dinsdag 26 juni 2007

Palestina 13

Een Israelische soldaat die op vluchtende Palestijnse kinderen schiet in het dorp Yatta, nabij Hebron.

Een van de wijste mensen, die ik via geschiften ken, is Chief Joseph van de Nez Perce Indianen. Na door de blanke beschaving te zijn verjaagd, vervolgens opgepakt en in een geisoleerd kamp te zijn gevangen gezet, verklaarde hij: 'I know that my race must change. We cannot hold our own with the white men as we are. We ask only an even chance to live as other men live. We ask to be recognized as men. We ask that the same law shall work alike on all men. If the Indian breaks the law, punish him by the law. If the white man breaks the law, punish him also. Let me be a free man - free to travel, free to stop, free to work, free to trade where I chose, free to choose my own teachers, free to follow the religion of my fathers, free to think and talk and act for myself - and I will obey every law, or submit tot the penalty.'

Het is misschien overbodig om nog te melden, maar desalniettemin de blanken waren doof voor de smeekbeden van deze Indiaan.

Dit gaat ook op voor de Palestijnen. Waarom mogen ze niet vrij zijn om te staan waar ze willen in hun eigen land? Waarom accepteren wij het dat hun land wordt gestolen, dat hun huizen worden opgeblazen, hun kinderen worden vermoord, dat ze verdreven worden? Waarom mogen de Palestijnen geen beroep doen op de democratie en wij wel? Waarom behandelen wij hen alsof ze minder dan derderangs burgers zijn? Waarom veroordelen we de Palestijnen voor misdaden en belonen we de Israeli's voor dezelfde misdaden? Waarom heeft het Westen een banvloek over hen uitgesproken? Waarom mogen de Palestijnen geen beroep doen op de normen en waarden waar het Westen met veel tromgeroffel zo trots op lijkt te zijn? Waarom kunnen ze niet leven zoals wij? Waarom behandelen we de Palestijnen als vuil? Waarom erkennen we ze niet als mens?

1 opmerking:

Anoniem zei

We erkennen Palestijnen niet als mens, omdat we de mens nog te veel als deel van een groep zien, Palestijnen, indianen, allochtonen, vrouwen, homo's enzovoorts. De gangbare wetenschap beweert dat wij dieren zijn, lid van een soort, met dwingende soorteigenschappen. Als ik een ideaal heb, bijvoorbeeld een gemeenschap vormen met mensen met een ontwikkelingsstoornis, dan kan ik dat ideaal bij mijzelf waarnemen en benoemen en herkennen. Als een Oost-Afrikaanse boer een kudde gezonde melkkoeien als ideaal heeft, dan kan ik dat hebben van een ideaal herkennen en dat maakt die Oost-Afrikaanse boer en mij tot mensen. Daar waar wij lid zijn van een groep, zijn de eigenschappen van die groep middel om onze idealen te verwezenlijken. De Oost-Afrikaanse boer zal wellicht heel veel het zelfde doen als zijn groeps- c.q. stamgenoten, daar steunt hij op, maar omdat ik bij mijzelf het ideaal waarneem, kan ik geloven dat die Oost-Afrikaan dat ook heeft. In wezen ben ik geen Nederlander, maar heb ik de Nederlandse nationaliteit of identiteit, in wezen ben ik alleen maar ik.
De gangbare wetenschap en daarmee helaas ook de politiek komt niet verder dan het bestuderen van datgene wat wij met dieren gemeen hebben, zoals driften, begeerten, verlangens enzovoorts. Wij begeren macht en geld. En voor zover we niet geprivilegieerd zijn worden die begeerten knap lastig gevonden en moeten er normen, waarden, regels vastgelegd worden om die begeerten enz. in toom te houden. Zo sterk zelfs dat het ideaal, waarin wij onszelf als mens kunnen kennen en herkennen, onmogelijk wordt gemaakt. Om militant van te worden.

Groet, Bert Erends.