zaterdag 20 juni 2020

Remember: Amsterdamse Wallen Zonder Kots


De Amsterdamse Wallen zonder kots en joints: plots is er hoopDe Amsterdamse Wallen zonder kots en joints: plots is er hoop

Foto Olaf Kraak

Stilte op de Wallen.

De Amsterdamse Wallen zonder kots en joints: plots is er hoop

Red Light District Op de Amsterdamse Wallen is het muisstil. Prostituees en ondernemers hebben het moeilijk, maar bewoners zien een unieke kans om hun buurt weer leefbaar te maken.

De Amsterdamse Wallen bieden een onwerkelijke aanblik. Tot half maart regeerde hier de extreme drukte: drommen toeristen en dagjesmensen, toeterende taxi’s, feestboten, dealers en dronken vrijgezellenfeesten. Buurtbewoners konden iedere ochtend de kots, blikjes en joints van hun stoep vegen.

Sinds de lockdown baadt het Red Light District in rust. De gordijnen zijn dicht, de sekstheaters gesloten en de grachten en steegjes verlaten. Bewoners zitten buiten in de zon met een glas wijn en een boek – iets wat voorheen ondenkbaar was. Ze vertellen dat ze hun huis tegenwoordig per fiets kunnen bereiken zonder verrot gescholden te worden. 

„Ik wilde eigenlijk verhuizen, maar nu zie ik ineens wat een leuke plek dit is,” zegt Brechtje Schoonheijm, die op het stoepje voor haar woning zit, schuin tegenover sekstheater Casa Rosso. Ze steekt haar hand op naar een voorbijganger. „Dat is de buurvrouw. Die zei laatst tegen me: woon jij hier? We hadden elkaar nog nooit gezien.” 

Vijf werkdagen achter het raam

Voor wie zijn brood verdient op de Wallen, is de lockdown minder prettig. De prostituees achter de 360 ramen zitten sinds half maart zonder werk en zonder inkomsten.

Lees ook: Sekswerkers Wallen balen van vele toeristen

Linda (46) staat normaal vijf dagen per week achter het raam. Nu zit ze thuis. „Vervelen doe ik me niet, ik heb de mazzel dat ik een grote tuin heb.” Omdat Linda (haar werknaam) staat ingeschreven als zzp’er, krijgt ze 1.052 euro steun per maand van de overheid. „Ik moet het met minder doen, maar er is nu ook niet veel om het aan uit te geven.” 

Welzijnswerker Frits Rouvoet heeft de afgelopen weken „tussen de 130 en 140” vrouwen geholpen bij het aanvragen van een tijdelijke uitkering. Hij is vol lof over de snelheid waarmee de gemeente Amsterdam de prostituees helpt. „Maar duizend euro is natuurlijk niet zo veel geld. De vrouwen betalen vaak een hoge huur en die loopt gewoon door.” Volgens Rouvoet zitten veel vrouwen „in enorme onzekerheid. Die steun is voor drie maanden, hoe moet het daarna verder?”

Lang niet alle prostituees kunnen aanspraak maken op de zzp-regeling, meestal omdat ze niet staan ingeschreven. Een groot deel van de vrouwen is teruggekeerd naar hun land van herkomst, vooral in Oost-Europa, vertellen raamexploitanten. Anderen werken thuis illegaal door. „Via sites kun je nog steeds contact leggen met vrouwen”, zegt Leon de Weerd, die 43 ramen exploiteert aan het Singel. „En ik hoor van taxichauffeurs dat ze dames naar klanten toerijden. Maar om hoeveel vrouwen het gaat, vind ik heel moeilijk in te schatten.”

Ook de uitbaters zelf hebben het zwaar. Sommige ondernemers staan nu al op omvallen, waarschuwde de ondernemersvereniging van de Wallen deze week. „Het gaat om grote exploitanten met tientallen ramen,” aldus voorzitter Cor van Dijk, tevens eigenaar van de Casa Rosso, in De Telegraaf. Als de lockdown nog lang duurt, vreest hij „een kaalslag” onder bordeelhouders en horeca-ondernemers. 

Leon de Weerd zegt „voorlopig nog wel even door te kunnen”: hij is eigenaar van de ramen die hij exploiteert, en bezit ook vastgoed buiten het Red Light District. Maar hij vreest wel dat het ontzettend lang gaat duren voordat de prostituees weer aan de slag kunnen: van alle contactberoepen is sekswerk het allercontactvolst.

„Elke dag kom ik op straat buurtgenoten tegen. Dat gebeurde voorheen nooit.”

Ook voor exploitant Jan Broers (acht ramen) dreigt niet meteen een faillissement, vertelt hij in de garage achter zijn bordeelpanden, waar hij aan het klussen is geslagen nu zijn gewone werk stilligt. „Ik heb geen personeel, en beheren en schoonmaken doen we zelf”. De vrouwen die bij hem ook een kamer huren om in te wonen, laat hij op dit moment geen huur betalen. „Ik druk ze niet in de stront.”

Broers’ partner Mona onderhoudt per app contact met de vrouwen. Sommige zitten nog in Amsterdam, anderen zijn terug naar hun geboorteland. Ze laat een berichtje zien van een Roemeense wier hond bij de grens in beslag is genomen: „They took Gina!” Mona denkt hardop na over de voorwaarden waaronder de ramen weer open zouden kunnen. Misschien, oppert ze, kunnen klanten straks verplicht een bewijs overleggen dat ze immuun zijn voor het virus? 

Broers: „Ja, de vrouwen moeten nu toch al checken of een klant meerderjarig is.” 

Mona: „Of misschien een leeftijdsgrens? Jongere mensen zijn veel minder besmettelijk, lees ik overal.” 

Broers: „Je bedoelt dat ouderen niet meer een wippie mogen maken? Hou op! Dan zoeken ze het ergens anders.”

Buitensporige stilte

Eén gracht verder woont Teun van Hellenberg Hubar. Hij is al dertig jaar Wallenbewoner en – anders dan de ondernemers – geniet hij „met volle teugen” van de stilte. „Elke dag kom ik op straat wel een paar buurtgenoten tegen. Dat gebeurde voorheen nooit.” Sinds de coronacrisis ziet hij „een nieuwe gemeenschapszin” ontstaan op de Wallen. 

Voor de lockdown was Hubar al betrokken bij het bewonersinitiatief Stop de gekte, dat te hoop liep tegen de buitensporige drukte op de Wallen. De coronacrisis, hoe ellendig ook, ziet hij als een „blessing in disguise” en een „unieke kans om het roer krachtig om te gooien”. Met bewonersgroepen is Hubar bezig een lijst suggesties op te stellen voor het stadsbestuur: hoe kunnen de huidige omstandigheden worden aangegrepen om de buurt weer leefbaar te maken? 

„Als de uitbater van een laagwaardige toeristenwinkel aanklopt voor financiële steun, zou de gemeente moeten zeggen: goed, maar dan moet je wel iets anders gaan verkopen dan aanstekers en mutsen.” Andere suggestie: hotels steun geven als ze transformeren tot woning of kantoor. „En voer een wietpas in, zodat coffeeshops alleen toegankelijk zijn voor Nederlanders.” Hubar wijst naar de overkant, waar de coffeeshop van The Bulldog er stilletjes bij ligt. „Dit laat wel zien hoezeer die zaken draaien op drugstoerisme.” 

De bewoners voelen zich gesteund door het kantelende maatschappelijk klimaat. Burgemeester Femke Halsema beschouwt het herstel van de leefbaarheid in de oude binnenstad als een prioriteit. En sinds ze vorig jaar een debat initieerde over de toekomst van sekswerk in de stad, staat de vanzelfsprekendheid van raamprostitutie op de Wallen op de helling. Halsema verkent inmiddels de mogelijkheid om een deel van de vrouwen onder te brengen in een ‘prostitutiehotel’ of ‘erotisch centrum’ buiten de oude binnenstad. 

Goed plan, zegt Bert Nap, een andere betrokken buurtbewoner. „Minder ramen op de Wallen is onvermijdelijk. Anders hebben we binnen de kortste keren weer hetzelfde probleem met drukte.” Prostitutie hoeft niet te verdwijnen uit Amsterdam, zegt hij, maar het moet wel „in een andere vorm”. 

De coronacrisis biedt kansen die er voorheen niet waren, denkt Nap: door gebrek aan inkomsten en dalende huizenprijzen zouden raamexploitanten en horeca-ondernemers wel eens bereid kunnen zijn zich te laten uitkopen. Maar, waarschuwt hij, minder prostitutie alléén zal de buurt niet leefbaarder maken: ook het andere vertier zal op de schop moeten. „Als je de sekstheaters, coffeeshops en kroegen gewoon houdt, krijg je nog steeds die stroom toeristen. De buurt zal een totaal andere uitstraling moeten krijgen.”

‘Dit is mijn broodwinning’

Makkelijk zal het niet worden om de ambities van de buurtbewoners te realiseren. Burgemeester Halsema heeft haar plannen voor een prostitutiehotel voorlopig in de ijskast gezet, laat haar woordvoerder weten. „We willen eerst kijken hoe de sector uit deze lockdown komt.”

En zelfs áls het stadsbestuur op termijn besluit om de prostitutie op de Wallen te verminderen, zal het op taai verzet stuiten bij de ondernemers. Dat gebeurde ook toen de gemeente in het vorige decennium de Wallen probeerde op te schonen in het kader van Project 1012. Het uitkopen duurde lang, kostte veel geld, en de doelen werden niet gehaald.

Bekijk ook de fotoserie over dieren in verlaten wereldsteden

Exploitant Jan Broers was destijds een van de mondigste tegenstanders. Ook nu laat hij er geen twijfel over bestaan: hij zal het nooit, maar dan ook nooit op een akkoordje gooien met de gemeente. „Dit is mijn broodwinning, denk je dat ik die opgeef? De prostitutie heeft de pest meegemaakt, en sars, en ze hebben ons nooit weg gekregen.”

Het grootste risico van de coronacrisis, zegt exploitant Leon de Weerd, is dat prostitutie straks voor een belangrijk deel ondergronds blijft. Het is volgens hem juist in het belang van de gemeente om legale, ‘nette’ bordeelhouders te helpen. „Bijvoorbeeld door pinbetalingen mogelijk te maken, en te zorgen dat je als exploitant makkelijker een lening krijgt.”

Op de Wallen zal het voorlopig nog wel stil blijven, denkt De Weerd. „En als we weer open kunnen, zal het nog jaren duren voordat het weer zo druk is als voorheen. Vliegen gaat duurder worden, dus die weekendjes Amsterdam voor 30 of 40 euro zijn er straks niet meer bij.”

Sekswerker Linda gaat liever vandaag dan morgen weer aan de slag. Ze heeft alvast een voorhoofdthermometer besteld, om zichzelf en de klanten straks mee te temperaturen. „Ik wil m’n werk doen, mijn eigen geld verdienen. De enige uitkering die ik altijd dacht te zullen krijgen, is de AOW.” 

Amsterdam, 18/19-4-2020. Serie van de Wallen in Coronatijd. Het is uitgestorven nu alles gesloten is. Het staat in enorm contrast met de topdrukte eind 2018. In die tijd werd er veel gesproken over de (on)-leefbaarheid in het Amsterdamse wallengebied voor de bewoners. Het zijn foto’s van de zelfde plekken toen en nu. 

Geen opmerkingen: