In De Groene Amsterdammer van 21 januari 2015 begon de nestor van de polderpers H.J.A. Hofland zijn column met de volgende zin:
De massa in de openbare ruimte is een onvermijdelijk bijverschijnsel van onze samenleving geworden.
De kwalificatie 'een onvermijdelijk bijverschijnsel' is merkwaardig om de simpele reden dat in een massamaatschappij de massa zich natuurlijk ook 'in de openbare ruimte' manifesteert. Het is absurd om te verwachten dat de massa zich beperkt tot het privé-domein, en dat de straat is gereserveerd voor de heertjes van Hoflands zelfbenoemde 'politiek-literaire elite.' Het kenmerk bij uitstek van een massamaatschappij is dat zij een 'samenleving' van de 'massa' is, die zich zowel thuis voor de televisie als in het openbaar in 'de sport, het amusement, bij demonstraties, als er iets te vieren valt' zich groepeert als een, ik citeer opnieuw, ‘duizendkoppige menigte.’ De 'massa' is het kenmerk bij uitstek van de moderne tijd, en zeker geen 'bijverschijnsel,' zoals Hofland meent. Het is opnieuw een voorbeeld van de slordige wijze van denken in Nederland.
Al in 1929 beschreef de Spaanse filosoof Ortega Y Gasset in De Opstand der Horden hoe de technologische samenleving werd gedomineerd door de middelmatigheid van de massa, die in haar angsten en verlangens volstrekt gelijk geschakeld is. Hij stelde:
De zoon der kleine luiden heeft sinds de tweede helft van de negentiende eeuw geen maatschappelijke versperringen meer op zijn weg. Dat wil dus zeggen, dat hij… vrij van banden en beperkingen is… De wereld waarin deze nieuwe mens van zijn geboorte af geplaatst is, noodzaakt hem op geen enkele manier tot beperking, zij legt hem geen enkel verbod op en dwingt hem tot geen enkele onthouding. Integendeel, zij zweept zijn begeerten op, die in beginsel tot in het oneindige kunnen toenemen. Want een feit is, en dit is van groot belang, dat deze wereld… niet alleen de volmaaktheden en wijdten heeft die ze inderdaad bezit, maar bovendien nog haar bewoners de waan geeft dat zij morgen nog rijker, nog volmaakter en nog wijder zal zijn, alsof zij plotseling was gaan groeien en er aan haar expansiemogelijkheden geen grenzen waren gesteld… Dat wat men vroeger als een weldaad van het lot zou hebben beschouwd en waardoor men dankbaar gestemd zou zijn geweest ten opzichte van de verborgen bestiering van het leven, veranderde in een recht dat men niet dankbaar aanvaardt maar driest opeist.
Deze beschrijving voert hem tot de volgende conclusie over het karakter van de massamens:
één trek van zijn wezen is de vrije ontplooiing van zijn begeerten en driften, met andere woorden van zichzelf, en een tweede kenmerkende eigenschap is zijn ingeboren ondankbaarheid ten opzichte van al hetgeen dat zijn bestaan zo heeft vergemakkelijkt. De beide trekken zijn de bekende eigenschappen van het verwende kind. Inderdaad, de ziel van de horden heeft zeer veel gemeen met die van een verwend kind… Verwennen is geen paal en perk stellen aan iemands wensen, iemand de indruk geven dat alles hem geoorloofd is en hij tot niets is verplicht.
In deze gelijk geschakelde werkelijkheid die het individu verheerlijkt en tegelijkertijd het conformisme afdwingt is er geen waarheid meer, elke mening telt en is even waar of onwaar als alle andere meningen; de nonsens van een dwaas is even dierbaar als de gedachtenwereld van een dichter. De simplistische aannames van een opiniemaker als Hofland tellen even zwaar als de inzichten van de grootste filosoof. W.H. Auden voorspelde dit facet van het postmodernisme al in 1939:
Reason will be replaced by Revelation. Instead of Rational Law, objective truths perceptible to any who will undergo the necessary discipline, and the same for all, Knowledge will degenerate into a riot of subjective visions… Whole cosmogonies will be created out of some forgotten personal resentment, complete epics written in private languages, the daubs of school children ranked above the great masterpieces
De redelijkheid en logica zijn verloren gegaan. Zonder enig bewijs te leveren kan elke zot vandaag de dag aanhangers voor zijn/haar mallotige meningen vinden. En zoals alles met de dag verandert, veranderen ook de meningen, alles is de waan van de dag geworden. Normen en waarden tellen niet meer. Ortega Y Gasset:
Een idee hebben houdt in dat men gelooft er de redenen toe te bezitten, en dat men derhalve gelooft in het bestaan van een bewijsgrond, een wereld van begrijpbare waarheden. Een denkbeeld vormen of een mening hebben omtrent iets is dus hetzelfde als een beroep doen op deze instantie, zich daaraan onderwerpen, haar wetboek en uitspraak aanvaarden, dus geloven dat de hoogste vorm der samenleving de samenspraak is waarin de redenen van onze denkbeelden worden besproken. Maar de massamens zou zich verloren voelen als hij de discussie aanvaardde, en daarom verwerpt hij instinctief de verplichting deze hoogste instantie die buiten hem ligt te eerbiedigen. Het 'nieuwe' in Europa is derhalve het 'opheffen van de discussies,' en men heeft een afkeer van iedere vorm van samenleving die berust op de erkenning van objectieve richtsnoeren, van de gewone gedachtewisseling af tot het parlement, de wetenschap inbegrepen. Dat wil zeggen dat men afziet van culturele samenleving, welke een samenleving is die aan normen is gebonden, en dat men terugvalt tot een barbaarse maatschappij.
Het is exact wat we nu overal zien, het 'nieuwe' in het Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' is 'het opheffen van de discussies.' Aan het hoofd van die massa staan de opiniemakers die precies verwoorden wat de waan van de dag dicteert. Als zodanig functioneert Henk Hofland hier al decennialang. Hoe anders zou de massa het door de macht gewenste pad op gedirigeerd kunnen worden? De grondlegger van de public relations-industrie Edward Bernays formuleerde het aldus:
The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country… In almost every act of our daily lives, whether in the sphere of politics or business, in our social conduct or our ethical thinking, we are dominated by the relatively small number of persons, who understand the mental processes and social patterns of the masses. It is they who pull the wires which control the public mind.
Dit weet ook iedere burger die ietsjes verder kijkt dan de eigen neus lang is. Zeker als hij een klein beetje verbeeldingskracht heeft. Nogmaals Ortega y Gasset in De Opstand der Horden:
Sinds de zestiende eeuw is de hele mensheid in een reusachtig process van unificatie gekomen, dat in onze tijd zijn toppunt heeft bereikt. Er is geen enkel deel van de mensheid meer dat afgescheiden leeft van het geheel – er zijn geen eilanden meer. – Men kan dus zeggen dat wie er sinds de zestiende eeuw in de wereld gebiedt, de invloed van zijn gezag over het geheel ervan laat gelden. Europa heeft sindsdien bevolen, en onder de eenheid van haar gezag leefde de wereld in unitarische stijl, of ging ten minste voort op de weg van de unificatie.
Deze periode noemt men gewoonlijk ‘de Moderne Tijd,’ een vale, weinig zeggende naam, waaronder deze werkelijkheid ligt verscholen: de tijd van de hegemonie van Europa.
Die alleenheerschappij is na de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Staten met minieme wijzigingen overgenomen. En juist in de Verenigde Staten kreeg de massamaatschappij haar definitieve vorm. In dat verband wees Ortega y Gasset er op dat uitoefening van macht altijd en overal berust op de publieke opinie en ‘dat men geen heerschappij kan uitoefenen tegen de publieke opinie in’:
In de fysica van Newton is de gravitatie de kracht die de beweging veroorzaakt. Op dezelfde wijze is de wet van de publieke opinie de universele gravitatie van de politieke geschiedenis. Zonder haar zou zelfs de wetenschap der geschiedenis niet mogelijk zijn. Daarom wijst Hume er ook heel scherpzinnig op dat de taak van de geschiedenis bestaat in het aantonen van de soevereiniteit van de openbare mening, verre van een utopische aspiratie te zijn, een voortdurend feit is geweest, dat zich ten allen tijd in de maatschappij van de mensen voltrekt. Want wie wil regeren met behulp van de Janitsaren, is afhankelijk van hun mening...
De waarheid is dat men met de Janitsaren geen heerschappij kan uitoefenen. Zo zei dan ook Tayllerand tot Napoleon: ‘Met de bajonetten, Sire, kan men van alles doen, alleen kan men er niet op gaan zitten.’ De heerschappij is niet de greep naar de macht, maar is de rustige uitoefening van de macht. Heerschappij voeren wil zeggen gezeten zijn, dus gezeten zijn op een troon, een curulis, een azuren bank, een ministersfauteuil, een pauselijke stoel. De Staat is tenslotte de stand van de openbare mening, het is een evenwichtstoestand, een geval van evenwicht.
Dat evenwicht is vandaag de dag verloren gegaan. Het punt is nu dat een uitgespeelde elite langere tijd de macht in handen kan hebben, maar die uiteindelijk verliest, omdat de bevolking haar op een bepaald moment niet meer accepteert en in verzet komt. Het voert de filosoof tot de volgende conclusie:
Hoe moet nu deze overheersing worden opgevat? Het grootste deel van de bevolking heeft geen eigen mening, deze moet hun onder druk van buiten worden bijgebracht, zoals men olie in de machines spuit. Daarom moet de geest – welke dan ook – kracht hebben en die kracht uitoefenen, opdat de mensen die geen eigen mening vormen – dit zijn de meesten – een mening krijgen.
Op dit punt aangekomen moet worden geconstateerd dat de huidige macht en haar spreekbuizen de legitimiteit van haar meningen verloren heeft. De macht zit er nog wel, maar ze zetelt op een wankele troon. De meerderheid gelooft haar niet meer. En hoe feller de 'politiek-literaire elite' zich afzet tegen de veranderde tijdgeest des te duidelijker wordt het dat zij geen alternatief heeft en het slechts een kwestie van tijd is voor haar troon met veel geraas ineen zakt. Ortega Y Gasset:
iedere verplaatsing van de macht, iedere wijziging in de heerschappij [is] tegelijk een wijziging van meningen, en derhalve, niets minder dan een verandering van historische zwaartekracht.
En dan zal het zelfs voor de hoogbejaarde Hofland duidelijk worden dat 'De massa in de openbare ruimte' een alles behalve 'onvermijdelijk bijverschijnsel van onze samenleving' is. Tot die tijd snurkt de Nederlandse 'intelligentsia' gewoon door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten