donderdag 30 november 2017

Folkert Jensma. Een Schaamteloze Vader

Onder de kop 'Een slachtoffer bij de zitting is onbeschermd' schreef de voormalige NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma als  juridisch commentator in de NRC van 1 september 2017:


Eerder dit jaar zat ik opeens zelf als slachtoffer in de rechtszaal, althans als ‘familie van’. Dit ging om een aangifte door een zoon. Maar ik maakte me geen zorgen. Ik woonde beroepshalve vele strafzaken bij. Hoe zou deze me nog kunnen verrassen? Maar halverwege vluchtte ik de zaal uit, duizelig en benauwd. Ik stond op de gang en zocht naar iets om tegen te slaan of om mee te smijten. Nu was ik eens zèlf direct geraakt, en hard ook. Eén van mijn zoons was als werknemer in een studentencafé ’s nachts aangevallen en mishandeld. De politie was gebeld, de verdachten zaten een nachtje vast en nu, een half jaar later, was de politierechter aan de beurt. Routinezaak, dacht ik. Horecageweld. Taakstraf dus. Gaat altijd goed. Niks bijzonders.

Mijn zoon had gevraagd of ik naar de zitting wilde. Die éne nachtelijke confrontatie was hem genoeg geweest. Tot aan het incident had hij altijd alle conflicten met dronken, doorgesnoven of agressieve types weten te hanteren. Er was ervaring en zelfvertrouwen in zijn team. Maar nu was hij op het nippertje bij de deur gered door een collega – van verwurging door een boze klant die zich aan de bar had misdragen en eruit moest. Hij was even doodsbang geweest. Een paar dagen na het incident drongen de twee verdachten via Facebook er op aan om de aangifte in te trekken. We zijn toch allemaal studenten, was hun argument. Straks moeten we op stage en dan is een VOG, de gedragsverklaring, nodig. Het gaat om onze toekomst, zeiden ze.

Ik weet niet meer hoe ik op die gang belandde. En ook niet hoe ik buiten ben gekomen. In de afgelopen zomer, met niks aan m’n hoofd, droomde ik er over – ik werd klam wakker, met gebalde vuisten. De zitting zit als een film in m’n hoofd. Hoe kon dit? Achteraf heb ik twee verklaringen. Eén: de advocaat koos voor ‘blaming the victim’ en brak zonder reserve reputatie, gedrag, houding en de beslissing van het slachtoffer af. Mijn zoon, met mijn naam dus, keer op keer. Die zou moeten worden vervolgd – niet zijn cliënten. De advocaat ging tekeer, beloofde aangifte. Ik was sprakeloos, beledigd, geïntimideerd maar ook furieus. Hier werd het slachtoffer onweersproken, op z’n Amerikaans geroosterd. Twee: steeds weer werden de bewakingsbeelden afgedraaid, waarop beeldje voor beeldje, de mishandeling te zien was. Ik schrok, en schrok, en schrok. Het hield niet op. Toen ik buiten stond bij te komen, kwam binnen de politierechter tot een oordeel. Vrijspraak, met een soort van waarschuwing. Ze was niet overtuigd door het bewijs.

Over de zaak, de zitting en de nasleep kan ik uitweiden, maar dat hoort hier niet. Ik ben parti pris. Mijn punt is dat niemand weet wat een slachtoffer voelt totdat je het zelf bent geweest, of er vlakbij was. Ik was echt ontoerekeningsvatbaar. Goed dat die stoelen vastzaten.

Wat me sindsdien als een steen op de maag ligt, zijn de risico’s die een slachtoffer ín de rechtszaal loopt. Moet je daar wel heen willen gaan? Ik ben er niet uit. Je zit onbeschermd, het is vrij schieten. Ik ga niet meer, als het m’n naasten betreft. Mail de uitslag maar. Eén keer was genoeg. Nee, al veel te veel.

De auteur is juridisch commentator. Facebook: nrcrecht

Wat de jurist Folkert Jensma, vader van een mishandelde zoon, hier demonstreert, is het autisme en de doortraptheid van de kleinburger. Deze zelfde Jensma adviseerde op 20 maart 2003, de dag dat de agressieoorlog tegen Irak begon, in een commentaar in zijn krant het volgende: 

Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.

En omdat de NRC enkele regels eerder had laten weten dat de hoofdredacteur en zijn redactie '[a]an de casus belli tegen Irak' twijfelden, en zij allen wisten dat er geen mandaat van de Verenigde Naties was, wisten zij dat het hier dus een 'agressieoorlog' betrof, die tijdens de Neurenberger Processen als volgt werd gekwalificeerd:

To initiate a war of aggression, therefore, is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.

De Amerikaanse hoofdaanklager tijdens de Neurenberger Processen, Robert H. Jackson, verklaarde destijds:

If certain acts and violations of treaties are crimes, they are crimes whether the United States does them or whether Germany does them. We are not prepared to lay down a rule of criminal conduct against others which we would not be willing to have invoked against us.

en:

This trial is part of the great effort to make the peace more secure. It constitutes juridical action of a kind to ensure that those who start a war will pay for it personally.

