Veel mensen in Hilversum werken op contracten die na drie maanden alweer aflopen of hebben een arbeidsovereenkomst die op elk moment ontbonden kan worden. Bovendien wil je niet bekend komen te staan als een 'lastig' of 'niet loyaal' persoon.
De lezers van mijn weblog of boeken zullen niet verbaasd opkijken dat Van Weezel nu pas durft te vertellen wat de werkelijkheid is, nadat zij jarenlang angstvallig haar mond had gehouden over de realiteit in haar directe omgeving. Al decennialang schrijf en praat ik over de gecorrumpeerde polderpers, maar nu verneemt u zelf uit de mond van een 36-jarige conformiste, voor wie deuren opengingen dankzij haar ouders die tot de brigade van de Bekende Nederlanders behoorde. Zij beseft kennelijk niet dat het beroep van serieuze journalist is om dwars te liggen, 'lastig' te zijn. Ik ben dit mijn hele werkzame leven geweest, 'lastig' en niet 'loyaal' aan degene die macht heeft. Ik ben erom gehaat, en beschouw dit als een compliment. Het was ook de reden waarom ik in de jaren tachtig, toen het neoliberalisme opkwam, een deel van mijn eigen collega's en vrienden begon te wantrouwen omdat zij ineens met de stroom mee begonnen te drijven en van hervormingsgezinden veranderden in propagandisten van de status quo. Ik ben mijn hele volwassen leven een vrijdenker gebleven, en niet bang. Ik heb mij nooit laten vernederen zoals Natascha van Weezel, die nu schrijft:
Zelf heb ik ook dingen meegemaakt. Bij een programma waar ik inviel werd bijvoorbeeld weleens gedreigd: voor jou honderd anderen. Eén fout en je ligt eruit. Daar heb ik toen -- heel brutaal -- iets van gezegd. 'Wie denk jij wel niet dat je bent om tegen mijn gezeg in te gaan?' brieste mijn leidinggevende. Een collega sprak me er later op aan. 'Wat deed je nou? Je weet toch dat je in Hilversum vernederingen moet slikken?'
En dus hield Natascha van Weezel hierover jarenlang haar mond, en slikte braaf alle 'vernederingen,' in plaats van de zo veelvuldig geprezen democratie en de mensenrechten in haar directe omgeving vorm te geven door haar publiek te informeren over schendingen van de persoonlijke integriteit van het individu, hier in Nedewrland, waar iedereen ieder ander kent die een beetje meeteelt. En toch claimt zij dat wij in een democratie leven, en beseft zij niet hoe schizofreen zij reageert. Ja nu, nadat allerlei onfrisse praktijken in Hilversum uitlekken, durft zij haar verontwaardiging over zoveel onrecht te verwoorden in een column, die morgen weer de kattenbak ingaat. De lafheid om zich onmiddellijk uit te spreken over de angstcultuur die in het Westen almaar omvangrijker wordt, is weerzinwekkend. Hier, in het poldermodel-land, speelt daarbij een belangrijk psychologisch feit mee, namelijk een pathologisch gebrek aan zelfrespect. Burgers die daar wel over beschikken, zo schreef de Amerikaanse journaliste/schrijfster Joan Didion:
exhibit a certain toughness, a kind of moral nerve; they display what was once called character, a quality which, although approved in the abstract, sometimes loses ground to other, more instantly negotiable virtues,
waaraan zij in het briljante essay ‘Self-respect: Its Source, Its Power’ — opnieuw gepubliceerd in haar verzamelbundel Slouching Towards Bethlehem (1968) — toevoegde dat ‘character — the willingness to accept responsibility for one's own life — is the source from which self-respect spring.’ Een karakterloos leven zonder ‘zelfrespect’ is volgens Didion:
counting up the sins of commission and omission, the trusts betrayed, the promises subtly broken, the gifts irrevocably wasted through sloth (luiheid. svh) or cowardice or carelessness. However long we postpone it, we eventually lie down alone in that notoriously uncomfortable bed, the one we make ourselves. Whether or not we sleep in it depends, of course, on whether or not we respect ourselves.
Maar juist dit beseft Nataschascha van Weezel en haar soortgenoten niet. Wanneer zij schrijft over 'voor jou honderd anderen' -- tevens de kop van haar krantencolumn -- dan realiseeert zij zich niet dat deze stelling op een bepaalde wijze ook klopt. Van Weezel is het prototype van de 'laffe, onverschillige' en 'karakterloze' generatie journalisten die ik overal tegenkom. Ik kom hierop terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten