Marjan Schwegman, de directeur van het NIOD die zes decennia na de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesie van mening is dat nu ineens de tijd is aangebroken voor een 'nieuw, volledig onderzoek... naar geweld in Indie 1945-1949' verklaarde januari vorig jaar:
'In geschiedschrijving van de oorlog kun je de moraal niet buiten de deur houden.’
Ik denk dat maar weinig mensen het oneens zullen zijn met deze gemeenplaats. De enige kanttekening die in elk geval ik zou willen maken is om niet te spreken van 'de' oorlog, alsof de Tweede Wereldoorlog een soort oergeweld was waaraan de hele geschiedenis der mensheid van het begin tot het einde der tijden moet worden afgemeten. 'De oorlog' is een fictie van iemand die zelf nooit een oorlog van nabij heeft meegemaakt en tegelijkertijd een politieke agenda heeft waarbij alleen zij en niemand anders bepaalt wat oorlog is en wat niet. Schwegman praat als iemand die te beperkt is om te beseffen dat er een historische continuiteit bestaat van massaal geweld en dat alleen de ervaringswereld van een slachtoffer waar op aarde ook en in welke tijd dan ook kan bepalen wat oorlog is. Het getuigt van een verregaande botheid wanneer een of andere blanke dame, opgegroeid in vrede en welvaart, denkt voor alle anderen te kunnen bepalen wat 'de oorlog' is en wat niet. Wie heeft haar dat recht gegeven? Er is nog iets en het is de joodse auteur John Berger die dit uiterst subtiel aangeeft:
'What is the relation of the dead to what has not yet happened, to the future? All the future is the construction in which their "imagination" is engaged.'
Zal Marjan Schwegman ooit beseffen dat ze de doden probeert te kidnappen? Ik heb er al eerder naar verwezen: het herdenken van degenen die vermoord zijn of nog steeds vermoord of gemarteld worden door staatsgeweld is te belangrijk om in handen te geven van mensen met eigen specifieke ideologische of financiele belangen. Het wordt tijd dat we ons realiseren wat de Hongaarse auteur Imre Kertesz als joodse overlevende van Auschwitz al eerder heeft verwoord:
Ik citeer dit nog eens omdat mevrouw Schwegman 'meent dat de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan zelfs "het unieke karakter van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust ter discussie stelde" toen hij als integratieminister gelijktijdig moslims opriep om naar de Auschwitzherdenking te komen en joden vroeg zich te verdiepen in de vlucht van Palestijnen bij de oprichting van Israël.'
Schwegman beseft nog steeds niet dat wat zij 'de Holocaust' noemt, geenszins 'uniek' was. 'De oorlog... het unieke karakter,' het zijn inhoudsloze begrippen. Als de directeur van het NIOD de koloniale geschiedenis van het Westen zou hebben bestudeerd had ze dit geweten. En wat Van der Laans advies betreft, het is werkelijk niet absurd wanneer 'joden zich verdiepen' in de etnische zuivering van het vroegere mandaatsgebied Palestina, al was het maar om de illusie te bewaren dat de mens van de geschiedenis zou kunnen leren. En die illusie is nu net de enige legitimering van het bestaan van het NIOD, waaraan mevrouw Schwegman haar inkomen en imago ontleent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten