donderdag 24 mei 2007

Leon de Winter


Op de onderste foto ziet u de schrijver Leon de Winter. Leon is een gekrenkt mens, die worstelt met de joodse geschiedenis. De Winter meent daarom dat hij de lezers van Elservier kan oproepen tot een jihad tegen het grote kwaad in de wereld. Deze week staat boven zijn column: 'Wij moeten willen offeren in strijd tegen terreur.' Natuurlijk niet de Israelische terreur, maar die van de moslims. Er gaan veel meer Amerikanen dood in het verkeer dus wat zeuren de Amerikanen over hun oorlogsdoden. Er kunnen dus best wel 3000 doden bij. 'Wij moeten willen... Wij? Nou ja, Leon schrijft in alle vrijheid en in alle veiligheid dat anderen hun leven moeten geven. Dat klinkt heel stoer. En passant suggereert Leon dat in navolging van de Sovjets de families van de leiders van het verzet tegen het Westen uitgeroeid moeten worden om zo onder andere het kidnappen de kop in te drukken. Zie: http://www.elsevier.nl/opinie/weblog/asp/artnr/152752/weblogid/59/index.html
Anderen moeten dus oorlogsmisdaden plegen en hun geweten vernietigen om Leon te plezieren. Waarom roept een Nederlandse schrijver op tot het plegen van terreur? Omdat hij zich slachtoffer van het leven voelt. Er moet bloed vloeien om Leon's gekrenktheid te bevredigen. Maar hoeveel bloed er ook zal vloeien, nooit zal het voldoende zijn Leon, want het kenmerk van een slachtofferist is dat hij/zij onverzadigbaar is. Zijn/haar verdriet is nooit te stillen, dat verdriet is eindeloos. Het is opvallend dat het vooral mensen zijn die zelf nooit de verschrikkingen van een oorlog aan den lijve hebben ondervonden, die oproepen tot geweld en het vermoorden van onschuldigen, want dat zijn de vrouwen, kinderen en bejaarden van degenen die in verzet zijn gegaan.
Iemand die wel de gruwelen van een oorlog aan den lijve heeft ervaren is de man op de bovenste foto: Hajo Meijer, die in een interview zei:
'“Geen enkel onrecht rechtvaardigt nieuw onrecht, al was die nog zo gruwelijk
Tekst: Elma Verhey Foto's Suzanne van der Kerk
Hajo Meyer overleefde de hel van Auschwitz. Desondanks heeft hij de nodige kritiek op Israël en is hij pleitbezorger van de Palestijnse zaak. Hij is bestuurslid van ‘Een Ander Joods Geluid’ en bracht samen met oud-premier Dries van Agt (CDA) een bezoek aan de Gaza-strook: “Bij de wilde spinnen af, het is één groot concentratiekamp.”
Meyer stelt onder meer dat Israël de Holocaust misbruikt om daarmee de eigen wandaden tegenover de Palestijnen te rechtvaar-digen. Hij is druk bezig met een tweede boek, waarin hij de ‘weeffouten’ van het zionisme wil aantonen.
Hoe kun je zo’n standpunt innemen, als je zelf slachtoffer bent geweest van de Holocaust?
“Omdat geen enkel geleden onrecht nieuw onrecht rechtvaardigt. Nooit, onder geen enkele omstandigheid, al was die nog zo gruwelijk en neem van mij aan: Auschwitz wás gruwelijk. Maar joden als Leon de Winter rechtvaardigen daarmee het geweld tegen Palestijnen of Libanezen en ze vinden joden die daar anders over denken verraders. Zelfs mijn pleegbroer heeft het me ooit letterlijk geschreven: Hajo, je bent een verrader. Natuurlijk raakt me dat, maar de primitieve gedachtegang die daar achter steekt: dat je kwaad met kwaad moet vergelden, vind ik erger. Ik ben liever verrader dan dader van misdaden.'''
Zes jaar geleden schreef ik voor het Algemeen Dagblad het volgende over Leon de Winter: 'Een pamflettist haat het grijze, angstaanjagende gebied in de menselijke geest, in zijn eeuwige onschuld kent hij alleen zwart-wit. Uiteindelijk is die houding kitsch. Ze wordt gevoed door ''de behoefte om zichzelf te bekijken in de spiegel van de verfraaiende leugen en zich erin te herkennen met ontroerende bevrediging,'' en is gebaseerd op ''pasklare ideeën die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elke oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt,'' aldus opnieuw Kundera. Wat dat betreft verschilt De Winter in niets van elke andere massamens voor wie goed en kwaad twee gescheiden werelden zijn, terwijl in hun naam overal ter wereld de beschaving wordt geterroriseerd. Blind voor de werkelijkheid hebben ze alleen oog voor hun eigen onstilbaar verdriet.'
Het ironische van het leven is dat bezeten mensen eindigen als degenen die ze het felst bestrijden. Dat zie je aan Leon de Winter en aan de man achter hem op de foto, Afshin Ellian, die zich steeds meer ontpopt als een gillende ayatolla. Degene die oproept tot het plegen van terreur is zelf een terrorist. De Winter die vanachter een bureau impliciet oproept tot het plegen van oorlogsmisdaden gedraagt zich als een Schreibtischmörder. Ik denk dat de ziekte waar Leon de Winter in feite aan lijdt een extreme vorm van ijdelheid is, een pathologische behoefte aan aandacht en vertroosting. Leon, je hebt mijn aandacht. Wordt snel beter, jongen.

Geen opmerkingen: