woensdag 9 mei 2012

Chris Kijne van de VPRO 32



De bereidheid van een televisiejournalist als Chris Kijne om ‘even een hoger belang’ te dienen dan 'de waarheid, niets dan de waarheid' en om zijn ‘heil’ te zoeken in een gedroomd redelijk midden leidt onvermijdelijk tot het handhaven van de status quo en daarmee tot de schrikbarende stagnatie waarmee wij vandaag de dag geconfronteerd zijn. Dat ‘hoger belang’ waar Kijne (die alleen maar exemplarisch is voor de commerciele journalistiek) op doelt, is kort samengevat de bescherming van het westerse model waarbij een kleine economische elite buiten de democratie om besluiten neemt die ingrijpende consequenties hebben voor alle burgers, een model waarbij wereldwijd de kloof tussen arm en rijk de afgelopen halve eeuw is verdubbeld en een klimaatverandering heeft bewerkstelligd met zo mogelijk nog grotere gevolgen, een model dat in de praktijk neerkomt op een permanente staat van oorlog met mens en natuur. In concreto: Kijne’s ‘hoger belang’ is het belang van de banken en de institutionele beleggers die sinds het midden van de jaren zeventig op grote schaal met niet bestaand geld hebben gespeculeerd, hetgeen in 2008 tot een voorspelbare kredietcrisis leidde die vervolgens de echte economie van goederen en diensten in een crisis stortte. De redding van de parasitaire luchthandel is het ‘hoger belang’ waar Kijne mee schermt. Hij staat daarin niet alleen, de hele orthodoxie in ons bestel -- inclusief politici en journalisten -- is voor handhaving van wat vroeger gewoon het kapitalisme heette en dat nu is geevolueerd in een neoliberal systeem waarbij grote groepen individuen in het Westen overtollig zijn geworden omdat de arbeiders in de lage lonenlanden stukken goedkoper zijn. Bovendien bestaat er in de Derde Wereld nauwelijks of geen sociale wetgeving en ook de milieueisen daar zijn veel gunstiger voor onze rechtzinnig in de leer zijnde elites die hun aanzienlijke rijkdommen nog meer willen uitbreiden. De taak van de westerse journalistiek is dit systeem te propageren als het meest rationele, beste model. De Britse auteur John Berger schrijft in dit verband:

‘De veronderstellingen waarvan het mediabedrijf uitgaat namens het publiek zijn behalve blind ook verblindend… Misschien is het precies op dit punt dat onze vorm van democratie een langzame dood sterft. Als dat zo is, dan als gevolg van een weigering. De weigering van het mediabedrijf om het feit te erkennen en te laten doorwerken dat het publiek in zijn hart weet hoe de wereld in elkaar zit… De reden van deze weigering die een bedreiging is voor onze vorm van democratie, de reden waarom het mediabedrijf stelselmatig onderschat wat we gemeen hebben, die reden is steeds dezelfde: de normloze drang tot verkopen.’

En omdat in het neoliberalisme winst maken het heiligste geloofsartikel is spreekt Berger van 'the dealers of the Free Market and their corollary, the Mafia,' die weten dat

'they now have the world in their pocket. They have. But to maintain their confidence they have to change the meaning of all the words used in languages to explain or praise or give value to life: every word, according to them now, is the servant of profit. And so they have become dumb. Or, rather, they can no longer speak any truth. Their language is too withered for that. As a consequence they have also lost the faculty of memory. A loss which one day will be fatal.' 

Fataal. Welnu, in The Unsettling of America schrijft de Amerikaanse auteur, dichter en boer Wendell Berry over Culture & Agriculture:

‘Our history forbids us to be surprised that an orthodoxy of thought should become narrow, rigid, mercenary, morally corrupt, and vengeful against dissenters. This has happened over and over and over again. It might be thought the maturity of orthodoxy; it is what finally happens to a mind once it has consented to be orthodox. But one may be permitted a litlle amusement, if not surprise, that this should have befallen a modern science, which was set up, as it never tires of advertising, to pursue truth, not to protect it.’

Berry wijst erop dat 

‘Like many another orthodoxy, it would rather die than change, and may change only by dying. This determination is enforced both from within and from without.’

We zien nu voor onze ogen hoe het ‘hoger belang’ van een parasitaire cultus

‘is also enforced by the very nature of orthodoxy: one who presumes to know the truth does not look for it. If change is to come, then, it will have to come from the outside. It will have to come from the margins. As an orthodoxy loses its standards, becomes unable to measure itself by what it ought to be, it comes to be measured by what it is not. The margins begin to close in on it, to break down the confidence that supports it, to set up standards clarified by a broadened sense of purpose and necessity, and to demonstrate better possibilities. Though it does not necessarily or always work for the better... this sort of change is a dominant theme of our tradition, whose “central” figures have often worked their way inward from the margins. It was the desert, not the temple, that gave us the prophets; the colonies, not the motherland, that gave us Adams and Jefferson.’

De noodzakelijke verandering zal niet uit Kijne’s gestagneerde, geidealiseerde midden komen, maar uit de gemarginaliseerde marges, niet van binnenuit, maar van buitenaf. Later meer.

Geen opmerkingen:

Alleen Extremistische Joden worden Uitgenodigd door premier Schoof

  Joodse organisaties opnieuw uitgesloten van overleg over antisemitisme Onder meer Een Ander Joods Geluid, Erev Rav, gate 48 en The Rights ...