een handel in lucht waarover de vooraanstaande Amerikaanse publiciste Barabara Ehrenreich onlangs schreef:
http://www.ex-yupress.com/vjesnik/vjesnik8.html
Dat ziet er allemaal niet betrouwbaar uit, Siebelt. Ik vreees dat je een poseur bent, iemand die het vak niet beheerst. Journalistiek is een moeilijk vak. Ik weet daar alles van. Begin er maar niet aan, jongen. Het is geen vrijplaats voor rancune en ressentimenten van mensen die mislukt zijn. Zoals ik al eerder schreef:
'Waar het in wezen omgaat is dat Kees Broer in dezelfde modderpoel van ressentimenten en rancune roert als al die andere reactionairen die de voedingsbodem scheppen van iets dat niet consequentieloos zal blijven. Het is daarbij tevens opmerkelijk dat al dit soort mensen zelf nooit de gevolgen van terreur van nabij hebben meegemaakt.'
En voor degenen van goede wil: uiteindelijk worden fatsoenlijke mensen altijd door dit slag mensen vernietigd. Poseurs, mensen zonder eigen identiteit die zichzelf door de ogen van anderen zien, weten van geen ophouden. Ze kunnen niet anders. Ze zijn onverzadigbaar. Hoewel ze in uiteenlopende gradaties en soorten voorkomen hebben ze één ding gemeen: na verloop van tijd gaan ze in hun eigen geconstrueerde waarheid geloven. Als vanzelf valt de poseur terug op een pose. Z'n woorden zijn een schreeuw om aandacht. Hij wil behagen om bewonderd te worden. De opinie an sich interesseert hem niet, alleen het effect dat ze teweegbrengt. En omdat in een massamaatschappij gedachten niet de ultieme impact opleveren, zet hij sentimenten in: het simplistische vooroordeel tegen het complexe oordeel, de impuls tegen de bezinning, de verholen suggestie tegen de beargumenteerde gedachte.
De poseur speelt in op existentiele angsten, het gefluisterde woord is zijn wapen. Niets kan hij waarmaken, maar dat hoeft ook niet, hij moet het niet hebben van feiten maar van angst die hij kan bespelen. Kijk uit voor ze. De poseur wacht op het juiste moment. Zijn tijd breekt aan wanneer de chaos en de angst het grootst zijn, als vanzelf komt hij dan bovendrijven. Kenmerkend aan hem is dat hij geen mededogen kent. Zelfs wanneer de tegenstander bloedend op de grond ligt, zal hij met zijn laarzen het gezicht van zijn slachtoffer tot moes trappen. Ik ken dat soort mensen. Ik heb ze overal ter wereld gezien.
En er is misschien nog wel iets ergers, iets dat fatsoenlijke mensen nog meer bedreigt. De Hongaarse auteur Imre Kertesz schrijft daarover in zijn essaybundel De verbannen taal:
Als je in de kooi van wilde beesten wordt gegooid, moet je op beestachtige wijze vechten. De lage denkwijze waartegen je protesteert leidt ertoe dat je je zelf ook lage gedachten over jezelf krijgt, en uiteindelijk niet meer 'jezelf denkt' maar iemand anders; dit proces misvormt je persoonlijkheid. De meest pijnlijke verdediging van zo'n misvormde persoonlijkheid is welbekend: het moment waarop hij uiteindelijk zijn eigen menselijkheid probeert aan te tonen tegenover de onmenselijke ideologen. En ook daar zit iets meelijwekkends in, ze willen hem immers juist van zijn menszijn beroven.
Kertesz kan het weten, als jood overleefde hij Auschwitz. Het gaat om de angsten, de instincten, de driften, die de poseur probeert te mobiliseren. En het was Abel Herzberg die na Bergen-Belsen te hebben overleefd erop wees hoe de gewone moderne massamens gedreven wordt door instincten, toen hij tegenover mij verklaarde:
Deze nationaal-socialistische beweging was een verzet tegen de cultuur, was niet alleen een verzet tegen het jodendom. De tweede pijl was voor het christendom bestemd. Hitler heeft gezegd: “De jood zit altijd in ons.” En de jood kan zeggen: “De heiden zit altijd in ons.” Tenminste, onbewust. Er zitten elementen in ons waar we ons niet van bewust zijn. “Das Unbehagen der Kultur” heeft Freud het genoemd. Waarom dat onbehagen bestaat? Omdat de mens zo nodig moet oorlogvoeren, omdat hij roven moet, omdat hij doodschieten moet. Daarom! Omdat hij de macht moet hebben. Dat is het verzet tegen de cultuur. Omdat hij de mensenliefde niet verdragen kan. Omdat hij haten moet. Omdat hij zijn macht moet uitleven. Omdat hij de eerste moet zijn. Omdat hij rijkdom wil hebben die een ander heeft en hij niet. Daarom. Cultuur is helemaal geen ideaal voor hem. Integendeel, dat is zijn vijand. En wat is er na de Duitse nederlaag gebeurd in bijvoorbeeld Argentinië? Wat is er Chili gebeurd? Wat is er in Vietnam gebeurd door de Amerikanen? En in andere landen? Wat gebeurt er nog? Waar is de cultuur? Wat betekent democratie anders dan dat cultuur tot gelding komen kan? En als je de democratie opheft dan kan dit niet meer. Dat is het. Democratie is niet alleen een kwestie van de meerderheid hebben om te kunnen regeren. Democratie wil zeggen dat je de cultuur te verdedigen hebt, dat je bepaalde beschavingsnormen in acht hebt te nemen. Als je die niet gebruiken kunt, waar blijf je dan?
In Amor Fati schreef hij: Menige politieke partij heeft op de leegte gespeculeerd en daarmee tijdelijk succes gehad… de mens, die geen overtuiging heeft, en die niet weet, wat hij wil, noch ook voldoende intelligentie bezit om zich een weten te verwerven en die eigenlijk alleen maar wil, dat hij niets behoeft te willen, en die de moed niet opbrengt om iets te begrijpen, die man, die bang is in het donker en bang in het licht, die de schemering lief heeft, waarin hij voort kan dobberen op het ondiepe, modderige slootwater van zijn gevoel (of van dat, wat hij zijn gevoel noemt en wat gemeenlijk niet veel meer is dan een zinnelijke prikkel), dat onvolgroeide kind, dat de angst van zijn jeugd nooit kwijt raakt, die stumper, die eigenlijk ‘doodgewone man’, wat kan hij met zijn angstige, achterdochtige, schichtige en schuchtere ziel in het gewoel van de wereld anders doen dan zich te laten biologeren door de schijnwerpers van de altijd weer opkomende krachtpatserij, dan eens van keizers en dan weer van revolutionairen? Is hij slecht, die ‘doodgewone man’? Welnee. Is hij goed? Ook niet. Hij is geen van beide en beide tegelijk. Hij is een beetje wreed tegen een vlieg en sentimenteel tegen een muis. En nu hebben ze hem gezegd, dat hij sterk is en dat kracht is: ‘als je niet bang bent voor bloed’ en nu is hij niet bang. Dat wil zeggen, hij is vreselijk bang en juist daarom slaat hij er maar op los. Hij heeft angst voor zijn angst en dat noemt hij moed... Ik zeg: hoe komt het dat nog steeds een doodgewone soldaat zijn poten opheft, stijl de lucht in, met zijn allen, voorwaarts, mars! Hup, hup, hup! Wat is zo’n mens op dat moment. Denkt men dat er geen orde is? Natuurlijk is er een orde, en hoe! Zo iemand heeft alleen dat opgezogen wat hij van hoger hand krijgt. Hij denkt niet meer uit zichzelf. Het is hem te moeilijk, het bezwaart hem, hij begrijpt het niet. Hij heeft een vijand nodig die hij kan haten en daar leeft hij zich helemaal op uit. Dat is zijn leven, dat is de reden van zijn bestaan, dat is zijn ideaal. Zo was het en zo is het.
Ikzelf heb sindsdien niets meer van Siebelt gehoord. Ik weet wel dat deze rechtse querulant geen briljante figuur is, want als hij niet eens de simpele informatie over mij weet te bemachtigen hoe kan Siebelt dan ooit ingewikkelde informatie traceren? Wie is Peter Siebelt? Welnu, we hebben hier te maken met een geval, een man die zijn leven lang verbeten aan de zijlijn heeft moeten toezien hoe mensen met talent een loopbaan opbouwden. Ondertussen mislukte nagenoeg alles dat hij ondernam. Dat heeft natuurlijk te maken met Siebelt zelf. Maar aangezien hij weigert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen bestaan schuift hij de schuld door naar de anderen die wel succes hebben. Na de jaren zestig waren dit vooral mensen die veranderingsgezind waren. Vandaar zijn haat tegen alles dat hij kwalificeert als 'de linkse kerk.' En nu we in Nederland een geweldige verrechtsing zien ruiken Siebelt en zijn kornuiten een kansje om voor eens en voor altijd rekeningen te vereffenen. Want rancuneuze slachtofferisten vergeten nooit iets. Ze zitten vol brandende wraakzucht.
In wezen zijn de wraaklustigen geen probleem zolang ze maar geen macht krijgen. Het probleem is veel meer de commerciele media die uit overlevingsdrang dit slag gekrenkte mensen de ruimte geven om hun haat te verspreiden. Iemand als Paul Witteman, die zelf nooit onderzoeksjournalistiek heeft gepleegd, is gevaarlijker dan alle Siebelten in Nederland bij elkaar. Ik ken Witteman sinds het begin van de jaren tachtig toen hij als VARA parlementair redacteur in Den Haag weigerde om op verzoek van enkele collega's de toenmalige PVDA-minister van Binnenlandse Zaken enkele kritische vragen te stellen over de overmatige inzet van zogeheten traangassen in Amsterdam. Witteman wilde volgens eigen zeggen zijn goede contacten met de minister niet verstoren door het stellen van kritische vragen. Ondertussen ziet hij er nog steeds op toe dat het publiek de juiste versie van de werkelijkheid toegediend krijgt, en aangezien die werkelijkheid nu in aanzienlijke mate bepaald wordt door extreem-rechts krijgt extreem-rechts van hem een platform om zijn haat te verspreiden. Op die manier werken de media mee aan het vergiftigen van het geestelijk klimaat in Nederland en zullen we dan ook binnen afzienbare tijd de negatieve consequenties zien van deze mediapolitiek.