Karl Hermann Frank
Karl Hermann Frank | ||||
---|---|---|---|---|
SS-Obergruppenführer Karl Hermann Frank | ||||
Geboren | 24 januari 1898 Karlsbad, Oostenrijk-Hongarije | |||
Overleden | 22 mei 1946 Praag, Tsjecho-Slowakije | |||
Rustplaats | Ďáblický hřbitov, Praag, Tsjechië[1] | |||
Religie | Katholiek tot 3 november 1942; verklaarde zich later Gottgläubig[2] | |||
Land/zijde | Oostenrijk-Hongarije Nazi-Duitsland | |||
Onderdeel | Oostenrijks-Hongaars leger Schutzstaffel | |||
Dienstjaren | 1917 - 1919 1938 - 1945 | |||
Rang | SS-Obergruppenführer en Generaal in de Waffen-SS en politie | |||
Eenheid | Österreichische Infanterie-Regiment Nr 73 1916 Vrijkorps Persönlicher Stab Reichsführer-SS 1 november 1938 - 11 maart 1944[3] | |||
Bevel | Hoogste jurist Groot-Duitse Rijk HSSPF Bohemen en Moravië 28 april 1939[4] - april[4]/mei 1945[3][5] Minister van staat 20 augustus 1943 - 8 mei 1945[3][4] Staatssecretaris/Rijksprotector van Bohemen en Moravië 18 maart 1939 - 20 augustus 1943[3] SS-Oberabschnitte Bohemen en Moravië 1 april 1944 - 8 mei 1945[6] | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
Ander werk | Advocaat Parlementslid in de Rijksdag 4 december 1938 - 8 mei 1945[3][4] | |||
|
Karl Hermann Frank (Karlsbad, 24 januari 1898 – Praag, 22 mei 1946) was een prominent Sudeten-Duits nationaalsocialist voor de Tweede Wereldoorlog en een SS-Obergruppenführer en Generaal in de Waffen-SS en politie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was ook parlementslid voor de NSDAP in de Rijksdag.
Voor de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
Na zijn middelbareschoolopleiding studeerde Frank een jaar rechten aan de Duitstalige Karl-Ferdinands Universiteit in Praag. Deze opleiding sloot hij niet af. Hij ging in dienst in het leger van Oostenrijk-Hongarije tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog. Toen de Duitstalige gebieden van Bohemen in 1919 tegen de zin van de bevolking deel waren geworden van Tsjechoslowakije werd Frank lid van de net opgerichte Deutsche Nationalsozialistische Arbeiterpartei (DNSAP) in Bohemen en opende een boekhandel, van waaruit hij propaganda maakte voor deze beweging. Deze partij hief zichzelf in 1933 op in verband met een dreigend verbod door de Tsjechoslowaakse autoriteiten. Frank was betrokken bij de oprichting van het Sudetendeutsche Heimatfront die de DNSAP opvolgde. In 1935 wijzigde de naam van het Heimatfront in Sudetendeutsche Partei en werd Frank vicevoorzitter. Tevens werd hij in het Tsjechoslowaakse parlement gekozen.
Na de annexatie van Sudetenland door nazi-Duitsland in oktober 1938 werd Frank plaatsvervangend Gauleiter van het Sudetenland. Heinrich Himmler bevorderde Frank in november 1938 tot SS-Brigadeführer.
Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]
In 1939 werd Frank tot SS-Gruppenführer bevorderd en aangesteld als Höherer SS- und Polizeiführer en staatssecretaris van het Protectoraat Bohemen en Moravië onder Reichsprotektor Konstantin von Neurath. Net als Rauter in Nederland had Frank in het protectoraat een grote macht. Deze werd bepaald door zijn grote kennis van Tsjechische aangelegenheden en de steun van Himmler. Toen Von Neurath in september 1941 het veld moest ruimen werd Frank echter gepasseerd en werd Reinhard Heydrich als opvolger van Von Neurath benoemd. De samenwerking tussen Frank en Heydrich was vanuit Duits oogpunt een succes.
Na de aanslag op Heydrich in juni 1942 werd Frank wederom gepasseerd en werd Kurt Daluege rijksprotector. Uit wraak voor de aanslag op Heydrich werden onder verantwoording van Frank en Daluege de Tsjechische plaatsen Lidice en Ležáky verwoest en de bevolking van deze plaatsen voor een groot deel vermoord.
In augustus 1942 werd Frank benoemd tot Minister van Staat en Rijksminister van Bohemen en Moravië. In juni 1943 werd hij bevorderd tot SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und der Polizei.
Op 30 april en 1 mei 1945 maakte Frank bekend dat iedere opstand zou eindigen in een zee van bloed. Hij hield woord. Van 5 mei tot 8 mei kwam Praag in opstand, hetgeen resulteerde in 3000 doden. Op 9 mei 1945 arriveerde het Rode Leger en werd de Duitse bezetting beëindigd.
Op 9 mei gaf Frank zich in Pilsen over aan het Amerikaanse leger. Hij werd uitgeleverd aan Tsjechoslowakije en in maart en april 1946 berecht. Onder andere vanwege zijn aandeel in de verwoesting van Lidice werd Frank ter dood veroordeeld. Op 22 mei 1946 werd hij voor 5000 toeschouwers op de binnenplaats van de Pankrác-gevangenis in Praag opgehangen.
Familie[2][bewerken | brontekst bewerken]
Franks was twee keer getrouwd. Op 21 januari 1925 met Anna Müller. Het echtpaar scheidde op 17 februari 1940. Frank hertrouwde op 14 april 1940 met Karola Blaschek. Het echtpaar kreeg een zoon (20 augustus 1942) en twee dochters (16 augustus 1941) en (8 maart 1944).
Carrière[bewerken | brontekst bewerken]
Frank bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Karl_Hermann_Frank
Wat is het wezenlijke verschil tussen Karl Hermann Frank en Kajsa Ollongren, die een genocidale aanval op de burgerbevolking van Gaza materieel en politiek steunt?
Kajsa Ollongren
Kajsa Ollongren
Kajsa Ollongren (2022) Algemene informatie Volledige naam Karin Hildur Ollongren Geboren 28 mei 1967 Geboorteplaats Leiden Functie Minister van Defensie Sinds 10 januari 2022 Partij D66 Titulatuur Jkvr. drs. Alma mater Universiteit van Amsterdam, École nationale d'administration, Instituut Clingendael Politieke functies 2014–2017 Wethouder en eerste locoburgemeestervan Amsterdam 2017–2019
2020–2022 Vicepremier 2017–2019
2020–2022 Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021 verkenner in de kabinetsformatie 2021-2022 2022–heden Minister van Defensie Portaal Politiek
Nederland
Karin Hildur (Kajsa) Ollongren (Leiden, 28 mei 1967) is een Nederlandse politica namens Democraten 66 (D66) en een voormalig Nederlands topambtenaar. Sinds 10 januari 2022 is ze minister van Defensie in het kabinet-Rutte IV; daarvoor was ze vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte III.
Kajsa Ollongren | ||||
---|---|---|---|---|
Kajsa Ollongren (2022) | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Karin Hildur Ollongren | |||
Geboren | 28 mei 1967 | |||
Geboorteplaats | Leiden | |||
Functie | Minister van Defensie | |||
Sinds | 10 januari 2022 | |||
Partij | D66 | |||
Titulatuur | Jkvr. drs. | |||
Alma mater | Universiteit van Amsterdam, École nationale d'administration, Instituut Clingendael | |||
Politieke functies | ||||
2014–2017 | Wethouder en eerste locoburgemeestervan Amsterdam | |||
2017–2019 2020–2022 | Vicepremier | |||
2017–2019 2020–2022 | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | |||
2021 | verkenner in de kabinetsformatie 2021-2022 | |||
2022–heden | Minister van Defensie | |||
|
Karin Hildur (Kajsa) Ollongren (Leiden, 28 mei 1967) is een Nederlandse politica namens Democraten 66 (D66) en een voormalig Nederlands topambtenaar. Sinds 10 januari 2022 is ze minister van Defensie in het kabinet-Rutte IV; daarvoor was ze vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte III.
Biografie
Ollongren is een lid van het van origine Finse adellijke geslacht Ollongren (oorspronkelijk Ållongren). Ze is een dochter van de Nederlandse informaticus en sterrenkundige Alexander Ollongren, die in 2002 werd ingelijfd bij de Nederlandse adel. Kajsa Ollongren mag zich hierdoor jonkvrouw noemen. Door haar Zweedse moeder heeft ze naast de Nederlandse ook de Zweedse nationaliteit.
Ze groeide op in Oegstgeest en bezocht daar tussen 1979 en 1985 het Rijnlands Lyceum. Ze studeerde tussen 1985 en 1991 geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, daar was zij lid van het Amsterdams Studenten Corps[1] en volgde daarna de opleiding administration publique aan de École nationale d'administration in Parijs en de Leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael.[2]
Ollongren is een lid van het van origine Finse adellijke geslacht Ollongren (oorspronkelijk Ållongren). Ze is een dochter van de Nederlandse informaticus en sterrenkundige Alexander Ollongren, die in 2002 werd ingelijfd bij de Nederlandse adel. Kajsa Ollongren mag zich hierdoor jonkvrouw noemen. Door haar Zweedse moeder heeft ze naast de Nederlandse ook de Zweedse nationaliteit.
Ze groeide op in Oegstgeest en bezocht daar tussen 1979 en 1985 het Rijnlands Lyceum. Ze studeerde tussen 1985 en 1991 geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, daar was zij lid van het Amsterdams Studenten Corps[1] en volgde daarna de opleiding administration publique aan de École nationale d'administration in Parijs en de Leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael.[2]
Ambtelijke carrière
Na haar studie werkte Ollongren van 1992 tot 2007 bij het ministerie van Economische Zaken, eerst als beleidsmedewerker Midden- en Oost-Europa, vervolgens als hoofd parlementaire zaken, vanaf 2001 als directeur Europese integratie en strategie en vanaf 2004 als plaatsvervangend directeur-generaal economische politiek.
Ollongren stond als vijfde op de kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen 2006. D66 behaalde drie zetels en Ollongren werd niet verkozen.
Vanaf 2007 was ze plaatsvervangend secretaris-generaal, en vanaf augustus 2011 secretaris-generaal bij het ministerie van Algemene Zaken.[3] Daarmee was ze de belangrijkste adviseur van de premier.[2]
Van juni tot oktober 2010 was Ollongren secretaris van de kabinetsformatie 2010 die resulteerde in het kabinet-Rutte I.[3]
Na haar studie werkte Ollongren van 1992 tot 2007 bij het ministerie van Economische Zaken, eerst als beleidsmedewerker Midden- en Oost-Europa, vervolgens als hoofd parlementaire zaken, vanaf 2001 als directeur Europese integratie en strategie en vanaf 2004 als plaatsvervangend directeur-generaal economische politiek.
Ollongren stond als vijfde op de kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen 2006. D66 behaalde drie zetels en Ollongren werd niet verkozen.
Vanaf 2007 was ze plaatsvervangend secretaris-generaal, en vanaf augustus 2011 secretaris-generaal bij het ministerie van Algemene Zaken.[3] Daarmee was ze de belangrijkste adviseur van de premier.[2]
Van juni tot oktober 2010 was Ollongren secretaris van de kabinetsformatie 2010 die resulteerde in het kabinet-Rutte I.[3]
Gemeentebestuur in Amsterdam (2014-2017)
In juni 2014 werd Ollongren namens D66 wethouder en locoburgemeester in Amsterdam met de portefeuille economische zaken, zeehaven en luchthaven, gemeentelijke deelnemingen en bedrijven, kunst en cultuur, lokale media, monumenten, en stadsdeel Centrum, in een college gevormd door D66, VVD en SP.[4]
Op 18 september 2017 nam ze de taken van burgemeester Eberhard van der Laan over, die zich ziek meldde,[5][6] en op 5 oktober 2017 overleed.
In juni 2014 werd Ollongren namens D66 wethouder en locoburgemeester in Amsterdam met de portefeuille economische zaken, zeehaven en luchthaven, gemeentelijke deelnemingen en bedrijven, kunst en cultuur, lokale media, monumenten, en stadsdeel Centrum, in een college gevormd door D66, VVD en SP.[4]
Op 18 september 2017 nam ze de taken van burgemeester Eberhard van der Laan over, die zich ziek meldde,[5][6] en op 5 oktober 2017 overleed.
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ollongren is sinds het aantreden van kabinet-Rutte III op 26 oktober 2017 met uitzondering van een half jaar minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vicepremier in het op die dag aangetreden kabinet-Rutte III. Om gezondheidsredenen werden haar taken als minister vanaf oktober 2019 tot 14 april 2020 tijdelijk waargenomen door Raymond Knops als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ank Bijleveld als minister voor de AIVD, Stientje van Veldhoven als minister voor Milieu en Wonen. Het vicepremierschap werd iets langer waargenomen door Wouter Koolmees, namelijk tot 14 mei 2020.[7]
Als minister was Ollongren verantwoordelijk voor het afschaffen van het raadgevend referendum, zoals was afgesproken in het Regeerakkoord. Dit leidde tot ontevredenheid bij een deel van D66.[8]
Het groeiende woningtekort vormde een belangrijk dossier in deze kabinetsperiode. Als doel stelde Ollongren om elk jaar 75.000 woningen te bouwen in Nederland, wat werd gehinderd door de stikstofcrisis waardoor er minder vergunningen uitgegeven konden worden. Maar ook Ollongren werd verweten niet genoeg sturing te geven in dit dossier.[8] Zo gaven wethouders aan lang te wachten op meer landelijke wet- en regelgeving.[9]
Het dossier wonen gecombineerd met de coronacrisis leidde tot een motie van afkeuring door de Eerste Kamer tegen Ollongren, de eerste sinds 1875.[10][8] Dit begon toen op 21 april 2020 door Tiny Kox (SP) een motie werd ingediend waarin opgeroepen werd tot een tijdelijke huurstop in verband met de coronacrisis. Deze motie werd met een meerderheid van Forum voor Democratie, PVV, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, 50Plus en de Onafhankelijke Senaatsfractie aangenomen.[11] Een vergelijkbare motie was in de Tweede Kamer juist niet aangenomen.[8] Tijdens een interpellatie gaf Ollongren aan de motie niet uit te voeren, omdat een generieke huurstop niet doeltreffend zou zijn. Hierop nam de Eerste Kamer opnieuw een motie aan waarin opgeroepen werd de eerdere motie toch uit te voeren.[12] Toen Ollongren wederom de motie weigerde uit te voeren, diende de SP op 16 juni een motie van afkeuring in.[10] Op 23 juni werd de motie aangenomen met een meerderheid van 39 stemmen voor en 36 tegen, waarbij Ollongren alleen steun hield van de coalitiepartijen, de SGP en de fractie-Otten.[13][14]
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 stond Ollongren op de kandidatenlijst van D66 als lijstduwer op plek tachtig. Ze vergaarde 3123 voorkeurstemmen. Vooraf had Ollongren aangekondigd dat ze haar zetel niet zou innemen, mocht ze op basis van voorkeurstemmen gekozen worden.
Ollongren is sinds het aantreden van kabinet-Rutte III op 26 oktober 2017 met uitzondering van een half jaar minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vicepremier in het op die dag aangetreden kabinet-Rutte III. Om gezondheidsredenen werden haar taken als minister vanaf oktober 2019 tot 14 april 2020 tijdelijk waargenomen door Raymond Knops als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ank Bijleveld als minister voor de AIVD, Stientje van Veldhoven als minister voor Milieu en Wonen. Het vicepremierschap werd iets langer waargenomen door Wouter Koolmees, namelijk tot 14 mei 2020.[7]
Als minister was Ollongren verantwoordelijk voor het afschaffen van het raadgevend referendum, zoals was afgesproken in het Regeerakkoord. Dit leidde tot ontevredenheid bij een deel van D66.[8]
Het groeiende woningtekort vormde een belangrijk dossier in deze kabinetsperiode. Als doel stelde Ollongren om elk jaar 75.000 woningen te bouwen in Nederland, wat werd gehinderd door de stikstofcrisis waardoor er minder vergunningen uitgegeven konden worden. Maar ook Ollongren werd verweten niet genoeg sturing te geven in dit dossier.[8] Zo gaven wethouders aan lang te wachten op meer landelijke wet- en regelgeving.[9]
Het dossier wonen gecombineerd met de coronacrisis leidde tot een motie van afkeuring door de Eerste Kamer tegen Ollongren, de eerste sinds 1875.[10][8] Dit begon toen op 21 april 2020 door Tiny Kox (SP) een motie werd ingediend waarin opgeroepen werd tot een tijdelijke huurstop in verband met de coronacrisis. Deze motie werd met een meerderheid van Forum voor Democratie, PVV, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, 50Plus en de Onafhankelijke Senaatsfractie aangenomen.[11] Een vergelijkbare motie was in de Tweede Kamer juist niet aangenomen.[8] Tijdens een interpellatie gaf Ollongren aan de motie niet uit te voeren, omdat een generieke huurstop niet doeltreffend zou zijn. Hierop nam de Eerste Kamer opnieuw een motie aan waarin opgeroepen werd de eerdere motie toch uit te voeren.[12] Toen Ollongren wederom de motie weigerde uit te voeren, diende de SP op 16 juni een motie van afkeuring in.[10] Op 23 juni werd de motie aangenomen met een meerderheid van 39 stemmen voor en 36 tegen, waarbij Ollongren alleen steun hield van de coalitiepartijen, de SGP en de fractie-Otten.[13][14]
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 stond Ollongren op de kandidatenlijst van D66 als lijstduwer op plek tachtig. Ze vergaarde 3123 voorkeurstemmen. Vooraf had Ollongren aangekondigd dat ze haar zetel niet zou innemen, mocht ze op basis van voorkeurstemmen gekozen worden.
Verkenner kabinetsformatie 2021
Direct na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 werd Ollongren met Annemarie Jorritsma (VVD) aangesteld als verkenner om de kabinetsformatie voor te bereiden.[15] Op 25 maart lekte abusievelijk een deel van haar vertrouwelijke aantekeningen uit via een persfoto. Ollongren liep na een bevestiging van een positieve COVID-19-test met haar notities over de binnenplaats van het Binnenhof en werd daarbij gefotografeerd. Volgens de aantekeningen betroffen het aandachtspunten voor de tweede gespreksronde tussen VVD en D66. Onder meer was te lezen: "meerderheid EK voor niemand een must", "positie Omtzigt, functie elders", "... Hoekstra post in kabinet" en dat de linkse partijen elkaar niet echt vasthielden. Zowel bij de coalitie als oppositie leidden deze notities tot veel kritiek. Ollongren en Jorritsma gaven nog dezelfde dag hun positie als verkenner terug omdat ze naar eigen zeggen hun werk niet meer onbevangen en onbevooroordeeld konden uitvoeren.[16][17][18] Een week later was Ollongrens coronatest negatief, waardoor ze aanwezig kon zijn in het debat om zich over de onthulling te verdedigen.[19] Later bleek dat ze voor het debat overwogen had op te stappen als minister.[20][21]
Volgens de NOS verzweeg zij zowel in het eindverslag van de verkenning als in het Kamerdebat op 1 april dat de positie van Omtzigt uitgebreid is besproken tijdens de verkenning.[22]
Direct na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 werd Ollongren met Annemarie Jorritsma (VVD) aangesteld als verkenner om de kabinetsformatie voor te bereiden.[15] Op 25 maart lekte abusievelijk een deel van haar vertrouwelijke aantekeningen uit via een persfoto. Ollongren liep na een bevestiging van een positieve COVID-19-test met haar notities over de binnenplaats van het Binnenhof en werd daarbij gefotografeerd. Volgens de aantekeningen betroffen het aandachtspunten voor de tweede gespreksronde tussen VVD en D66. Onder meer was te lezen: "meerderheid EK voor niemand een must", "positie Omtzigt, functie elders", "... Hoekstra post in kabinet" en dat de linkse partijen elkaar niet echt vasthielden. Zowel bij de coalitie als oppositie leidden deze notities tot veel kritiek. Ollongren en Jorritsma gaven nog dezelfde dag hun positie als verkenner terug omdat ze naar eigen zeggen hun werk niet meer onbevangen en onbevooroordeeld konden uitvoeren.[16][17][18] Een week later was Ollongrens coronatest negatief, waardoor ze aanwezig kon zijn in het debat om zich over de onthulling te verdedigen.[19] Later bleek dat ze voor het debat overwogen had op te stappen als minister.[20][21]
Volgens de NOS verzweeg zij zowel in het eindverslag van de verkenning als in het Kamerdebat op 1 april dat de positie van Omtzigt uitgebreid is besproken tijdens de verkenning.[22]
Minister van Defensie
In kabinet-Rutte IV kwam Ollongren terug als minister van Defensie. De benoeming werd bij de defensiebonden met reserve ontvangen, gelet op het ontbreken van defensie-ervaring bij de minister.[23]
In kabinet-Rutte IV kwam Ollongren terug als minister van Defensie. De benoeming werd bij de defensiebonden met reserve ontvangen, gelet op het ontbreken van defensie-ervaring bij de minister.[23]
Erkenning
- 2011 - Meest invloedrijke vrouw in Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlandse bestuurders van dagblad de Volkskrant[24]
- 2017 - Meest invloedrijke vrouw van Nederland in de categorie openbaar bestuur in de Opzij Top 100 van het feministische maandblad Opzij
- 2011 - Meest invloedrijke vrouw in Volkskrant Top 200 van invloedrijkste Nederlandse bestuurders van dagblad de Volkskrant[24]
- 2017 - Meest invloedrijke vrouw van Nederland in de categorie openbaar bestuur in de Opzij Top 100 van het feministische maandblad Opzij
Privéleven
Ollongren is getrouwd met Irene van den Brekel.[2] Zij hebben twee kinderen.
Ollongren heeft vanaf haar geboorte zowel de Zweedse als de Nederlandse nationaliteit.[25]
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kajsa_Ollongren
Nogmaals, wat is het wezenlijke verschil,
het fundamentele verschil
tussen Ollongren en Frank?
Ollongren is getrouwd met Irene van den Brekel.[2] Zij hebben twee kinderen.
Ollongren heeft vanaf haar geboorte zowel de Zweedse als de Nederlandse nationaliteit.[25]
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kajsa_Ollongren Nogmaals, wat is het wezenlijke verschil, het fundamentele verschil tussen Ollongren en Frank? |
Beiden zijn beschuldigd van het meewerken aan oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, en in het geval van Ollongren betrokkenheid bij genocide.
In de hoop dat iemand een serieus antwoord hierop kan geven, wacht ik af.
Stan van Houcke
Journalist
Amsterdam
1 opmerking:
U vraagt:
Wat is het fundamentele verschil tussen Karl Hermann Frank en [Kalasjnikov] Kaisa
Olongren?
Ik ben bang dat er helemaal geen verschil bestaat, als we het anatomisch verschil buiten beschouwing laten:
Karl Hermann Frank is anatomisch gezien een man, [Kalasjnikov] Kaisa Ollongren een vrouw.
Tot zover de verschillen.
Echter:
Op 30 april en 1 mei 1945 maakte Frank bekend dat iedere opstand zou eindigen in een zee van bloed. Hij hield woord. Van 5 mei tot 8 mei kwam Praag in opstand, hetgeen resulteerde in 3000 doden. Op 9 mei 1945 arriveerde het Rode Leger en werd de Duitse bezetting beëindigd.
[Kalasjnikov] Kaisa Olongren levert met alle liefde en plezier wapentuig aan Israël:
Zie:
https://stanvanhoucke.blogspot.com/2023/11/stop-d66-minister-kajsa-ollongren-die.html
Conclusie: Behalve een anatomisch verschil bestaat er geen enkel verschil tussen die twee.
Tot slot: Ik heb te doen met haar vader, die hoogleraar sterrenkunde in Leiden was..
Tja, het zal je kind maar wezen, yeah, yeah, yeah, yeah..
Een reactie posten