Onder de kop: "Joodse vluchtelingen willen ook op de agenda. ‘Arabische wereld heeft nooit de historische feiten erkend’,” schrijft de pro-Israel lobbyiste van de NRC, Carolien Roelants: “Altijd wordt exlusief gesproken over het lijden van de Palestijnse vluchtelingen […] Hebben de Palestijnen het alleenrecht op lijden? […] ‘Gerechtigheid brengt verzoening en vrede’, onderstreepte vorige week Carole Basri, Amerikaanse juriste en documentairemaakster van Iraak-joodse afkomst, op een bijeenkomst in het Europees Parlement in Brussel over de zaak van de Arabische joden.”
Dit alles kunnen we zonder overdrijven een gotspe noemen. Allereerst zijn de meeste Arabische joden na onder druk te zijn gezet van de zionisten uit hun eigen landen vertrokken, zoals ik gisteren beschreef en zoals uitgebreid is gedocumenteerd. Deze bewering van Roelants is ook een omkering van de feiten: "Altijd wordt exclusief gesproken over het lijden van de Palestijnse vluchtelingen." Door wie? Niet door journalisten als Roelants die decennialang zweeg over de etnische zuivering van Palestina in 1948 en nu door het werk van nota bene joods-Israelische historici gedwongen wordt de zionistische terreur te erkennen. "Gerechtigheid brengt verzoening en vrede," daar kan ik het volledig mee eens zijn en het zou mevrouw Roelants sieren als ze dit feit ook van toepassing liet zijn op de Palestijnen. Maar dat doet ze niet. De Palestijnen moeten akkoord gaan met de Israelische terreur en verder zwijgen. Wat zou voor haar gerechtigheid betekenen? Ze schrijft dat “tijdens de conferentie bleef onduidelijk wat precies ‘gerechtigheid’ inhoudt. Maar in een telefonisch vraaggesprek legde Stanley Urman, directeur van Justice for Jews in New York, later uit dat gerechtigheid begint met 'waarheid' over en 'erkenning' van de problemen van de joodse vluchtelingen.” Het staat er echt! Kortom “Justice for Jews,” terwijl de onderdrukking van de Palestijnen door het Westen wordt beloond en onder andere door Roelants doorgaans wordt verzwegen.
Eerder al schreef ik over de werkwijze van Roelants: 'Hoewel journalisten blind voor de werkelijkheid in bezet gebied bleken, beschuldigde professor John Dugard - de betrokken mensenrechtendeskundige van de Verenigde Naties - de EU en de VS van het “negeren van tientallen Israelische schendingen van de mensenrechten, volkenrecht en andere normen.” Het Israelische geweld in de Gaza Strook was volgens hem “moreel onverdedigbaar.” De media namen het voor kennisgeving aan en ging verder met hun pro-Israel berichtgeving. Men was niet wezenlijk geïnteresseerd in de massale Israelische schendingen van het internationaal recht, het element recht ontbrak in de context van de officiële verslaggeving. Het werd genegeerd of vergoelijkt. Net als altijd. Zo was tijdens één van de vorige gewelddadige Israelische invallen in bezet gebied, in 2002, de NRC helemaal niet geïnteresseerd in de Israelische mensenrechtenschendingen. Terwijl in de bezette gebieden het buitensporig Israëlische geweld ongestoord doorging , sprak NRC-redactrice Carolien Roelants met Khader Shkirat, destijds directeur van LAW, een door de Nederlandse overheid financieel gesteunde Palestijnse mensenrechtenorganisatie, die al een decenniumlang uitgebreid over de Israëlische schendingen van het humanitair recht rapporteert. Zeven kolommen tekst, vijftien vragen, waarvan zeven over Palestijnse zelfmoordaanslagen. Hoewel de directeur van LAW verklaarde de aanslagen niet te rechtvaardigen, bleef Roelants op dit onderwerp doorhameren. Shkirat probeerde een verklaring te geven voor die aanslagen, met als enige resultaat Roelants’ tendentieuze vraag: ‘'Dus u kunt zelfmoordterrorisme rechtvaardigen?'’ Geen enkele vraag stelde de NRC-redactrice over bijvoorbeeld de grove schendingen van de Vierde Geneefse Conventie door Israël. In de feiten die de Palestijnse mensenrechtendeskundige had willen vertellen en de reden was van zijn bezoek aan Nederland, bleek ze niet geïnteresseerd. Een week later, het Israëlische leger was op dat moment volgens internationale getuigen druk bezig de sporen van oorlogsmisdaden uit te wissen, stelt deze NRC-redactrice op de voorpagina van haar krant zich de vraag of in de kritiek hierop sprake is van ‘'Anti-Israel of antisemitisch.'’ Hoe moet bijvoorbeeld ‘'de verklaring van leden van het comité voor de Nobelprijs voor de vrede,'’ worden geduid ‘'dat de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres zijn Nobelprijs moet worden afgenomen.'’ En wat te denken van ‘'de veroordeling door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in Genève van het ‘massaal doden’ door Israël van Palestijnen bij de militaire operatie bij Jenin.’' Intussen weten we dan al wel dat volgens dezelfde Peres de strijd bij Jenin een '’slachting'’ was. Een paar dagen later, op 20 april - het Israëlische leger is nog steeds bezig in Jenin - krijgt de NRC-lezer de ultieme mening gepresenteerd. Onder de kop ‘'De Tweede Holocaust'’ wordt een artikel van de Amerikaan Ron Rosenbaum als volgt ingeleid: '’De vraag is niet óf de tweede holocaust zal komen, maar wanneer. En opnieuw zullen Europeanen bereid zijn tot medeplichtigheid aan moord op de joden.’' En zo zijn we stapsgewijs van kritiek op oorlogsmisdaden via antisemitisme in de tweede holocaust beland. De naakte feiten zijn vervangen door suggestieve meningen om elke terechte kritiek te criminaliseren en daarmee monddood te maken. Intussen hadden in een jaar eerder 220 joodse Zuid-Afrikanen een zogeheten '’Gewetens-Verklaring'’ gepubliceerd, waarin zij de Israëlische behandeling van de Palestijnen op één lijn stelden met de onderdrukking van de zwarte bevolking tijdens het apartheidsregime. Het is de joods-Israelische historicus Avi Shlaim die er op wijst dat door het Israelische geweld “het zionisme vandaag de dag de ware vijand van de joden is.” Maar dat verzwijgt Carolien Roelants, het past niet in de consensus, waarbij de Palestijnen de boeven zijn en de joods-Israeli’s de helden and never the twain shall meet. Die boodschap verkoopt beter. Niet voor niets schreef de redactie van Nrc.next in een hoofdartikel: “Nrc.next en NRC Handelsblad zijn niet de enige media die hun lezers een rol in de verslaggeving toebedelen. Media zijn veel meer bezig met hun lezers, kijkers en luisteraars dan, zeg, tien jaar geleden. Dit heeft te maken met dalende oplages en kijkcijfers (en dus de vraag: wat doen we fout?)” Dalende oplages zijn dalende winsten en dalende winsten kunnen niet worden getolereerd in een systeem dat alleen kan overleven door oneindige groei. Winst is steeds meer een journalistiek criterium geworden voor de redacties. De werkelijkheid moet daaraan ondergeschikt worden gemaakt. Kundera omschreef het tijdens een toespraak in Jeruzalem op deze manier: “Tot in een niet zo ver achter ons liggende tijd betekende het modernisme een non-conformistische opstand tegen de pasklare ideeën en de kitsch. Vandaag verwart het moderne zich met de immense vitaliteit van de massamedia en modern zijn betekent nu mateloze inspanningen doen om bij de tijd te zijn, conform te zijn, nog conformer te zijn dan de anderen. Het moderne heeft het kleed van de kitsch aangetrokken… Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.” Hoe meer mensen men behaagt des te hoger zijn de winsten. Vanuit die optiek zijn veel ontwikkelingen in de journalistiek verklaarbaar. De reductie van de werkelijkheid is een leugen waaraan de commerciële massamedia dagelijks vrijwillig meewerken.'
Dit alles kunnen we zonder overdrijven een gotspe noemen. Allereerst zijn de meeste Arabische joden na onder druk te zijn gezet van de zionisten uit hun eigen landen vertrokken, zoals ik gisteren beschreef en zoals uitgebreid is gedocumenteerd. Deze bewering van Roelants is ook een omkering van de feiten: "Altijd wordt exclusief gesproken over het lijden van de Palestijnse vluchtelingen." Door wie? Niet door journalisten als Roelants die decennialang zweeg over de etnische zuivering van Palestina in 1948 en nu door het werk van nota bene joods-Israelische historici gedwongen wordt de zionistische terreur te erkennen. "Gerechtigheid brengt verzoening en vrede," daar kan ik het volledig mee eens zijn en het zou mevrouw Roelants sieren als ze dit feit ook van toepassing liet zijn op de Palestijnen. Maar dat doet ze niet. De Palestijnen moeten akkoord gaan met de Israelische terreur en verder zwijgen. Wat zou voor haar gerechtigheid betekenen? Ze schrijft dat “tijdens de conferentie bleef onduidelijk wat precies ‘gerechtigheid’ inhoudt. Maar in een telefonisch vraaggesprek legde Stanley Urman, directeur van Justice for Jews in New York, later uit dat gerechtigheid begint met 'waarheid' over en 'erkenning' van de problemen van de joodse vluchtelingen.” Het staat er echt! Kortom “Justice for Jews,” terwijl de onderdrukking van de Palestijnen door het Westen wordt beloond en onder andere door Roelants doorgaans wordt verzwegen.
Eerder al schreef ik over de werkwijze van Roelants: 'Hoewel journalisten blind voor de werkelijkheid in bezet gebied bleken, beschuldigde professor John Dugard - de betrokken mensenrechtendeskundige van de Verenigde Naties - de EU en de VS van het “negeren van tientallen Israelische schendingen van de mensenrechten, volkenrecht en andere normen.” Het Israelische geweld in de Gaza Strook was volgens hem “moreel onverdedigbaar.” De media namen het voor kennisgeving aan en ging verder met hun pro-Israel berichtgeving. Men was niet wezenlijk geïnteresseerd in de massale Israelische schendingen van het internationaal recht, het element recht ontbrak in de context van de officiële verslaggeving. Het werd genegeerd of vergoelijkt. Net als altijd. Zo was tijdens één van de vorige gewelddadige Israelische invallen in bezet gebied, in 2002, de NRC helemaal niet geïnteresseerd in de Israelische mensenrechtenschendingen. Terwijl in de bezette gebieden het buitensporig Israëlische geweld ongestoord doorging , sprak NRC-redactrice Carolien Roelants met Khader Shkirat, destijds directeur van LAW, een door de Nederlandse overheid financieel gesteunde Palestijnse mensenrechtenorganisatie, die al een decenniumlang uitgebreid over de Israëlische schendingen van het humanitair recht rapporteert. Zeven kolommen tekst, vijftien vragen, waarvan zeven over Palestijnse zelfmoordaanslagen. Hoewel de directeur van LAW verklaarde de aanslagen niet te rechtvaardigen, bleef Roelants op dit onderwerp doorhameren. Shkirat probeerde een verklaring te geven voor die aanslagen, met als enige resultaat Roelants’ tendentieuze vraag: ‘'Dus u kunt zelfmoordterrorisme rechtvaardigen?'’ Geen enkele vraag stelde de NRC-redactrice over bijvoorbeeld de grove schendingen van de Vierde Geneefse Conventie door Israël. In de feiten die de Palestijnse mensenrechtendeskundige had willen vertellen en de reden was van zijn bezoek aan Nederland, bleek ze niet geïnteresseerd. Een week later, het Israëlische leger was op dat moment volgens internationale getuigen druk bezig de sporen van oorlogsmisdaden uit te wissen, stelt deze NRC-redactrice op de voorpagina van haar krant zich de vraag of in de kritiek hierop sprake is van ‘'Anti-Israel of antisemitisch.'’ Hoe moet bijvoorbeeld ‘'de verklaring van leden van het comité voor de Nobelprijs voor de vrede,'’ worden geduid ‘'dat de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres zijn Nobelprijs moet worden afgenomen.'’ En wat te denken van ‘'de veroordeling door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in Genève van het ‘massaal doden’ door Israël van Palestijnen bij de militaire operatie bij Jenin.’' Intussen weten we dan al wel dat volgens dezelfde Peres de strijd bij Jenin een '’slachting'’ was. Een paar dagen later, op 20 april - het Israëlische leger is nog steeds bezig in Jenin - krijgt de NRC-lezer de ultieme mening gepresenteerd. Onder de kop ‘'De Tweede Holocaust'’ wordt een artikel van de Amerikaan Ron Rosenbaum als volgt ingeleid: '’De vraag is niet óf de tweede holocaust zal komen, maar wanneer. En opnieuw zullen Europeanen bereid zijn tot medeplichtigheid aan moord op de joden.’' En zo zijn we stapsgewijs van kritiek op oorlogsmisdaden via antisemitisme in de tweede holocaust beland. De naakte feiten zijn vervangen door suggestieve meningen om elke terechte kritiek te criminaliseren en daarmee monddood te maken. Intussen hadden in een jaar eerder 220 joodse Zuid-Afrikanen een zogeheten '’Gewetens-Verklaring'’ gepubliceerd, waarin zij de Israëlische behandeling van de Palestijnen op één lijn stelden met de onderdrukking van de zwarte bevolking tijdens het apartheidsregime. Het is de joods-Israelische historicus Avi Shlaim die er op wijst dat door het Israelische geweld “het zionisme vandaag de dag de ware vijand van de joden is.” Maar dat verzwijgt Carolien Roelants, het past niet in de consensus, waarbij de Palestijnen de boeven zijn en de joods-Israeli’s de helden and never the twain shall meet. Die boodschap verkoopt beter. Niet voor niets schreef de redactie van Nrc.next in een hoofdartikel: “Nrc.next en NRC Handelsblad zijn niet de enige media die hun lezers een rol in de verslaggeving toebedelen. Media zijn veel meer bezig met hun lezers, kijkers en luisteraars dan, zeg, tien jaar geleden. Dit heeft te maken met dalende oplages en kijkcijfers (en dus de vraag: wat doen we fout?)” Dalende oplages zijn dalende winsten en dalende winsten kunnen niet worden getolereerd in een systeem dat alleen kan overleven door oneindige groei. Winst is steeds meer een journalistiek criterium geworden voor de redacties. De werkelijkheid moet daaraan ondergeschikt worden gemaakt. Kundera omschreef het tijdens een toespraak in Jeruzalem op deze manier: “Tot in een niet zo ver achter ons liggende tijd betekende het modernisme een non-conformistische opstand tegen de pasklare ideeën en de kitsch. Vandaag verwart het moderne zich met de immense vitaliteit van de massamedia en modern zijn betekent nu mateloze inspanningen doen om bij de tijd te zijn, conform te zijn, nog conformer te zijn dan de anderen. Het moderne heeft het kleed van de kitsch aangetrokken… Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.” Hoe meer mensen men behaagt des te hoger zijn de winsten. Vanuit die optiek zijn veel ontwikkelingen in de journalistiek verklaarbaar. De reductie van de werkelijkheid is een leugen waaraan de commerciële massamedia dagelijks vrijwillig meewerken.'
Morgen meer over de werkwijze van Carolien Roelants.
1 opmerking:
Ik was vele tientallen jaren Handelsblad NRC lezer, overtuigd dat deze krant een kwaliteitskrant was.
Het was internet wat mij de ogen deed opengaan dat deze zogenaamde kwaliteitskrant ook een propaganda orgaan is.
Het abonnement werd dus met opgaaf van reden opgezegd, er kwam geen reactie, kennelijk interesseert het ze niets.
Inmiddels vraag ik me wel af of er in enige cultuur ooit objectieve voorlichting gegeven is.
Alleen door de propaganda van verschillende kanten tegenover elkaar te zetten kun je nog enigszins een objectief beeld maken, lijkt me ondertussen.
Hetzelfde geldt overgens voor geschiedenis, alleen door heel veel boeken van verschillende schrijvers uit verschillende perioden te lezen kom je tot relativering.
Die relativering levert geen positief beeld op van de westerse 'beschaving', vooral niet van de angloamerikaanse.
Churchill's 1898 definitie van hogere beschaving was 'having the more effective weapons'.
In die trant gedroeg hij zich dan ook de rest van z'n leven, de moord op Hess mislukte, toen werd de man opgesloten.
Een reactie posten