maandag 22 maart 2021

Ian Buruma: het Sadisme en de Vernederingen

Het Amsterdams Studenten Corps: 'Dachautje Spelen' samen met een echt varken. 


Nog even enige achtergrond bij het feit dat de neoliberalen vorige week de Tweede Kamerverkiezing hebben gewonnen, terwijl zij door schandalen werden getekend. 

Het was in Nederland de zo bewonderde PvdA-voorman Wim Kok die in de laatste twee decennia van de bloedige twintigste eeuw het publiek liet weten dat de oppositie tegen het neoliberale kapitalisme zinloos was, omdat er volgens de nieuwe leer ‘geen alternatief’ bestond ‘voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben,’ en ‘dus heeft het geen enkele zin daar naar te streven,’ zo voegde de hij hier in één adem aan toe. Zes jaar later, in 1995, beweerde dezelfde Kok, inmiddels premier, met evenveel stelligheid dat het hoogste tijd was om ‘afscheid van het socialisme’ te nemen. Deze zoon van een bouwvakker uit een streng gereformeerd dorp kwalificeerde het kritiekloos omarmen van de neoliberale ideologie als: 'de bevrijdende werking van het afschudden van de ideologische veren.’ Dankzij de ‘bevrijdende werking’ van het neoliberalisme zagen ‘U.S. billionaires their fortunes soar by $434 billion during the nation’s lockdown between mid-March and mid-May (2020. svh), according to a new report,’ aldus berichtte de Amerikaanse omroep-organisatie CNBC op 21 mei van dat jaar.

https://www.cnbc.com/2020/05/21/american-billionaires-got-434-billion-richer-during-the-pandemic.html 


Op haar beurt liet eind januari 2021 NBC weten dat ‘World's richest become wealthier during Covid pandemic as inequality grows. Almost every country in the world is likely to see an increase in inequality because of the pandemic, according to a new report.’ Volgens het Amerikaanse netwerk contrasteerde de ervaringen van de superrijken: 


sharply with those of the world’s less fortunate, who have hit on hard times and whose recovery from the pandemic could take over a decade, according to the report, titled ‘The Inequality Virus.’


Bovendien constateerden de onderzoekers van Oxfam:


how the pandemic has unequally affected people’s health outcomes. For example, in the U.S., close to 22,000 Black and Hispanic people would still be alive as of December 2020 if Covid-19 mortality rates were the same as for white people.


Covid-19 is not unique in the way it has affected different populations, said Melissa Leach, the director of the U.K.-based research organization, the Institute of Development Studies.


‘Epidemics are always mirrors to society, and what this has revealed is a highly unequal world,’ she said.


‘We are seeing rises in wealth amongst very few, rises in poverty, and gaps between the rich and poor. And what we’ve learned over many decades is that the gaps in themselves also matter because they have knock-on effects not just for the poor but for the way democracies function and the ways economic policies unfold,’ she added.


The report calls on governments to step in to remedy the growing gaps in inequality, and recommends taxes on the wealthy, increased public spending on health care, free universal access to quality health care, and permanent ‘social protection’ for the poorest in society.


‘Inequalities make it more difficult to deliver on things that any American would care about,’ said Leach. ‘It’s more difficult to have a stable society, a healthy society, a secure society, a peaceful society, and to have a functioning democracy.’

https://www.nbcnews.com/news/world/world-s-richest-become-wealthier-during-covid-pandemic-inequality-grows-n1255506 


Hetzelfde proces, waarbij de kloof tussen een kleine uiterst vermogende elite en de rest van de mensheid almaar toenam, voltrok zich in alle neoliberale ‘democratieën,’ nadat de volksvertegenwoordigers zich hadden ‘bevrijd’ van hun ‘ideologische veren,’ een stap die hen geen windeieren heeft opgeleverd. Alleen al in de VS is ruim de helft van de Congresleden miljonair, terwijl in Nederland geen enkel parlementslid tot de arbeidersklasse behoort. Eenmaal op de maatschappelijke ladder omhoog geklommen wordt de nieuwe rijke gekenmerkt door een tot nu toe ongekende mateloze begeerte, met als gevolg de verpaupering van eveneens zeden en moraal. Nog in de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw wist de aristocratie dat het milieu van ‘efficiënte boerenkinkels’ een gestaag ‘proces van verfijning’ moet doorlopen voordat het na zo'n ‘drie generaties’ geleidelijk aan ‘verandert in kwetsbare heren.' Maar deze verfijning bezitten de nieuwe rijken niet op het moment dat zij de macht grijpen, zoals de auteur Tomasi di Lampedusa uiteenzet in zijn roman De Tijgerkat, want zij worden 'niet gehinderd door de honderden belemmeringen die eerlijkheid, betamelijkheid en zelfs een goede opvoeding voor de meeste anderen vormen.’ De nieuwe rijke beweegt: 


zich door de jungle van het leven met de zekerheid van een olifant die in rechte lijn voort walst, bomen ontwortelend en hutten vertrappend, zonder ook maar iets te merken van de schrammende doornen en de jammerende slachtoffers.


Dit laatste gaat zeker op voor een opiniemaker van de 'corporate press' als Ian Buruma. Voor hem zijn ‘de jammerende slachtoffers’ slechts ‘collateral damage’ in de meedogenloze opmars van wat in zijn ogen de ‘Verlichting’ is met haar al even onverbiddelijke Vooruitgangsgeloof. Vandaar ook dat mijn oude vriend Ian zich nooit heeft afgevraagd waarom zijn vader onder nazi-bezetting, dus toen het recht werd verkracht, juist rechten ging studeren. In een poging zijn vader’s ‘niet bijzonder heldhaftige’ houding tijdens de eerste twee bezettingsjaren in Nederland te rechtvaardigen, stelt Ian Buruma in de proloog van zijn boek 1945 Biografie van een jaar (2018)


Het leven ging door, zelfs onder de Duitse bezetting. Voor de meeste Nederlanders was alles tijdens de twee eerste oorlogsjaren op een merkwaardige manier nog steeds normaal — als ze tenminste niet Joods waren. In 1941 ging mijn vader rechten studeren aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Om een toekomst te hebben als jurist moest hij wel lid worden van het corps (dat moet je tot op zekere hoogte nog steeds),


om vervolgens vijf zinnen verder, precies het tegenovergestelde te stellen, namelijk: 


Tegen de tijd dat mijn vader lid werd, hadden de Duitse bezettingsautoriteiten studentenverenigingen al verboden omdat ze er potentiële verzetshaarden in zagen. Joodse hoogleraren van de universiteiten waren verwijderd. In Leiden had de hoogleraar Rudolph Cleveringa daar in zijn beroemd geworden rede tegen geprotesteerd; hij had een tandenborstel en een stel schone kleren meegenomen voor het geval hij zou worden gearresteerd, wat ook prompt gebeurde. De studenten, onder wie velen van het corps, besloten tot een staking. De universiteit werd gesloten. Het studentencorps in Amsterdam was al door de eigen leden ontbonden na de uitsluiting van Joodse studenten. Maar Utrecht bleef open, en het corpsleven ging door.

https://www.boomfilosofie.nl/media/6/9789045029740.pdf 


Kortom, voor Leo Buruma mocht dan wel ‘alles tijdens de twee eerste oorlogsjaren op een merkwaardige manier nog steeds normaal’ zijn, mede omdat hij niet ‘Joods was,’ maar voor de stakende studenten van de Universiteit Leiden en voor de Amsterdamse studenten die hun eigen ‘corps’ hadden ‘ontbonden, na de uitsluiting van Joodse studenten’ gold dit allerminst. Waarom kwamen zij wel in verzet tegen de antisemitische maatregelen van de nazi’s en Leo Buruma niet? Ian Buruma zwijgt hierover, en schampt ook hier langs de geschiedenis. Voor mijn Zeeuwse vader en Schotse moeder was ‘alles tijdens de twee eerste oorlogsjaren' geenszins nog 'steeds normaal.’ Mijn vader die na de Hogere Zeevaartschool bij de koopvaardij werkte, trad onmiddellijk in dienst bij de Nederlandse marine en vocht vijf jaar lang op onderzeeboten tegen de nazi’s en de Japanners, terwijl mijn moeder zich bij de Britse strijdkrachten aansloot. Wat hadden zij dat Ian’s vader niet had. Nu ik zelf een heel leven achter de rug heb ben ik tot de slotsom gekomen dat mijn ouders een burgerlijk fatsoen bezaten, een humanisme, een gevoel voor verhoudingen die hen juist onderscheidde van  opportunisten die dit niet bezaten, inclusief Ian Buruma zelf.  Het enige dat Leo’s zoon ‘verbijsterend’ vond, was dat zijn vader na de oorlog zich door ouderejaarsstudenten tijdens de initiatieriten van het corps had laten ‘vernederen met allerlei sadistische spelletjes waar de ouderejaars toevallig zin in hadden. Mijn vader onderwierp zich, net als anderen van zijn stand.’ Hoewel Ian dit feit aanvankelijk ‘verbijsterend’ vond:


begon ik het geleidelijk te begrijpen. Het idee dat dit normaal was, is denk ik de verklaring. Mensen hunkerden zo naar de wereld van vroeger, de wereld zoals die voor de bezetting, de bommen, de kampen en de massamoorden was geweest, dat het ontgroenen van ‘feuten’ normaal leek. Het was een manier om weer terug te keren naar het oude leven, een manier, als het ware, om weer thuis te komen.


Buruma junior beseft niet dat het onderwerpen van zijn vader aan vernederingen en sadisme bij uitstek symptomen zijn van opportunisme en conformisme, van een karakterloosheid die elke Vooruitgang en elke Verlichtingsideaal vernietigt. Ian is daar zelf zo’n exemplarisch voorbeeld van, door juist dit voor gehand liggende onderwerp niet te behandelen. Het enige dat hij beweert is ‘Zo ging (en gaat) dat nu eenmaal. Het was tenslotte mos.’ Met andere woorden: wat betreft de onderlinge gebruiken was de vrede niet anders dan de bezetting, waarin de tegenstanders van de nazi’s ‘als slaven’ werden gebruikt of werden vernederd ‘met allerlei sadistische spelletjes.’ Dit is ‘nu eenmaal’ in zowel een democratie als in een dictatuur ‘mos,’ oftewel de gebruiken van de ‘stand’ waartoe Leo Buruma en in zijn voetspoor zijn zoon Ian zo graag bij willen horen. Mijn oude vriend beschrijft zijn vader als een ‘social climber’ uit de financieel lagere middenklasse die zich in het begin van de oorlog conformeerde aan ‘de nieuwe orde’ in Europa, zoals de Nederlandsche Unie de nazi-bezetting destijds noemde. Maar hij verklaart niet waarom een redelijk ontwikkelde burger als zijn vader, die een carrière in het recht wilde maken, de schending van fundamentele rechtsbeginselen accepteerde als ‘normaal,’ en ook niet waarom na de nazi-terreur zijn vader ‘sadisme’ en ‘vernederingen’ ervoer als ‘een manier,’ om ‘weer thuis te komen.’ Met meer recht zou men kunnen stellen dat door het nazi-geweld hij en zijn ‘stand’ juist naar het tegenoverstelde ‘hunkerden.’ Maar kennelijk was zijn ambitie zo groot dat hij zich vrijwillig ‘onderwierp’ aan nog meer ‘sadisme’ en ‘vernederingen,’ net ‘als anderen van zijn stand.’ Omdat Ian aanvoelt dat zijn verklaring zwak is, voegt hij hieraan toe:


Er zijn andere verklaringen mogelijk. Voor de mannen die getuige waren geweest van serieus geweld, waren deze studentenspelletjes misschien relatief onschuldig, een gezonde manier om lol te trappen.



Ook deze formulering toont een tekort aan intellectuele integriteit. ‘Getuige’ zijn geweest van naziterreur om dan vervolgens zelf ‘anderen als slaven te behandelen en te vernederen met allerlei sadistische spelletjes’ voorstellen als ‘een gezonde manier om lol te trappen,’ is een absurde voorstelling van zaken, en verraadt op haar beurt weer een ‘niet bijzonder heldhaftige’ houding. Toch geeft Ian Buruma ongewild een scherp beeld van het milieu waarin hij opgroeide, wanneer hij met grote stelligheid aanvoert dat dit ‘nu eenmaal zo ging (en gaat). Het was tenslotte mos.’ Voor een streber bestaat namelijk in het dagelijkse leven geen wezenlijk onderscheid tussen oorlog en vrede. Vanaf Plautus via Hobbes tot de huidige neoliberalen en neoconservatieven geldt: ‘homo homini lupus,’ oftewel ‘de mens is een wolf voor zijn medemens.’ Wanneer iemand nietsontziend met alle middelen in de wereld vooruit wil komen dan is de ander per definitie de vijand. In een klassenmaatschappij uit zich dit bij het ‘studentencorps’ door onder andere degene die erbij wil horen allereerst te dwingen zich kaal te scheren, te kikkeren, uit zijn slaap houden,  en door de mindere ‘als slaven te behandelen en te vernederen met allerlei sadistische spelletjes,’ en door ‘Dachautje’ te spelen, genoemd naar het ‘eerste grootschalig opgezette concentratiekamp van de SS in nazi-Duitsland,' waar ondermeer gruwelijke medische experimenten met krijgsgevangenen werden uitgevoerd. Meer hierover later.



'een gezonde manier om lol te trappen' voor het vrouwelijke deel van de polder-elite.









Geen opmerkingen: