dinsdag 14 juli 2009

Ben Knapen van de NRC 12



Ben Knapen, de voormalige hoofdredacteur van de NRC en graag geziene Bilderberg-gast, liet de NRC-lezer afgelopen zaterdag dit weten:

'Met The New York Times gaat het niet goed. Deze eerbiedwaardige en gezaghebbende instelling heeft zon belabberde beurskoers dat de schulden inmiddels groter zijn dan het eigen vermogen. De Times zal wel niet verdwijnen maar hij wankelt.

Dat betekent nogal wat, want wie stuurt er dan nog verslaggevers naar Irak om een onafhankelijker beeld aan te bieden? Wie zoekt er dan nog uit hoe de geldstromen in de gezondheidszorg eigenlijk lopen? Enzovoorts, enzovoorts. In het geding is de laatste, algemene, landelijke kwaliteitskrant. In het geding is ook een wezenlijke leverancier van de grondstoffen van debat: feiten, inzichten, argumenten.

Gek genoeg maken Amerikanen er zich niet zo druk over.'

De vraag is: waarom verwacht Knapen dat 'Amerikanen er zich... druk' over zouden maken? Welnu, omdat volgens hem 'In het geding ook een wezenlijke leverancier [is] van de grondstoffen van debat: feiten, inzichten, argumenten.' In mijn vorige stukken heb ik proberen aan te tonen dat deze laatste bewering onjuist is, dat wil zeggen: de commerciele massamedia debatteren wel, maar dan binnen de nauwe grenzen van wat besproken kan worden. Een serieuze discussie bijvoorbeeld over de onhoudbaarheid van het kapitalistische model in een wereld waarin een miljard mensen honger lijdt, kan natuurlijk niet door de commerciele journalistiek worden begonnen. En dat is maar 1 voorbeeld. Met meer recht kan gesteld worden dat de westerse commerciele media een werkelijke discussie proberen te belemmeren. Niet voor niets schreef de grondlegger van de public-relations industrie 'The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country.' Edward Bernays, Nephew of Sigmund Freud, Propaganda (1928)'

Met andere woorden: het zal duidelijk zijn waarom 'Amerikanen er zich niet zo druk over [maken]' dat The New York Times 'wankelt', want zij weten maar al te goed dat bijvoorbeeld 'Wall Street vele jaren de dienst uit[maakte], voor praktisch elke senatorcampagne betaalde, kortom, het centrum [was] van financiele, politieke en ideologische zwaartekracht,' zoals Ben Knapen zelf zo treffend dit corrupte systeem heeft verwoord. Een plutocratie die de commerciele massamedia al die jaren als 'de democratie' verkocht aan het publiek. Maar in tegenstelling tot wat de Knapens in de wereld denken is het publiek minder onnozel dan zijzelf. De massa heeft geen weermannetje nodig om te weten uit welke hoek de wind waait. Punditti noemde Norman Mailer opiniemakers als Ben Knapen. En terecht. Net als bandieten proberen dit slag opiniemakers de mensen net zo te bedriegen als ze zichzelf bedriegen. Met als gevolg dat de burger 'de noodklok over de democratie' niet zal luiden, want de volwassen burger weet dat 'de democratie' niet door de commerciele massamedia wordt beschermd. Integendeel zelfs.

Wat probeert Knapen nu eigenlijk te beweren? Dat is nog niet eens zo gemakkelijk te ontdekken. Laten we eens kijken. Na eerst allerlei onjuiste beweringen te hebben gedaan, stelt hij dat internet 'de pluriformiteit' van de informatieverschaffing garandeert. Maar dat is niets nieuws, dat weet iedereen, meer informatie uit uiteenlopende bronnen betekent onvermijdelijk meer pluriformiteit. Maar dan beweert hij weer de volgende nonsens: 'Een paar functies van media zijn wezenlijk voor een democratie. Klassieke media doen als geen ander aan onderzoek en verslaggeving, zij verbinden een breed publiek en maken daarmee een breed maatschappelijk debat mogelijk en bovendien bieden zij impliciet een permanente opfriscursus maatschappelijk functioneren.' Die stelling hebben we inmiddels weerlegt, dus daar hoeven het verder niet meer over te hebben. De volgende zin is voor ons interessanter: 'Websites sturen geen verslaggevers op pad'. Ook deze bewering is aantoonbaar onjuist, zoals we ondermeer uit de recente gebeurtenissen in Iran weten en de gebeurtenissen in Gaza waar journalisten niet bij mochten. De zogeheten 'burgerjournalistiek' geeft een breder beeld van de werkelijkheid dan de commerciele media kunnen geven. Sterker nog: wat de westerse media door hun keuzes doen is het beeld van de wereld juist beperken. Zij bepalen wat waar is en wat niet waar is, wie belangrijk is wie niet etc. Zij bepalen dus wat de werkelijkheid is. Net zoals de geestelijkheid in de Middeleeuwen, bezaten de journalisten het monopolie op de waarheid.

Het meest helder is dit verwoord door de auteur Milan Kundera die journalisten de ‘termieten van de reductie’ heeft genoemd, termieten die zelfs ‘de grootste liefde terugbrengen tot een geraamte van schrale herinneringen.’ Hij beschrijft van journalisten aldus: ‘Over de hele wereld strooien ze dezelfde simplificaties en cliche’’s uit waarvan mag worden aangenomen dat ze door de meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid. En het is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en stijl, in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hierarchie van wat ze belangrijk en onbeduidend achten. De gemeenschappelijke geestesgesteldheid van de massamedia, die schuilgaat achter hun politieke verscheidenheid is de geest van de tijd.’ Zonder overdrijven kan men stellen dat de journalistiek eigenlijk het werk van de inquisitie heeft overgenomen. De journalistiek bepaalt, net als de geestelijkheid vroeger, wat de waarheid is en wat niet, wie de macht behoort te hebben en wie niet. Elke tijd heeft zijn eigen bewakers van 'de waarheid', want zonder waarheid is het leven betekenisloos en juist dat kan de mens niet aanvaarden. De mens is wat dat betreft door de millennia heen niet wezenlijk veranderd. De commerciele massamedia speelt in die disciplinering een centrale rol, die door Knapen wordt verzwegen.

Meer hierover in een volgend stuk.

1 opmerking:

Unknown zei

'Websites sturen geen verslaggevers op pad'

Ik zou alleen al IPS kunnen noemen als tegenvoorbeeld (maar er is eigenlijk geen beginnen aan) - we kunnen vaststellen dat Knapen eigenlijk geen idee heeft van "het veld" in de internetjournalistiek. Maar ook deze al dan niet gespeelde onwetendheid heeft haar functie.