woensdag 20 juni 2012

Marjan Schwegman van het NIOD



Stel dat een instituut al meer dan een halve eeuw als opdracht heeft de belangrijkste gewapende conflicten, waarbij zijn land betrokken is geweest, wetenschappelijk te bestuderen en vervolgens na al die jaren constateert dat het zijn werk volgens eigen zeggen niet naar behoren heeft verricht, wat moet de subsidiegever dan doen? Juist, het enige logische, te weten de directie van dit instituut ontslaan.


Maar nu de werkelijkheid: 


'Het NIOD bestaat nu meer dan zestig jaar en is hét centrum in Nederland voor de kennis en de bestudering van Nederland (inclusief Nederlands-Indië) en de Tweede Wereldoorlog,' 


zo kan men lezen op de website van dit Nederlands instituut dat 'inclusief' de oorlog in 'Nederlands-Indie' moest bestuderen. http://www.niod.nl/ 


En toch liet Marjan Schwegman, directeur van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD), gisteren op de voorpagina van de Volkskrant weten dat 

'Nieuw, volledig onderzoek nodig naar geweld in Indie 1945-1949.' 

http://stanvanhoucke.blogspot.nl/2012/06/chris-kijne-van-de-vpro-59.html


Dus let wel, een volstrekt 'nieuw' onderzoek en ditmaal een 'volledig' onderzoek. Dat is pas jezelf een brevet van onvermogen geven. Dat is pas duidelijk maken hoe corrupt jouw instituut wel niet is dat het jarenlang geen eerlijk onderzoek deed zodat nu een 'nieuw, volledig onderzoek nodig' is. En let u op hoe wijd verspreidt de corruptie van het poldermodel is. Let op wie van onze autoriteiten deze kwestie aan de orde gaat stellen. 

2 opmerkingen:

AdR zei

Deze mevrouw is juist daar neergezet vanwege haar incompetentie en onwetendheid ten aanzien van Nederland tijdens de bezetting in het bijzonder en de Tweede Wereldoorlog in het algemeen. Haar proefschrift over Montessori zou normaalgesproken geen aanbeveling voor deze wetenschappelijke positie zijn.
Misschien is zij een goede manager, dat is tegenwoordig vooral de bedoeling...

Anoniem zei

Onkiese keuze: opwinding om niets?

Alle opwinding rond het besluit van het comité 4-5 mei, een (door ‘Westerbork’)
geweigerd gedicht over een SSer op de Nationale Dodenherdenking 1940-1945 te
laten voorlezen, komt niet uit de lucht vallen. Wat opvalt is dat velen de
langzamerhand vergeten oorlog 1940-1945 veronachtzamen, waaraan de
Nationale Dodenherdenking en Nationaal Monument hun bestaansrecht ontlenen.
Zij staan daarin niet alleen. Daar is een gewenningsproces aan vooraf gegaan.
Het is een logisch gevolg van het feit dat de Dodenherdenking doelbewust is
omgevormd tot aanhangsel van ons buitenlands beleid na 1945.
Er is eenvoudig een ‘memorandum’ aan vastgeplakt strekkende tot vandaag, dat ruimte geeft alle oorlogen waaraan wij deelnemen, te legaliseren en ‘onze’ doden mee te nemen in de herdenking.

Een woordvoerder van dat comité schreef mij op 25 mei 2011 o.a.: ‘In alle
naoorlogse jaren is Nederland betrokken geweest bij meer dan vijftig
oorlogssituaties en vredesoperaties.’ Hij schreef er niet bij in wiens belang...
Doorzien we nu waaraan deze onverkwikkelijke zaak is te danken?
Wordt vervolgd.

Kees Mattijsen, Eindhoven