dinsdag 17 september 2013

De Mainstream Pers 18



Talloze westerse denkers hebben op de paradox gewezen dat democratie onmogelijk is zonder permanente propaganda. De achttiende eeuwse Verlichtingsfilosoof David Hume verwoordde het zo:

Tis therefore, on opinion only that government is founded; and this maxim extends to the most despotic and most military governments, as well as to the most free and most popular.

En de twintigste eeuwse socioloog Jacques Ellul schreef in Propaganda. The Formation Of Men’s Attitudes:

Historically, from the moment a democratic regime establishes itself, propaganda establishes itself alongside it under various forms. This is inevitable, as democracy depends on public opinion… it is evident that a conflict exists between the principles of democracy – particularly its concept of the individual – and the processes of propaganda. The notion of rational man, capable of thinking and living according to reason, of controlling his passions and living according to scientific patterns, of choosing freely between good and evil – all this seems opposed to the scecret influences, the mobilizations of myths, the swift appeals to the irrational, so characteristic of propaganda.

Deze paradox verklaart waarom mainstream opiniemakers als H.J.A. Hofland het ene moment een boek van hem als titel kan geven Orde bestaat niet (en is verderfelijk),’ en het volgende moment met evenveel stelligheid precies het tegenovergestelde kan beweren door met de kwalificatie ‘het vredestichtende Westen’ te komen. Dus hoewel ‘orde’ niet bestaat en zelfs ‘verderfelijk’ is, bestaat er kennelijk wel degelijk een neoliberale orde van vrede die door het Westen wordt verspreid. Net als de andere journalisten van de Nederlandse commerciele massamedia kan Hofland moeiteloos met talloze paradoxen leven. Hij en de anderen van de mainstream pers hoeven niet gecensureerd te worden, zij hebben de tegenstellingen geinternaliseerd en daarmee voor zichzelf onzichtbaar gemaakt, zoals Noam Chomsky in een gesprek met Andrew Marr probeerde uit te leggen nadat de vooraanstaande BBC-journalist hem had gevraagd:

‘How can you know that I’m self-censoring?’
Chomsky: ‘I don’t think you’re self-censoring. I’m sure you believe everything you’re saying. But what I’m saying is if you believed something different, you wouldn’t be sitting where you’re sitting.’


Deze internalisering is een bekend psychologisch fenomeen dat Ellul als volgt uitlegt:

Continuous propaganda exceeds the individual’s capacities for attention or adaptation and thus his capabilities of resistence. This trait of continuity explains why propaganda can indulge in sudden twists and turns. It is always surprising that the content of propaganda can be so inconsistent that it can approve today what it condemned yesterday… We must not think that a man ceases to follow the line when there is a sharp turn. He continues to follow it because het is caught up in the system… he will hear the new truth reassessed a hundred times, he will find it explained and proved, and he does not have the strength to fight against it each day on the basis of yesterday’s truth. He does not even become fully involved in this battle. Propaganda continues its assault without an instant’s respite; his resistance is fragmentary and sporadic. He is caught up in professional tasks and personal preoccupations, and each time he emerges from them he hears and sees the new truth proclaimed. The steadiness of the propaganda prevails over his sporadic attention and makes him follow all the turns from the time he has begun to eat of this bread.

Dit geldt zowel voor het grote publiek als voor de journalist zelf, want ook die zit gevangen in dit proces. Niet voor niets stelde de grote Amerikaanse media- ideoloog Walter Lippmann in 1922 in zijn standaardwerk Public Opinion dat

public opinions must be organized for the press if they are to be sound, not by the press... Without some form of censorschip, propaganda in the strict sense of the word is impossible.

Bovendien heeft iemand die journalist wordt al van kindsbeen af de ‘received truths’ geinternaliseerd; zo niet dan maakt hij/zij weinig kans aangenomen te worden. Daar komt nog de druk van de peergroup bij. Het gevolg is dat een bestsellerauteur als Geert Mak probleemloos met twee elkaar uitsluitende waarheden kan leven. Na eerst in zijn 1223 pagina’s tellende boek over het avondland tevreden te hebben geconcludeerd dat
Europa als economische eenheid  ook een eind op weg [is]
stelt hij nu dat
Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen.

Interessant in dit verband is ook Mak’s volgende opmerking:

Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het ‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg.  Zeker in deze tijd? Ik vraag het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.

Hier bereikt het paradoxale zijn toppunt, absurder is nauwelijks denkbaar. Hier vertelt onze ‘chroniqueur’ dat hij de kluit belazert door propaganda te bedrijven ‘die grote consequenties heeft.’ Het lijkt alsof Mak zich even realiseert dat hij aan de ‘misvorming van de werkelijkheid,’ meedoet, maar dat is slechts schijn, want vervolgens gaat hij gewoon weer door met propaganda bedrijven door in de nieuwe druk van zijn Amerika boek te blijven beweren dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ fungeerde ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.’ Deze schizofrene houding is kenmerkend voor ons neoliberale, hoog technologische systeem en is al in de twintigste eeuw buitengewoon helder beschreven door de grootste denkers die het Westen heeft voort gebracht. Zonder dat dit tot een verandering heeft geleid, zo sterk is de kracht van de propaganda. Vandaar dat na de massale chaos in onder andere Afghanistan, Irak, Libie het jongeren dagblad nrc.next zonder enige terughoudendheid gisteren op de voorpagina de suggestieve vraag kon plaatsen: ‘En de ontmanteling van Assad dan?’ daarmee suggererend dat met het verdrijven van de regering Assad de chaos in Syrie zal plaatsmaken voor vrede. 


De suggestie van nrc.next is niet op de werkelijkheid gebaseerd, integendeel zelfs, want het vertrek van Assad zal nog meer ruimte scheppen voor extremisten. De vraag is dan ook: welk belang behartigt de redactie van de krant? In elk geval niet het belang van de Syrische burgerbevolking die zoals in Irak, Afghanistan en Libie de dupe zal worden van het voortdurende geweld, ook na de 'regime-change.' Het directe belang dat de redactie van nrc.next dient is dat van het Amerikaans militair industrieel complex, het gewelddadige geopolitieke beleid van Washington en het scheppen van een tot niets verplichtend goed gevoel bij de journalisten zelf en bij hun lezers. Maar deze paradox kunnen de mainstream journalisten van de krant niet zien, want hen is geleerd dat het Westen ‘vredestichtend’ is, de good guys, terwijl de bad guys de lui zijn die zich tegen ons verzetten. Wanneer een cultuur dit cowboy en indianen-beeld, waarbij de slachtoffers, de indianen als de daders worden geportretteerd maar lang genoeg wordt herhaald gaan journalisten dit ook geloven, zo simpel is het. De waarheid maakt in onze virtuele werkelijkheid niets uit, feiten moeten het afleggen tegen opinies. Men kan zich deze irrationaliteit permitteren, want hoewel al hun beweringen wel degelijk slachtoffers maken, blijven die voor henzelf volkomen consequentieloos. Hun comfortabele, vredige, tamelijk saaie bestaan wordt er geenszins door verstoord. Dit zal net zolang doorgaan tot de werkelijkheid niet meer te negeren is, en de mens een rekening moet betalen voor zijn irrationaliteit. Maar zelfs dan zal Edward Bernays eind-conclusie in zijn standaardwerk Propaganda blijven gelden:

Propaganda will never die out. Intelligent men must realize that propaganda is the modern instrument by which they can fight for productive ends and help bring order out of chaos.

En welke ‘orde’ dit is, weten we maar al te goed. Het is de ‘orde’ waar Henk Hofland naar verwees, de ‘orde’ die geen orde is, en ook nog eens ‘verderfelijk’ is, hoe ‘vredestichtend’ die ook zal lijken te zijn. Maar zelfs dan zal er in de massamaatschappij altijd een Paul Brill zijn, een Geert Mak, een Hubert Smeets, en een H.J.A. Hofland, want als opiniemakers zijn ze  onmisbaar voor de macht. Kenmerkend is dat, zodra het gaat over de van hogerhand aangewezen vijand, feiten in de mainstream media geen rol spelen, die wijken onmiddellijk voor sentimenten. Ook de logica speelt geen rol meer. Wat dan doorslaggevend is zijn de opinies, die net zo inwisselbaar zijn als de opiniemakers. Daarbij geldt het adagium van Joseph Goebbels: ‘Wij spreken niet om iets te zeggen, maar om een bepaald effect te bereiken.’  Dan krijgt men formuleringen voorgeschoteld als deze van ‘redacteur buitenland’ van de NRC, Hubert Smeets:

Hoe hartstochtelijk zijn de opvattingen van India, Brazilie, Zuid-Afrika, Indonesie en Argentinie? Als deze landen het uit desinteresse laten bij gemor, dan kan Obama in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag slaan.

‘Hartstochtelijk, desinteresse, gemor, Obama, publicitaire slag.’ Ziehier een combinatie van onnozel wishful thinking en misplaatst dédain van een polder journalist, dit alles in stelling gebracht om de geesten rijp te maken voor nieuw Amerikaans massaal geweld, waarbij de burgerbevolking als eerste het slachtoffer is, zoals de mainstream journalisten maar al te goed weten. Maar omdat zij net zo vervreemd zijn van hun opinies als van de slachtoffers die hun meningen maken, bezitten ze geen enkele gewetenswroeging en maken ze keer op keer dezelfde fouten. Een illustrerend voorbeeld van levensgevaarlijke goedgelovigheid is professor Ko Colijn, die op 15 februari 2003, een mand vóór de illegale Irak-inval, in Vrij Nederland schreef dat

het niet meer [gaat] om de vraag of Saddam Hoessein massavernietigingswapens verbergt – niemand twijfelt daar nog aan... Niemand, ook Chirac en Schröder niet, bestrijdt dat Powell gelijk had met zijn bewijzen.


Jacques Ellul: 'For modern man, propaganda is really creating truth.' 

Zo praat de journalistiek de macht na, zonder dat professor Ko Colijn zelf iets onderzocht. Het zal niemand verbazen dat de hooggeleerde nog steeds één van de voornaamste ‘duiders’ is in de Nederlandse commerciele massamedia zodra het weer eens om gepland westers geweld handelt. De waarheid doet er niet meer toe, de journalistiek dient de macht en verspreidt propaganda. De opiniemakers zelf voelen geen enkele persoonlijke verantwoordelijkheid voor het legitimeren van geweld dat honderduizenden doden en gewonden veroorzaakt en miljoenen vluchtelingen, zoals in Irak het geval was. Colijn mag op herhaling. Hij en zijn opdrachtgevers zijn zo ver van de werkelijkheid af gedreven dat ze geen enkele diepe emotie voelen wanneer ze een oorlog publiekelijk rechtvaardigen. Ook daar is veel onderzoek naar gedaan. Het is bekend uit wetenschappelijk onderzoek dat de mens zichzelf van alles kan wijsmaken, de één gelooft dat een of andere opperwezen hem heeft uitverkoren om een ander van zijn land te verdrijven, een tweede gelooft dat het Westen ‘vredestichtend’ is, een derde gelooft rotsvast dat de VS ‘ordewaker en politieagent’ is, een vierde gelooft dat Saddam Hoessein ‘massavernietigingswapens’ bezat, een vijfde gelooft dat Assad het nieuwe vlees geworden Kwaad in de wereld is, etc. Geen opvatting zo maf of er is altijd wel een groep die erin gelooft. En als hij of zij er nog niet in geloven dan is er altijd nog de eeuwige propaganda. Tegelijkertijd geldt ook het tegenovergestelde, zoals de lucide Jacques Ellul schreef:

History shows that plain truth can be so thoroughly snuffed out that it disappears, and that in certain periods the lie is all-powerfull… in our time, the conviction of democracy and its claim to inform people collide with the fact that propaganda follows an entirely different mechanism,performs a function entirely different from that of information, and that nowadays facts do not assume reality in the people’s eyes unless they are established by propaganda. Propaganda, in fact, creates truth in the sense that it creates in men subject to propaganda all the signs and indications of true believers.

For modern man, propaganda is really creating truth. This means that truth is powerless without propaganda. And in view of the challenge that democracies face, it is of supreme importance that they abandon their confidence in truth as such and assimilate themselves to the methods of propaganda. Unless they do so, considering the present tendencies of civilization, the democratic nations will lose the war conducted in this area,

aldus de Franse geleerde Jacques Ellul meer dan een halve eeuw geleden. Inmiddels is het niet overdreven te stellen dat propaganda de geest en het karakter van een ware democratie heeft vernietigd. De ‘oorlog’ is verloren, de opiniemakers van de mainstream hebben gewonnen. En vandaar dat journalisten nu kunnen claimen dat oorlog niets anders is dan vrede, en vrede hetzelfde als oorlog. En het veroorzaken van vele doden, gewonden en vluchtelingen is niets anders dan ‘humanitair ingrijpen.’ De taal is volledig uitgehold en met een misdadige onnozelheid blijft de ‘vrije pers’ het gewelddadige neoliberale systeem rechtvaardigen. Ook al zal mijn generatie journalistieke oplichters verdwijnen dan nog zal niets verbeteren, want de volgende generatie propagandisten staat al te trappelen om het werk voort te zetten, er heilig van overtuigd dat ‘one can set up a propaganda system that expresses the democratic character and does not alter the working of democracy.’


Henk Hofland: 'Het vredestichtende Westen.' Paul Brill: ‘Niet verlichte autocraat Poetin past het aureool van vredesapostel niet.’ Hieronder een Irakees slachtoffertje van 'Het vredestichtende Westen.' Hierboven: Madeleine Albright, 'verlichte' democraat, die als ambassadeur bij de VN desgevraagd verklaarde dat de dood van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar als gevolg van de boycot en de vernietiging van de Irakese infrastructuur, 'de prijs waard' was geweest om de Amerikaanse politieke doelen te realiseren. Mevrouw Albright is niet alleen een 'verlichte' democraat maar tevens moeder en grootmoeder.


Geen opmerkingen: