maandag 16 april 2007

De Volkskrant 25

Beste Pieter Broertjes:

Afgelopen zaterdag schreef je als hoofdredacteur van de Volkskrant in Het Betoog: 'Sinds mensenheugenis schrijven kranten over het diepgaande conflict tussen Joden en Arabieren - en het schiet niet echt op. Met die ingredienten maak je geen spannende kranten. Zeker niet voor jonge lezers.'

Voila, de aap is uit de mouw, eerlijker kan het niet. Onbedoeld en impliciet sla je de spijker op de kop. Een conflict van een eeuw is voor jou 'sinds mensenheugenis.' Alles daaraan voorafgaand is dus de prehistorie. Het etnisch zuiveren van Palestina in 1948 en 1967, zie daarvoor http://www.humanist.nl/101299, wordt door jou teruggebracht tot het eufemisme: 'het diepgaande conflict' dat 'niet echt op[schiet].' De reden dat het niet echt opschiet is dat Israel weigert de etnisch gezuiverde Palestijnen te compenseren voor hun verlies, weigert te voldoen aan de VN-resolutie waarbij terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen wordt geeist, en ondertussen doorgaat met het stelen van Palestijns land. Dat is geen mening, Pieter, dat is een feit, die elke journalist kan checken. Maar, volgens jou maakt de geschreven pers 'met die ingredienten... geen spannende kranten.' En al helemaal niet 'voor jonge lezers.' De onevenwichtige Midden-Oosten berichtgeving van de Volkskrant is dus te wijten aan commerciele motieven, stel je. Chapeau collega, eerlijker kan niet. Ik begrijp alleen nog niet waarom een feitelijke verslaggeving van 'de werkelijkheid' niet 'spannend' kan zijn en 'zeker niet voor jonge lezers'? Zou je dat nog kunnen toelichten?

Naar aanleiding van Joris Luyendijks kritiek schrijf je voorts: 'Hij legt mechanismen bloot die we wel kennen, maar waaraan we niet dagelijks willen worden herinnerd. De kracht van zijn betoog zit in de voorbeelden. De geoefende waarnemer weet dat de werkelijkheid vaak wordt verdraaid, ook door journalisten. Dat het zo erg is, verrastte ook mij.' De vraag is nu: zijn het de commerciele motieven van Broetjes en zijn directie die ertoe leiden dat 'de werkelijkheid vaak wordt verdraaid'? Is dat ook de reden dat jij en je correspondenten 'niet dagelijks' hieraan 'willen worden herinnerd'? Ik zou me geen andere reden kunnen voorstellen. 'Dat het zo erg is, verraste ook mij'? Pieter nou toch, je bent toch niet pas in het vak? Bovendien was jij degene die samen met de Volkskrant-correspondent in de VS een prins vele uren lang ongecheckt en onweersproken liet aanbabbelen en fantaseren en dat toen ook nog afdrukte, in strijd met alle journalistieke regels. Als jij, de toenmalige voorzitter van het Genootschap van Hoofdredacteuren dat al deed, waarom zouden dan niet je correspondenten dat doen? Daar komt nog bij dat jij met 'die ingredienten,' deze vertekende 'werkelijkheid' een 'spannende' krant maakte, weliswaar een journalistiek wanproduct waar je je voor zou moeten schamen, maar commercieel gezien een hit. En daar gaat het je kennelijk om.

Je schrijft verder: 'Luyendijks scherpe pleidooi tegen de heersende journalistieke codes is ook bedreigend. Het maakte onze spelers in het veld kwetsbaar. Zij vinden Joris naief.' Hoe nu Pieter? Hoe kan een 'pleidooi' voor een correcte journalistiek die 'de werkelijkheid' niet zo vaak zo expliciet verdraait als waar jij het over hebt nu bedreigend zijn? Het kan alleen pas 'bedreigend' zijn voor 'onze spelers in het veld' als duidelijk wordt dat ze propaganda bedrijven. Pas dan worden ze 'kwetsbaar' maar anders niet. Maar dat kan je Luyendijk toch niet verwijten? Je zou juist je eigen correspondenten tot de orde moeten roepen en hen eraan herinneren dat 'de werkelijkheid vaak wordt verdraaid,' ook door hen. Het feit dat jij en de jouwen hieraan'niet dagelijks willen worden herinnerd' kan geen argument zijn om Luyendijks terechte kritiek te bekritiseren. En dat Luyendijk 'naief' zou zijn, pleit in dit geval alleen maar voor hem. Hij weigerde verder te gaan met 'mechanismen 'die we wel kennen, maar waaraan we niet dagelijks willen worden herinnerd.' Nietwaar Pieter? Nu jij nog! Je verkeert als hoofdredacteur in een positie om hierin verandering te brengen. Of niet soms? Zijn de commerciele machten toch machtiger dan de journalistieke?

Over je correspondenten schrijf je: 'Filteren, selecteren en ordenen is ons vak, zeggen ze, en excellent vakmanschap is ons enige antwoord.' Maar dit gaat volstrekt voorbij aan waar het om gaat. Het gaat om de context van het 'diepgaande conflict tussen Joden en Arabieren.' Waarom heeft jouw krant nooit 'sinds mensenheugenis' serieus onderzoek gedaan naar de context van 'dit conflict,' met andere woorden: naar de etnische zuiveringen van Palestina? Als ik meer dan een halve eeuw geleden jou en je familie zou hebben verdreven uit je huis en de plaats waar je werd geboren, en de wereld kijkt stilzwijgend toe, sterker nog steunt degene die jou dit onrecht heeft aangedaan, wat zou jijzelf dan na al die jaren doen? Vooral als je ook nog ontdekt dat 'de geoefende waarnemer weet dat de werkelijkheid vaak wordt verdraaid' en dat journalisten deze 'mechanismen... wel kennen, maar waaraan we niet dagelijks willen worden herinnerd.' Dus als de vrije pers al met de waarheid sjoemelt wie kun je dan nog vertrouwen? En naar wie zou je dan nog luisteren en geloof aan hechten? Politici? Zakenmensen? Of alleen jezelf? Wees eerlijk Pieter, stel je die vraag eens. Bovendien: hoe kunnen correspondenten die 'vaak' de werkelijkheid verdraaien 'excellent vakmanschap' bedrijven? Tenzij dat vakmanschap het maken van propaganda is, zijn je woorden niets anders dan wartaal. Zeker gezien de woorden die je eerder schreef.

Tenslotte nog dit, je schrijft: 'Parallellen zijn snel te trekken tussen de controversiele waarheid in het Midden-Oosten en de verdichte werkelijkheid aan het Binnenhof. Ook daar worden toneelstukjes gespeeld tussen voorlichters en journalisten. De spiegel die hij (Luyendijk svh) ons voorhoudt, is zeer leerzaam.' Ik geloof het onmiddellijk, laten we Alex Burghoorn maar weer een tijdje in de gaten houden. Op mijn blog kun je regelmatig kritiek op hem lezen, vanwege het feit dat hij 'de werkelijkheid' maar al te 'vaak' verdraait. En Pieter, misschien zijn die 'voorlichters' helemaal geen 'voorlichters.' Heb je daar weleens aan gedacht? En als dat zo is, waarom gebruik je dan het woord 'voorlichters'? Propaganda begint al met de taal die je gebruikt.

De voormalige hoofdredacteur van een ander PCM-krant Frits van Exter verklaarde tegenover Extra, een tijdschrift dat de media kritisch volgde, onder de kop: De conditionering van de kudde het volgende: 'Lezers horen wantrouwend te zijn tegenover de media... De aandacht van de media [ wordt] natuurlijk voor een belangrijk deel gestuurd… door de politieke machten… Dat geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale politiek… Het heeft voor een deel te maken met de vluchtigheid van het medium. Deels ook volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan kuddegedrag… Als je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt “ik vind dit een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,” dat je dat ook bekijkt. De dingen waar hij (sic) het niet over heeft, die volg je dus minder… het werkt voor een deel reflexmatig. Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.’

Hoe zou het komen dat twee hoofdredacteuren bij de PCM hun eigen berichtgeving zo kritisch benaderen, maar er nooit iets fundamenteels aan hebben veranderd?

Collegial groet
Stan van Houcke

Zie ook: http://www.volkskrantblog.nl/bericht/121490

Opmerkelijk is ook dat het stukje van Pieter Broertjes als kop heeft: 'Hij overdrijft.' Hij is Luyendijk. Nu is het zo dat een kop gemaakt wordt volgens het principe: man bijt hond, niet het omgekeerde. Dat Broertjes stelt dat Luyendijk 'overdrijft' is logisch, en tegelijkertijd absurd, aangezien hij eerder schreef: 'Het boek van Joris Luyendijk is daarom zo interessant omdat hij het beeld volledig kantelt. Onder het motto "Jij ziet niet wat ik zie" legt hij de vinger op de zere plek. Hij legt mechanismen bloot die we wel kennen, maar waaraan we niet dagelijks willen worden herinnerd. De kracht van zijn betoog zit in de voorbeelden. De geoefende waarnemer weet dat de werkelijkheid vaak wordt verdraaid, ook door journalisten. Dat het zo erg is, verrastte ook mij.' Kijk, dat laatste had de kop moeten zijn, want hier zegt een hoofdredacteur dat zijn journalisten 'de werkelijkheid vaak' verdraaien. Een praktijk die 'zo erg is,' dat het 'ook mij [verrastte]' Dat is pas het nieuws! Maar kennelijk ging het voetvolk van de Volkskrant er vanuit dat dit allang geen nieuws meer is en daarom geen kop kon zijn.

1 opmerking:

Sonja zei

Mijn maag draait om wanneer ik de uitspraken van Pieter Broertjes lees.

Wat ik tegen Pieter Broerjes zou willen zeggen is:
Ga toch krassen, dan verdien je nog eens wat.

O nee, dat doet hij al, krassen, en verdienen...