Maar desondanks beweerde de NRC-redactie bijna een halve eeuw later:

Het ware beter geweest als president Bush een overtuigend bewijs had kunnen overleggen van actieve betrokkenheid van Irak bij Al-Qaeda. Maar zoals de zaken vandaag staan, is dat allemaal niet meer van groot belang,
 
Kortom, hoewel de NRC wist dat het opriep tot het plegen van oorlogsmisdaden, weerhield dit de redactie en hoofdredacteur niet op te roepen eraan deel te nemen. De illegale invasie in Irak heeft niet alleen het hele Midden-Oosten ontwricht, maar ook -- de schattingen lopen fors uiteen -- op zijn minst een half miljoen doden veroorzaakt, anderhalf miljoen vluchtelingen, etnisch gezuiverde enclaves en gebieden, ontelbare verminkten, en met name veel kankergevallen onder kinderen als gevolg van het massaal gebruik van verarmd-uranium kogels en granaten. De jurist Folkert Jensma heeft nooit het burgerlijk fatsoen gehad zich publiekelijk te verontschuldigen voor het oproepen oorlogsmisdaden te plegen, die zoveel burgers tot slachtoffer hebben gemaakt. Maar nu zijn eigen zoon slachtoffer van een vechtpartij is geworden, schrijft hij:

Mijn punt is dat niemand weet wat een slachtoffer voelt totdat je het zelf bent geweest, of er vlakbij was. Ik was echt ontoerekeningsvatbaar. Goed dat die stoelen vastzaten.

Wat me sindsdien als een steen op de maag ligt, zijn de risico’s die een slachtoffer ín de rechtszaal loopt. Moet je daar wel heen willen gaan? Ik ben er niet uit. Je zit onbeschermd, het is vrij schieten. Ik ga niet meer, als het m’n naasten betreft.

Wat mankeert deze brave burger die opriep deel te nemen aan massaal Shock and Awe geweld, en die 'echt ontoerekeningsvatbaar' werd nadat zijn zoon zich 'slachtoffer' werd en de daders, in zijn ogen, niet voldoende bestraft werden. Dit is de Nederlandse 'politiek-literaire elite' van de zelfbenoemde kwaliteitskrant NRCAutistisch, crimineel, zelfgenoegzaam, betweterig, en vooral stupide en schaamteloos.   


Resultaten van Shock and Awe. Hieronder Mosul.





2 opmerkingen:

Anoniem zei

En u weet hoeveel miljarden worden besteed aan wapentuig in 2017 en dat het niet bij de massa doordringt dat dit volkomen achterlijk is

Willem zei

De NRC is een krant die in haar 'beginselen' heeft staan dat zij nooit maar dan ook nooit een slecht woord over het Atlantische pact zal schrijven (zie: https://www.nrc.nl/nieuws/2010/12/21/onze-beginselen-a1503462). En daarom is pro-Atlantisch 'per definitie' altijd goed bij NRC. Dat het Atlantische pact fout was in de oorlog in Irak behoort daarom per definitie tot de onmogelijkheden van keuzen; een naar en hypocriet spelletje met lugubere consequenties voor degenen die in dat spel geloven.

En met zoonlief is het voor Jensma niet anders dan met dat pro-Atlantische beginsel in NRC: die zoon is altijd goed. En wie zijn zoon schade berokkent is per definitie slecht. Dat het rechterlijke systeem daar kennelijk iets anders over denkt dan Folkert Jensma (hoewel de jongens die tegen de zoon van Jensma geweld hebben gepleegd wel gestraft worden) levert cognitieve dissonantie op bij Jensma als bv de drang om te willen gaan gooien met stoelen in de rechtszaal.

Wellicht dat Jensma na deze rechtszaak gaat inzien dat een rechtvaardige wereld maar beter niet ingedeeld kan worden obv goed vs slecht, maar beter ingedeeld kan worden obv juist vs onjuist. Laatst genoemde indeling heeft het voordeel dat je iets over een gebeurtenis kan leren, duiden en mogelijk in de toekomst kan voorkomen, terwijl je met goed vs slecht niet verder komt dan de (voor)ingenomen stelling over wie goed is en wie slecht, onafhankelijk van de handelingen die de goede- dan wel slechteriken vervolgens tegen elkaar plegen. En waarbij de goederiken uiteraard het volste recht hebben om de slechteriken te straffen in maatstaven die niet onder hoeven te doen aan de maatstaven van de Inquisitie.

Wel is het zo dat wie te duidelijk in een krant laat blijken dat hij het verschil weet tussen goed vs slecht en juist vs onjuist, een glanzende carriere binnen die krant wel kan vergeten. Daar is Folkert Jensma een sprekend voorbeeld van.

En dat oud jurist Jensma denkt dat er recht gesproken wordt in een rechtszaal vind ik nog wel het meest opmerkelijke van bovengenoemde column. De enige plek waar ik ooit het recht heb zien spreken is in waarheidscommissies (en ook daar niet altijd), in een gesloten psychiatrische inrichting (ook niet altijd) waarbij een bepaald persoon beschermd wordt tegen zijn of haar (hopelijk tijdelijke) destructieve gedrag, of in achterkamertjes waar bepaalde zaken worden 'geschikt' obv een overeenkomst waarbij alle partijen inzien dat er iets onrechtvaardig is gebeurd en waarvan geleerd wordt en waar mogelijke schade financieel gecompenseerd wordt, zonder elkaar verder te willen straffen. Want begrijpen is vergeven.

The Collapse of the USA

On the frontpage of the International Edition of The New York Times today, Wednesday November 20, 2024, the Russian journalist Mikhail Zyga...