donderdag 4 maart 2021

Geert Mak's Gebrek aan Courage

 

Soms klinkt opiniemaker Geert Mak als een Franse boer die, met zijn dorsvlegel en zeis optrekkend naar Parijs, zingend, brullend, schreeuwend ‘Allons enfants de la Patrie, le jour de gloire est arrivé! Contre nous de la tyrannie,’ ten gehore brengt, om vervolgens zijn landgenoten toe te roepen: ‘Aux armes, citoyens. Formez vos bataillons. Marchons! Marchons!’ Allemaal met als doel het ‘onreine bloed’ van de vijanden te laten vloeien. Maar zolang een Hollandse Revolutie de eerst komende tienduizend jaar tot de onmogelijkheden behoort, blijven de woorden van mijn oude vriend steken in humbug, en is zijn oproep Wilders en Baudet terecht te stellen even lachwekkend als zijn aansporing om nu even ‘solidair, moedig, eensgezind’ te zijn als de communisten die de Februari-Staking op 25 en 26 februari 1941 organiseerden uit verzet tegen de nazi-deportaties van joodse landgenoten.  En wanneer Mak anno 2021 beweert dat deze begrippen ‘nu, meer dan ooit, opnieuw’ er toe doen, dan maakt de zoon van een dominee die in 1936 de Neurenberger Rassenwetten ‘staatkundig tolerabel’ vond, vooral duidelijk dat hij net als zijn vrome vader alle verhoudingen is kwijtgeraakt. Want geen enkele Nederlandse politicus wil op dit moment islamitische Nederlanders naar gaskamers deporteren. Zelfs Geert Wilders en Thierry Baudet niet. Zes jaar geleden, in 2015, toen Geert weer eens door de polderbourgeoisie werd gefêteerd, vroeg hij zich publiekelijk af: ‘Wat is er toch mis met de elite?’ en bepleitte hij ‘een herbezinning, ook binnen de elite zelf,’ aangezien een ‘goede elite erkent dat ze een elite is,’ hetgeen voor haar allereerst de volgende nobele verplichting afdwingt: ‘noblesse oblige in de breedste zin van het woord.’ Als ‘Chevalier de la Légion d’Honneur’ verklaarde hij plechtstatig:


Een goede elite luistert en kijkt met duizend ogen en oren. Een goede elite ligt dwars. Een goede elite durft het idee los te laten dat politiek alleen maar een vorm is van publiek management, durft luidop te dromen, durft ook onaangename waarheden onder ogen te zien en uit te spreken. Een goede elite durft te verliezen en klappen te krijgen. Een goede elite vecht voor het ambt, als trotse dienaren van de publieke zaak. Een goede elite gedraagt zich niet als burgers, maar als citoyens, elke dag.

 

Kwaliteit, empathie en courage, ja, dat hebben wij, als elite, in deze tijd nodig. Maar de grootste van deze drie is courage.

https://www.geertmak.nl/nl/nederland/essays-en-lezingen/125/opnieuw-de-deftigheid-in-het-gedrang.html 


Het klonk allemaal even waarachtig als zijn ontboezeming, drie jaar eerder, dat ‘wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het “uitbannen van onwaarheid,”’ niet ‘serieus genoeg’ namen. En dat terwijl volgens hem op ‘dit moment op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft.’ 


Als er iets ontbreekt aan mijn oude vriend, die ik al ruim vier decennia van nabij ken, dan is het juist ‘kwaliteit, empathie en courage,’ die zijn positie als ‘populairste geschiedenisleraar van het land’ werkelijk in gevaar zouden brengen, zoals ik op deze weblog meer dan eens heb proberen aan te tonen. Als er één karaktertrek zijn houding kenmerkt dan is het een hoge mate van Hollands opportunisme. Een kenmerkend voorbeeld: op bevrijdingsdag, 5 mei 2014, vergeleek Mak in het televisieprogramma Eén op één de huidige situatie in de Europese Unie met die in de VS vóór 1861:


Als je kijkt naar Amerika, dat heeft ook in zo'n soort fase gezeten, vlak voor de burgeroorlog. Nou wil ik niet gelijk met oorlog beginnen hoor, maar…


Programmamaker Sven Kockelmann sprong  hier direct gretig op in door de als ‘Chroniqueur van Europa’ aangekondigde Mak te onderbreken met de opmerking: ‘U zegt het, daar was een burgeroorlog nodig om een federatie tot stand te brengen. Wij hebben toch geen burgeroorlog gehad?’ Mak reageerde onmiddellijk met de woorden ‘Nou, wij hebben nu meneer Poetin bijvoorbeeld, hė!’ daarmee de veronderstelling opperend dat één man, president ‘Poetin,’ een levensgevaarlijke bedreiging vormt van de wereldvrede. Het 'landjepik' van 'meneer Poetin,’ zo beweerde Mak 'dwingt' Europa om 'meer aan defensie uit te geven.’ Eindelijk had Mak een argument om zijn propaganda voor het neoliberale en neoconservatieve economische, financiële en militaire (NAVO)bolwerk 'Brussel' te rechtvaardigen.  Al twee maanden eerder had Mak met betrekking tot de Oekraïne voor het Russische ‘gevaar’ gewaarschuwd:


Je moet je voorstellen, Rusland. Een land dat met de rug naar de toekomst de 21e eeuw binnenloopt, dat niet echt moderniseert, dat opnieuw gedomineerd wordt door graaiende tsaren en bojaren.


Voor hem was Rusland een ‘gewonde beer’ waarvoor ‘je moet uitkijken,’ want ‘gevaarlijk, grof,' en 'onrechtmatig.'

https://www.geertmak.nl/nl/europa/essays-en-lezingen/84/de-grote-kwaal-van-de-eu-heet-nog-steeds-triomfalisme.html  



Daarentegen verspreidde Geert Mak twee jaar later, op 15 maart 2016 met evenveel stelligheid een tegenovergestelde mening, en verklaarde hij zonder enige gêne:


Een normaal federatief verband had allang begrepen dat het Associatieverdrag tussen de EU en dat land (Oekraïne. svh) meer is dan een louter technische kwestie. Dat daar ook een belangrijke geopolitieke factor aan vastzit. Als Europa zo naar dat verdrag had gekeken, had het zeker behoedzamer geopereerd en was veel ellende voorkomen.


Mijn oude vriend voegde hier aan toe: 


je moet als politicus toch ook nadenken: welke beloften doen we en aan wie? Oekraïne was en is een ontzettend labiel land, op de rand van een failed state, en nog altijd extreem corrupt. En of we dat nu leuk vinden of niet, het is een deel van de Russische invloedssfeer. Als president van Rusland kon Poetin zich niet permitteren niet op het verlies van de Krim te reageren. Als je nog maar een middag de geschiedenis van Rusland en Oekraïne bestudeert snap je dat. Er is veel te lichthartig met dat probleem omgesprongen.


En: 


Rusland heeft altijd al een gordel van satellietstaten om zich heen willen scheppen om zich teweer te stellen tegen agressie vanuit Europa. Het verwijt dat de NAVO na de ineenstorting van de Sovjet-Unie gebruik heeft gemaakt van de Russische zwakte is op zich correct. Zelfs Henry Kissinger heeft gewaarschuwd dat je daarmee een bepaald evenwicht verstoort.

https://www.geertmak.nl/nl/europa/essays-en-lezingen/291/ik-zou-de-lastpakkerigheid-van-de-britten-wel-missen.html


Mak’s omslag voltrok zich nadat ik hem de context had uitgelegd van dit conflict. Sebastopol op de Krim is de warme haven van de Russische marinevloot naar het Zuiden. Ik verwees hem tevens naar een cultuurhistorische uiteenzetting van Kissinger over ondermeer de religieuze en historische banden tussen Kiev en Moskou. Inderdaad, een middagje ‘de geschiedenis van Rusland en Oekraïne’ te hebben bestudeerd is voldoende voor zelfs een ongeschoolde om het probleem te snappen. Mak was ervan doordrongen dat zijn eerdere bewering over het 'landjepik' van 'meneer Poetin’ dat heel ‘Europa dwingt’ om 'meer aan defensie uit te geven’ in een onbesuisd moment uit zijn mond was geglipt. Maar Geert Mak zou geen Geert Mak zijn wanneer hij ook deze categorische uitspraak vervolgens weer herzag. En dus volgt hij in 2021 nog steeds de lijn die hij in zijn boek In America. Travels with JOHN STEINBECK als volgt verwoordde:


Russia is on the move again. After the collapse of the Soviet Empire it wants to start history once more, and how! Old myths about Russian greatness and the Russian soul are being dusted off. Borders are being redrawn, spheres of influence determined by force — it's as if we're back in the nineteenth century, complete with rigid and short-sighted tsarism. Russians have a sense that the Western world, including Western values and Western ways of thinking, are no longer paramount.


In this new situation, Europe is vulnerable, at least in the short term. The continent is divided and susceptible to blackmail because a number of European countries have become highly dependent on Russian gas. Defence has been neglected since the end of the Cold War; NATO has expanded its territory without strengthening its own armed forces; most European countries have implemented severe cutbacks and a common European defense policy remains a distant prospect. After decades of peace, America’s traditional allies represent a serious security problem,


terwijl, zo loog hij, ‘over recent years America’s military capacity has been reduced to a historically low level.’ Het is zinloos om te vragen of de ware Mak nu eindelijk eens wil opstaan, want een authentieke Geert bestaat eenvoudigweg niet. Zijn beweringen komen ook niet voort uit een doorleefde werkelijkheid, maar zijn het resultaat van honderden terloops opgevangen flarden van gesprekken, fragmenten uit vluchtig gelezen kranten, half bewust bekeken televisieprogramma’s, of doorgebladerde boeken. Iemand die binnen tien jaar twee vuistdikke bestsellers schrijft over Europa en de VS, en naar aanleiding daarvan ook nog eens lange televisieseries over Europa maakt, het land intrekt om van Diever tot Slenaken, van Den Helder tot Terneuzen, zijn boeken aan te prijzen, en tevens interviews geeft en toespraken houdt, heeft natuurlijk geen tijd om zelf boeken te lezen of informatie serieus te verzamelen laat staan te verwerken, dan wel relevante ervaringen op te doen. 


Mak is op jacht naar zichzelf. Als een opgejaagd konijn rent hij van hot naar her, zonder tijd te nemen zich af te vragen wie hij nu eigelijk is, en waarvoor hij precies staat. Geert Mak is een gimmick, een product, een masker, een poseur, een onzekere man die, op zoek naar erkenning, bereid is zichzelf te verkopen als het hem nog meer roem en rijkdom oplevert. Dus blijft hij de uiterst complexe realiteit reduceren tot politieke slogans, en zal hij als con-man tot zijn allerlaatste snik doorgaan zichzelf zo duur mogelijk te verkopen. Geert Mak is daardoor een gevaarlijk verschijnsel in een tijd van massale onzekerheid. Tegen het einde van de Engelse versie van Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika, vertelt Mak zijn lezerspubliek het volgende:


AMERICA. EUROPE. I was reminded time and again during this journey of Chekhov’s play ‘The Cherry Orchard.’ A family is deeply in debt and a local businessman wants to build dachas on the beautiful old cherry Orchard on the estate. The family, in its despair, decides to throw a party. The play is about a world that is slowly disappearing, even though its inhabitants fail to notice. Everything is changing, rapidly, except for the main characters. They carry on acting as if everything will stay the same forever, while their home shakes around them and ultimately succumbs — because, yes, in the end the cherry orchard is ruthlessly chopped down and the family falls apart. 


That is exactly what happened to John Steinbeck. The 1960s would break him. 


Dit schrijft de huidige bewoner van de voormalige pastorie van Jorwerd, de bejaarde domineeszoon die niet beseft dat Tsjechov’s verhaal juist op hemzelf slaat. Niet Steinbeck maar Mak functioneert als propagandist van de Tweede Koude Oorlog, niet Steinbeck maar Mak blijft de VS ophemelen als ‘decennialang’ de ‘ordebewaker en politieagent’ op aarde, en niet Steinbeck maar Mak klampt zich vast aan het waanidee dat de VS de ‘soft power’ van de wereld is, die ‘de overtuigingskracht’ bezit ‘om het debat naar zich toe te trekken, om’ unilateraal ‘de agenda van de wereldpolitiek te bepalen.’ Niet Steinbeck, maar Mak weigert de fundamentele veranderingen te zien die voor zijn ogen hebben plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden. Eerst werd hij gehinderd door zijn verlangen naar ‘hoop,’ en nu door zijn zorgvuldig gecultiveerde angst en haat tegen opkomende grootmachten, met Rusland en China voorop. Zijn ‘geheime liefde’ voor ‘Amerika’ en de Amerikaanse Droom belemmert hem te accepteren dat zijn illusies over de VS alleen nog in de gelikte politieke propaganda bestaat. Juist door zijn vertekening van de werkelijkheid begrijpt hij weinig van ‘Amerika’ en niets van John Steinbeck, die al in 1959 in een brief zijn prominente vriend Adlai Stevenson erop attendeerde dat de Amerikaanse Droom failliet was en dat zijn landgenoten:


Having too many THINGS spend their hours and money on the couch searching for a soul. A strange species we are. We can stand anything God and Nature can throw at us save only plenty. If I wanted to destroy a nation, I would give it too much and I would have it on its knees, miserable, greedy and sick,


en Stevenson — tot twee keer toe de Democratische presidentskandidaat — waarschuwde dat:


Someone has to reinspect our system and that soon. We can’t expect to raise our children to be good and honorable men when the city, the state, the government, the corporation all offer the highest rewards for chicanery and dishonesty. On all levels it is rigged, Adlai.


Nederlandse mainstream-opiniemakers van het allooi Mak beseffen niet dat een Amerikaanse schrijver in staat was dwars door het uiterlijk vertoon heen te prikken, en dat de mens niet ongestraft zijn geweten kan negeren, maar oogst wat hij zaait. Het feit dat Steinbeck al ruim zes decennia geleden zich realiseerde dat de 'Amerikaanse Droom' op 'alle niveau’s gecorrumpeerd' was, maakte hem volgens Mak een ‘doemdenker,' die ‘zichzelf overschreeuwde.’ Wat Mak weigert te begrijpen is dat niet ‘The 1960s would break’ Steinbeck, maar dat de corrumpering van de Amerikaanse samenleving hem sceptisch maakte over het lot van de nieuwe mens, opgesloten in de Amerikaanse Droom. In een brief aan Dag Hammerskjöld, de toenmalige Zweedse secretaris-generaal van de Verenigde Naties, schreef Steinbeck naar aanleiding van corruptie op de Amerikaanse televisie: 


It is very hard to raise boys to love and respect virtue and learning when the tools of success are chicanery, treachery, self-interest, laziness and cynicism or when charity is deductible, the courts venal (omkoopbaar. svh), the highest public official placid, vain, slothful and illiterate. 


Deze gevoelens zouden het thema worden van Steinbeck’s laatste novelle The Winter of Our Discontent (1961), die door de auteur Saul Bellow aldus werd geprezen‘John Steinbeck returns to the high standards of The Grapes of Wrath and to the social themes that made his early work so impressive, and so powerful.’ Het thema was ‘the moral degeneration of American culture during the 1950s and 1960s,’ een in het oog lopend feit dat Mak zelfs een halve eeuw later nog weigert te registreren. Het heeft hem heel wat gespartel gekost voordat mijn oude vriend zich genoodzaakt zag om enkele van zijn illusies te laten vallen. Gelukkig voor hem is dit de polderpers niet opgevallen, want Nederland kent geen serieuze mediakritiek. Het poldermodel dwingt het journaille om collectief met zo min mogelijk wrijving door dezelfde deuropening te marcheren. Dit opportunistische model heeft hier een verstikkend intellectueel klimaat gecreëerd, dat dwars tegen de historische werkelijkheid ingaat. Het opportunisme en conformisme van de geschoolde klasse blijft overigens niet beperkt tot Nederland. Eind jaren tachtig schreef de Duitse filosoof Jürgen Habermas:


Today, it seems as though utopian energies have been used up, as if they have retreated from historical thought. The horizon of the future has contracted and has changed both the Zeitgeist and politics in fundamental ways.


Habermas stelde dat de ‘responses of the intellectuals reflect as much bewilderment as those of politicians’ met als gevolg dat ‘What is at stake is Western culture’s confidence in itself.’ 


In deze culturele leegte komen intellectuele lichtgewichten als Geert Mak vanzelf naar boven drijven. Zijn uitgekiend conformisme verraadt zowel de door Habermas gesignaleerde afwezigheid van ‘vertrouwen’ in de eigen ‘westerse cultuur,’ als het ontbreken van ook maar een greintje gêne. Het demoniseren van Rusland en de op gang komende mediahetze tegen China getuigen niet van realiteitszin, maar van een catastrofaal gebrek aan verbeeldingskracht van de zelfbenoemde ‘politiek-literaire elite’ in de polder. De vervreemding van de zogenaamde ‘urban elites’ is het duidelijkste symptoom van een dodelijke pathologie die de westerse consumptiebeschaving met zich meedraagt, en die het immuunsysteem van de elite totaal heeft ondermijnd. De dominante drijfveer van de huidige macht is vrijheid zonder verantwoordelijkheid, oftewel, een onverzadigbaar egoïsme dat alles vertrapt wat niet onmiddellijk winst oplevert. Het leidde F. Scott Fitzgerald, na het rampzalige slot van de ‘roaring twenties,’ tot zijn verzamelde, postuum uitgegeven, notities in The Crack-Up (1945), en tot de hartverscheurende conclusie:


that the natural state of the sentient adult is a qualified unhappiness. I think also that in an adult the desire to be finer in grain than you are, ‘a constant striving’ (as those people say who gain their bread by saying it) only adds to this unhappiness in the end — that end that comes to our youth and hope. My own happiness in the past often approached such an ecstasy that I could not share it even with the person dearest to me but had to walk it away in quiet streets and lanes with only fragments of it to distil into little lines in books — and I think that my happiness, or talent for self-delusion or what you will, was an exception. It was not the natural thing but the unnatural — unnatural as the Boom; and my recent experience parallels the wave of despair that swept the nation when the Boom was over.



De lezer van Geert Mak’s Reizen zonder John, het boek waarin hij claimt ‘Op zoek naar naar Amerika’ te zijn, zal vergeefs zoeken naar de naam F. Scott Fitzgerald, maar typerend genoeg wel de naam aantreffen van de mainstream-opiniemaker Thomas Friedman, bekend vanwege — in de ogen van Mak — ‘optimistische’ uitspraken als: ‘The hidden hand of the market will never work without a hidden fist,’ en ‘the hidden fist that keeps the world safe for Silicon Valley's technologies to flourish is called the US Army, Air Force, Navy and Marine Corps.’ 


De misdadige waanzin van ‘de vrije pers’ demonstreert het failliet van de Verlichtingsideologie met haar Vooruitgangsgeloof. Gore Vidal maakte een jaar of vijf voor zijn dood de juiste balans op door te stellen dat:


9/11 proved to be a pretext for getting rid of the old republic, which has not been in very good shape for a long, long time, starting with the national security state, which made us a totally militarized society — that’s Harry Truman. And ever since, we just go further and further along the road toward total war nearly everybody. Now we are in a strange, strange situation. There is nothing in our history to guide us; we've never been in this situation in which one gang basically has seized power… Now we have a dictatorial system, as best personified by the USA Patriot Act, which just removes us of our Bill of Rights. This is the most serious thing that has happened in the history of the United States, and we get out of it is anyone’s guess.


Vidal besefte dat ‘we are all dressed up and nowhere to go, logically speaking,’ want ‘the world  is getting smaller, and we are getting a little bit more tight, due to the shrinkage of the world and the rise of China.’ En ook daarom is het de hoogste tijd dat: 


everybody should take a sober look at the world about us, remember that practically everything we are told about ourselves and our great strength and how much loved we are, forget it. Our strength is there, but it is the kind of strength that blows of your hand while you hold up the grenade; it is a suicidal strength as well as a murderous one,


aldus één van de meest uitgesproken en prominente auteurs van de VS in de interviewbundel Gore Vidal. History Of The National Security State & Vidal on America (2014).







Geen opmerkingen:

"Israel is burning children alive"

Khalissee @Kahlissee "Israel is burning children alive" "You are destroying this country shame on all of you" Ex U.S. ...