambulancebroeder die tegenover de christenzionisten van de EO de Israelische 'disproportionele' oorlogsmisdaden betitelde als 'wij hebben nu een grote opruimingsactie gehouden, maar blijkbaar, wat ik begrijp, dus niet groot genoeg.'
Interessant daarbij is dat deze pro-Israel propagandist met zijn fascistische kwalificaties als 'opruimingsactie', waarbij bijna 300 Palestijnse kinderen werden vermoord, te horen was bij de voorheen libertaire omroep de VPRO. Die kinderen spelen geen enkele rol van betekenis in het wereldbeeld van dit slag zionisten. Toen ik destijds Stein vertelde dat ik voor mijn ogen een Palestijns kind doodgeschoten zag worden door een Israelische scherpschutter liet hij mij weten dat daar dan wel een reden voor zou zijn geweest. Het is deze mentaliteit die de gekte van Jair Stein illustreert. Het toont hoe leeg zijn identiteit is, hoe gekrenkt hij zich voelt door de verraderlijke wereld. Hij is Israel, hij is het vleesgeworden onverzadigbare slachtoffer dat geen kritiek kan verdragen.
Omdat hij toch ergens bij wilde horen dat aanzien had, wilde hij koste wat kost bij de VPRO. Maar omdat Jair Stein niemand anders is dan Jair Stein kwam zijn etnisch provincialisme onvermijdelijk in botsing met het libertaire karakter van deze omroep op het moment dat de VPRO programma's uitzond met kritiek op de Israelische terreur. Kritiek op Israel ervoer hij als kritiek op zichzelf, op zijn eigen wankele identeit. Meer over Stein en Loonstein in een later stuk.
1 opmerking:
Om in het gedachtengoed van Loonstein te blijven; als eerdere opruimacties voltooid hadden kunnen worden, was alles schoon gebleven!
Anzi
Een reactie posten