Reconstructie Westerbork Chronologisch
Reconstructie: van kamp tot ramp
Februari 1939 - Het vierde kabinet Colijn besluit een groot vluchtelingenkamp te bouwen,
om zoveel mogelijk Joodse vluchtelingen uit Duitsland op een plek onder te brengen. De
keuze valt op een heidecomplex aan weerszijden van de weg Elspeet-Uddel, ter grootte van
honderd hectare. Er moet plaats zijn voor 2500 a 3000 personen. Het perceel is als
oefenterrein verhuurd aan defensie en voor een klein deel aan de Elspeeter
Voetbalvereeniging. In het diepste geheim wordt het plan uitgewerkt met de gemeente
Ermelo, waaronder in die tijd ook Elspeet en Nunspeet vallen.
8 maart - Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo vinden dat het verzoek niet
mag worden geweigerd en stellen de raad voor mee te werken. Het college toont begrip voor
de bezwaren die zijn aan te voeren, maar meent dat ook gezien de locatie, de 'materieele
voordelen hier verre tegen de nadeelen zullen opwegen'. De vluchtelingen zullen aan het werk
worden gezet, voor de ontginning van het gebied. Het college wijst er in het voorstel aan de
raad fijntjes op dat die arbeid aan de gemeente ten goede zal komen. Alle kosten, zo valt te
lezen, komen voor rekening van het rijk.
9 maart - Als het nieuws bekend wordt, worden in allerijl tegenacties op touw gezet,
handtekeningen verzameld en boze brieven geschreven. De Vereenigingen voor
vreemdelingen Verkeer in Elspeet en Ermelo dringen er in een brief bij de gemeente op aan
alles in het werk te stellen Elspeet van deze ramp te behoeden. Met die ramp wordt de bouw
van het vluchtelingenkamp bedoeld.
,,Dit moge enerzijds mogelijk een voordeel zijn voor de gemeente maar anderzijds is het voor
veelen in de gemeente vooral in Elspeet met name voor hotel- en pensionhouders een ramp te
noemen. Immers het natuurschoon en de rust die de stadsmenschen en ook de inwoners van
Elspeet en Ermelo in zoo ruimen mate konden genieten en waardoor Elspeet in het geheele
land vermaard is, dreigen thans met een klap te worden vernietigd door de komst van deze
ongewenschte vreemdelingen. Elspeet, het geliefde vacantieoord voor veelen, wordt op die
wijze gemaakt tot een ghetto in den waren zin des woords. Een natuurramp kan
verschrikkelijk zijn in het aanrichten van groote verwoestingen, doch zoo er geen
menschenlevens door worden getroffen, zou deze Elspeet niet noodlottiger kunnen zijn dan de
stichting van zoo 'n kamp.''
9 maart - Koninklijke Toeristenbond ANWB schrijft brief aan de gemeente. De bond vraagt
rekening te houden met de 'zeer ernstige bezwaren die tegen het plan bestaan' en geen
medewerking aan de uitvoering te verlenen. In een brief aan de minister doet de ANWB-
directie er nog een schepje bovenop. Gewezen wordt op de waarde van de Veluwe als
vakantieoord . De ANWB ziet een kamp daarom als een 'ramp voor de bevolking van de
streek, maar tevens voor het Nederlandsche volk'. De ANWB vraagt uit te zien naar een
andere plaats waar niet 'zulke ernstige bezwaren bestaan'.
10 maart - De gemeenteraad komt bijeen om te vergaderen over de bouw van het kamp. Dat
gebeurt in Nunspeet, waar het gemeentehuis van de toenmalige gemeente Ermelo staat. De
bevolking is massaal op de been gekomen, maar burgemeester H.M. Martens heeft een
verrassende mededeling. Als de brandende kwestie van het kamp aan de orde komt, sluit hij
de vergadering om het voorstel achter gesloten deuren voort te zetten.
Dat geheime overleg duurt twee uur. De gemeenteraad gaat uiteindelijk met 10 - 5 stemmen
akkoord met een opvangkamp in Elspeet. CHU-er Huisman uit Elspeet behoort tot de
tegenstemmers. De notulen van deze vergadering zijn verdwenen. Er blijkt in wijziging in het
voorstel te zijn aangebracht. De pachtsom is verhoogd van tien naar twintig gulden per jaar
per hectare. Het voorstel om dat te doen, komt van raadslid Roelofsen en wordt met 9-6
aangenomen.
De samenstelling van raad (verkiezingen 1935) was: 6 CHU (4 CHU-Ermelo, 1 CHU-Elspeet,
1 CHU-Nunspeet), 6 AR (3 AR-Ermelo, 3 AR-Nunspeet), 2 SDAP (Nunspeet), 1
Vrijheidsbond (te vergelijken met nu VVD). Omgerekend naar huidige maatstaven dus 12
CDA, 2 PvdA, 1 VVD.
10 maart - Minister Van Boeyen legt koningin Wilhelmina in een brief uit waarom de keuze
op Elspeet is gevallen. Hij schrijft onder meer: ,,In de eerste plaats diende bij de keuze van
een terrein voor het kamp te worden gezocht in een streek, waar de grond goedkoop is. Ook is
het wenschelijk dat het kamp komt te liggen in een streek welker bevolking zooveel mogelijk
waarborg biedt, dat geen assimilatie van de bewoners van het kamp plaats vindt.''
12 maart - In een ingezonden brief keert prof.ir. J.H. Jager Gerlings - oud-hoogleraar van de
Landbouwhogeschool in Wageningen - zich tegen het kamp. Hij spreekt van onherstelbaar
cultureel verlies door de vernietiging van het volkseigen in een van de mooiste en meest
karakteristieke streken van ons land. Hij schrijft onder meer. ,,Laat men zich eens indenken
wat het beteekent als daar te midden van de Veluwsche bevolking, gedurende een lange reeks
van jaren, zulk een groot aantal vreemden met anderen godsdienst en volkomen andere
levensbeschouwing en zeden, wordt gevestigd. Als men dan bedenkt dat er onder die
vluchtelingen een groot aantal verkeerde elementen schuilt en dat men al die menschen toch
immers niet gedurende jaren achtereen binnen de omheining van het kamp kan houden.
Dreigt hier dan niet een groot gevaar voor de bevolking…''
14 maart - Brief koningin Wilhelmina aan minister van Binnenlandse Zaken waarin ze haar
ongenoegen uitspreekt over de plannen. Daarin staat 'dat Hoogstdezelve bepaald betreurt, dat
de keus van een plaats voor het vluchtelingenkamp gevallen is op een terrein, dat zóó dicht bij
het zomerverblijf van Hare Majesteit gelegen is en dat het Hoogstdezelve aangenamer ware
geweest indien dat terrein, eenmaal de keus op de Veluwe gevallen zijnde, veel verder van het
Loo had gelegen'. Gezien de verwachting dat het geen kamp voor korte duur zal zijn, vraagt
de koningin de minister een ander terrein te zoeken. Ze wijst daarbij op Brabant of de
omgeving van Oldebroek en Heerde.
21 maart - Een spoedbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken aan het
gemeentebestuur van Ermelo, waarin de minister bericht dat 'in verband met gerezen
bezwaren tegen de bestemming van een gedeelte van het Elspeterveld als terrein voor de
oprichting van een vluchtelingenkamp, de Regeering heeft gemeend te moeten afzien van het
sluiten van een overeenkomst ter zake'.
22 april - Minister Van Boeyen deelt koningin Wilhelmina in een brief mee dat op haar
verzoek ('in verband met de wenschen van Hoogstdezelve') van de keuze voor Elspeet is
afgezien.
29 april - Het comité voor bijzondere joodsche belangen klaagt in een brief aan minister Van
Boeyen zijn nood over Westerbork. De omstandigheden zouden te bar zijn om er ouderen en
kleine kinderen te laten wonen. ,,Naast de reeds vroeger genoemde bezwaren (verwijderde
ligging en daardoor moeilijkheid van voorbereiding der emigratie en groote kosten bij
noodzakelijke bezoeken) komt nu nog het gemis van de voor elk kamp steeds als noodzakelijke
voorwaarde gestelde bebossching, met als gevolg daarvan het gebrek aan bescherming tegen
het in ons lang gedurende een groot deel van het jaar ongure klimaat''.
19 juli 1939 - Nadat er nog even is gekeken in de omgeving van Heerde en Oldebroek en ook
Steenwijk valt de definitieve keuze op het Amerveld bij Westerbork. In de zomer van 1939
begint de bouw. Op 9 oktober arriveren de eerste 22 bewoners.
Eind 1941 beslissen de nazi's Westerbork voor deportatiedoeleinden gereed te maken. De
kosten, zoals uitbreiding met 24 grote barakken, worden betaald met in beslaggenomen joodse
vermogens. Kamp Westerbork gaat hierdoor de geschiedenis in als het symbool van de moord
op 102.000 in Nederland levende joden, en 200 Sinti en Roma.
Met dank aan Henk Hovenkamp (Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe).
Februari 1939 - Het vierde kabinet Colijn besluit een groot vluchtelingenkamp te bouwen,
om zoveel mogelijk Joodse vluchtelingen uit Duitsland op een plek onder te brengen. De
keuze valt op een heidecomplex aan weerszijden van de weg Elspeet-Uddel, ter grootte van
honderd hectare. Er moet plaats zijn voor 2500 a 3000 personen. Het perceel is als
oefenterrein verhuurd aan defensie en voor een klein deel aan de Elspeeter
Voetbalvereeniging. In het diepste geheim wordt het plan uitgewerkt met de gemeente
Ermelo, waaronder in die tijd ook Elspeet en Nunspeet vallen.
8 maart - Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo vinden dat het verzoek niet
mag worden geweigerd en stellen de raad voor mee te werken. Het college toont begrip voor
de bezwaren die zijn aan te voeren, maar meent dat ook gezien de locatie, de 'materieele
voordelen hier verre tegen de nadeelen zullen opwegen'. De vluchtelingen zullen aan het werk
worden gezet, voor de ontginning van het gebied. Het college wijst er in het voorstel aan de
raad fijntjes op dat die arbeid aan de gemeente ten goede zal komen. Alle kosten, zo valt te
lezen, komen voor rekening van het rijk.
9 maart - Als het nieuws bekend wordt, worden in allerijl tegenacties op touw gezet,
handtekeningen verzameld en boze brieven geschreven. De Vereenigingen voor
vreemdelingen Verkeer in Elspeet en Ermelo dringen er in een brief bij de gemeente op aan
alles in het werk te stellen Elspeet van deze ramp te behoeden. Met die ramp wordt de bouw
van het vluchtelingenkamp bedoeld.
,,Dit moge enerzijds mogelijk een voordeel zijn voor de gemeente maar anderzijds is het voor
veelen in de gemeente vooral in Elspeet met name voor hotel- en pensionhouders een ramp te
noemen. Immers het natuurschoon en de rust die de stadsmenschen en ook de inwoners van
Elspeet en Ermelo in zoo ruimen mate konden genieten en waardoor Elspeet in het geheele
land vermaard is, dreigen thans met een klap te worden vernietigd door de komst van deze
ongewenschte vreemdelingen. Elspeet, het geliefde vacantieoord voor veelen, wordt op die
wijze gemaakt tot een ghetto in den waren zin des woords. Een natuurramp kan
verschrikkelijk zijn in het aanrichten van groote verwoestingen, doch zoo er geen
menschenlevens door worden getroffen, zou deze Elspeet niet noodlottiger kunnen zijn dan de
stichting van zoo 'n kamp.''
9 maart - Koninklijke Toeristenbond ANWB schrijft brief aan de gemeente. De bond vraagt
rekening te houden met de 'zeer ernstige bezwaren die tegen het plan bestaan' en geen
medewerking aan de uitvoering te verlenen. In een brief aan de minister doet de ANWB-
directie er nog een schepje bovenop. Gewezen wordt op de waarde van de Veluwe als
vakantieoord . De ANWB ziet een kamp daarom als een 'ramp voor de bevolking van de
streek, maar tevens voor het Nederlandsche volk'. De ANWB vraagt uit te zien naar een
andere plaats waar niet 'zulke ernstige bezwaren bestaan'.
10 maart - De gemeenteraad komt bijeen om te vergaderen over de bouw van het kamp. Dat
gebeurt in Nunspeet, waar het gemeentehuis van de toenmalige gemeente Ermelo staat. De
bevolking is massaal op de been gekomen, maar burgemeester H.M. Martens heeft een
verrassende mededeling. Als de brandende kwestie van het kamp aan de orde komt, sluit hij
de vergadering om het voorstel achter gesloten deuren voort te zetten.
Dat geheime overleg duurt twee uur. De gemeenteraad gaat uiteindelijk met 10 - 5 stemmen
akkoord met een opvangkamp in Elspeet. CHU-er Huisman uit Elspeet behoort tot de
tegenstemmers. De notulen van deze vergadering zijn verdwenen. Er blijkt in wijziging in het
voorstel te zijn aangebracht. De pachtsom is verhoogd van tien naar twintig gulden per jaar
per hectare. Het voorstel om dat te doen, komt van raadslid Roelofsen en wordt met 9-6
aangenomen.
De samenstelling van raad (verkiezingen 1935) was: 6 CHU (4 CHU-Ermelo, 1 CHU-Elspeet,
1 CHU-Nunspeet), 6 AR (3 AR-Ermelo, 3 AR-Nunspeet), 2 SDAP (Nunspeet), 1
Vrijheidsbond (te vergelijken met nu VVD). Omgerekend naar huidige maatstaven dus 12
CDA, 2 PvdA, 1 VVD.
10 maart - Minister Van Boeyen legt koningin Wilhelmina in een brief uit waarom de keuze
op Elspeet is gevallen. Hij schrijft onder meer: ,,In de eerste plaats diende bij de keuze van
een terrein voor het kamp te worden gezocht in een streek, waar de grond goedkoop is. Ook is
het wenschelijk dat het kamp komt te liggen in een streek welker bevolking zooveel mogelijk
waarborg biedt, dat geen assimilatie van de bewoners van het kamp plaats vindt.''
12 maart - In een ingezonden brief keert prof.ir. J.H. Jager Gerlings - oud-hoogleraar van de
Landbouwhogeschool in Wageningen - zich tegen het kamp. Hij spreekt van onherstelbaar
cultureel verlies door de vernietiging van het volkseigen in een van de mooiste en meest
karakteristieke streken van ons land. Hij schrijft onder meer. ,,Laat men zich eens indenken
wat het beteekent als daar te midden van de Veluwsche bevolking, gedurende een lange reeks
van jaren, zulk een groot aantal vreemden met anderen godsdienst en volkomen andere
levensbeschouwing en zeden, wordt gevestigd. Als men dan bedenkt dat er onder die
vluchtelingen een groot aantal verkeerde elementen schuilt en dat men al die menschen toch
immers niet gedurende jaren achtereen binnen de omheining van het kamp kan houden.
Dreigt hier dan niet een groot gevaar voor de bevolking…''
14 maart - Brief koningin Wilhelmina aan minister van Binnenlandse Zaken waarin ze haar
ongenoegen uitspreekt over de plannen. Daarin staat 'dat Hoogstdezelve bepaald betreurt, dat
de keus van een plaats voor het vluchtelingenkamp gevallen is op een terrein, dat zóó dicht bij
het zomerverblijf van Hare Majesteit gelegen is en dat het Hoogstdezelve aangenamer ware
geweest indien dat terrein, eenmaal de keus op de Veluwe gevallen zijnde, veel verder van het
Loo had gelegen'. Gezien de verwachting dat het geen kamp voor korte duur zal zijn, vraagt
de koningin de minister een ander terrein te zoeken. Ze wijst daarbij op Brabant of de
omgeving van Oldebroek en Heerde.
21 maart - Een spoedbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken aan het
gemeentebestuur van Ermelo, waarin de minister bericht dat 'in verband met gerezen
bezwaren tegen de bestemming van een gedeelte van het Elspeterveld als terrein voor de
oprichting van een vluchtelingenkamp, de Regeering heeft gemeend te moeten afzien van het
sluiten van een overeenkomst ter zake'.
22 april - Minister Van Boeyen deelt koningin Wilhelmina in een brief mee dat op haar
verzoek ('in verband met de wenschen van Hoogstdezelve') van de keuze voor Elspeet is
afgezien.
29 april - Het comité voor bijzondere joodsche belangen klaagt in een brief aan minister Van
Boeyen zijn nood over Westerbork. De omstandigheden zouden te bar zijn om er ouderen en
kleine kinderen te laten wonen. ,,Naast de reeds vroeger genoemde bezwaren (verwijderde
ligging en daardoor moeilijkheid van voorbereiding der emigratie en groote kosten bij
noodzakelijke bezoeken) komt nu nog het gemis van de voor elk kamp steeds als noodzakelijke
voorwaarde gestelde bebossching, met als gevolg daarvan het gebrek aan bescherming tegen
het in ons lang gedurende een groot deel van het jaar ongure klimaat''.
19 juli 1939 - Nadat er nog even is gekeken in de omgeving van Heerde en Oldebroek en ook
Steenwijk valt de definitieve keuze op het Amerveld bij Westerbork. In de zomer van 1939
begint de bouw. Op 9 oktober arriveren de eerste 22 bewoners.
Eind 1941 beslissen de nazi's Westerbork voor deportatiedoeleinden gereed te maken. De
kosten, zoals uitbreiding met 24 grote barakken, worden betaald met in beslaggenomen joodse
vermogens. Kamp Westerbork gaat hierdoor de geschiedenis in als het symbool van de moord
op 102.000 in Nederland levende joden, en 200 Sinti en Roma.
Met dank aan Henk Hovenkamp (Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten