dinsdag 17 maart 2009

Martin Levi van Creveld 4



Ik kreeg deze reactie: 'Sonja heeft een nieuwe reactie op uw bericht "Martin Levi van Creveld 3" achtergelaten: Toen ik begreep dat deze fascist een hazelip had, dacht ik meteen: die moet in zijn jeugd vreselijk gepest zijn. De (ver)werking van geestelijke trauma's is curieus: je kunt het analytisch doorwerken en het een plek geven in je leven. Maar het gevoel van machteloosheid kan ook zo groot zijn dat er gekozen wordt om anderen (dezelfde) trauma's op te leggen, om zodoende de touwtjes in handen te houden. Het is een zaak van controle, en orde. Om niet gek te worden.'

Ik denk dat Sonja gelijk heeft.De Indiase socioloog Ashis Nandy schreef in een meesterwerkje getiteld The Intimate Enemy. Loss and Recovery of Self under Colonialism in een essay over de in Bombay geboren Rudyard Kipling hoe deze Britse dichter en pleitbezorger van het kolonialisme als lichamelijk zwakke jongeman had geleden onder de keiharde Britse kostschoolmentaliteit. En hij stelt dan het volgende: 'his oppressive English years inevitably gave Kipling the message that England was a part of his true self, that he would have to disown his Indianness and learn not to identify with the victims, and that the victimhood he had known in England could be avoided, perhaps even glorified, through identification with the agressors, especially through loyalty to the agressors' values... What were the links between the two Kiplings: between the hero loyal to Western civilization and the Indianized Westerner who hated the West within him, between the hero who interfaced cultures and the anti-hero who despised cultural hybrids and bemoaned the unclear sense of self in him? It was blind violence and a hunger for revenge.'

Blind geweld en wraakzucht. Ziedaar Martin Levi van Creveld. Deze scherpe analyse gaat zeker voor hem op, een in wezen tragische man, iemand wiens identiteit altijd onder druk heeft gestaan, eerst als gehandicapt kind, toen als joodse Nederlander en vervolgens als joods-Israeli, die niet tot de broederschap mocht toetreden, die geen initiatieriten mocht doen door als reservist in het leger te dienen. Hij werd niet ingewijd en bleef weer de buitenstaander, zoals hij als kleuter was geweest, en toen als joods kind in het Nederland van vlak na de oorlog en opnieuw als adolescent in 'de joodse staat'. Hoe kon hij de anderen bewijzen dat hij als man meetelde? 'Iemand die,' in zijn eigen woorden 'piemels likte', een man die op latere leeftijd nog steeds kampte met een ernstige identiteitscrisis: 'ik vroeg me af wat ik aan het worden was. Een lakei? Iemand die piemels likte? Ik walgde van mezelf.' De walging over en zijn haat tegen het onbarmhartige leven projecteert hij op de Palestijnen die hij minacht, omdat ze net als hij 'slechts' slachtoffers zijn. Het is natuurlijk niet die hazelip, het is een gebrek aan liefde. Daarom noemt hij Hamas 'zielenpieten', in feite heeft hij het over zichzelf. Diep in zijn hart ziet hij zichzelf als een joodse zielenpiet met een hazelip die daardoor dubbel buitengesloten werd.

Niet voor niets noemde ik Van Creveld 'een geval'. Als journalist heb ik dit soort mensen altijd tegen zichzelf beschermd door hen niet te interviewen. Er kleeft een akelig soort leedvermaak aan het wel publiceren van zijn tragische nonsens. Journalisten moeten steeds meer scoren en onder andere daardoor bezitten ze steeds minder mededogen.

Geen opmerkingen: