dinsdag 13 november 2012

'Deskundigen' 30


Aan het eind van zijn reisboek stelt Mak de vraag:

Zullen Steinbeck en zijn pessimistische geestverwanten alsnog gelijk krijgen? In 1960 sloegen ze, al hadden ze in sommige opzichten een vooruitziende blik, met hun sombere voorspellingen de plank mis. Amerika zou na 1960 nog decennia van grote voorspoed beleven.

Voor Mak is dus allereerst materiele vooruitgang de maat der dingen. De consumptiecultuur wordt als dwingend gegeven beschouwd. Hoe meer consumptie des te groter de ‘voorspoed.’ En Steinbecks opmerkingen in een brief aan zijn vriend en Democratische presidentskandidaat Adlai Stevenson dat

Wij [niet] kunnen verwachten onze kinderen te leren goede en achtenswaardige mensen te worden wanneer de stad, de staat, de regering, het bedrijfsleven, alle de hoogste beloningen geven voor bedrog en oneerlijkheid. Op elk niveau is de zaak gecorrumpeerd, Adlai, 

wordt door Mak afgedaan als ‘ongegeneerd pessismisme’ van ‘een doemdenker,’ die met zijn ‘sombere voorspellingen de plank’ mis zou hebben geslagen. Mak kan vanwege zijn haast pathologische behoefte aan ‘hoop’ de realiteit niet zien en zijn meningen over ‘Steinbeck en zijn pessimistische geestverwanten’ zijn dan ook onvermijdelijk oppervlakkig. Dat blijkt opnieuw wanneer Mak voorspelt dat de VS nog een toekomst heeft en Europa niet, kennelijk niet beseffend dat in een geglobaliseerd wereld er uiteindelijk alleen maar 'losers' zullen zijn als we ons consumptiesysteem niet wezenlijk veranderen, zoals ondermeer blijkt uit de analyse van een schrijfster als Naomi Klein. Over de rampzalige gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering schreef ze onlangs:

We find ourselves in a race against time: either this crisis will become an opportunity for an evolutionary leap, a holistic readjustment of our relationship with the natural world. Or it will become an opportunity for the biggest disaster capitalism free-for-all in human history, leaving the world even more brutally cleaved between winners and losers.


‘All my means are sane,’ zegt kapitein Achab in zijn suicidale achtervolging van Moby-Dick, ‘my motive and my object mad.’

Een van de problemen met het reisboek van Geert Mak is dat hij zijn bronnen maar al te vaak niet zelf aan het woord laat, maar hun woorden eerst door zijn eigen ideologische filter heen haalt, als het ware vertaalt voor het grote publiek waarop hij mikt. En als hij al citeert dan is dat regelmatig binnen een foutieve context. Op pagina 99 citeert Mak de Amerikaanse auteur Herman Melville als volgt:

God heeft beschikt en de mensheid verwacht dat ons volk iets groots zal voortbrengen, en door iets groots wordt onze ziel beroerd.

De lezer krijgt zo de indruk dat Melville een overtuigde nationalist was, een fanatieke patriot behept met een, in de woorden van Mak ‘Messiaans bewustzijn.’ Wanneer ik in de literatuurlijst kijk van Reizen zonder John zie ik geen enkel boek van Herman Melville staan, zelfs niet zijn meesterwerk Moby Dick, een complexe roman over de irrationele drijfveren achter het vooruitgangsgeloof. Een boek waaruit als boodschap precies het tegenovergestelde blijkt van het fragment dat Geert Mak citeert. Mak gebruikt citaten die hij elders heeft gelezen en interpreteert ze dan op zijn eigen beperkte wijze. Melville is een helder voorbeeld van deze werkwijze. Had Mak de Nederlandse vertaling van Moby Dick gelezen dan had hij in het voorwoord, geschreven door de auteur Dirk van Weelden, onder andere kunnen lezen over ‘de als beschaving verpakte wreedheid van het burgerleven, de gewetenloze heerszucht en geldwolverij’ en dat Moby Dick ‘een genadeloos boek [is].’ Het thema van Melville is dat ‘alle hoop op een dieper inzicht, een houvast in het oppermachtige en onverschillige universum’ uiteindelijk op niets is gebaseerd. Hij

                                                           ‘roept een grimmig en mensonvriendelijk beeld van de wereld op. De menselijke honger naar heerschappij en profijt, naar de goddelijke openbaring van een zin of bestemming aan het leven, de zoektocht naar begrip en kennis van de natuur, ze worden met onverschillig gemak door de zee en een enkele woedende aanval van de witte walvis versplinterd tot zinkend wrakhout.’

Niet 'door iets groots wordt' de Amerikaanse 'ziel beroerd,' maar door irrationele bezetenheid en begeerte, dat is het centrale thema van Melville. Maar omdat dit mens- en werelbeeld getuigt van een, volgens Mak, ‘on-Amerikaans… doemdenken’ heeft Mak ook Moby Dick niet gelezen. En dat is problematisch voor een journalist die ‘op zoek naar Amerika’ is. Want ook daardoor heeft hij niet begrepen dat

in Moby Dick, Melville warned… against the leader who externalizes evil and tries to crush it by force. Ahab, in wreaking vengence on the White Whale, ‘the monomaniac incarnation of… malicious agencies,’ destroys himself and his crew,

zoals de Amerikaanse historicus John P. Diggins in zijn studie The Lost Soul of American Politics schreef. Waar het Melville omging was de vraag:

If power can do no more than check power, how can it redeem itself?

Het zijn alleen de schrijvers en de dichters, de intelligentsia die de diepere lagen van het menszijn kunnen aanboren. Diggins:

In Mardi (1849), Melville combines allegory with anthropology to question the widespread conviction that pride and depravity are rapidly receding before the march of progress and democracy. A warning, printed mysteriously on a scroll, reproves Americans for assuming that uprisings everywhere in the world are destined to bring ‘a universal and permanent Republic.’ Does not history teach the impermanence of everything under the sun. The Republic of the French Revolution cannot avoid the fate of the Roman Republic, and someday age and time will catch up with America, too…

Dit inzicht staat haaks op de maakbaarheidsgedachte van Mak. Zo komt hij met het pretentieus aandoend advies dat ‘Amerika in de loop van deze eeuw van een dominante wereldmacht weer het “gewone” land [zal] moeten worden dat het tot 1940 was.’ Een wonderlijke uitspraak. Hoe zag dat ‘gewone’ land er vóór 1940 dan uit? Hier doet Mak het opnieuw voorkomen alsof het gewelddadig expansionisme geen continuiteit is in de Amerikaanse geschiedenis. Ik kom hier later op terug. In elk geval toont het aan dat Mak in tegenstelling tot vooraanstaande Amerikaanse schrijvers niet begrijpt hoe imperia functioneren, en door wat de VS nu precies gedreven wordt. En hij beseft al helemaal niet hoe statisch culturen kunnen worden vlak voordat ze ineenstorten, en dat de mens niet in staat is met een handomdraai nieuwe mythen uit een hoge hoed te toveren. Na vijf eeuwen  expansionisme, na vijf eeuwen de overtuiging te hebben gekoesterd dat god dan wel de techniek het recht gaf om te moorden en te roven, staan de blanke christenen voor een existentieel probleem dat niet door politieke maatregelen kan worden verholpen, zoals Mak als zoon van een dominee in zijn verbazingwekkende naieviteit meent. Hij had beter Moby Dick kunnen lezen in plaats van een elders geplukt zinnetje van Melville lukraak te gebruiken. Dan had hij oog gehad voor het ziekelijke fanatisme van onze christelijke cultuur, die door Melville aan de hand van de maniakale kapitein Achab als volgt wordt beschreven:

The White Whale swam before him as the monomaniac incarnation of all those malicious agencies which some deep men feel eating in them, till they are left living on with half a heart and half a lung. That intangible malignity which has been from the beginning; to whose dominion even the modern Christians ascribe one-half of the worlds; which the ancient Ophites of the east reverenced in their statue devil; Ahab did not fall down and worship it like them; but deliriously transferring its idea to the abhorred white whale, he pitted himself, all mutilated, against it. All that most maddens and torments; all that stirs up the lees of things; all truth with malice in it; all that cracks the sinews and cakes the brain; all the subtle demonisms of life and thought; all evil, to crazy Ahab, were visibly personified, and made practically assailable in Moby Dick. He piled upon the whale's white hump the sum of all the general rage and hate felt by his whole race from Adam down; and then, as if his chest had been a mortar, he burst his hot heart's shell upon it.
It is not probable that this monomania in him took its instant rise at the precise time of his bodily dismemberment. Then, in darting at the monster, knife in hand, he had but given loose to a sudden, passionate, corporal animosity; and when he received the stroke that tore him, he probably but felt the agonizing bodily laceration, but nothing more. Yet, when by this collision forced to turn towards home, and for long months of days and weeks, Ahab and anguish lay stretched together in one hammock, rounding in mid winter that dreary, howling Patagonian Cape; then it was, that his torn body and gashed soul bled into one another; and so interfusing, made him mad. That it was only then, on the homeward voyage, after the encounter, that the final monomania seized him, seems all but certain from the fact that, at intervals during the passage, he was a raving lunatic; and, though unlimbed of a leg, yet such vital strength yet lurked in his Egyptian chest, and was moreover intensified by his delirium, that his mates were forced to lace him fast, even there, as he sailed, raving in his hammock. In a strait-jacket, he swung to the mad rockings of the gales…
Ahab, in his hidden self, raved on. Human madness is oftentimes a cunning and most feline thing. When you think it fled, it may have but become transfigured into some still subtler form. Ahab's full lunacy subsided not, but deepeningly contracted; like the unabated Hudson, when that noble Northman flows narrowly, but unfathomably through the Highland gorge. But, as in his narrow-flowing monomania, not one jot of Ahab's broad madness had been left behind; so in that broad madness, not one jot of his great natural intellect had perished. That before living agent, now became the living instrument. If such a furious trope may stand, his special lunacy stormed his general sanity, and carried it, and turned all its concentred cannon upon its own mad mark; so that far from having lost his strength, Ahab, to that one end, did now possess a thousand fold more potency than ever he had sanely brought to bear upon any one reasonable object.

Kortom, al onze methoden mogen dan wel normaal zijn, onze drijfveren en ons doel zijn krankzinnig, zoals kapitein Achab zich wel degelijk realiseerde, zonder uit dat besef consequenties te trekken.  Maar ook wij, met onze rationele technologische cultuur, zijn zo irrationeel geworden dat we bewust onze eigen ondergang blijven voorbereiden. Hoe leg je dit uit aan een auteur wiens doel is bestsellers te schrijven? Opvallend aan zijn reisboek is ook dat Mak nauwelijks tot niet het landschap beschrijft. Het is alsof het niet voor hem bestaat, alsof hij niet gekeken heeft, alsof het land geen rol speelt in het leven van de mensen. Een eeuw geleden zei de indiaanse wijsgeer Ohiyesa over de tijd voordat de blanken binnendrongen het zo:

Everything was possessed of personality, only differing from us in form. Knowledge was inherent in all things. The world was a library and its books were the stones, leaves, grass, brooks, and the birds and animals that shared, alike with us, the storms and blessings of earth… Interest, wonder, admiration grew, and the fact was appreciated that life was more than mere human manifestation; it was expressed in a multitude of forms... Observation was certain to have its rewards... There are no temples or shrines among us save those of nature.

Ook al kijken blanke Europeanen ze zien niets, ze zien de ziel van het land niet. Nog steeds niet. Ze rijden door de VS en als ze terug zijn noemen ze het ‘Amerika.’ De natuur en de aarde spreken in hun eigen taal met hen, maar omdat ze de taal niet kennen en ook niet willen leren, horen ze niets. Alles lijkt er ‘groot en nieuw.’ Door de moderniteit zien ze evenwel de geschiedenis niet zoals die was in de tijd toen het land niet ‘groot en nieuw’ leek.

Wat zou het zichtbare zijn als het denken er niet door gemobiliseerd werd? Het reële is van zichzelf volstrekt niets, of bijna niets. Het is er om impulsen te geven. Men ziet gedachten - of men kan het kijken net zo goed laten.
Joachim Fest. Tegenlicht. Een Italiaanse Reis.

De Californische dichter/schrijver Gary Snyder, Pulitzer Prijs-winnaar in 1975,  schreef in Turtle Island dat

a culture that alienates itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside (that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.

Daarover volgende keer meer.

2 opmerkingen:

AdR zei

Heeft hij Sinclair Lewis wel gelezen? Of Upton Sinclair? Wat hoef je allemaal NIET aan bagage te hebben om voor Amerikadeskundige door te gaan in NL?

stan zei

upton sinclair komt er niet in voor. sinclair lewis staat wel op zijn literatuurlijst, vooral omdat steinbeck hem noemt, maar dat wil niet zeggen dat hij het hele boek gelezen heeft, zoals ik bijvoorbeeld merkte nadat mak de historicus hofstadter had geciteerd.