donderdag 24 mei 2012

Chris Kijne van de VPRO 46



'Het kan in ons eigen belang zijn dat we stevig worden voorgelogen,' 
Bert Wagendorp, opiniemaker Volkskrant. 

http://stanvanhoucke.blogspot.com/2012/05/chris-kijne-van-de-vpro-45.html


naar aanleiding van het vorige stukje voeg ik toe dat De Nederlandse journalistieke betrokkenheid in noord-irak hoogst opmerkelijk is. wat voor soort nederlandse journalisten opereren daar? leest u even mee:


'VRIJDAG 19 JUNI 2009


Judit Neurink van Trouw


De malle Judit Neurink van Trouw schrijft het volgende in haar krant:

Iran gezien vanuit Irak Stel je voor dat in Duitsland de revolutie uitbrak. Nederland zou ademloos aan de TV zitten, en alles willen weten. In Iraaks Koerdistan leeft de onrust in buurland Iran nauwelijks. Alleen als je het onderwerp zelf te berde brengt, willen mensen er nog wel over nadenken. Het is naast de deur, en het is het land waar Irak toch een bloedige, achtjarige oorlog mee heeft uitgevochten, en dat kwam allemaal doordat Khomeini aan de macht was gekomen in 1979.

http://www.trouw.nl/opinie/weblogs/article2791213.ece

'en dat kwam allemaal doordat Khomeini aan de macht was gekomen in 1979.'

Die Judit, 
Duitsland viel Nederland binnen omdat een verkeerde man in Den Haag aan de macht was. Mijn God, houdt deze propaganda dan nooit op? Ik bedoel, christelijke journalistiek is en blijft christelijke journalistiek, maar mag het een onsje minder! Feiten Judit, geen meningen. Mevrouw, de journalistiek is een vak, geen hobby.'


Desgevraagd weigerde Neurink mij enige tijd geleden antwoord te geven op de simpele vraag waarom ze op een dergelijke tendentieuze wijze bericht geeft. Het is algemeen bekend dat Irak, gesteund door de VS en Saoedi Arabie, Iran aanviel en niet omgekeerd. Maar dit feit past niet in de betaalde propaganda van Neurink. Jawel, en ook deze Trouw-propagandiste wist dankzij haar juiste instelling ten opzichte van de macht een lucratief baantje binnen te slepen. Ons kent ons in dit wereldje.


Achtergronden

Mamoesta Judit Neurink


vrijdag 28 maart 2008
Met haar twee Siamese katten vertrekt verslaggeefster Judit Neurink van trouw eind deze maand naar Noord-Irak. Ze gaat daar een mediacentrum opzetten. Haar vaste baan op de buitenlandredactie verruilt ze voor pionierswerk.
Op tafel liggen zes placemats die eruit zien als een Trouw-­pagina: een afscheidscadeau van de collega’s. Ze hebben op geplastificeerde matjes een speciale editie gemaakt met koppen als: ‘Vreugde in Noord-Irak, gemengde gevoelens in Amsterdam’. Van De Telegraaf is voor één keer de Privé-pagina geleend, met smeuïge berichten en zwoele foto’s. Maar daar mag onder geen beding uit worden geciteerd.
Al heeft ze haar afscheid al gevierd, tot eind maart werkt Midden-Oosten-specialist Neurink (50) stug door op de buitenlandredactie. Daarna blijft ze nog voor 15 procent in dienst om reportages te maken en een weblog bij te houden. Na een jaar heeft ze een terugkeeroptie, maar sommigen geloven niet dat ze terugkomt. Ze verhuist naar de Koerdische stad Suleimanya, waar het redelijk rustig is.
‘De afgelopen drie jaar heb ik al trainingen gegeven in Noord-Irak en Iran. Maar iedere keer had ik het gevoel dat het een druppel was op een gloeiende plaat. Ik wist dat ik alleen verschil kon maken met de oprichting van een mediacentrum. Dat plan leefde al langer, zowel in de regio als bij Press Now, de stichting die me vroeg om met Irakese co-trainers en Nederlandse collega’s cursussen te geven.’
Op 1 april wordt Neurink directeur van het mediacentrum. Het initiatief krijgt ondermeer subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Press Now, Koerdische fondsen en regionale autoriteiten. Tijdens de trainingen krijgen Irakese journalisten basale vaardigheden aangeleerd; het toepassen van hoor- en wederhoor bijvoorbeeld, het scheiden van feiten en meningen en ooggetuigenverslagen maken.
‘Ik stuur mijn cursisten altijd naar de vuile toiletten in het gebouw. “Beschrijf maar wat je ziet.” Nu zijn toiletten daar sowieso taboe, vandaar dat ze ook niet worden schoongemaakt. Maar in de verslagen lees ik nooit iets over het gat in de vloer en de remsporen. Samen bespreken we dan hoe reportages aan kracht kunnen winnen als je beelden schetst met je pen.’
Er zijn ook plannen voor on-the-job trainingen, Engelse lessen en consultancy – oud-Trouw-hoofdredacteur Frits van Exter komt half april managementadviezen aan hoofdredacties van Koerdische kranten geven. En er moet een soort Nieuwspoort komen. ‘Noord-Irak is een conservatieve samenleving, maar er werken vrij veel vrouwen in de journalistiek. Alleen kunnen zij niet zo makkelijk naar een theehuis of restaurant. Zo’n ontmoetingscentrum zou een uitkomst zijn. We moeten dan wel lidmaatschap invoeren, anders krijgen we publiek dat alleen maar vrouwen komt kijken.’
Krijgt ze nooit het verwijt dat zij als westerse journalist komt vertellen hoe het allemaal moet? ‘Wel ooit van een Nederlandse collega, maar niet in Noord-Irak. Journalisten denken daar juist: wat je van ver haalt, is lekker. Ik leg niets op, ik laat zien hoe het ook kan. Eén cursiste was gewend elke vraag met een nederig mamoesta (leraar) te beginnen. Tot ze merkte dat één of twee keer meer dan genoeg was.’



Nog meer propagandisten:


vrijdag 4 februari 2011



Winds of change in Koerdistan

bijdrage van Kees Schaepman


Het lijkt wel ruzie: nog voor hij drie woorden heeft uitgesproken wordt de Koerdische officier van de veiligheidspolitie woedend onderbroken. Niet om wat hij gezegd heeft, hij heeft trouwens nog niets gezegd, maar omdat hij qualitate qua bij voorbaat ongelijk heeft.


Zijn opponenten zijn lokale journalisten uit Kalar, deelnemers aan een workshop georganiseerd door het Independent Media Centre in Kurdistan. Later hoor ik dat zeker een kwart van hen familie is van de veiligheidsagent, de meeste anderen hebben waarschijnlijk bij hem op school gezeten.


Vriend- en vijandschap zijn in het noorden van Irak nauwe verwanten. De workshop wordt gegeven in Kalar. Doel is om de relatie tussen pers, politici en politie te verbeteren. Eerder heb ik tweedaagse workshops rond hetzelfde thema gegeven in Erbil, Suleimanya en Duhok. En steeds zag ik diezelfde agressie bij journalisten. Ze bombardeerden de bezoekende agenten en politici niet met vragen maar met meningen: de politie is wreed en gewelddadig; parlementaire oppositie voeren heeft geen zin; de wetten deugen niet en de uitvoerders van die wetten nog minder. Na afloop van de sessies dronken deelnemers en bezoekers samen broederlijk (en opvallend vaak ook zusterlijk) samen een kopje mierzoete thee.



Kalar is een stad van overlevers. Toen Saddam in de jaren tachtig meer dan honderdduizend Koerden liet vermoorden, vluchtten Koerden uit de vergaste en vernietigde omliggende dorpen hier naartoe. Op straat is de vrouwenmode zwart. Maar als ik, héél, héél voorzichtig het onderwerp traumatisering aan de orde probeer te stellen, kijkt de hele groep mij zwijgend en niet begrijpend aan. Trauma’s? Hoezo? Niets over bekend.



Op de televisies die overal aan staan, beginnen beelden uit Egypte het voetbal (de Azië Cup!) te overheersen. Een dag na mijn terugkeer hoor ik dat een workshop voortijdig moest worden beëindigd omdat er ander werk aan de winkel was voor de veiligheidspolitie. The wind of change. Maar niemand weet nog hoe die verandering zal uitpakken.


West Europa is voor de deelnemers aan mijn workshops een voorbeeld, veel meer dan de Verenigde Staten. Het beeld dat zij over onze samenleving koesteren is bijna idyllisch, al is Geert Wilders ook hier geen onbekende naam (Vroeger werd je als Nederlander in deze contreien alleen met landgenoten als Frank Rijkaard en Ruud Gullit geassocieerd).


De bereidheid om te leren is groot, groter dan ik gewend ben in andere landen in transitie. Vaak stuitte ik daar op een diep ingeklonken wal van eigen gelijk: bij ons gaat het nu eenmaal anders en als je onze cultuur niet kent kan je ook niet begrijpen waarom wij het anders doen. Hier merk ik weinig van zo’n afwerende houding.


Het maakt mij hoopvol, ondanks de corruptie, de verpolitiekte journalistiek, de afhankelijkheid van het buitenland (zelfs de stoelen in de café’s moeten worden ingevoerd) en de verzwegen trauma’s. De Koerden hebben voor het eerst een eigen land. En de mensen lijken vast besloten daar dan ook iets van te gaan maken. De straten zijn veilig, de bevolking is jong en de toekomst lokt.


Kees Schaepman is journalist (tot voor kort voor de Vpro), oud-voorzitter van de NVJ en trainer voor IMCK in Irak en voor Press Now in diverse andere landen in transitie
Posted by at vrijdag, februari 04, 2011  


Het was onder diezelfde Kees Schaepman dat de Israel-Lobby ruim baan kreeg bij de VPRO-Radio:



dinsdag 3 februari 2009



Jair Stein van de Pro-Israel Lobby 6


Kees Schaepman,


Vraag jezelf als eindredacteur van VillaVPRO en ook nog eens als hoofdredacteur van de VPRO-Radio het volgende af: zou 'mijn medewerker' zoals je hem zo fraai omschrijft, Jair Stein, een Palestijnse gast in de uitzending van VillaVPRO onweersproken hebben laten verklaren dat, wat betreft de Joden in Israel, wij 'te maken [hebben] met een volk dat gebrainwashed is.' Sterker nog: zouden Jair Stein en jij een Palestijn aan het woord hebben gelaten die publiekelijk verklaart dat na een bloedbad onder Joodse burgers in Israel, waarbij bijna 300 Joodse kinderen gedood werden: 'wij een grote opruimingsactie [hebben] gehouden, maar blijkbaar, wat ik begrijp, dus niet groot genoeg' ?


Welnu, beste collega Schaepman, het antwoord is zoals jij en ik weten ondubbelzinnig: 'Nee, meneer Van Houcke! Wij zouden een dergelijke persoon met dergelijke opvattingen niet onweersproken in de uitzending dit racisme hebben laten verspreiden. Sterker nog, beste collega, wij zouden een dergelijke Palestijn met dergelijke fascistische opvattingen, niet eens aan het woord hebben gelaten.'


Daarom Schaepman, waarom heb jij als eindredacteur en ook nog eens hoofdredacteur erin toegestemd dat de pro-Israel propagandist Loonstein aan het woord werd gelaten? En waarom heb je niet je excuses aan de luisteraars aangeboden voor het onweerproken laten verspreiden van racistische opvattingen? Ik bedoel, bij de christenzionisten van de EO kun je dergelijke gevaarlijkse nonsens verwachten, maar waarom nu ook bij de VPRO, waar jij de scepter zwaait?


In afwachting van je antwoord,
Collegiale groet
Stan van Houcke
Journalist
Amsterdam.'






Het zal niemand echt kunnen verbazen dat er in Noord-Irak Israelische militaire instructeurs te vinden zijn die voor de Amerikanen Koerdische troepen opleiden in de fijne kneepjes van het moorden. Daarover zult u Schaepman, Neurink, Van Exter en al die andere gesubsidieerde schnabbelaars nooit horen. Dat past niet in het propagandistische plaatje. Dat is ook de reden waarom kritische journalisten door dit soort zwaar gefinancierde media-organisaties geweerd worden. Mentale corruptie is uitstekend voor de carrière.






1 opmerking:

Sonja zei

Villamedia: Waar is kritische journalist gebleven?

Maar laat je door de titel niet misleiden, want in dit pleidooi betekent "kritisch" juist (meer) "doodzwijgen".

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...