Hoe moeten we de wereld waarin we nu leven begrijpen als we niet weten waar we vandaan komen?
En misschien nog belangrijker: hoe moeten we ooit van onze geschiedenis leren als we die niet kennen?
Daarom is – wat mij betreft – geschiedenis een belangrijk vak op onze scholen.

Omdat geschiedenisonderwijs voor een belangrijk deel ons wereldbeeld bepaalt, verwordt het vak makkelijk tot een strijdperk.

  • Zullen we het gebruiken om de scholieren te leren kritisch te denken?
  • Zullen we het gebruiken om hen begrip voor andere tijden bij te brengen?
  • Zullen we het gebruiken om onze ideologische agenda te promoten zodat de jongeren opgroeien tot vurige patriotten/enthousiaste EU-burgers/felle antiracisten/of wat maar in onze kraam te pas komt?

Helaas lijkt het erop dat Ingrid van Engelshoven – onze minister van Onderwijs – kiest voor een ideologische agenda.
Zij heeft opdracht gegeven tot een aanpassing van de Canon van Nederland – het overzicht van de nationale geschiedenis – en daarbij heeft zij aangegeven dat zij wil dat er ook gekeken wordt naar de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis.
Zoals we in het NOS-artikel kunnen lezen:

Nu al is er aandacht voor de zwarte bladzijden van Nederland, zoals de slavernij, de Tweede Wereldoorlog, en de koloniale oorlog in Indonesië (politionele acties). “De minister vraagt de commissie om die onderwerpen van alle kanten te belichten“, zegt een woordvoerder van Van Engelshoven.
Andere schaduwkanten wil hij niet noemen. “Dat is echt aan de commissie.”

Wordt hier dan nu geen les over gegeven?
Leren Nederlandse kinderen op school niet dat Nederlanders hebben meegewerkt aan slavenhandel?
Dat Nederland honderden jaren de baas speelde in Indonesië en daar misdaden heeft begaan?
Wordt er niet uitgebreid aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog met een algemeen thema en een apart thema voor Anne Frank en de Jodenvervolging?

Natuurlijk wordt daar les over gegeven.

Het is vaste prik, kijk er de Canon maar op na.
De slavernij komt uitgebreid aan bod met een eigen thema, en Indonesië heeft zelfs twee thema’s, namelijk Max Havelaar en Indonesië (1945-1949).
En ook in de andere onderwerpen – bijvoorbeeld het thema VOC – komen de fouten van onze voorouders uitgebreid aan bod.
En zo hoort het ook.

Geschiedenis moet het verleden niet verheerlijken, maar er kritisch naar kijken.
En iedereen die met een open blik naar de Canon kijkt – en zeker degene die de moeite neemt om de thema’s door te lezen – zal zien dat er eerlijk geprobeerd wordt om de zwarte bladzijden van de slavernij, de koloniale tijd en de Holocaust grondig te bespreken.
Houdt dat in dat de Canon volmaakt evenwichtig is?

Vreemd genoeg lijkt de minister blind voor de eenzijdigheid die wel in de Canon aanwezig is.
Er is in de hele Canon niet één thema over de uitbuiting van de armsten van Nederland.
Niet één thema over de mijnwerkers, de turfstekers, de vissers, de keuterboertjes en de fabrieksarbeiders.
Natuurlijk komt hun zware leven soms aan bod in andere thema’s – denk aan ‘verzet tegen kinderarbeid’ of ‘de crisisjaren’ – maar blijkbaar is de onderklasse niet belangrijk genoeg voor een eigen thema.

Is dat soms geen schaduwzijde van onze geschiedenis?

Hoe denken we eigenlijk dat de lijfeigenen en de horigen in de Middeleeuwen leefden?
Zij waren weinig meer dan slaven en werden genadeloos uitgebuit.
Overigens, voordat u verder leest: weet u wanneer horigheid is afgeschaft in Nederland?
Eerst nadenken, dan mag u verder voor het antwoord:

De meeste inwoners van dit land weten niet eens dat op het grondgebied van tegenwoordig Nederland de binnenlandse erfelijke horigheid pas formeel is afgeschaft bij de staatsregeling van 1798 – precies 65 jaar vóór de afschaffing van de (koloniale) slavernij – en dat de laatste rudimenten nog tot een eindweegs in de 19de eeuw hebben voortbestaan.

Over zwarte bladzijde gesproken.
Een groot deel van de bevolking van dit stukje aarde leefde eeuwenlang in een toestand die weinig meer was dan slavernij.
Is dat niet een eigen thema in de Canon waard?
Tenslotte gaat het hier om onze voorouders.

En als er gesproken wordt over de slachtoffers van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie), moet het dan alleen gaan over de Aziaten? Als het gaat over de slachtoffers van de WIC (Verenigde West-Indische Compagnie) moet het dan alleen gaan over de Afrikaanse slaven?
Het is niet alsof er alleen maar kapiteins en stuurlieden aanwezig waren op de schepen.
De bemanning deed het grove werk, kreeg vaak slecht te eten, en werd met zware straffen in het gareel gehouden.
Hoe denkt u dat deze scheepslieden leefden aan boord van die schepen?
Citaat:

Een gemiddelde sterfte aan boord van zes tot negen à tien procent was tot omstreeks 1730 een gegeven, waarmee de bewindhebbers van de compagnie en de autoriteiten in Batavia bij hun personeelsbeleid rekening konden houden. Slechts in de jaren 1689-1695 was dit percentage totvijftien à vijfentwintig opgelopen.

En voordat mensen nu beginnen te roepen dat deze zeelieden daders waren: hoeveel keus hadden deze mensen?
Zij werden niet rijk van de handel. Ze monsterden aan – of werden geronseld – omdat ze in uitzichtloze armoe leefden en geen alternatieven hadden.
Velen van hen stierven, en degenen die terug kwamen, waren meestal niet veel opgeschoten met hun hondenbaan. Als ze terug waren, konden ze kiezen uit verder leven in ellende of van armoe maar weer aanmonsteren.

En van deze zeelieden zijn tenminste nog een paar gegevens bewaard gebleven, maar wat weten we van de Drentse keuterboertjes en turfstekers?
Er zijn wat foto’s bewaard gebleven van de armzalige plaggenhutten waar deze mensen in woonden – tot in de twintigste eeuw! – maar geen geschiedschrijver heeft zich in al die lange eeuwen ooit verlaagd tot interesse in deze ellende. Op het laatste nippertje is er nog iets vastgelegd, vlak voordat de laatste plaggenhutten verdwenen.
Citaat:

Hebt u zo’n plaggenhut nog gekend? Hebt u wel eens gepraat met de bewoners?
En hebt u de onhygiënische omstandigheden aan den lijve ondervonden, de rookwalm, de stank, het ongedierte, de kou, het vocht en de schemerduisternis van zo’n hol?

Zo leefde een deel van onze voorouders, nog geen honderd jaar geleden.

En was dit zo uitzonderlijk?
Hebben alleen de keuterboertjes, de turfstekers en de zeelieden in dergelijke zware omstandigheden geleefd?
Wat dacht u van de mijnwerkers? De fabrieksarbeiders? De stratenmakers? De sjouwers?
Over de vissers is aan het begin van de twintigste eeuw nog het schrijnende toneelstuk ‘Op hoop van zegen’ geschreven.
Wie zich door het oud-Nederlands heen worstelt, leest over een uitzichtloos bestaan waarin de dood altijd op de loer ligt en armoede een onontkoombaar feit is.

Als het minister Van Engelshoven werkelijk ernst is en zij iets wil doen aan de eenzijdigheid van de Canon, misschien kan zij dan beter eens kijken naar al die voorouders van ons die zich krom gewerkt hebben en in diepe armoede gestorven zijn.

Maar dat is niet de bedoeling van deze minister.
In het officiële nieuwsbericht van de Rijksoverheid lezen we:

Prof. Dr. James Kennedy is vandaag door minister Van Engelshoven benoemd tot voorzitter van de onafhankelijke commissie die de Canon van Nederland gaat herijken.
Aan de heer Kennedy is gevraagd om de commissie divers samen te stellen. 

Laten we elkaar geen rad voor ogen draaien.
Het woord ‘divers’ is tegenwoordig codetaal voor verschillen in geslacht, seksuele geaardheid en huidskleur. En gezien de onderwerpen die de woordvoerder noemde, mogen we concluderen dat het in dit geval vooral om racisme gaat.
Als de minister deze opdracht zo geeft, dan moeten we vrezen dat er anti-racistische activisten aangesteld zullen worden om te helpen de Nederlandse jeugd verder te indoctrineren.

Omdat de bevolking verdeeld moet worden in afstammelingen van blanke daders en gekleurdeslachtoffers.
Omdat alle Nederlandse kinderen vooral moeten horen hoe FOUT Nederland was.
Omdat het geschiedenisonderwijs een handig instrument kan zijn om te ‘bewijzen’ dat Nederland een racistisch land is.

Dit is een kwalijke zaak, om meerdere redenen.

  • Ten eerste omdat dit niet waar is.
    De slavenhandel en het kolonialisme werden bedreven door een kleine, hebzuchtige elite. Ook de meeste blanke Nederlanders stammen af van degenen die door deze elites werden uitgebuit.
    Als we bijvoorbeeld kijken naar slavernij, dan durf ik de stelling aan dat onder de blanke bevolking van Nederland een kleiner percentage afstamt van slavenhouders dan onder de Nederlanders met Surinaamse wortels.
    Stop! zullen mensen nu roepen. Dat komt doordat die arme slavenmeisjes verkracht werden door die gemene blanke Hollanders!
    Natuurlijk verklaart dit een deel van deze afstamming. Maakt dat dit feit minder waar? En toont dat niet juist de grenzeloze onzin aan van het promoten van erfzonde? Want dat is wat dit soort geschiedschrijving probeert: erfzonde promoten.
  • Ten tweede omdat dit dient om nationalisme de kop in te drukken.
    We mogen vooral niet van ons land houden, we mogen er niet trots op zijn.
    Geen wonder dat een D66-minister hiermee aankomt, want als iets de vorming van de EU-superstaat in de weg staat, dan is het wel die ellendige vaderlandsliefde. En daarom moet ons onophoudelijk ingepeperd worden dat nationalisme vroeg of laat leidt tot uitsluiting, discriminatie en oorlog.
    Kijk maar naar de Wereldoorlogen! Kijk maar naar de Jodenvervolging!
    En dat terwijl nationalisme zo’n verbindende factor kan zijn. Wie zal zeggen hoeveel ons kleurrijke Nederlands elftal in de loop der jaren betekend heeft voor de acceptatie van de immigranten uit Suriname en andere gebieden?
    Doen alsof nationalisme de bevolking verdeelt, is een loepzuivere drogreden.
  • Ten derde omdat deze benadering Nederlanders tegen elkaar opzet.
    Hoeveel schade is er al aangericht door een klein clubje activisten de ruimte te geven om de bevolking te verdelen op grond van huidskleur? Sinds de predikers van de identiteitspolitiek uitgebreid op verschillende podia zijn gehesen om te verkondigen hoe racistisch Nederland wel niet is, is het racisme in Nederland heus niet afgenomen, zie mijn vorige stuk hierover.
    Maar er moet in de Nederlandse schoolklassen blijkbaar nog meer ‘bewustzijn’ gekweekt worden. Kijk leerlingen: Patrick is zwart en Jordi is wit, en dat betekent dat Patrick afstamt van zielige mensen en Jordi van gemene mensen. Want ook in het hedendaagse Nederland is er nog steeds racisme, hoor!
    Vast wel. En dat zal met zulk onderwijs niet minder worden.

Pleit ik er nu voor om het in de geschiedenisles niet over de zwarte bladzijden te hebben?
Om te verzwijgen dat Nederlanders misdaden hebben gepleegd tegen andere volken? Om te doen alsof er nooit Nederlanders in slaven hebben gehandeld; nooit Nederlanders oorlogsmisdaden in Indonesië hebben gepleegd; nooit Nederlanders Joden aan de Duitsers verraden hebben?
Natuurlijk niet.

Deze onderwerpen komen allemaal aan bod in het huidige geschiedenisonderwijs en dat moet ook, want deze zaken zijn belangrijk.
En vanzelfsprekend moet er telkens weer gekeken worden of de balans goed is en of alle onderwerpen voldoend aan de orde komen. Maar op dit moment is het op z’n zachtst gezegd eigenaardig om te doen alsof uitgerekend deze thema’s in het totaal van ons geschiedenisonderwijs te weinig aandacht krijgen.

Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die na lezing van dit stuk zeggen dat ze zich niet herinneren dat aan deze onderwerpen voldoende aandacht werd besteed.
Dat geloof ik onmiddellijk.

  • In de eerste plaats lijken veel mensen een geheugen als een zeef te hebben als het op schoolkennis aankomt. Ik kan u verzekeren dat alle Nederlanders op het voortgezet onderwijs geleerd hebben hoe de stelling van Pythagoras werkt.
    Welk percentage van de Nederlanders kan spontaan vertellen wat deze stelling is en waarvoor je hem kunt gebruiken?
    Het is nogal pedant om op grond van je eigen geheugen te zeggen dat het geschiedenisonderwijs eenzijdig is, zonder je op de hoogte te stellen van hoe er feitelijk les wordt gegeven.
  • In de tweede plaats is het geschiedenisonderwijs veranderd. Ooit was Vaderlandse geschiedenis inderdaad een vak met weinig aandacht voor de schaduwkanten van onze geschiedenis, maar daar wordt al tientallen jaren aan gewerkt.
    De huidige Canon – met ruime aandacht voor racisme en kolonialisme – is sinds 2005 in gebruik, en ook lang daarvoor werd er al steeds meer aandacht besteed aan deze zaken.
    De tijd dat Nederlandse scholieren alleen de heldhaftige kanten van ons verleden kregen voorgeschoteld ligt minstens vijftig jaar achter ons.
  • En ten derde bestaan er slechte docenten. Het is mogelijk dat u – beste lezer – toevallig net de pech hebt gehad om een slechte docent te treffen. Iemand die geen orde kon houden, of die zo saai lesgaf dat u er niets van onthouden hebt.
    Maar een racistische geschiedenisdocent die dit soort zaken niet behandelt terwijl ze verplichte lesstof zijn?
    Als er al dergelijke docenten zouden bestaan in Nederland, dan zouden ze door de mand vallen omdat hun leerlingen zakken voor examens of – waarschijnlijker – ze zouden lang voor die tijd op hun vingers getikt worden door collega’s, ouders en zelfs leerlingen.

Het is op zich een goede zaak om de Canon van Nederland regelmatig te herzien, maar laten we dat niet doen vanuit een ideologie die onze samenleving dreigt te splijten, maar vanuit een nuchtere, kritische kijk op ons woelige verleden.

Laten we de scholieren bijbrengen dat onze voorouders grootse dingen hebben gedaan, maar ook verschrikkelijke dingen. Laten we ze bijbrengen hoe gevaarlijk machtswellust is en hoeveel slachtoffers machthebbers van alle kleuren onder slachtoffers van alle kleuren hebben gemaakt. Laten we proberen te leren van de fouten van het verleden zonder het verleden te verdraaien voor onze eigen agenda.

En als ik professor Kennedy een paar tips mag geven om onze Canon te verbeteren en aan te vullen:

  • Zorg dat er meer aandacht wordt besteed aan het leven van Nederlanders die nauwelijks rechten hadden en uitgebuit werden; overweeg eens om daar een speciaal thema aan te wijden.
  • Besteed binnen het thema slavernij ook aandacht aan de blanke Europeanen die tot slaaf werden gemaakt in de islamitische wereld, bijvoorbeeld door de Barbarijse zeerovers.
  • Kijk eens kritisch naar het thema ‘Europa’.
    Zorg om te beginnen eens dat de EU en Europa niet over een kam geschoren worden, en laat eens een aantal EU-sceptici kijken naar het lesmateriaal. Want de lofzang op de EU is op z’n zachtst gezegd eenzijdig te noemen.

En eenzijdigheid, dat moeten we toch niet willen. Nietwaar?

Vond je dit artikel goed? Steun Repelsteeltje via repelsteeltje.backme.orgVond je dit artikel goed? 

Steun de auteur via Backme

https://saltmines.nl/2019/06/01/canon-van-nederland-moet-diverser/?utm_source=ReviveOldPost&utm_medium=social&utm_campaign=ReviveOldPost&fbclid=IwAR127ySSLhGSRkGgc_sZBzBn6A_mFrnHOg-47zMQbK4GdljI6iIh8je5o2s