De bekende joods-Amerikaanse socioloog
Immanuel Wallerstein schreef in de International Herald Tribune van gisteren:
Let us start with the
so-called unexpected Russian proposal, which Syria's Foreign Minister has
endorsed. Was this really the result of an off-hand, unserious remark of
U.S. Secretary of State John Kerry, cleverly seized upon by the Russians the
day before President Obama was scheduled to make his plea to the American
people to endorse a military strike? It seems not. Apparently, Kerry and
Russian Foreign Minister Sergey Lavrov have been quietly discussing such a
possibility for over a year.
Ik citeer Wallerstein omdat zijn zienswijze diametraal tegenover de
opvattingen van de Nederlandse mainstream pers staat, met die van bijvoorbeeld ‘redacteur buitenland’ van de NRC, Hubert Smeets, die nog geen week eerder met grote stelligheid
beweerde dat het hier om een ‘stunt’ van Poetin ging en dat
minister Kerry maandag tegen een journalist [zei] dat
Assad een aanval op zijn land kan voorkomen als hij binnen een week al zijn
chemische wapens inlevert. Het was een terloopse opmerking, maar Rusland maakte
er een serieus voorstel van.
Wallerstein stelt tevens vast dat ‘The degree of worldwide opposition to U.S. military
intervention has been extremely high,’
een empirisch eenvoudig vast te stellen feit dat door de Nederlandse
commerciele pers niet wordt uitgewerkt, omdat het onbruikbaar is in de pro-geweld propaganda. Een ander in de polder verzwegen aspect wordt door
Wallerstein als een uiterst belangrijk gegeven aangevoerd, te weten of
Obama nu
incompetent, or deceptive, or
merely constrained by the relative decline of U.S. power in the world? Probably
all three. In his messages to Congress and in the statements of his key staff,
the motivating force behind his actions can be clearly seen. Obama's deputy
national security advisor, Benjamin J. Rhodes, made it explicit: "The U.S.
for decades has played the role of undergirding the global security
architecture and enforcing international norms. And we do not want to send a
message that the United States is getting out of that business in any
way."
That is precisely the problem.
The United States no longer has the power to enforce its decisions. But Obama
is unwilling to recognize this reality. In this regard, much of U.S. public
opinion is ahead of him. And it is precisely this fact that is emphasized by
many opponents. Take just two: The Jesuit Superior General, Father Adolfo
Nicolás, and Russian President Vladimir Putin. Father Nicolás said: "I
think that that a military intervention...is itself an abuse of power. The US
has to stop acting and reacting like the big boy of the neighborhood of the
world."
In de beschouwingen van de Nederlandse mainstream opiniemakers is ook de laatste opmerking taboe. Sterker nog, Hubert Smeets, opiniemaker van de
krant die de poging om nog meer geweld in het Midden Oosten te voorkomen kwalificeerde als een ‘diplomatieke soap,’ liet aan de vooravond van de G20-top zijn
lezers weten dat ‘Obama
in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag’ zou kunnen slaan, waardoor het
grootscheepse geweld tegen Syrie onmiddellijk van start kon gaan. Dit alles natuurlijk omdat, in de woorden van
opiniemaker Henk Hofland, voor ‘het vredestichtende Westen’ een humanitaire taak is weggelegd, zoals
we hebben kunnen zien in Irak en Libie en nog steeds in Afghanistan, landen die na de Amerikaanse komt in totale chaos veranderden.
Amerikaanse mariniers die humanitair ingrijpen.
Het verschil van inzicht tussen kritische Amerikaanse intellectuelen en Nederlandse mainstream opiniemakers is benauwend groot. Dat komt omdat de polder weinig intellectuelen kent en er hier achter de dijken geen werkelijke publieke discussie bestaat over allerlei onderwerpen die voor de mensheid van vital belangt zijn. Nooit zult u Geert Mak zijn bewering horen herroepen dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ van de wereld 'fungeerde,' laat staan dat de domineeszoon, net als de geestelijke Adolfo Nicolás, zal zeggen dat ‘The US has to stop acting and reacting like the big boy of the neighborhood of the world.’ De gedachte alleen al is onder de gecorrumpeerde Nederlandse mainstream pers ondenkbaar. De pro-Israel columnist van de Volkskrant, Paul Brill, die zo graag had gezien dat er onmiddellijk een ‘strafoperatie, tuchtmaatregel, corrigerende tik,’ was ondernomen om zo een ‘weerspannig volk’ weer in het gareel te meppen, zou nog liever zijn schoen opeten dan net als Wallerstein te stellen dat ‘Opposition to an unjustifiable U.S. military intervention in Syria needs to be maintained with great energy.’
Amerikaanse mariniers die humanitair ingrijpen.
Het verschil van inzicht tussen kritische Amerikaanse intellectuelen en Nederlandse mainstream opiniemakers is benauwend groot. Dat komt omdat de polder weinig intellectuelen kent en er hier achter de dijken geen werkelijke publieke discussie bestaat over allerlei onderwerpen die voor de mensheid van vital belangt zijn. Nooit zult u Geert Mak zijn bewering horen herroepen dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ van de wereld 'fungeerde,' laat staan dat de domineeszoon, net als de geestelijke Adolfo Nicolás, zal zeggen dat ‘The US has to stop acting and reacting like the big boy of the neighborhood of the world.’ De gedachte alleen al is onder de gecorrumpeerde Nederlandse mainstream pers ondenkbaar. De pro-Israel columnist van de Volkskrant, Paul Brill, die zo graag had gezien dat er onmiddellijk een ‘strafoperatie, tuchtmaatregel, corrigerende tik,’ was ondernomen om zo een ‘weerspannig volk’ weer in het gareel te meppen, zou nog liever zijn schoen opeten dan net als Wallerstein te stellen dat ‘Opposition to an unjustifiable U.S. military intervention in Syria needs to be maintained with great energy.’
In Nederland zien de radicaal Atlantisch georienteerde journalisten
erop toe dat in de commerciele massamedia dissidente stemmen zoveel mogelijk
worden geweerd, ook al zijn deze afwijkende stemmen inmiddels in kringen van Amerikaanse intellectuelen gemeengoed geworden. Krampachtig blijven mijn
generatiegenoten de oude simplistische dogma’s herhalen. Ze zijn in een groef
blijven steken, herhalen tot vervelens toe de goed-fout dichotomie die
kenmerkend was voor de hoogdravende Koude Oorlog taal, maar die vandaag de dag achterhaald is. Mijn generatie opiniemakers, gevormd in de
jaren zestig, heeft de toenmalige omwenteling alleen weten te vertalen in
politieke termen, de culturele omslag is voor hen nooit een diep doorleefde
werkelijkheid geworden. Eenmaal in het pluche gezeten bleken zij dezelfde
autoritaire denkpatronen te bezitten als de reactionaire regenten die ze hadden weggejaagd. Afkomstige uit een burgerlijk dan wel kleinburgerlijk milieu bleken de nieuwe autoriteiten het anti-autoritaire aspect van bijvoorbeeld Provo niet te hebben geïnternaliseerd. De jaren zestig bleek voor hen niet meer dan een verandering van vorm, zeker geen inhoudelijke omslag. Dat was onmogelijk, zoals de beweging
zelf al, blijkens een beginselverklaring, besefte:
Provo
ziet zich voor de keus gesteld: desperaat verzet of lijdzame ondergang. Provo
roept op tot verzet waar het kan. Provo ziet in dat het de uiteindelijke
verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij nog eenmaal hartgrondig te
provoceren, wil het zich niet laten ontgaan.
En inderdaad, de verbeelding kwam niet aan
de macht, er veranderde niets wezenlijks. De ‘misselijk makende middenstand,’ ‘het
klootjesvolk’ en het 'regentendom' verdwenen niet, maar gingen organisch op in de zich razendsnel ontwikkelende
consumptiemaatschappij. Het verzet daartegen versplinterde, of werd via
repressieve tolerantie in het systeem geïncorporeerd. De meesten van mijn collega’s, zo merkte
ik al snel, waren niet werkelijk in staat om in een bredere context dan die van
het poldermodel naar de werkelijkheid te kijken, waardoor ze onvermijdelijk onderdeel
werden van de mainstream. Ze snapten niet dat in de realpolitiek van
grootmachten volstrekt andere wetmatigheden gelden dan in de poldermodel mogelijk was. De VS was en bleef voor hen een democratie, ondanks de
grootschalige terreur in Vietnam. Daarentegen bleef de Sovjet Unie het Grote
Kwaad. En nadat de muur was gevallen dreven ze mee met de neoliberale
werkelijkheid die de controle van de gemeenschap op de economie afbouwde,
zodat we ‘ de verzorgingsstaat’ hebben zien plaatsmaken voor ‘een participatiesamenleving,’ waarbij de ‘democratische’ controle op de totalitair
bestuurde economie is afgeschaft. De rest is een theaterspel van uitgeholde woorden en
begrippen. Staat versus samenleving, verzorging versus participatie, terwijl in
werkelijkheid de werkloosheid stijgt en de kloof tussen arm en rijk almaar groter
wordt, zoals uit de cijfers blijkt. Dit is het feitelijk resultaat van de
kapitalistische en thans neoliberale 'democratie,' een terugtredende overheid die
steeds repressiever wordt en in vele opzichten steeds verder in het privéleven van
de burger kan binnendringen. Dit alles wordt door de mainstream
journalistiek onder andere op de volgende manier gepresenteerd:
Het belastingstelsel kan een stuk simpeler en werkbaarder als we afstand
doen van het onhaalbare streven dat elke ongelijkheid kan worden weggepoetst,
aldus de Volkskrant.
Niet in staat het grotere geheel te zien, de historische context waarin
dit alles gebeurt, blijven de mainstream opiniemakers hun sleets wordende
propaganda herhalen, in de verwachting dat niemand ziet dat de Keizer geen
kleren aanheeft. Vandaar dat de Nederlandse commerciële pers de opkomst van Fortuyn niet voorzag, en
evenmin de kredietcrisis en de daarop volgende nog steeds voortdurende economische crisis.
Deze journalisten konden de laatste twee fenomenen ook niet voorzien omdat ze na de val van de
Muur door hun ideologische bril naar de werkelijkheid bleven kijken. Het enige dat ze absoluut zeker dachten te weten was dat het
kapitalisme had gewonnen, en de globalisering zou de rest doen. Bij gebrek aan een
alternatief waren ze werkelijk in de neoliberale ideologie gaan geloven. Ze hadden zichzelf en elkaar wijs gemaakt dat het herhalen van de kapitalistische formules voldoende was om de werkelijkheid naar hun hand te zetten en mochten er hier en daar wat ‘weerpspannige volkeren’ (Paul Brill) zijn dan zouden mijn collega's met kwalificaties als ‘het vredestichtende Westen’ (Henk Hofland) gewelddadig ingrijpen rechtvaardigen. Zo kwam de NRC in een hoofdredactioneel commentaar op 20 maart 2003, de dag dat de illegale Amerikaanse inval in Irak begon, met het volgende klemmende advies:
Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.
Ondertussen ging de ware macht achter de schermen gewoon door, daarbij geen enkele rekening houdend met de politieke en economische wensen van de meerderheid, die steeds gefrustreerder werd en een uitlaatklep zocht voor zijn ressentimenten. Zolang evenwel de middenklasse, het milieu van de opiniemakers, er niet onder leed bleef de volgende analyse uit 1957 van de Franse geleerde, Jean Rivero juist:
Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.
Ondertussen ging de ware macht achter de schermen gewoon door, daarbij geen enkele rekening houdend met de politieke en economische wensen van de meerderheid, die steeds gefrustreerder werd en een uitlaatklep zocht voor zijn ressentimenten. Zolang evenwel de middenklasse, het milieu van de opiniemakers, er niet onder leed bleef de volgende analyse uit 1957 van de Franse geleerde, Jean Rivero juist:
In the nineteenth century, the
problem of opinion formation through the expression of thought was essentially
a problem of contacts between the State and the individual, and a problem of
acquisition of a freedom. But today, thanks to the mass media the individual
finds himself outside the battle… the debate is between the State and powerful
groups… Freedom to express ideas is no longer at stake in this debate… What we
have is mastery and domination by the state or by some powerful groups over
the whole of the technical media of opinion formation… the individual has no
access to them… he is no longer a participant in this battle for the free
expression of ideas: he is the stake. What matters for him is which voice he
will be permitted to hear and which words will have the power to obsess him.
Dat laatste verklaart ook het feit dat nrc.next zijn jonge lezerspubliek niet zelf een oordeel liet vormen
over de beschouwing van president Poetin, maar twee ‘duiders’ inzette, een zogeheten ‘getuigexpert’ en een ‘correspondent,’ om de strekking van Poetin’s verhaal op de gewenste mainstream-wijze te
interpreteren. Om te voorkomen dat Poetin’s woorden positief zouden worden
ontvangen, was een zo negatief mogelijke kritiek van de ‘duiders’ noodzakelijk. In de dichotemie van de westerse commerciele
pers moet namelijk voortdurend duidelijk blijven wie Goed en wie niet Goed is,
en de grens daartussen moet zo scherp mogelijk worden getrokken om geen enkele
twijfel te laten bestaan. Tot tweemaal toe werd daarom ten onrechte beweerd dat Poetin ‘de Amerikanen
[schoffeert],’ de Russische president werd vergeleken met Assad, gesuggereerd werd dat zijn betoog grotendeels ‘ongenuanceerd’ is, de kwalificaties ‘zeer controversielele informatie,’ ‘stunt,’ en ‘[onnodige] knuppel in
hoenderhok’ werden gebruikt, benevens ‘overbodige
provocatie’ en ’Soft power à la
Poetin.’ Dit alles in een poging om niet met feiten, maar met meningen de lezers te beinvloeden. Opvallend daarbij is hoe weinig vertrouwen de redactie heeft in het
vermogen van haar lezerspubliek om zelfstandig te denken. Dat is tevens de reden dat men van de mainstream pers het volgende fragment van de vooraanstaande Amerikaanse ideoloog, George Kennan, nooit verneemt. Kennan, architect
van de naoorlogse containment-politiek, was het hoofd was van het beleidsbepalende Planningbureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en adviseerde in
1948 de Amerikaanse machthebbers het volgende:
We have 50 percent of the
world's wealth, but only 6.3 percent of its population. . . In this situation
we cannot fail to be the object of envy and resentment. Our real task in the
coming period is to devise a pattern of relationships which will allow us to
maintain this position of disparity. We should cease to talk about the raising
of the living standards, human rights, and democratization. The day is not far
off when we are going to have to deal in straight power concepts. The less we
are then hampered by idealistic slogans, the better.
Dit advies werd het centrale uitgangspunt van de Amerikaanse buitenlandse
politiek na 1950. Om de ongelijkheid in stand te houden moest de VS als
grootmacht zijn strijdkrachten permanent gemobiliseerd houden, want overal op
aarde zouden de economische en geopolitieke belangen van de Amerikaanse
elite bedreigd kunnen worden. Maar ook al zouden onze opiniemakers dit
fragment kennen dan nog zal het geen rol spelen in hun simplistisch wereldbeeld,
waar Goed en Kwaad zo ver uit elkaar liggen. De context waartegen
de realpolitiek van grote naties zich afspeelt, wordt door hen totaal genegeerd
omdat het op geen enkele manier past in de poldermodel mentaliteit van een
piepklein land, waar met een zekere ‘graad van knoeierij,’ zoals Huizinga zo fraai verwoordde, iedereen die bij de club hoort zijn deel krijgt. Hoe anders opereert de grootmacht die zo volgzaam door Haagse politici wordt gehoorzaamd. Daar geldt dat ‘winner takes all.’ Bijna een halve eeuw geleden wees de
Franse socioloog Jacques Ellul in zijn boek Propaganda.
The Formation Of Men’s Attitudes op het volgende
feit:
We have talked of the Cold
War. But it seems that the democracies have not yet learned that the Cold War
is no longer an exceptional state, a state analogous to hot war (which is
transitory), but is becoming a permanent and endemic state.
De Amerikaanse emeritus hoogleraar Politicologie van de prestigieuze Princeton
University, Sheldon Wolin, analyseerde deze
ontwikkeling, die begon nadat de VS in 1945 als machtigste staat ter wereld uit
de Tweede Wereldoorlog was gekomen. In het in 2008 verschenen Democracy
Inc. Managed Democracy and the Specter of Inverted Totalitarianism schreef hij:
The wartime imaginary was not
abandoned after 1945 but reconceived as a ‘Cold War’ between the United States
and the Soviet Union, a showdown between capitalism and anticapitalism. The
undeclared stake concerned domestic policy. Would the egalitarian tendencies
encouraged by the New Deal and its accompanying faith in governmental
regulation of the economy be resumed after World War II? The policy-makers of
the Cold War would decide that issue by assigning a huge proportion of the
nation’s resources to defense rather than warfare.
The Cold War consolidated the
power of capital and began the reaction against the welfare state but without
abandoning the strong state. What was abandoned was all talk of participatory
democracy. ‘Mobilization’ was participation’s sublimation. The propaganda of
business interests depicted the combination of social democracy and political
regulation of the economy as simple socialism and therefore the blood relative
of communism. The new state would continue to promote business but without
requiring it to be socially responsible. Rearmament would be financed to an
important extent by cuts in social spending, while the costs of national
security would be largely borne by the less well-off. The lasting effects of
the Cold War encounter included not only the elimination of the USSR but also
the containment and rollback of the social and political ideals of the New
Deal. The unifying ideology for the masses was a ‘dematerialized’ one, a
combination of patriotism, anticommunism, and – in the new nuclear era – fear.
Kortom:
‘national security’ constituted
the nation’s highest priority,
met als gevolg dat vandaag de dag rond 50 procent van het ‘discretionary federal
budget,’ de begroting dus waarover het Amerikaanse Congres
daadwerkelijk kan beschikken, naar National Security gaat, en dus als subsidies voor research and development naar het de grote wapenfabrikanten
gaat, of als betaling voor geleverde diensten en wapentuig. Sinds 11 september 2001 is het budget van het ministerie van Defensie verdubbeld. Dit alles ten koste van onderwijs, gezondheidszorg,
volkshuisvesting, sociale voorzieningen, cultuur etc. De Verenigde Staten is
ons voorgegaan in het vernietigen van de verzorgingsstaat en het opbouwen van
een 'participatiesamenleving,' dat wil zeggen een maatschappij waarin de
burger steeds minder democratische en sociale rechten bezit om de rijken steeds steeds meer te kunnen laten profiteren, een proces waar de afgelopen kwarteeuw ook sociaaldemocratische politici en hun
spreekbuizen in de media enthousiast aan meedoen.
'Participeren' aan een werkelijkheid die door anderen wordt bepaald en waarvan de kosten worden gesocialiseerd en de winsten geprivatiseerd. De taak van de staat daarbij is slechts de 'orde' handhaven, zo nodig met grootscheeps geweld. En zo is de parlementaire democratie haast onmerkbaar overgegaan in een totalitair bestel, terwijl de mainstream-journalisten deze gecorrumpeerde maatschappij blijven aanprijzen als het beste van alle denkbare levenswijzen.
Participatiesamenleving: Last year, 159,520 people were serving life sentences in American prisons, according to figures the Sentencing Project collected from state corrections departments. The total is a 12 percent increase from 2008, the report says. The number of individuals serving life without parole has increased even more dramatically, from 40,174 in 2008 to 49,081 in 2012 -- a 22 percent rise, according to the report.
http://www.huffingtonpost.com/2013/09/18/life-sentences_n_3948910.html
US_incarceration_timeline-clean-fixed-timescale.svg (SVG file, nominally 693 × 464 pixels, file size: 221 KB)
http://www.huffingtonpost.com/2013/09/18/life-sentences_n_3948910.html
US_incarceration_timeline-clean-fixed-timescale.svg (SVG file, nominally 693 × 464 pixels, file size: 221 KB)
4 opmerkingen:
Het volgende artikel:
http://www.informationclearinghouse.info/article4113.htm
dat je gemakkelijk kunt doortrekken naar de huidige vs zal de heren wel helemaal te ver gaan. Ik heb het wel eens voorgelegd aan van Rossum, maar die wilde daar zijn handen niet aan branden.
Groeten, Ben
Alleraardigst:
http://english.pravda.ru/opinion/19-09-2013/125705-McCain_for_pravda_ru-0/
mccain reageert op de brief van Putin in NYT en speelt op de man zoals verwacht. Reactionairen doen dat altijd. Een interessant cultuur verschijnsel: shooting at the messenger. Welke socioloog heeft een verklaring?
Groeten, Ben
het criminaliseren is een beheersingstactiek van de macht. daarmee proberen ze onverdedigbare te legitimeren, en wl omdat ze geen argumenten bezitten.
piet van reenen, de socioloog, heeft daar een interessant boek over geschreven.
'Europa moet optreden tegen Russisch spierballenpolitiek' - Europarlementariër Sophie in 't Veld: 'Rusland is terug naar tijd van communisme'
Een reactie posten