woensdag 14 november 2012

'Deskundigen' 31


In tegenstelling tot John Steinbeck en Jack Kerouac is Geert Mak beslist geen 'wilde jongen' die 'speed' gebruikt, maar een Nederlandse auteur die met een bekertje kruidenthee on the road gaat.


John Steinbeck's typering dat de bevolking van de VS gedreven wordt door een ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends – misschien wel moraliteit,’ is volgens Geert Mak onzin, geschreven door een man wiens Cannery Row ‘een buitengewoon on-Amerikaans, misschien zelfs anti-Amerikaans boek’ is, fundamenteel afwijkend van het in zijn ogen kenmerkende ‘optimisme van de Amerikanen.’

In Reizen zonder John is Mak op zoek naar Amerika.’ In het kader daarvan wordt Jack Kerouac’s klassieker On the Road door hem omschreven als

een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens… Kerouacs boek [was] typerend voor een nieuwe generatie die de nadruk legde op consumeren. Bij Kerouac ging het niet meer om het nut en het doel van de tocht, maar enkel om de reis op zich, om het ontworteld zijn, om het schijt hebben aan alles.

De enige constatering uit deze beschrijving is dat Mak niets heeft begrepen van het Amerikaanse karakter van On the Road. Laten we Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, aan het woord laten. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations schrijft ze over Jack Kerouac’s On the Road:

Kerouac has… provided an enduring portrait of the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated American life for his generation.

In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat door de uiterlijke schijn heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals Mak doet. Ze laat zien dat in On the Road de protagonist

Sal Paradise goes on the road to escape from life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility of more demanding human relationships, and from a more demanding human relationship with himself.

Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is in feite een beschrijving van de VS die Mak niet kan accepteren. Kerouac laat een van zichzelf en de maatschappij vervreemde stem horen, die leeft in een niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers consumenten zijn geworden en allen on the road zijn, zonder een duidelijk doel, op zoek naar normen en waarden, ‘misschien wel moraliteit,’ zoals Steinbeck opmerkte toen hij in een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees op de ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends.’ Een van de belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het permanent gemobiliseerd zijn, zowel fysiek (de auto, de mobile home) als mentaal (reclame en politieke propaganda). Carole Gottlieb Vopat:

Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations, whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than emotions.

Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde reflexen gedreven  Amerikaanse massacultuur is nauwelijks denkbaar.

They avoid anything – self-analysis, self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.
Dean (links) en Sal. 

In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:

Sal and his friends are not seeking or celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there is only the eternal now, the jazz moment, which demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end that is much like death.

Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft daar geen oog voor. Hij ziet slechts hopeloos ‘egotripperig’ gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur schept daarentegen een gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die niet door de façade kan heen kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s reisgenoot wijst ons erop dat

Dean Moriarty is himself America, or rather the dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty, lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.

Ze constateert dat

Kerouac is able to step back from his characters to point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification of life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road, rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that the shortcomings of the country to which they are so intimately connected. Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching characters with any public meaning or communal values to counteract the emptiness of their private lives.

Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en betekenis, naar verlossing zelfs, waarbij

Dean’s response to continual disillusionment is to forsake the destination for the journey: ‘Move!’

terwijl Sal

continually perceives the futility and insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.

On the Road is tevens een fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the Road ‘om het schijt hebben aan alles,’ terwijl in werkelijkheid het thema van de roman precies het tegenovergestelde is. Carole Gottlieb Vopat die zich wel verder verdiepte in de roman  benadrukt het volgende:

Although Dean’s madness endows everything with frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive – the moment when you know all and everything is decided for ever.’

Het Amerikaanse systeem roept een niet te verzadigen hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet, of een andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen. En in het geval van Kerouac’s boek leest Mak niets anders dan het ‘egotripperige.’ Op pagina 362 schrijft hij over ‘de naoorlogse generatie’:

De aantrekkingskracht van figuren als James Dean en Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking,

een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is volgens hem niet meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak het lucide essay An American Education hebben gelezen van Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington State University, dan had hij het volgende over de kern van het ‘escapism’ in On the Road geweten:

Dean, represents the New World at its most a anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of death in the cyclical, Old Orld pattern; or he can respond by becoming an ‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment and torturing the senses to attain the ‘timeless’ thourgh temporary vision and ecstacy. The problem with the first response is that it is likely to result in the shanllowness and social constriction that Sal flees in the book’s beginning. The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in part three, is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.

In een cultuur die geen verleden en toekomst kent, alleen een permanent dwingend heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen ruimte voor de dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken, overgebleven is slechts een kaarsrechte weg  omhoog, almaar omhoog. Vandaar Mak’s misvatting dat ‘Amerikanen… hele optimistische mensen’ zijn. In hun land is alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die  zinloos lijkt, een onrechtvaardig einde van het leven in een onverzadigbare consumentenparadijs. Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op verkijkt, functioneert daarbij als een verdedigingswal waarachter angstige en van elkaar geisoleerde mensen zich verschuilen. Gary Snyder in Turtle Island:

A culture that alienates itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside (that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.

Ook het werk van Gary Snyder heeft Mak niet gelezen, zo blijkt uit zijn literatuurlijst, en evenmin de romans van een van de grootste Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw: F. Scott Fitzgerald. In The Crack-Up schrijft hij:

All the stories that came into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless business these people thought – this generation just younger than me.

Ik kom later terug op Scott Fitzgerald. In Reizen zonder John is Mak ‘op zoek naar Amerika,’ inderdaad zonder John,’ en niet alleen ‘zonder John,’ maar ook zonder al die andere Amerikaanse schrijvers en beeldend kunstenaars die in hun werk doordringen tot de diepere lagen van hun samenleving. Illustrerend voor het feit dat Mak er niet in slaagt de Amerikaanse cultuur te doorgronden is zijn volgende kwalificatie tegenover Vrij Nederland:

Het egotripperige van Kerouac heeft mij nooit zo aangetrokken.

De enige constatering uit deze beschrijving is dat Mak niets heeft begrepen van het Amerikaanse karakter van Kerouac's werk, en zeker niet van On the Road. Laten we Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, aan het woord laten. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations schrijft ze over Jack Kerouac’s On the Road:

Kerouac has… provided an enduring portrait of the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated American life for his generation.

In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat door de uiterlijke schijn heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals Mak doet. Ze laat zien dat in On the Road de protagonist

Sal Paradise goes on the road to escape from life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility of more demanding human relationships, and from a more demanding human relationship with himself.

Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is in feite een beschrijving van de VS die Mak niet kan accepteren. Kerouac laat een van zichzelf en de maatschappij vervreemde stem horen, die leeft in een niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers consumenten zijn geworden en allen on the road zijn, zonder een duidelijk doel, op zoek naar normen en waarden, ‘misschien wel moraliteit,’ zoals Steinbeck opmerkte toen hij in een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees op de ‘nerveuze rusteloosheid, een honger, een dorst, een brandend verlangen naar iets onbekends.’ Een van de belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het permanent gemobiliseerd zijn, zowel fysiek (de auto) als mentaal (reclame en politieke propaganda). Carole Gottlieb Vopat:

Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations, whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition, responsibility… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than emotions.

Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde reflexen gedreven  Amerikaanse massacultuur is nauwelijks denkbaar.

They avoid anything – self-analysis, self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.

In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:

Sal and his friends are not seeking or celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there is only the Eternal now, the jazz moment, which demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end that is much like death.

Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft daar geen oog voor. Hij ziet slechts hopeloos ‘egotripperig’ gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur schept daarentegen een gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die niet door de façade kan heen kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s reisgenoot wijst ons erop dat

Dean Moriarty is himself America, or rather the dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty, lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.

Ze constateert dat

Kerouac is able to step back from his characters to point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification of life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road, rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that the shortcomings of the country to which they are so intimately connected. Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching characters with any public meaning or communal values to counteract the emptiness of their private lives.

Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en betekenis, naar verlossing zelfs, waarbij

Dean’s response to continual disillusionment is to forsake the destination for the journey: ‘Move!’

terwijl Sal

continually perceives the futility and insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.

On the Road bevat namelijk tevens een fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the Road ‘om het schijt hebben aan alles’ terwijl het thema van de roman precies het tegenovergestelde is.  Carole Gottlieb Vopat die zich wel verder verdiepte in de roman  benadrukt het volgende:

Although Dean’s madness endows everything with frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive – the moment when you know all and everything is decided for ever.’

Het Amerikaanse systeem roept een onverzadigbare hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet, of een andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen. En in het geval van Kerouac’s boek leest hij niets anders dan het ‘egotripperige.’ Op pagina 362 schrijft hij over ‘de naoorlogse generatie’:

De aantrekkingskracht van figuren als James Dean en Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking,

een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is volgens hem niet meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak het lucide essay An American Education hebben gelezen van Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington State University, dan had hij het volgende over de kern van het ‘escapism’ in On the Road geweten:

Dean, represents the New World at its most a anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of death in the cyclical, Old Orld pattern; or he can respond by becoming an ‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment and torturing the senses to attain the ‘timeless’ thourgh temporary vision and ecstacy. The problem with the first response is that it is likely to result in the shanllowness and social constriction that Sal flees in the book’s beginning. The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in part three, is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.

In een cultuur die geen verleden en toekomst kent, alleen een permanent heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen ruimte voor de dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken, overgebleven is slechts een kaarsrechte weg  omhoog, almaar omhoog. Vandaar Mak’s opmerking dat ‘Amerikanen… hele optimistische mensen’ zijn. In hun land is alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die  zinloos lijkt, een onrechtvaardig einde van het leven voor de onverzadigbare consument. Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op verkijkt, functioneert als een verdedigingswal waarachter angstige en van elkaar geisoleerde mensen zich verschuilen. Gary Snyder in Turtle Island:

A culture that alienates itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside (that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.

Ook het werk van Gary Snyder heeft Mak niet bestudeerd, zo blijkt uit zijn literatuurlijst, en evenmin de romans van een van de grootste Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw: F. Scott Fitzgerald. In The Crack-Up schrijft hij:

All the stories that came into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless business these people thought – this generation just younger than me.
Ik kom later terug op Scott Fitzgerald. 



Geen opmerkingen: