In de bijna achttien jaar dat ik deze column voor NRC schreef, eerst tweewekelijks in het opiniekatern, toen wekelijks op deze mooie plek, heb ik de wereld zijn vorm zien verliezen. Toen ik begon, begin 2001, leek alles nog windstil. Omdat ik bang was dat ik over mijn kat zou gaan schrijven, of – het andere uiterste – China voor de laatste keer zou gaan waarschuwen, koos ik bewust voor een Hollands perspectief. Nederland was mijn onderwerp.
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/05/25/een-hollandse-column-a1604349
Ik had het niet treffender kunnen beschrijven, de Nederlandse 'politiek-literaire elite,' zoals Hofland haar zo fraai omschreef, koos en kiest in feite nog steeds het provinciale 'perspectief' als uitgangspunt, en Bas Heijne ontving hiervoor de P.C. Hooftprijs, de in 1947 ingestelde staatsprijs. In Nederland leek alles 'windstil,' want over de grenzen keek de mainstream polderintelligentsia niet. Zelfs in de geglobaliseerde wereld strekt de context van het wereldgebeuren niet verder dan Holland. Als modale opiniemaker van de kleinburger kon Heijne niet meer zien dan hij wist, voor de rest bleef hij stekeblind. Terwijl het neoliberalisme druk doende was de verzorgingsstaat af te breken door zijn geglobaliseerde politiek van deregulering en privatisering om zodoende de economische- en financiële elite nog rijker te maken ten koste van de groeiende groep overtolligen en op die manier de basis legde voor de politieke opkomst van 'populisten,' meende Bas Heijne dat, ik citeer, 'alles nog windstil [leek]'! De veel geprezen opiniemaker van de zelfbenoemde kwaliteitskrant had, volgens eigen zeggen, helemaal niets door. 'Windstil.' Misschien wel het allerergste is dat hij zich er ook niet voor schaamt en dat de NRC-lezer zijn bekentenis doodnormaal vindt. Het 'Hollandse perspectief.' Meer over dit provincialisme de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten