zondag 27 februari 2011

Arie Elshout van de Volkskrant 27


Volkskrant opiniemaker Arie Elshout: You don’t need a weatherman To know which way the wind blows.


Dat de Volkskrantlezer in het artikel van Arie Elshout over een blanke Amerikaanse 'propagandist van geweldloos verzet' te maken heeft met onvervalste westerse propaganda blijkt uit onder andere het volgende, ik citeer even het hele fragment:

'sinds The New York Times hem vorige week portretteerde als de man die met zijn boeken over geweldloze actie de hand heeft gehad in Mubaraks val in Egypte, bellen er elke dag journalisten bij hem aan. Allemaal verbaasd hoe het kan dat deze broze, zonderlinge studeerkamergeleerde heeft kunnen uitgroeien tot de schrik van de Iraanse mullahs, de Birmaanse generaals, de Russische potentaten en Hugo Chavez van Venezuela.'


Allemaal goed en wel, maar waarom staat de naam van Hugo Chavez in dit rijtje? In tegenstelling tot de anderen, kennelijk een te verwaarlozen feit, is de Venezolaanse president democratisch gekozen, en werd tijdens een gewelddadige door de VS onmiddellijk erkende staatsgreep van ultrarechtse Venezolaanse rijken een paar dagen lang verdreven, maar dankzij de steun van de meerderheid van de bevolking weer aan de macht geholpen. Chavez is juist het tegendeel van de 'Iraanse mullahs, de Birmaanse generaals, de Russische potentaten.' Het is waar, net als Iran bezit Venezuela olie, veel olie, de  onontbeerlijke grondstof voor het rijke Westen, en dat verklaart veel zo niet alles, waaronder het volgende:


In the case of the coup in Venezuela in 2002, we know the following:
- Groups in Venezuela that participated in the coup had been supported financially and politically by the US.
- The CIA had advance knowledge of the plans for a coup, and did nothing to warn the Venezuelan government, nor did the US do anything meaningful to try to stop the coup.
- although the US knew in advance about the plans for a coup, when these events played out, the US tried to claim that there was no coup.
- the US pushed for international recognition of the coup government.
- the International Monetary Fund, which would not take such action without advance approval from the United States, announced its willingness to support the coup government a few hours after the coup took place.
These facts about US government "involvement" in the coup in Venezuela are documented in Oliver Stone's recent movie, South of the Border. This is why it's so important for as many Americans as possible to see this movie: because there are basic facts about the relationship of actual US government policies - as opposed to rhetoric - to democracy in Latin America that major US media simply cannot be counted upon to report straight. In order to successfully agitate for meaningful reform of US government policy in Latin America, Americans have to know what the actual policy of the US government has been.


Feiten die niet passen in Arie's propaganda en dus verzwegen worden, evenals het feit dat Venezuela nu al bijna een eeuw lang olie produceert, en desondanks de bevolking er niet van profiteerde. Lange tijd werd het gerund door een plutocratie waardoor er nu nog steeds 37,9 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft, dat wil zeggen: volgens een ruwe schatting uit 2005 die in het CIA-factbook wordt gegeven. In werkelijkheid is dat percentage straatarmen aanzienlijk hoger. Vandaar ook dat de armen meteen bereid waren om op straat te strijden voor de terugkeer van hun president Chavez. Muisstil is Elshout hierover. https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/ve.html 

Feit is dat Chavez democratisch is gekozen en zijn aanhangers een lange reeks democratische verkiezingen hebben gewonnen. Feit is ook dat: 

Hugo Rafael Chávez Frías (Spanish pronunciation: [ˈuɣo rafaˈel ˈtʃaβes ˈfɾi.as]; born July 28, 1954) is the 56th and current President ofVenezuela, having held that position since 1999. Following his own political ideology of Bolivarianism and purporting "Socialism for the 21st Century", he has focused on implementing socialist reforms in the country as a part of a social project known as the Bolivarian Revolution, which has seen the implementation of a new constitution and participatory democracy... A vocal critic of capitalism and in particular neoliberalism, he has been a prominent opponent of the United States' foreign policy.[1] He has supported Latin American and Caribbean cooperation and was instrumental in setting up the pan-regional Union of South American Nations, the Bolivarian Alliance for the Americas, the Bank of the South, and the regional television network TeleSur. His political influence in Latin America led Time magazine to include him among their list of the world's 100 most influential people in both 2005 and 2006.[2][3]... In 2008, Human Rights Watch released a report reviewing Chávez's human rights record over his first decade in power.[202] The report praises Chávez's 1999 amendments to the constitution which significantly expanded human rights guarantees, but notes a "wide range of government policies that have undercut the human rights protections established" by the revised constitution.[202] In particular, the report accuses Chávez and his administration of engaging in discrimination on political grounds, eroding the independence of the judiciary, and of engaging in "policies that have undercut journalists' freedom of expression, workers' freedom of association, and civil society's ability to promote human rights in Venezuela."[203] The report also mentioned improvements in women's rights and indigenous rights. Subsequently, over a hundred Latin American scholars signed a joint letter with the Council on Hemispheric Affairs criticizing the Human Rights Watch report for its alleged factual inaccuracy, exaggeration, lack of context, illogical arguments, and heavy reliance on opposition newspapers as sources, amongst other things.[204][205][206] 


Kortom, de democratisch gekozen Chavez op 1 hoop gooien met het Iraanse regime, de Russische Mafia-regering en Birmaanse folteraars is niets anders dan verwerpelijke propaganda en heeft niets met serieuze journalistiek te maken. Interessant in dit opzicht is dat 1 regime, die op de achtergrond in feite de belangrijkste rol in de actuele gebeurtenissen speelt, niet genoemd wordt, te weten het moslimfundamentalistische koningshuis van Saudi Arabie, het land dat naar koning Ibn Saud is genoemd. En waarom noemt Arie die niet? Het antwoord is simpel: Saudi Arabie heeft de meeste olie en doet wat het Westen beveelt. Bovendien heeft het onlangs de grootste wapendeal gesloten die de VS ooit heeft binnengesleept. 'US pushing $60bn Saudi arms deal. The largest ever US deal to sell advanced fighter jets to Saudi Arabia is expected to support at least 75,000 US jobs.' http://english.aljazeera.net/news/americas/2010/09/20109137124379527.html

En aangezien dit normaal is, geldt hier niet man bijt hond, dus is dit geen nieuws. 

 President Franklin Roosevelt (right) is pictured talking to King Ibn Saud of Saudi Arabia about developing a Middle East oil relationship following the Yalta Conference in February 1945. FDR was successful and worked out a deal for Saudi oil for the United States. 

Kijk, de door Arie Elshout verzwegen context van dit alles is het volgende:

Na de Tweede Wereldoorlog nam de Verenigde Staten de bescherming van de Westerse oliebelangen van de Britten over. Opnieuw had een wereldoorlog bewezen hoe de beschikking over voldoende olie uiteindelijk de eindoverwinning opleverde. En opnieuw zou de vrede gaan bewijzen hoe vitaal deze grondstof is. Na tijdens de Yalta Conferentie met Stalin en Churchill de macht in de wereld te hebben herverdeeld, vloog Roosevelt onmiddellijk door naar Egypte, waar in het Suez kanaal de USS Quincy voor anker lag. Aan boord van dit oorlogsschip ontving twee maanden voor zijn dood de president van 's werelds rijkste en machtigste natie de koning van een handjevol arme woestijnnomaden, die met een tent en honderd schapen was gearriveerd, bedoeld om te worden geslacht voor een feestmaal. Dat op Amerikaanse schepen een vleesvoorraad van tenminste zestig dagen ingevroren lag wist hij niet. Toen hem de kapiteinshut als verblijf werd aangeboden, wees de woestijnvorst dit aanbod met verachting van de hand, hij prefereerde het om in zijn tent op dek te slapen, van moderne uitwassen moest hij niets hebben. Eén ding wist de koning wel: het moderne leven zou zonder olie tot stilstand komen en hij was eigenaar van de grootste oliereserves op aarde. Meer dan vijf uur lang spraken Roosevelt en Ibn Saoed met elkaar. Hoewel beide partijen naderhand uiterst zwijgzaam over de inhoud van het gesprek waren, lekte later uit dat er lang en intensief over de Saoedische olie was gesproken, 'een ontzagwekkende bron van strategische macht en een van de essentiële hoofdprijzen in de wereldgeschiedenis,' zoals in 1945 het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de olievelden van het Midden Oosten betitelde. Een correspondent van de New York Times schreef onmiddellijk na het onderhoud: 'De immense olie voorraden in Saoedie Arabië alleen al maken dat land belangrijker voor de Amerikaanse diplomatie dan bijna elk ander klein land.'




Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...