9 maart 2009
Volksrepubliek China - Autonome Regio
Volksrepubliek China - Autonome Regio
Tibet: Een jaar van escalerende mensenrechtenschendingen. Bij de 50e herdenking van de Tibetaanse opstand in 1959 roept Amnesty International de Chinese autoriteiten op gehoor te geven aan de voortdurende onvrede van de Tibetaanse bevolking. Ongelijke kansen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs, detentie van talloze Tibetanen en de intensivering ván de campagne voor 'patriottisch onderwijs' in de Autonome Regio Tibet waren het afgelopen jaar aanleiding tot aanhoudende protesten. De Chinese autoriteiten hebben in antwoord daarop de veiligheidsmaatregelen opgevoerd, meer politie naar de Tibetaanse gebieden gestuurd en voeren een harde campagne om de protesten te onderdrukken. Vorig jaar maart was de herdenking aanleiding voor grootschalige, voornamelijk vreedzame protesten. De Chinese autoriteiten meldden dat daarbij 21 mensen om het leven kwamen, terwijl Tibetaanse bronnen spreken van meer dan 100 Tibetaanse doden. Amnesty International riep de Chinese autoriteiten in juni 2008 op het gebied te openen zodat onafhankelijke mensenrechtenexperts en journalisten onderzoek konden doen naar de discrepantie tussen deze cijfers. Van meer dan 1000 mensen die tijdens de protesten van maart 2008 zijn gedetineerd is volgens een commissie van het Amerikaanse Congres nog steeds niet bekend waar zij zich bevinden. Volgens Tibetaanse organisaties hebben sinds maart 2008 tussen de 130 en 200 individuele protesten plaatsgevonden. Chinese autoriteiten melden dat 76 mensen zijn veroordeeld vanwege betrokkenheid bij de opstand vorig jaar maart. Straffen variëren van drie jaar tot levenslange gevangenisstraf vanwege onder meer brandstichting, veroorzaken van ruzie en overlast, verstoring van openbare diensten en diefstal. Amnesty International heeft een patroon van oneerlijke processen geconstateerd. Tibetaanse mensenrechtenorganisaties melden dat de gevangenisomstandigheden van deze gedetineerden erbarmelijk is. Er is volgens hen sprake van mishandeling, voedseltekorten en weigering van medische behandelingen. Ook zouden mensen in gevangenschap zijn bezweken onder marteling. Op 27 februari 2009 schoot de politie een 24-jarige Tibetaanse monnik in Ngaba ('Aba' in het Chinees) dood die zichzelf in brand had gestoken terwijl hij een zelfgemaakte Tibetaanse vlag vasthield met een foto van de Dalai Lama. Dit protest is een van meest recente voorbeelden van de voortdurende repressie in de Autonome Regio Tibet en aangrenzende provincies. De organisatie International Campaign for Tibet heeft een lijst van meer dan 600 mensen opgesteld van mensen die sinds maart 2008 zijn gedetineerd. Toegang tot een advocaat of familie wordt hen vaak geweigerd. Het gaat daarbij niet alleen om monniken en nonnen, maar ook om popsterren, artisten en schrijvers die proberen de Tibetaanse cultuur in stand te houden. De afgelopen weken hebben de Chinese autoriteiten veiligheidsmaatregelen in het gebied verder opgevoerd. De vele mensenrechtenschendingen lijken echter juist meer aanleiding te geven tot Tibetaanse protesten. Het gevaar van escalatie dreigt nu als de Chinese autoriteiten geen respect tonen voor de vrijheid van meningsuiting en voor de cultuur en tradities van de Tibetaanse bevolking. Amnesty International roept de autoriteiten op terughoudend te zijn in hun reactie op vreedzame protesten en uitsluitend proportioneel geweld te gebruiken als dat absoluut noodzakelijk is. Toegang tot de Tibetaanse gebieden is strikt beperkt door de Chinese autoriteiten, hetgeen de angst voedt dat berichten van mensenrechtenschendingen de buitenwereld niet zullen bereiken. Amnesty International roept China op mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties tot de gebieden toe te laten. Ook wil de organisatie onafhankelijk onderzoek naar beschuldigingen van marteling. mishandeling en de dood van Tibetaanse gevangenen en berechting van de daders.Alle mensen die vreedzaam hebben geprotesteerd moeten onmiddellijk worden vrijgelaten.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten