maandag 16 maart 2009

Jan Marijnissen van de SP 39

Het probleem met het standpunt van Jan Marijnissen dat de gemeenschap de commerciele massamedia moet subsidieren, is allereerst zijn wellicht voorgewend gebrek aan inzicht in de rol die de commerciele massamedia in werkelijkheid spelen. Marijnissen lijkt te menen dat de commerciele pers 'de democratie' waarborgt. Niets is minder waar, zoals iedereen weet die zich verdiept heeft in de werking van de moderne journalistiek, of die nu kapitalistisch of niet. De moderne pers baseert zich op conformisme en niet op het individualisme, en als zodanig functioneert de moderne journalistiek als een disciplineringsapparaat, net als de kerk vroeger, dat bepaalt wat de 'waarheid' is en wat niet. En die 'waarheden' worden de journalisten aangereikt door de macht zelf.

Het was de grote Walter Lippmann zelf die aan het begin van de vorige eeuw erop wees dat 'public opinions must be organized for the press if they are to be sound, not by the press... Without some form of censorschip, propaganda in the strict sense of the word is impossible. In order to conduct propaganda there must be some barrier between the public and the event. Access to the real environment must be limited, before anyone can create a psudo-environment that he thinks is wise or desirable.' Alleen de macht mocht dus de grenzen van de werkelijkheid bepalen, de macht, en niemand anders, en de journalistiek moest die grenzen keurig overnemen en moest barrieres opwerpen die de werkelijkheid in een gewenste vorm vertekenden. En wel omdat de massa en de commerciele massamedia niet in staat zouden zijn voor zichzelf te denken, en de juiste besluiten te nemen die de machtigen machtig hielden. 'Though it is itself an irrational force the power of public opinion might be placed at the disposal of those who stood for workable law against brute assertion,' aldus de ideoloog van de macht, Walter Lippmann himself, waarbij duidelijk moet zijn dat de massa de 'brute kracht' was en de elite het 'werkzame recht'. In dat proces waren volgens hem beelden van doorslaggevend belang, immers 'pictures have always been the surest way of conveying an idea, and next in order, words that call up pictures in memory.' De commerciele massamedia waren het perfecte medium om complexe moeilijk te verteren gedachten te minimaliseren tot ééndimensionale hapklare beelden, die de consument dwingen om partij te kiezen voor de machtigen. Lippmann hamerde erop dat de moderne massa's 'have to take sides. We have to be able to take sides. In the recesses of our being we must step out of the audience on to the stage, and wrestle as the hero for the victory of good over evil. We must breathe into the allegory the breath of life.'

Het resultaat was een gemanipuleerde schijnwereld om de massa in het gareel te houden. De Amerikaanse historicus Stuart Ewen, die PR! A Social History of Spin schreef concludeert dan ook: 'Raised in a world that looked toward fact-based journalism as the most efficient lubricant of persuasion, Lippmann turned toward Hollywood, America's "dream factory", for inspiration. Never before had an American thinker articulated in such detail the ways that images could be used to sway public consciousness. Appeals to reasson were not merely being discarded as futile, they were being consciously undermened to serve the interests of power. It is here, at the turning point where Lippmann unqualifiedly abandoned the idea of meaningful public dialogue, that the dark side of his ruminations on the power of the image was mos dramatically revealed.' Het zal niemand verbazen dat de nazi's deze techniek tot in haar uiterste consequenties doorvoerden. Het is deze virtuele wereld die Jan Marijnissen met belastinggeld overeind wil houden.

Geen opmerkingen:

Natascha van Weezel en de Palestijnse Genocide

Met betrekking tot het genocidale Israel stelde Parool -columniste  Natascha van Weezel op 23 december 2024.  ‘Toch dwing ik mezelf om de si...