In mijn kritiek op de pretentie van
de commerciele pers dat ze objectief bericht geeft, vanuit het perspectief van
een redelijk midden, citeerde ik de Amerikaanse denker Wendell Berry die in The
Unsettling of America beschrijft hoe het kleurloze midden het grote gevaar vormt omdat het niet in staat is zich aan te passen aan een radicaal veranderende
situatie. Hij stelt dan vervolgens:
‘Like many another orthodoxy, it
would rather die than change, and may change only by dying. This determination
is enforced both from within and from without.’
Een lezer mailde mij met de vraag: ‘wat bedoelt Berry precies met
orthodoxy?’ Wel, Berry doelt op de rechtzinnigen in de leer, die niet kunnen
afwijken van de diepst gekoesterde dogma’s. Een duidelijk voorbeeld hiervan is
de doctrine van de winst, waarbij de gelovigen ervan uitgaan dat concerns steeds meer
winst moeten maken. Het bestrijden van dat dogma is een absoluut taboe
in onze cultuur, het winstprincipe staat buiten discussie, dit
onderwerp kan niet besproken worden door de massamedia, net zo min als de geestelijkheid in de middeleeuwen het bestaan van de judeo-christelijke god ter discussie kon stellen. Berry zelf geeft het volgende voorbeeld:
‘The pattern of orthodoxy in
religion, because it is well known, gives us a useful paradigm. The encrusted
religious structure is not changed by its institutional dependents – they are
part of the crust. It is changed by one who goes alone to the wilderness, where
he fasts and prays, and returns with cleansed vision. In going alone, he goes
independent of institutions, forswearing orthodoxy (“right opinion”). In going
to the wilderness he goes to the margin, where he is surrounded by the
possibilities – by no means all good – that orthodoxy has excluded. By fasting
he disengages his thoughts from the immediate issues of livelihood; his willing
hunger takes his mind off the payroll, so to speak. And by praying he acknowledges
ignorance; the orthodox presume to know, whereas the marginal person is trying
to find out. He returns to the community, not necessarily with new truth, but
with a new vision of the truth; he sees it more whole than before.’
Dit laatste is een fundamenteel andere instelling dan die van bijvoorbeeld de
televisiejournalist Chris Kijne die bereid is om -- in zijn woorden -- ‘de
waarheid , niets dan de waarheid’ te verzwijgen in een poging ‘even
een hoger belang’ te dienen, dat hij verder niet omschrijft maar dat in
de praktijk neerkomt op het beschermen van de failliete houding van de
orthodoxy, in dit geval de luchthandel van de bankiers. Deze opportunistische
houding is helder geformuleerd door Frits van Exter, de voormalige hoofdredacteur van Trouw, en huidige hoofdredacteur van Vrij Nederland. Tegenover Extra, een tijdschrift dat de
commerciele massamedia kritisch volgde, verklaarde Van Exter onder de kop: 'De
conditionering van de kudde' het volgende: 'Lezers horen
wantrouwend te zijn tegenover de media ... De aandacht van de media [wordt]
natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd … door de politieke machten … Dat
geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale
politiek … Het heeft voor een deel te maken met de vluchtigheid van het medium.
Deels ook volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan
kuddegedrag … Als je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of
iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt “ik vind dit
een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,” dat je dat ook
bekijkt. De dingen waar hij het niet over heeft, die volg je dus minder…
het werkt voor een deel reflexmatig. Reflexen zijn het, je bent daar
geconditioneerd in.'
‘Kuddegedrag,’ ik
had de mentaliteit van het overgrote deel van de commerciele journalisten niet
beter kunnen formuleren. ‘Reflexmatig,’ weten de Kijne’s in de
journalistiek wanneer ze ‘even een hoger belang’ moeten dienen en
het publiek een rad voor ogen moeten draaien. En zo niet, dan is de orthodoxie
overal ter wereld onverbiddellijk in de bestraffing. De rechtzinnigen zien er
nauwlettend op toe dat degene die zich niet aan de regel houdt gemarginaliseerd
wordt. Zo werkt de disciplinering al vele eeuwen. Nu heet het alleen:
democratie. In de negentiende eeuw schreef Flaubert: 'De middelmaat heeft de Regel lief; ik
haat hem. Van de Regel en van alle beperkingen, genootschappen en kasten, van iedere
hiërarchie, iedere indeling, iedere kudde heb ik een afschuw die mijn ziel vervult.'
'The Unknown Citizen
And our Social Psychology workers found
That he was popular with his mates and liked a drink.
The Press are convinced that he bought a paper every day
And that his reactions to advertisements were normal in every way.
Policies taken out in his name prove that he was fully insured,
And his Health-card shows he was once in hospital but left it cured.
Both Producers Research and High-Grade Living declare
He was fully sensible to the advantages of the Instalment Plan
And had everything necessary to the Modern Man,
A phonograph, a radio, a car and a frigidaire.
Our researchers into Public Opinion are content
That he held the proper opinions for the time of year;
When there was peace, he was for peace: when there was war, he
went.'
W.H. Auden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten