‘Hier groeit de genezing voor al; dit goddelijke fruit
Schoon voor het aangezicht, uitnodigend voor de tong,
Van de deugd der wijsheid: wat schaadt het dan
Te reiken, en het lichaam en de ziel te voeden?
Zo zeggende, stak haar onstuimige hand op dit kwade uur
Zich uit en plukte, en at!
De aarde voelde de wond; en de Natuur vanaf haar troon
Verzuchtte over al haar werken de tekenen van leed
En zag dat alles verloren was.
Paradise Lost, John Milton 1667
Linnaeus kijkt naar de natuur, naar Gods schepping. Voorbij de schoonheid ziet hij de geheime orde van de schepper. Het eerste boek van de bijbel, Genesis, is bepalend voor Linnaeus’ heilige missie: hij is op zoek naar de onbevooroordeelde waarheid van Adam, vóórdat hij de oorspronkelijke zonde beging. Hij vindt het paradijs – bij benadering – terug in botanische tuinen, herbaria en wetenschappelijke afbeeldingen van planten. Veilig, zonder de bedreigingen van de natuur en volledig, zoals in het verloren paradijs.
Hij wil de natuur zien met open oog, zonder vooroordeel. Als hij telkens meer waarde aan wetenschappelijke waarneming hecht, gebruikt hij Genesis meer en meer als kader. Wetenschappelijke observaties en gezond verstand vullen het beeld van de schepping in. Hij speculeert zelf over de betekenis van de woorden in het scheppingsverhaal, om het bijna te herschrijven. En hij vindt geen zingende vogeltjes en olijke weiden, maar strikte orde, prachtige variatie en geweldig nut.
Terwijl God schiep, bewees Linanaeus.’
Tot zover de tekst in de Hortus.
En in die tekst onderstreept nog eens de gruwelijke vertekening van de werkelijkheid, want op het moment dat Linnaeus op 28-jarige leeftijd 'de ambitie [heeft] om de gehele schepping te ordenen en in kaart te brengen', wordt de waarheid geschapen, die niet meer dan één van de vele waarheden is. De wetenschappelijke waarheid, die meer en meer de werkelijkheid zou gaan bepalen. Aan het einde van de weg doemt Auschwitz en Hiroshima op, als logische consequentie van de hoogmoed om de waarheid te claimen. De waarheid van 'een geweldig nut' niet voor de natuur zelf die hij ontleedt, maar voor de mens als God's hoogste schepping, de rentmeester van al het andere. Bij Linnaeus en de pretentie van het rationalisme begint de vertekening, eerst onmerkbaar maar gaandeweg onontkoombaar. Het is het onvermijdelijke gevolg van het willen ‘herschrijven’ van het scheppingsverhaal en zo een scheppingsverhaal te creëren zonder ‘zingende vogeltjes en olijke weiden’ maar beheerst door ‘een geweldig nut’. Daarmee werd alles dat onnutig leek door de mens verdoemd, alle schoonheid, alles van waarde raakte zo in één klap weerloos. We weten namelijk nog steeds niets.Yoku mireba
Nazuna hana saku
Kakine kana
Wanneer goed gekeken
Bloeit bij de heg
De nazuna.
Drie zinnen, zeventien lettergrepen van de Japanse haikudichter Basho. Tussen 1684 en 1692, drie decennia voor de geboorte van Linnaeus maakte hij drie lange voetreizen. Tochten door de mysteriën van het universum, dat immens veel groter was dan nu. Hij ziet de nazuna, het herderstasje. Een onkruid met bescheiden witte bloemetjes. Gewoonlijk onopgemerkt door voorbijgangers.
Anderhalf eeuw later, een eeuw na Linnaeus, schrijft ook de Engelse dichter Tennyson over de natuur.
Flower in the crannied wall,
I pluck you out of the crannies,
I hold you here, root and all, in my hand,
Little flower – but if I could understand
What you are, root and all, and all in all,
I should know what God and man is.
Twee gedichten, twee wereldbeelden. Volstrekt uiteenlopend, gescheiden. In 1958 legt de Japanse hoogleraar Daisetz Suzuki de twee gedichten naast elkaar en schrijft over Tennyson: ‘Hij denkt dat als hij kon weten wat hij in zijn hand heeft – de kleine bloem, met wortel en al – hij ook zou weten wat God en de mens is. Had Basho dezelfde onderzoekende geest? Nee, zijn geest was verre van dat. Allereerst zou het nooit in zijn hoofd opkomen om de arme nazuna genadeloos te plukken met wortel en al en haar in zijn hand te houden en zichzelf welke vraag dan ook te stellen. Basho wist beter dan Tennyson. Hij was geen wetenschapper gericht op analyse en experiment, noch was hij een filosoof. Toen hij de met witte bloemetjes getooide nazuna zag, zo bescheiden, zo onschuldig, en toch met zoveel oorspronkelijkheid, groeiend tussen andere vegetatie, realiseerde hij zich onmiddellijk dat het ontkruid niet anders was dan hijzelf.’ Dat wil zeggen niet wezenlijk anders. Hij maakt geen onderscheid tussen zichzelf en de rest van de wereld. Beide zijn onderdeel van een kosmisch mysterie, van het leven. Basho beschouwt zijn omgeving niet als een object om te classificeren, te reduceren en te manipuleren. Hij ziet en is solidair, dat is alles. Hij is één met de nazuna en laat haar leven. Hij raakt de kleine tere bloemen zelfs niet eens aan. Daarentegen ziet Tennyson zijn bloem niet. Hij rukt haar uit de muurspleet en geeft zich vervolgens over aan hoogdravende bespiegelingen. De bloem is in dit geheel slechts een object, zoals duizenden andere, onderworpen aan de wil van een sterkere. De bloem heeft voor hem geen waarde op zich, wordt slechts misbruikt voor iets anders en vindt in dit proces haar dood. Twee wereldbeelden, één gebaseerd op solidariteit, de ander op onderwerping. ‘Hij speculeert zelf over de betekenis van de woorden in het scheppingsverhaal, om het bijna te herschrijven. En hij vindt geen zingende vogeltjes en olijke weiden, maar strikte orde, prachtige variatie en geweldig nut.’
Licht; onze hersenen ontvangen via de ogen meer informatie dan welk ander zintuig ook, althans wat betreft het meetbare. Volgens Goethe verklaarde het meetbare niet alles, sterker nog het vertekende de werkelijkheid en de waarheid. Nadat Newton een lichtstraal door een prisma in kleuren uiteen had laten vallen en concludeerde dat licht een mengsel van kleuren was, sprak Goethe van een schending van de natuur, het licht was gefolterd. In zijn Zur Farbenlehre, dat hij net zo belangrijk beschouwde als zijn literair werk, schreef hij: ‘Het is dit zogenaamde experimentum crucis, waarbij de onderzoeker de natuur op de pijnbank spande om haar te dwingen te bekennen wat hij van tevoren bij zichzelf vastgesteld had.’ De vraag had het antwoord bepaald. Een trekpaard met oogkleppen op ziet alleen dat wat binnen het gezichtsveld van die oogkleppen valt. ‘Het eerste boek van de bijbel, Genesis, is bepalend voor Linnaeus’ heilige missie: hij is op zoek naar de onbevooroordeelde waarheid van Adam, vóórdat hij de oorspronkelijke zonde beging.’
Opperhoofd Luther Standing Bear, Sioux indiaan:
Wij beschouwden de grote open vlaktes, de prachtige golvende heuvels, en de kronkelende stromen met struikgewas, niet als ''wild''. Alleen voor de witte man was de natuur een "wildernis" en alleen voor hem was het land "vergeven" van "wilde" dieren en "wilde" mensen. Voor ons waren ze tam. De aarde was overvloedig, wij werden omringd door de zegeningen van het Grote Mysterie. Pas toen de harige man uit het oosten kwam en met brute razernij ons en onze families die we lief hadden groot onrecht aandeed, werd de natuur voor ons "wild". Toen de dieren in het woud voor zijn komst op de vlucht gingen, pas toen begon voor ons het "Wilde Westen." Maar Linnaeus ordende de natuur en schiep zo zijn eigen waarheid, waarvan wij dachten dat het de waarheid was: ‘Veilig, zonder de bedreigingen van de natuur en volledig, zoals in het verloren paradijs.’
Onze vertekening is al eeuwen geleden begonnen en kijk hoeveel het wetenschappelijke mens- en wereldbeeld ook verwoest heeft, volkeren, de natuur, de toekomst als we het niet stoppen. Rationaliteit zonder Rede.
John Berger schrijft in Stemverheffing: ‘Consumptie en communicatie zijn tegenwoordig verenigd in een diabolische vennootschap, en uit deze vennootschap bestaat datgene wat wij kennen als de media. Eerst en vooral vertegenwoordigen de media een economisch contract waardoor alles wat er in de wereld gebeurt wordt gekoppeld aan het mechanisme van de verkoop… Als het koor in een Griekse tragedie besefte dat het machteloos stond tegenover wat er gebeurde, dan was dat voor de koorleden geen reden tot wrok. Ze zochten geen oplossingen voor wat er gebeurd was maar uitdrukkingsmiddelen. Hun machteloosheid werd verzacht door hun besef te worden aangesproken als getuigen die vanuit hun eigen ervaring vragen konden stellen en commentaar konden leveren en hoop konden koesteren en die, zodra ze het bespeurden, het tragische konden benoemen als tragisch… In het Griekse theater bracht het tragische iedereen tot nederigheid… Er zijn tal van waarheden waarvoor geen directe oplossing bestaat. Het woord “oplossing” raakt niet aan het tragische. Wij moeten in aanraking komen met het tragische en ons erdoor laten raken. We zouden er misschien door veranderen als we het benoemden.’ Linnaeus was een christen, zoon van een dominee. Zijn geloof kende het tragische niet, dat kende slechts God en diens orde zoals geinterpreteerd door de rationeel lijkende wetenschap. 'Als hij telkens meer waarde aan wetenschappelijke waarneming hecht, gebruikt hij Genesis meer en meer als kader.'
'Terwijl God schiep, bewees Linanaeus.' Heeft Linnaeus meer bewezen dan Basho? Hoe komt het dat zijn wetenschappelijke methode God uit ons universum heeft verjaagd? Zijn we wijzer, geestelijk rijker geworden nu God dood is verklaard? Zijn wij seculieren beter dan bijvoorbeeld moslims nu God is dood verklaard? Ik bedoel, nadat Friedrich Nietzsche God dood had verklaard schreef hij in een brief aan zijn vriend Overbeck: 'Es wird einmal an meinen Namen die Erinnerung an etwas Ungeheueres anknupfen, - an eine Krisis, wie es keine auf Erden gab, an die tiefste Gewissens-Collision, an einde Entscheidung, heraufbeschworen gegen Alles, was bis dahin geglaubt, gefordert, geheiligt worden war.' En toen de westerse wereld op het punt stond massaal ontheiligd te worden, schrijft de filosoof: 'Mir besteht mein Leben jetzt in dem Wunsche dass es mit allen Dingen anders gehen moge, als ich sie begreife; und dass mir jemand meine "Wahrheiten" unglaubwurdig machen.' En wel omdat door de doodverklaring van God het nihilisme zijn intrede deed: 'der unheimlichste aller Gaste.' En niet alleen het Godsbegrip werd vernietigd, maar op den duur ook het ver doorgevoerde rationele denken. Dat vernietigde zichzelf in Auschwitz en boven Hiroshima.
Newton prees God nog en zelfs Darwin was vol lof over God. Toen ik vier jaar geleden in de stad Bozeman in Montana door het splinternieuwe Museum of the Rocky Moutains liep, met zijn uitstekend gedocumenteerde tentoonstelling over geologie en het ontstaan van de aarde en de kosmos zag ik ineens deze tekst van Charles Darwin uit 'The Origin of Species
by Means of Natural Selection, or The Preservation of Favoured Races in the Struggle for Life, zoals het officieel heet: 'There is a grandeur in this view of life, with it’s several powers, having been originally breathed by the creator into a few forms, or into one... from so simple a beginning endless forms most beautiful and most wonderful have been, and are being evolved.' Zou Darwin hebben geweten dat uit naam van de door hem geformuleerde natuurwetten de schepper uit het universum werd verjaagd, waardoor er nu alleen nog een immense kille oneindigheid over is gebleven?
De schrijver/wetenschapper Andre Klukhun emailde me net een fragment uit zijn boek Sterf Oude Wereld, waarin dit probleem nog eens schitterend wordt beschreven:
'In Bertolt Brechts Leven van Galilei legt een ‘kleine’ monnik aan de grote astronoom uit waarom hij zijn ouders niet bewust wil maken van de willekeur van de religieuze scenario’s en daarmee van de zinloosheid van hun lijden: ‘Ik ben opgegroeid in de Campagna als zoon van boeren. Het gaat ze niet best, maar zelfs in hun ongeluk ligt een zekere wetmatigheid besloten. Hun leven is één grote kringloop, vanaf het vegen van de vloer via de jaargetijden op het olijvenveld tot en met het betalen van belasting. Met de regelmaat van een klok dalen de rampen over hen neer. De rug van mijn vader begeeft het niet zo maar eens, plotseling, maar elk voorjaar op het olijvenveld opnieuw en èrger. En zo is het ook met de bevallingen van mijn moeder, die haar al maar geslachtlozer hebben gemaakt en die elkaar met steeds dezelfde tussenpozen opvolgden. Ze putten de kracht om hun bezwete lijven langs het bergpad omhoog te slepen, om kinderen te baren, ja, om te eten uit een gevoel van bestendigheid en noodzaak. Hun is verzekerd, dat het oog van God op hen rust; dat het hele wereldtoneel rond hèn is opgebouwd, opdat zij, de optredenden, in hun grote of kleine rollen kunnen laten zien wat ze waard zijn. Wat zouden mijn mensen zeggen als ze van mij hoorden, dat ze op een kleine steenklomp huizen, die onafgebroken rondtollend om een of andere ster heen draait, één onder vele, een tamelijk onbelangrijke! Waar is dan al dat geduld, die aanvaarding van eigen ellende nog nodig of goed voor? Waar is de heilige schrift nog goed voor, die alles verklaart en als noodzakelijk heeft gepredikt, het zweet, het geduld, de honger, de berusting, en die nu vol dwalingen blijkt te staan?’[i]
[i] Bertolt Brecht, Leven van Galilei, (vert. Gerrit Kouwenaar), De Bezige Bij 1962, blz. 87-88.
Drie eeuwen lang nut, efficiency, analyse, classificatie, beheersing, onderwerping. En:
'De aarde voelde de wond; en de Natuur vanaf haar troon
Verzuchtte over al haar werken de tekenen van leed
En zag dat alles verloren was.'
Dus wat bewees Linnaeus in werkelijkheid? Kunt u daarop een antwoord geven?
2 opmerkingen:
"De wetenschappelijke waarheid, die meer en meer de werkelijkheid zou gaan bepalen. Aan het einde van de weg doemt Auschwitz en Hiroshima op."
Verdomd, het staat er echt; de wetenschappelijke methode leidt linea recta naar de verdoemenis.
Laat ik nu altijd geleerd hebben, dat er in de wetenschap en bij wetenschappelijke theorievorming helemaal nooit sprake is van een aanspraak op een absolute waarheid waarheid, maar slechts van onderbouwde hypothesen. Claims op de waarheid, daarvoor moet je toch echt bij de reli's zijn hoor, meneer Houcke. Heeft u toevallig nooit iets van Wittgenstein gelezen?
beste pyrrho
dat pedante toontje van u is een schitterende illustratie van de aanmatigende wijze waarop bepaalde mensen hun ' waarheid' verdedigen. over wittgenstein kunt u op deze weblog lezen zodra u zijn naam bij zoeken invult. zonder de technologie, het kind van de wetenschap, waren auschwitz en hiroshima nooit mogelijk geweest. weet u, met het toenemen van de kennis is ook de domheid gegroeid. leest u er het werk van flaubert maar eens op na. hij laat het zien, toont het aan.
succes
Een reactie posten