"For the professing Christian, of all the questions that arise out of the study of the Third Reich and the Holocaust the most terrible are these: What were the churches doing? How could such a monstrous crime be committed in the heart of Christendom by baptized Roman Catholics, Protestants, and Eastern Orthodox who were never rebuked, let alone excommunicated? Where were the Christians?"
Franklin H. Littell, "Foreword" in Bonifas, Prisoner 20-801: A French National in the Nazi Labor Camps, p. vii.
In zijn studie After Auschwitz waarschuwt de gerespecterde joods Amerikaanse geleerde Richard Rubenstein voor het feit dat 'recalling Jewish virtues and contributions to humanity's spiritual treasury ... is inevitable in a time of reconciliation, but it may have about it more than a little fattening of the sacrificial lamb for another round of slaughter. In any event, philo-Semitism is as unrealistic and pernicious as anti-Semitism, for it destroys our most precious attribute, our simple humanity. Jews are not, nor are they obliged to be, paragons of virtue or models of holiness. To expect us to be more than other men, to pay us the unwanted and unasked-for complement that we are, is an unintended cruelty but a cruelty nonetheless.'
En inderdaad, het 'filosemitisme is even onrealistisch en verderfelijk als het antisemitisme, want het vernietigt onze meest waardevolle eigenschap, onze aangeboren menselijkheid.' Maar juist die onvervreemdbare 'menselijkheid' kan de filosemiet niet erkennen. Voor hem spelen de jood en de Arabier alleen maar een rol, ze bevredigen de behoefte van de filosemiet om zichzelf een identiteit te vormen. De filosemiet ziet geen mens, nee, hij ziet een jood, of een Arabier, of wie dan ook die op een bepaald moment het slachtoffer kan zijn om zo zijn eigen schrikbarende leegte te camoufleren.
Sander van Walsum, zodra je andere maatstaven aanlegt voor Joden in Israel dan je aanlegt voor alle andere naties in de wereld dan is de vraag waarom voor jou de Jood nog steeds 'de ander' is? Waarom kun je de Joden in Israel niet zien als gewone mensen? Vanwaar jouw 'liefde voor het beloofde land'? Waarom maak je net als de antisemiet een onderscheid tussen joden en niet-joden? Waarom kun je ze niet als doodnormale mensen zien? Waarom doe je wat Richard Rubenstein zo veracht, namelijk 'onze meest waardevolle eigenschap, onze aangeboren menselijkheid' vernietigen?
In afwachting van je antwoord,
Stan van Houcke
3 opmerkingen:
Er was het dappere, nieuwe Israel dat zich staande moest houden tegen "de Arabieren" die iets tegen de "joodse staat" hadden. In die Europese kenniscontext vond de zesdaagse oorlog plaats, die ongestraft kon worden afgeschilderd als een "Arabische" aanval die afgeslagen werd. Die aanval moet het wonderbaarlijke, heroïsche van Israel nog eens onderstrepen: die dekselse - eh - Israeli's hebben die Arabieren toch maar tot aan het Suezkanaal en de Jordaan en voorbij het Meer van Galilea weten te verdrijven.
Waarom "die Arabieren" zo boos waren werd niet uitgelegd. De televisie vertoonde Arabische jongetjes van de leeftijd van Sander van Walsum die zeiden dat ze "in Haifa" geboren waren, waarbij de commentator zei dat dit gelogen was, ze kwamen uit een vluchtelingenkamp in Libanon. Dit laatste niet te zeer beklemtonen, waar waren ze dan voor gevlucht? Nou ja, het ewas de schuld van "de Arabieren" dat ze twintig jaar later nog steeds in kampen woonden.
Pas na de zesdaagse oorlog kwmm er meer ruimte voor uitleg hoe het nou eigenlijk zat. Maar in feite is voor wie het niet wil weten de situatie nog steeds zoals de ook toen al gelijkgeschakelde media het voorstelden. Arabieren zijn geboren terroristen die op de Joden azen. De holocaust (dat woord had je nog niet in Nederland in 1967, massamoord heette nog massamoord) is "eigenlijk" bedacht door de grootmoefti (wat dat ook moge zijn) van Jeruzalem.
Zou deze Van Walsum nog iets gestudeerd hebben?
Geschiedenis, Utrecht. En intusen romanschrijver. Zucht. De PC Hooftprijs lonkt.
"Tijdens de eerste twintig jaren van haar huwelijk was Emma simpelweg
getrouwd geweest. Nooit had ze zich afgevraagd of ze wel gelukkig was met
'haar' Cees, een rekkelijke man met mooie principes. Totdat de losse moraal
van de jaren zeventig haar bereikt en de 'bewusteloze levensstijl' van
weleer het moet ontgelden. Koortsachtig brengt ze veronderstelde talenten
tot leven. Triviale gebeurtenissen worden aangegrepen voor tuinfeesten waar
'niets moet en alles mag'. In een poging haar huwelijk met de nieuwe
'verworvenheden' in overeenstemming te brengen, bezoekt ze met Cees een
relatietherapeut die gelooft in de heilzame werking van het conflict.
Sander van Walsum schetst een indringend portret van een zinnelijke vrouw
die de kansen grijpt die een ontluikende vrijheid haar biedt. Tegelijkertijd
doet hij de jaren zeventig herleven in hun okergele tinten, muffigheid en
dwangmatige zelfontplooiing."
Ik kan niet wachten, moet meteen naar de boekhandel.
"De losse moraal van de jaren zeventig."
Liepen we eerst allemaal met bloemetjes in ons haar en gingen we naar de love-in, toen kwam de losse moraal.
Het Bolkesteindenken dus.
Een reactie posten