donderdag 26 februari 2009

H.J.A. Hofland

Henk Hofland is een van de scherpst analiserende Nederlandse journalisten, de eerbiedwaardige nestor van de Nederlandse pers die in 1985 beschreef wat ik altijd intuitief aanvoelde, namelijk: 'Orde Bestaat Niet. (en is verderfelijk)', zoals de titel van een van zijn boeken luidt. Tegenover mij verklaarde Henk dat hij dit besef kreeg nadat hij als 12-jarig jongetje getuige was geweest van het nazi-bombardement op Rotterdam. Orde is flinterdun en kan in een gewone doordeweekse meidag om half twee 's middags ineens zijn weggebombardeerd. Niks westerse beschaving, niks Verlichting, niks cultuur, gewoon barbarij zodra de tijd daarvoor rijp is. En in principe kan de chaos op elk moment aanbreken, plotseling blijkt de terreur je huis binnen te zijn gemarcheerd. In zijn roman Het diepste punt van Nederland schrijft Hofland over zijn land en zijn stad: 'De Oorlog had zich voltrokken aan de laatste provincie van Europa, bewoond door de naieven die generatie na generatie van de prins geen kwaad hadden geweten. Het antwoord op de oorlog was dat ze hem normaliseerden. De geschiedenis zette een nieuw decor [...] op; binnen een half jaar was er een nieuwe stad ontstaan waarin het dagelijkse leven werd geleefd met een vanzelfsprekendheid waaraan niet viel te merken dat een half jaar tevoren de oude binnen een middag was verdwenen, en niemand had nog goed begrepen dat het met het land en de wereld waarvan die stad deel uitmaakte dezelfde kant opging.'

Het zijn dit soort inzichten die Henk Hofland tot een groot journalist maakt, een vakman die ik respecteer. Vanuit die optiek wil ik nu fundamentele kritiek leveren op iets dat Henk Hofland gisteren in de NRC schreef:

'Column H.J.A. Hofland
NH 25-02-09 katern 1 pagina 07
Kranten te koop

PCM, het bedrijf dat nu nog de
drie Nederlandse ‘k wa l i t e i t s -
kranten’ uitgeeft (Trouw, de Volkskrant
en NRC Handelsblad) heeft
één voordeel: de uitgever heeft –
voorzover ik weet – zich nooit met
de redactionele inhoud bemoeid.
(Ik zet kwaliteitskrant tussen aanhalingstekens.
Het woord smaakt
te veel naar een hybris, een zelf
toegekende onfeilbaarheid). De
redacties zijn onafhankelijk, in alle
opzichten. Ze bestaan uit journalisten
die hun baan te danken
hebben aan hun ervaring, vakmanschap,
schrijftalent, kennis
van zaken. Ze doen onbevooroordeeld
verslag van de actualiteit, ze
voegen er hun analyse en opinie
aan toe, ongeacht wat de directie,
de aandeelhouders, de regering,
de politiek, de zwijgende meerderheid
daarvan mogen vinden.
De redactie van een dagblad of
weekblad is een instituut dat, met
aanpassing aan de steeds veranderende
tijd, zichzelf continueert.
Dat kan ze doen dankzij het globale
vertrouwen van een grote
groep lezers, die weer adverteerders
trekt. Zo blijft het dag- of
weekblad door de jaren heen een
hecht instituut.
Door commercieel wanbeheer
gedwongen, staat PCM nu op het
punt deze drie kranten te verkopen.
Aan wie? Dat is niet duidelijk.
Voorzover we weten hebben
zich drie partijen aangediend: de
Belgische Persgroep, een mediaconcern
dat wordt geleid door
Christiaan van Thillo, de Rotterdamse
investeringsmaatschappij
HAL, en de Weekbladpers, die onder
andere Vrij Nederland, Opzij, en
Voetbal International uitgeeft. Wa t
zouden de toekomstige eigenaren
met hun verworvenheden gaan
doen? Dat weten zij misschien,
maar verder niemand. Dit betekent
dat het onafhankelijk instituut
van deze dagbladen aan het
particuliere, ongecontroleerde inzicht
van de nieuwe eigenaar is
overgeleverd.
Van Thillo staat bekend als iemand
die verstand heeft van dagbladen
en bovendien een genadeloze
saneerder is. Met kleinere redacties
zou het ook kunnen. Dat
moet proefondervindelijk worden
bewezen. Bovendien zou hij deze
krant of de Volkskrant willen
doorverkopen. Aan wie? Aan De
Te l e g r a a f, zeggen de geruchten.
Waarom niet aan Rupert Murdoch,
de Australische mediatsaar
die weet hoe hij redacties naar zijn
hand moet zetten. Of aan de HAL
waarvan wordt gezegd dat die een
Rotterdamse traditie vertegenwoordigt?
Of aan de Weekbladpers
die ook van plannen tot doorverkoop
wordt verdacht?
Op het eerste gezicht heeft de
zwaar bedreigde partij van de oude
gedrukte kranten niet veel
meer in te brengen; zou er dus het
verstandigst aan doen haar mond
te houden en er het beste van te
hopen. Dit is de wijsheid van de
dag. Door de crisis wordt ook de
economische basis van de gedrukte
pers ernstig aangetast. Met de
gratis kranten en internet heeft
het publiek al genoeg nieuwsbronnen,
het kan de overvloed
niet meer aan. En als je op een digitale
krant iets leest wat je niet
bevalt, kun je dat onmiddellijk laten
weten. Van die faciliteit wordt
dankbaar gebruik gemaakt. De internetkrant
Nu.nl, een serieus
nieuwsmedium, stelt de lezers in
staat te reageren in de rubriek Nu
jij. Je weet vaak niet wat je leest.
Hier heeft de zwijgende meerderheid
duidelijk een stem gekregen.
Nooit in de geschiedenis hebben
zoveel zwijgende mensen een zo
oorverdovend kabaal gemaakt.
Maar wat voor soort publieke
opinie willen we dan hebben? Het
klinkt langzamerhand wat ouderwets,
maar een democratie kan alleen
behoorlijk functioneren bij
de gratie van een goed geïnformeerde
burgerij. Die laat zich van
de toestand en de vooruitzichten
in stad, land en wereld op de
hoogte stellen door de experts van
de drukpers en de televisie. De afgelopen
halve eeuw zijn de media
in het algemeen steeds luchtiger
geworden, hebben zich meer toegelegd
op entertainment, fun, emotie,
en ook de waan van de dag.
Dat is een aspect van hun strijd
om hun bestaan. En meer dan ooit
zijn de serieuze kranten de organen
van – het hoge woord moet er
maar uit – een elite. Dat is een relatief
kleine groep mensen die er
prijs op stelt van dag tot dag zo
nauwkeurig mogelijk op hoogte
te worden gesteld door objectieve
redacties die hun vak verstaan.
Het in stand houden van een uitgebreid
net van buitenlandse correspondenten,
plaatselijke verslaggevers,
goed geïnformeerde
journalisten in het Haagse circuit,
specialisten in de economie – dat
kost veel geld. Door de crisis en de
digitale revolutie worden nu de
serieuze kranten ernstig bedreigd.
Zouden ze in hun wezen worden
aangetast, dan zou daarvan onherroepelijk
de publieke opinie het
slachtoffer worden.
De neergang van de gedrukte
media is internationaal. Objectieve
nieuwsvoorziening en gefundeerde
opinievorming zijn een
openbaar belang, een publieke
voorziening zoals die van gas, water
en licht. In Amerika gaan
stemmen op om het geheel van de
serieuze gedrukte media tot een
groot instituut zonder winstoogmerk
te maken, zoals scholen en
universiteiten, of de openbare
weg, waarvoor je misschien een
basisbedrag aan tol zou moeten
betalen. Voor Nederland lijkt het
me een onpraktische gedachte.
Zo’n voorstel zou eerst een hels
kabaal veroorzaken en dan binnen
een jaar vergeten zijn.
Deze krant en nrc.next die nu
verkocht dreigen te worden, vormen
op zichzelf een economisch
gezond bedrijf met trotse redactie
en een kritische, trouwe lezerskring.
Mij dunkt dat deze basis
stevig genoeg is om een poging tot
verzelfstandiging te wagen.
v© Reageren kan op nrc.nl/hofland'


Mijn kritiek hierop volgt in andere stukjes.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

"De redacties zijn onafhankelijk, in alle opzichten. Ze bestaan uit journalisten die hun baan te danken hebben aan hun ervaring, vakmanschap, schrijftalent, kennis van zaken. Ze doen onbevooroordeeld verslag van de actualiteit, ze voegen er hun analyse en opinie aan toe, ongeacht wat de directie, de aandeelhouders, de regering, de politiek, de zwijgende meerderheid
daarvan mogen vinden."

Hahaha! :D

Ik had het altijd al niet zo met Nederlandse literatuur, maar dit is werkelijk het faillissement van literaire opinie.

Sonja zei

Ik begrijp het niet, die jubeltoon. Ik dacht eerst dat het ironisch was bedoeld.