Nederland steunde 'terreurbeweging' in Syrië
De Nederlandse regering heeft een gewapende groepering in Syrië gesteund die door het Openbaar Ministerie als ‘terroristisch’ is bestempeld. Dat blijkt uit onderzoek van Trouw en Nieuwsuur.
In oktober start een rechtszaak tegen een Nederlandse Syriëganger die een bijdrage heeft geleverd aan de strijd van Jabhat al-Shamiya. Die groepering werd eerder door de Nederlandse regering ondersteund met ‘niet dodelijke goederen’.
Trouw en Nieuwsuur spraken de afgelopen maanden met zo’n honderd Syrische rebellen en betrokkenen bij het staatsgeheime programma NLA (Non Lethal Assistance). Via dit programma leverde Nederland van 2015 tot begin dit jaar ‘niet-dodelijke goederen’ aan 22 strijdgroepen in Syrië. Tweede Kamerleden vragen al jaren om meer informatie over het NLA-programma, maar tot nu toe hield de Nederlandse regering de namen van de gesteunde groepen geheim.
Rebellenleiders en andere betrokkenen hebben bevestigd dat Nederland in 2017 onder meer uniformen en pick-uptrucks heeft geleverd aan Jabhat al-Shamiya (‘Levant Front’). Die organisatie is door het Openbaar Ministerie als ‘salafistisch’ en ‘jihadistisch’ omschreven. In een rechtszaak van vorig jaar stelde het OM dat Jabhat al-Shamiya naar de oprichting van een kalifaat streeft, en valt het ‘niet anders te kwalificeren dan als een criminele organisatie met terroristisch oogmerk’. Trouw en Nieuwsuur identificeerden in totaal zes specifieke brigades die Nederlandse steun hebben gekregen.
'Ingegrepen toen risico's te groot
werden'
Het Nederlandse kabinet schreef in 2015 aan de Tweede Kamer dat alleen ‘gematigde’ groeperingen in Syrië zouden worden gesteund. De ‘gematigde gewapende groeperingen’ werden bovendien aan strenge criteria onderworpen. Zo moest worden gecontroleerd of ze het humanitaire oorlogsrecht naleven. Ook zouden de groeperingen en hulpgoederen continu gemonitord worden. De regering betoogde dat de hulp noodzakelijk was om ervoor te zorgen dat de gematigde groepen meer gewicht in de schaal kunnen leggen als politieke onderhandelingen in Syrië tot stand komen. De strijdgroepen vechten met name tegen het regime van president Assad en tegen Islamitische Staat.
Uit onderzoek van Trouw en Nieuwsuur blijkt verder dat naast uniformen en pickup-trucks als de Toyota Hilux en Isuzu D-max, Nederland ook satelliettelefoons, laptops, matrassen, rugzakken en camera’s stuurde. De rebellen vertellen aan Nieuwsuur en Trouw dat zij erg tevreden zijn met de Nederlandse hulp en dat zij de door Nederland gekregen goederen inzetten in de gewapende strijd. Op videobeelden van de betrokken strijdgroepen is te zien hoe zij een pick-uptruck van hetzelfde type dat Nederland leverde, gebruiken door er machinegeweren op te bevestigen om vanuit de truck hun doelen te beschieten. Het is niet na te gaan of de door Nederland gestuurde trucks daadwerkelijk zo worden ingezet, omdat geen enkele pick-uptruck herkenningspunten heeft, zoals nummerborden.
Openbare informatie over het NLA-programma is moeilijk te verkrijgen, verzoeken om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur zijn aan Trouw en Nieuwsuur geweigerd. In een reactie benadrukt het ministerie van buitenlandse zaken dat het programma inmiddels is stopgezet: “Uit onze monitoring bleek dat de risico’s te groot werden; gezien de veranderde situatie in Syrië vonden we voortzetting niet geoorloofd. De berichten van Nieuwsuur en Trouw sterken ons in de overtuiging dat het stopzetten van de steun de juiste beslissing was.”
Het hulpprogramma kostte in totaal ruim 25 miljoen euro.
Tweede Kamer schrikt
De Tweede Kamer is geschrokken van de onthullingen. Regeringspartij CDA wil het kabinet erover aan de tand voelen. CDA'er Martijn van Helvert verzucht ongeduldig dat hij het kabinet al zes keer officieel heeft gevraagd naar de hulp aan Syrische oppositiegroepen. Hij en zijn fractiegenoot Pieter Omtzigt klagen dat het kabinet alles geheim verklaart.
Coalitiegenoot D66 vindt de onthulling van Nieuwsuur en Trouw schrikbarend. "Hoe heeft dit kunnen gebeuren na alle waarschuwingen van de Kamer?", vraagt Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma zich af.
PVV-leider Geert Wilders ziet in het nieuws reden het kabinet Rutte III om te dopen tot het kabinet 'Terreur I'. "De Nederlandse regering steunt terroristen in het buitenland en laat ze vrij rondlopen in het binnenland."
De SP hield zijn hart al vast en wilde nooit van steun aan de rebellen weten. Nu heeft minister Stef Blok van buitenlandse zaken weer wat uit te leggen, stelt Kamerlid Sadet Karabulut.
'Minister mogelijk strafbaar'
Strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops reageert hard op de onthulling van Trouw en Nieuwsuur dat Nederland materiële steun heeft gegeven aan 'jihadistische' groepen in Syrië. Volgens Knoops heeft de minister van buitenlandse zaken, die verantwoordelijk is voor het NLA-programma en de steun aan Jabhat al-Shamiya, zich mogelijk schuldig gemaakt aan een ‘ambtsmisdrijf’.
Volgens Knoops staat in de Grondwet dat de Nederlandse regering als taak heeft de internationale rechtsorde te bevorderen en te beschermen in ‘de breedste zin van het woord’. De minister kan dus strafrechtelijk worden vervolgd als blijkt dat hij opzettelijk nalatig is geweest, zoals mogelijk het geval was.
Overigens kan er alleen strafvervolging plaatsvinden bij koninklijk besluit of in opdracht van de Tweede Kamer.
Lees ook:
Hoe de Nederlandse overheid een Syrische terreurbeweging faciliteerde
Trouw en Nieuwsuur doken de afgelopen maanden diep in dit geheime steunprogramma. Ze ontdekten niet alleen om welke goederen het ging, maar ook welke strijdgroepen de goederen ontvingen. En wat ze ermee deden.
Het Vrije Syrische Leger: duizenden strijders, precieze omvang onbekend
Het Vrije Syrische Leger, een in 2011 opgerichtekoepelorganisatie, is een verzameling van tientallen groeperingen en brigades,die los met elkaar zijn verbonden. We zetten ze op een rijtje en lichten de belangrijkstegroeperingen toe.
Zo hebben we het 'jihadisten'-onderzoek aangepakt
Trouw en Nieuwsuur spraken voor het onderzoek naar de steun aan Syrische 'jihadisten' meer dan honderd individuen, variërend van rebellenleiders en -commandanten tot Nederlandse en buitenlandse betrokkenen bij het steunprogramma. Lees hier de volledige verantwoording voor het onderzoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten