zaterdag 26 februari 2011

Arie Elshout van de Volkskrant 23

Five to One. Jim Morisson


They've got the guns
But we've got the numbers'

Jim Morrison

Vandaag staat in de Volkskrant een artikel van Volkskrant-correspondent in New York, Arie Elshout, waarin Arie dat doet wat alle Nederlandse correspondenten doen zodra ze te lui zijn om zelf iets uit te zoeken of te weinig contacten bezitten en/of te weinig lef hebben om eigen onderzoek te doen. Arie is daar zelfs eerlijk over wanneer hij schrijft over de tot voor kort voor hem volstrekt onbekende Amerikaanse politicoloog Gene Sharp:

'sinds The New York Times hem vorige week portretteerde als de man die met zijn boeken over geweldloze actie de hand heeft gehad in Mubaraks val in Egypte, bellen er elke dag journalisten bij hem aan. Allemaal verbaasd hoe het kan dat deze broze, zonderlinge studeerkamergeleerde heeft kunnen uitgroeien tot de schrik van de Iraanse mullahs, de Birmaanse generaals, de Russische potentagten en Hugo Chavez van Venezuela.'

Wat een verrukkelijke cliche zin. Proeft u de woorden nog eens ruw op de tong:

'sinds The New York Times hem vorige week portretteerde als de man die met zijn boeken over geweldloze actie de hand heeft gehad in Mubaraks val in Egypte, bellen er elke dag journalisten bij hem aan. Allemaal verbaasd hoe het kan dat deze broze, zonderlinge studeerkamergeleerde heeft kunnen uitgroeien tot de schrik van de Iraanse mullahs, de Birmaanse generaals, de Russische potentaten en Hugo Chavez van Venezuela.'


Chapeau maestro, collega van me. Welke conclusies mogen de Volkskrant-lezers hieruit trekken? Allereerst natuurlijk dat Arie niet uit zijn comfortabele stoel was gekomen als hij The New York Times niet had gelezen. Dan hadden alle Hollanders zich nog lange tijd volkomen in het volstrekte duister moeten afvragen hoe het toch allemaal zo gekomen is. Maar ziedaar, de Times. Dus ook de Volkskrant, die alles nakwaakt. Niet alleen het onderwerp, maar ook de context waarin het onderwerp moet worden gepresenteerd, hetgeen nog veel belangrijker is. Voorts weet de lezer nu dat Arie en zijn collega's bij de mainstream media niet op de hoogte waren van het werk van de wereldberoemde Gene Sharp, maar dat  -- en nu komt het -- de Egyptische, Iraanse, Birmese, Russische en niet te vergeten Venezulaanse jongeren niet alleen zijn naam kennen, maar ook nog eens zijn werk hebben bestudederd, waardoor alle 'potentaten' op aarde zelfs de naam van deze 'broze, zonderlinge studerkamergeleerde' niet durven te fluisteren, en als eersten zijn nieuwste publicaties bestellen om te wetgen uit welke hoek de wind gaat waaien. De vraag duikt nu onvermijdelijk op waarom Arie, als opiniemaker en adjunct-hoofdredacteur van een Nederlands dagblad dat zich als een 'kwaliteitskrant' afficheert, tot nu toe van niets wist? Vrienden, dat komt omdat het overgrote deel van mijn collega's geen boeken leest. Daar hebben ze geen tijd voor omdat ze alleen elkaars berichten in de gaten houden en aan het overschrijven zijn. En daar schamen ze zich ook niet voor. Sterker nog, een Arie bijvoorbeeld is zo onnozel dat hij zijn onwetendheid ook nog eens publiekelijk etaleert.

Nog een opmerkelijk feit: wat is relevant aan de adjectieven 'broze' en 'zonderlinge'? Welnu de schrik van 's werelds potentaten is dit omdat hij 'een 'studeerkamergeleerde' is. Even niet de journalistieke vuistregel vergeten: man bijt hond. Kortom, enerzijds hebben we het geweld van de machtigen, dat is normaal en dus geen nieuws, en anderzijds hebben we de geweldloosheid van de machtelozen. Geweld is geen nieuws, geweldloosheid wel. Daarom zal Arie nooit ook maar met 1 letter aandacht besteden aan de beruchte uitspraak van Madeleine Albright,  de toenmalige Amerikaanse ambassadrice bij de Verenigde Naties, die in mei 1996 in het goed bekeken CBS tv-programma 60 Minutes verscheen en daar precies vertelde waar het in de Amerikaanse politiek om gaat. Haar werd een reactie gevraagd op een VN-rapport waarin melding werd gemaakt van het feit dat als gevolg van de sancties en de Amerikaanse en Britse bombardementen die de Irakese infrastructuur volledig hadden verwoest, meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar om het leven was gekomen. De programmamaakster voegde eraan toe: 'Dat zijn meer kinderen dan in Hiroshima stierven… Is het de prijs waard?' Zonder te blikken of te blozen antwoordde Albright onmiddellijk met: 'Wij denken dat het de prijs waard is.' Toen de verbijsterde programmamaakster Lesley Stahl nog eens aandrong en de ambassadrice vroeg of de Amerikaanse regering 'zelfs met de hongerdood' van kleuters akkoord ging, rechtvaardigde Albright deze genocidale politiek met de opmerking: 'Weet je Lesley… het is moeilijk voor mij om dit te zeggen, want ik ben een humaan mens, maar mijn eerste verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat Amerikaanse troepen niet weer opnieuw de Golfoorlog hoeven uit te vechten.' Nog geen zes maanden na haar uitspraak werd Madeleine Albright bevorderd tot minister van Buitenlandse Zaken, een benoeming die door de Israëlische media werd toegejuicht met de vermelding dat Albright ‘één van ons is,’ daarmee verwijzend naar haar joodse afkomst. Vier jaar later confronteerde de Australische journalist John Pilger de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, James Rubin, met haar uitspraak. Zijn reactie kwam erop neer dat Pilger te 'idealistisch' was. 'Bij het uitvoeren van politiek beleid moet men een keuze maken tussen twee kwaden… en helaas zijn de gevolgen van de sancties groter dan we gehoopt hadden,' aldus Rubin. Hij adviseerde Pilger niet zo naïef te zijn, want er bestaat nu eenmaal een 'echte wereld waar werkelijke keuzes gemaakt moeten worden'. Op hetzelfde had ruim een halve eeuw eerder beleidsbepaler George Kennan gewezen, toen deze architect van de naoorlogse Amerikaanse buitenlandse politiek in een intern beleidsstuk schreef:


'Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking […] In deze omstandigheden, zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven […] Om dat te doen, zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten; en moet onze aandacht overal geconcentreerd zijn op onze directe nationale doelstellingen […] We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.' 


Dit advies van de geestelijke vader van de containment-politiek werd niet alleen in het buitenland in de praktijk gebracht, maar ook in de Verenigde Staten zelf. Op dit moment bezit 1 procent van de Amerikanen meer dan 40 procent van ’s lands rijkdommen, terwijl meer dan 45 miljoen Amerikanen zich geen ziektekostenverzekering kunnen permitteren, en er miljoenen daklozen zijn. Deze onderkaste is net zo bewust gecreëerd als voorheen de koloniën door het Westen gecreëerd zijn.


Kijk, dat is nu de normale gang van zaken en dat betekent in journalistieke termen: hond bijt man, dus geen nieuws. Maar indien potentaten en andere oorlogsmisdadigers als 'onze' Madeleine Albright geconfronteerd worden met geweldloos verzet dan is dat pas echt nieuws. Behalve dan dat wij niet collectief geprotesteerd hebben tegen de genocidale politiek van de VS in het Midden-Oosten en dat de Arabische bevolking zich nu wel heeft uitgesproken tegen de terreur van de door ons aangestelde en in het zadel gehouden regimes. Maar dat nu, beste vrienden, is voor Arie Elshout geen nieuws, en wel omdat dit normaal is. Arie weet exact wat hij wel en niet kan schrijven. Niet voor niets heeft deze onnozele hansworst het tot adjunct-hoofdredacteur geschopt. Nietwaar Arie?
Arie Elshout, overschrijver.






Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...