In tegenstelling tot John Steinbeck en Jack Kerouac is Geert Mak beslist geen 'wilde jongen' die 'speed' gebruikt, maar een Nederlandse auteur die met een bekertje kruidenthee on the road gaat.
John Steinbeck's typering dat de bevolking van de VS gedreven wordt door een ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends – misschien wel moraliteit,’ is volgens Geert Mak onzin, geschreven door een man wiens Cannery Row ‘een buitengewoon on-Amerikaans, misschien zelfs anti-Amerikaans boek’ is, fundamenteel afwijkend van het in zijn ogen kenmerkende ‘optimisme van de Amerikanen.’
In Reizen zonder John is Mak ‘op zoek naar Amerika.’ In het kader daarvan wordt Jack Kerouac’s klassieker On the Road door hem omschreven als
een los geschreven verslag van een Amerikaanse
zwerftocht door twee wilde jongens… Kerouacs boek [was] typerend voor een
nieuwe generatie die de nadruk legde op consumeren. Bij Kerouac ging het niet
meer om het nut en het doel van de tocht, maar enkel om de reis op zich, om het
ontworteld zijn, om het schijt hebben aan alles.
De enige constatering uit deze beschrijving is
dat Mak niets heeft begrepen van het Amerikaanse karakter van On the Road. Laten we Carole Gottlieb
Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit
van Wisconsin, aan het woord laten. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations
schrijft ze over Jack Kerouac’s On the
Road:
Kerouac has… provided an enduring portrait of
the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated
American life for his generation.
In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat
door de uiterlijke schijn heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan
literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals
Mak doet. Ze laat zien dat in On the Road
de protagonist
Sal Paradise goes on the road to escape from
life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility
of more demanding human relationships, and from a more demanding human
relationship with himself.
Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is
in feite een beschrijving van de VS die Mak niet kan accepteren. Kerouac laat
een van zichzelf en de maatschappij vervreemde stem horen, die leeft in een
niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers consumenten zijn geworden en allen
on the road zijn, zonder een
duidelijk doel, op zoek naar normen en waarden, ‘misschien wel moraliteit,’
zoals Steinbeck opmerkte toen hij in een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees
op de ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen
naar iets onbekends.’ Een
van de belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het
permanent gemobiliseerd zijn, zowel fysiek (de auto, de mobile home) als mentaal (reclame en
politieke propaganda). Carole Gottlieb Vopat:
Reality is never good enough; it must be
classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of
reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations,
whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected
from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal
with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the
road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change,
decision, purpose, and especially, in the best American tradition… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but
for his own life as well. He does not want to own his life or direct his
destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain
sensations rather than emotions.
Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde
reflexen gedreven Amerikaanse massacultuur
is nauwelijks denkbaar.
They avoid anything – self-analysis,
self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with
revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want
change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road
which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no
more.
Dean (links) en Sal.
In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:
In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:
Sal and his friends are not seeking or
celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their
solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid
thinking or feeling… there is only the eternal now, the jazz moment, which
demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their
fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a
capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor
values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end
that is much like death.
Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is
vervangen door een virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft
daar geen oog voor. Hij ziet slechts hopeloos ‘egotripperig’
gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur schept daarentegen een
gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die niet door de façade kan heen
kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s reisgenoot wijst ons erop dat
Dean Moriarty is himself America, or rather the
dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting
with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty,
lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing
frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.
Ze constateert dat
Kerouac is able to step back from his characters
to point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification
of life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road,
rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that
the shortcomings of the country to which they are so intimately connected.
Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of
corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In
particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching
characters with any public meaning or communal values to counteract the
emptiness of their private lives.
Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor ‘een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en betekenis, naar verlossing zelfs, waarbij
Dean’s response to continual disillusionment
is to forsake the destination for the journey: ‘Move!’
terwijl Sal
continually perceives the futility and
insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same
childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of
hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary
lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept
the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy
weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and
finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.
On the
Road
is tevens een fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en
vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse
Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar
niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak
allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the
Road ‘om het schijt hebben aan alles,’ terwijl in werkelijkheid het thema van de
roman precies het tegenovergestelde is. Carole Gottlieb Vopat die zich wel verder verdiepte in de roman benadrukt het volgende:
Although Dean’s madness endows everything with
frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely
meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off
with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment
of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive –
the moment when you know all and everything is decided for ever.’
Het Amerikaanse systeem roept een
niet te verzadigen hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar het
eeuwige nu, zonder verleden en toekomst,
zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute
individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun
baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet,
of een andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem
bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer
overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben
deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen. En in het
geval van Kerouac’s boek leest Mak niets anders dan het ‘egotripperige.’ Op
pagina 362 schrijft hij over ‘de naoorlogse generatie’:
De aantrekkingskracht van figuren als James
Dean en Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang
tot zelfverwerkelijking,
een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar
wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is volgens hem niet
meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak het lucide essay An American Education hebben gelezen van
Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington
State University, dan had hij het volgende over de kern van het ‘escapism’
in On the Road geweten:
Dean, represents the New World at its most a
anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in
divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the
relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his
vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of
death in the cyclical, Old Orld pattern; or he can respond by becoming an
‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an
opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to
overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment
and torturing the senses to attain the ‘timeless’ thourgh temporary vision and
ecstacy. The problem with the first response is that it is likely to result in
the shanllowness and social constriction that Sal flees in the book’s
beginning. The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in
part three, is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.
In een cultuur die geen verleden en toekomst kent,
alleen een permanent dwingend heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen
ruimte voor de dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken,
overgebleven is slechts een kaarsrechte weg omhoog, almaar omhoog. Vandaar Mak’s misvatting dat ‘Amerikanen…
hele
optimistische mensen’ zijn.
In hun land is alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die zinloos lijkt, een onrechtvaardig einde van het leven in een onverzadigbare consumentenparadijs. Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op
verkijkt, functioneert daarbij als een verdedigingswal waarachter angstige en van
elkaar geisoleerde mensen zich verschuilen. Gary Snyder in Turtle Island:
A culture that alienates
itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside
(that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing
ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed
to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.
Ook het werk van Gary Snyder
heeft Mak niet gelezen, zo blijkt uit zijn literatuurlijst, en evenmin de
romans van een van de grootste Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw: F.
Scott Fitzgerald. In The Crack-Up
schrijft hij:
All the stories that came
into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my
novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my
millionaires were as were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants.
In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t
the reckless, careless business these people thought – this generation just
younger than me.
Ik kom later terug op Scott
Fitzgerald. In Reizen zonder John is Mak ‘op zoek naar Amerika,’ inderdaad ‘zonder John,’ en niet alleen ‘zonder John,’ maar
ook zonder al die andere Amerikaanse schrijvers en beeldend kunstenaars die in
hun werk doordringen tot de diepere lagen van hun samenleving. Illustrerend voor
het feit dat Mak er niet in slaagt de Amerikaanse cultuur te doorgronden is
zijn volgende kwalificatie tegenover Vrij Nederland:
Het egotripperige van Kerouac heeft mij nooit zo
aangetrokken.
De enige constatering uit deze beschrijving is
dat Mak niets heeft begrepen van het Amerikaanse karakter van Kerouac's werk, en zeker niet van On the Road. Laten we Carole Gottlieb
Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit
van Wisconsin, aan het woord laten. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations
schrijft ze over Jack Kerouac’s On the
Road:
Kerouac has… provided an enduring portrait of
the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated
American life for his generation.
In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat
door de uiterlijke schijn heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan
literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals
Mak doet. Ze laat zien dat in On the Road
de protagonist
Sal Paradise goes on the road to escape from
life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility
of more demanding human relationships, and from a more demanding human
relationship with himself.
Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is
in feite een beschrijving van de VS die Mak niet kan accepteren. Kerouac laat
een van zichzelf en de maatschappij vervreemde stem horen, die leeft in een
niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers consumenten zijn geworden en allen
on the road zijn, zonder een
duidelijk doel, op zoek naar normen en waarden, ‘misschien wel moraliteit,’
zoals Steinbeck opmerkte toen hij in een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees
op de ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen
naar iets onbekends.’ Een
van de belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het
permanent gemobiliseerd zijn, zowel fysiek (de auto) als mentaal (reclame en
politieke propaganda). Carole Gottlieb Vopat:
Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations, whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition, responsibility… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than emotions.
Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde
reflexen gedreven Amerikaanse massacultuur
is nauwelijks denkbaar.
They avoid anything – self-analysis,
self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with
revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want
change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road
which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no
more.
In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van
Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:
Sal and his friends are not seeking or
celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their
solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid
thinking or feeling… there is only the Eternal now, the jazz moment, which
demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their
fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a
capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor
values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end
that is much like death.
Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is
vervangen door een virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft
daar geen oog voor. Hij ziet slechts hopeloos ‘egotripperig’
gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur schept daarentegen een
gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die niet door de façade kan heen
kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s reisgenoot wijst ons erop dat
Dean Moriarty is himself America, or rather the
dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting
with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty,
lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing
frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.
Ze constateert dat
Kerouac is able to step back from his characters
to point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification
of life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road,
rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that
the shortcomings of the country to which they are so intimately connected.
Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of
corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In
particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching
characters with any public meaning or communal values to counteract the
emptiness of their private lives.
Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor ‘een los geschreven
verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een
bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en betekenis, naar
verlossing zelfs, waarbij
Dean’s response to continual disillusionment
is to forsake the destination for the journey: ‘Move!’
terwijl Sal
continually perceives the futility and
insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same
childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of
hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary
lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept
the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy
weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and
finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.
On the
Road
bevat namelijk tevens een fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en
vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse
Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar
niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak
allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the
Road ‘om het schijt hebben aan alles’ terwijl het thema van de
roman precies het tegenovergestelde is.
Carole Gottlieb Vopat die zich wel verder verdiepte in de roman benadrukt het volgende:
Although Dean’s madness endows everything with
frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely
meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off
with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment
of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive –
the moment when you know all and everything is decided for ever.’
Het Amerikaanse systeem roept een
onverzadigbare hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar het
eeuwige nu, zonder verleden en toekomst,
zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute
individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun
baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet,
of een andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem
bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer
overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben
deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen. En in het
geval van Kerouac’s boek leest hij niets anders dan het ‘egotripperige.’ Op
pagina 362 schrijft hij over ‘de naoorlogse generatie’:
De aantrekkingskracht van figuren als James
Dean en Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang
tot zelfverwerkelijking,
een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar
wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is volgens hem niet
meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak het lucide essay An American Education hebben gelezen van
Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington
State University, dan had hij het volgende over de kern van het ‘escapism’
in On the Road geweten:
Dean, represents the New World at its most a
anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in
divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the
relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his
vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of
death in the cyclical, Old Orld pattern; or he can respond by becoming an
‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an
opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to
overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment
and torturing the senses to attain the ‘timeless’ thourgh temporary vision and
ecstacy. The problem with the first response is that it is likely to result in
the shanllowness and social constriction that Sal flees in the book’s
beginning. The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in
part three, is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.
In een cultuur die geen verleden en toekomst kent,
alleen een permanent heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen
ruimte voor de dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken,
overgebleven is slechts een kaarsrechte weg omhoog, almaar omhoog. Vandaar Mak’s opmerking dat ‘Amerikanen…
hele
optimistische mensen’ zijn.
In hun land is alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die zinloos lijkt, een onrechtvaardig einde van het leven voor de
onverzadigbare consument. Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op
verkijkt, functioneert als een verdedigingswal waarachter angstige en van
elkaar geisoleerde mensen zich verschuilen. Gary Snyder in Turtle Island:
A culture that alienates
itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside
(that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing
ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed
to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.
Ook het werk van Gary Snyder
heeft Mak niet bestudeerd, zo blijkt uit zijn literatuurlijst, en evenmin de
romans van een van de grootste Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw: F.
Scott Fitzgerald. In The Crack-Up
schrijft hij:
All the stories that came
into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my
novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my
millionaires were as were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants.
In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t
the reckless, careless business these people thought – this generation just
younger than me.
Ik kom later terug op Scott
Fitzgerald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten