Sinds begin dit jaar verzorgt de 62-jarige, neoconservatieve, voormalige VVD-Tweede Kamerlid Arend Jan Boekestijn samen met de oud-correspondent Tim de Wit een VPRO-podcast over het buitenland, dat zij eerder voor de EO maakten. Een jaar geleden zei Boekestijn daarover: ‘Ik ben intussen een oude man, dus in mijn ogen zijn correspondenten nog steeds een soort godheden, al worden ze natuurlijk niet meer zo goed betaald als vroeger. Zelf ben ik wat meer een denker en Tim staat juist met zijn poten in de modder.’ In de hoedanigheid van ‘wat meer een denker’ dan Tim, fungeerde Arend Jan in 2003 tegenover een ieder die maar wilde luisteren als propagandist voor de desastreus uitgewerkte illegale inval in Irak. Bovendien bleef deze historicus een enthousiaste voorstander van elke gewelddadige westerse interventie in islamitische landen, waarbij, zo meldde in november 2021 het Watson Institute van de Amerikaanse Brown University:
At least 929,000 people have been killed by direct war violence in Iraq, Afghanistan, Syria, Yemen, and Pakistan. The number of people who have been wounded or have fallen ill as a result of the conflicts is far higher, as is the number of civilians who have died indirectly as a result of the destruction of hospitals and infrastructure and environmental contamination, among other war-related problems.
Thousands of United States service members have died in combat, as have thousands of civilian contractors. Many have died later on from injuries and illnesses sustained in the war zones. Hundreds of thousands of soldiers and contractors have been wounded and are living with disabilities and war-related illnesses. Allied security forces have also suffered significant casualties, as have opposition forces.
Far more of the people killed have been civilians. More than 387,000 civilians have been killed in the fighting since 2001.
Millions of people living in the war zones have also been displaced by war. The U.S. post-9/11 wars have forcibly displaced at least 38 million people in and from Afghanistan, Iraq, Pakistan, Yemen, Somalia, the Philippines, Libya, and Syria. This number exceeds the total displaced by every war since 1900, except World War II.
The U.S. could have pursued several nonmilitary alternatives to holding accountable those responsible for perpetrating the 9/11 attacks. These alternatives would have been far less costly in human lives.
https://watson.brown.edu/costsofwar/costs/human
Op basis van VN-gegevens, Amerikaanse documenten en informatie van open bronnen rapporteerde het Watson Institute, in samenwerking met de Universiteit van Boston, bovendien dat ‘als gevolg van oorlogen, door de Verenigde Staten na 11 september 2001 gestart, tenminste 38 miljoen burgers ontheemd raakten. Dit getal is het tweede grootste in de wereldgeschiedenis. Alleen de 2e Wereldoorlog leidde tot een groter aantal vluchtelingen.’ De zogenaamde ‘Oorlog tegen terrorisme’ leidde tot het ontstaan van ISIS en tot de catastrofale gevolgen voor de bevolking van staten in het Midden-Oosten en Noord Afrika. Het rapport, gebaseerd op gegevens van 2001 tot 2020 en sommige gegevens uit 2021, kwam met de volgende cijfers:
1. Afghanistan - 5,9 miljoen vluchtelingen
2. Pakistan - 3,7 miljoen vluchtelingen
3. Jemen - 4,6 miljoen vluchtelingen
4. Somalië - 4,3 miljoen vluchtelingen
5. Filippijnen - 1,8 miljoen vluchtelingen
6. Libië - 1,2 miljoen vluchtelingen
7. Syrië - 7,1 miljoen vluchtelingen
Tegelijkertijd stelt het rapport dat 38.000.000 een zeer conservatieve beoordeling is en het werkelijke aantal geschat kan worden op 49 tot 60 miljoen burgers. Dat het Westen onder aanvoering van de elite in Washington en op Wall Street al deze gewapende conflicten heeft verloren, tenminste uitgaande van de eigen geproclameerde doelstellingen, speelt bij de twee huidige VPRO-medewerkers, Arend Jan Boekestijn en Tim de Wit geen rol van betekenis. Ook het aantal burgerdoden zijn voor hen een te verwaarlozen categorie, want de vele miljoenen slachtoffers vormen slechts ‘bijkomende schade,’ oftewel ‘collateral damage’ zoals het Pentagon de terreur tegen de burgerij betitelt. En zolang men, net als Boekestijn, nooit oorlogsgeweld van nabij heeft meegemaakt, en in alle rust consequentieloos kan blijven fabuleren, lijkt het eufemisme ‘nevenschade’ niet alleen acceptabel, maar zelfs de enige juiste omschrijving van oorlogsmisdaden. Dit geldt zeker in een klein land dat zich nooit verantwoordelijk voelt voor het onheil dat het veroorzaakt of steunt. Zo weten we dat hoewel twee kabinetten onder leiding van de VVD-er Mark Rutte fundamentalistische terroristen in Syrië financierde, deze terroristen-vriend onlangs weer probleemloos een nieuwe regering heeft kunnen vormen, samen met de opportunistische D’66 lichtgewichten. Hoewel al in 2012 bekend was dat het Westen terroristen in Syrië en Libië steunden, wist de polderpers dit zes jaar lang te verzwijgen. Sterker nog, In De Groene Amsterdammer van 4 april 2012 prees Nederland’s bekendste opiniemaker, H.J.A. Hofland, 'De Libische manier.' Met het oog op het fysiek uitschakelen van Assad (dus het vermoorden van een politieke leider, net als Saddam en Gaddafi) toonde Hofland zich enthousiast over wat hij als de 'Libische manier' kwalificeerde, waarbij de NAVO het Libische leger bombardeerde, waardoor de vermeende naar 'democratie' strevende 'vrijheidsstrijders' de macht konden grijpen. Althans, dat was de officiële versie van het massale geweld. Met betrekking tot Syrië schreef de opiniemaker van De Groene hoopvol over de mogelijkheid van:
een nieuwe fase in de trage ontwikkeling naar solidariteit door gewapende interventie. Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.
Daarom was het wenselijk een nieuw ‘NAVO-avontuur’ te beginnen, ditmaal tegen Syrië. Dat zou, net als in 2011 in Libië, de beweerde verlossing zou brengen. Hofland was dan ook voorjaar 2012 ingenomen met het feit dat 'Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid' toonden de fundamentalistische rebellen in Syrië zwaar te bewapenen, met het oog op de vestiging aldaar van een neoliberale ‘democratie.' Niemand van wat Hofland de 'politiek-literaire elite,' in de polder noemde, vroeg zich echter af waarom juist deze twee Arabische landen zich zouden inspannen voor een democratie in Syrië? Qatar is een absolute monarchie, waar volgens Amnesty International gemarteld wordt, terwijl Saoedi-Arabië wordt gerund door een corrupte wahabitische koninklijke familie die bekend staat vanwege haar grootschalige mensenrechtenschendingen en haar steun aan fundamentalistische extremisten. Even saillant is het feit dat volgens de gepensioneerde socioloog Abram de Swaan, H.J.A. Hofland ‘de krant van gisteren’ was ‘ontstegen,' en tot het einde der tijden tot 'de onsterfelijken' zou gaan behoren. De door bevriende lilliputters tot 'grootste journalist van de twintigste eeuw,' uitgeroepen H.J.A. gaf nog eens een staaltje van zijn 'onsterfelijke' inzichten door in 2012 in De Groene Amsterdammer blij te voorspellen dat:
De internationale gemeenschap wordt boos, zint op betere maatregelen en dan herinnert iemand zich hoe in Libië kolonel Kadhafi ten val is gebracht. Met consequente luchtsteun aan de rebellen, en zonder dat ook maar één vreemde soldaat daar voet aan de grond heeft gezet. Onze luchtmacht heeft er ook nog aan meegedaan. President Obama vond er een naam voor: leading from behind. Het is redelijk goed afgelopen. Libië zien we niet meer op de televisie.
En aangezien de éminence grise van de polderintelligentsia Libië ‘niet meer op de televisie’ zag, meende hij en zijn volgzame publiek dat de klus was geklaard. Van toen af aan zou de neoliberale democratie daar keurig worden gekopieerd, vanzelfsprekend met helpende hand van het Westen dat zelf steeds meer moeite heeft met deze bestuursvorm, zoals blijkt uit de almaar breder wordende kloof, ook in het Westen, tussen arm en rijk. Deze feiten mogen dan wel voor Hollandse ideologen van het allooi Henk Hofland te verwaarlozen détails blijven, maar niet voor de intelligentsia buiten Nederland. Zo berichtte op 3 augustus van hetzelfde 2012 de uitstekend geïnformeerde Franse journalist Thierry Meyssan vanuit Syrië:
No one doubts that terrorism in Syria is being sponsored by NATO and the GCC (Gulf Cooperation Council, de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten. svh) but until now it was being carried out behind a veil of hypocrisy. Unable to bombard and raze the country because of the Russian and Chinese double veto, the Western powers and their Arab partners decided to bleed the country while setting it up for an attack by mercenaries. Then on February 12 came the call to jihad issued by Ayman al-Zawahiri. Suddenly, NATO, the Gulf Cooperation Council and al-Qaeda found themselves pursuing the same objective. Notwithstanding, Brussels took the view that the Egyptian sheik’s declarations were his alone and were therefore unworthy of comment as if to underline that NATO doesn’t revise its positions in response to such fatwas. This rationale remained unconvincing because it ignored the issue of the common objectives shared by the self-proclaimed advocates of democracy, on the one hand, and Islamism, on the other. It did allow appearances to be preserved. The masks are now off. The Western powers have acknowledged their links with terrorists.
https://www.globalresearch.ca/the-west-and-the-glorification-of-terrorism/32193
Maar omdat de hoogbejaarde door het establishment alom bewonderde Hofland tot aan zijn dood in 2016 een fervente aanhanger bleef van het Atlantisch Bondgenootschap, dus van de NAVO en het Amerikaans militair-industrieel complex -- waarvoor president Eisenhower al in 1961 waarschuwde -- fantaseerde hij een virtuele werkelijkheid bij elkaar. Bekend was H.J.A.’s ‘vrijmoedige omgang met de feiten,’ zoals zelfs één van zijn sycofanten moest toegeven toen hij desgevraagd opmerkte dat 'Hofland liever [vertrouwt] op zijn geheugen dan dat hij in de archieven afdaalt, ook al omdat hij ervan uitgaat dat de gemiddelde lezer nog slechter gedocumenteerd is. Hofland redt zich in eerste en laatste instantie altijd door zijn stijl.’ Een dergelijke mentaliteit wordt geaccepteerd in Nederland, waar het corrumperende poldermodel voorkomt dat de pluimstrijkers van de uiterst kleine ‘politiek-literaire elite’ hun helden ter verantwoording roepen. Niet voor niets wees de publicist Martin van Amerongen op het volgende aspect van de door coöptatie gekozen leden van deze ‘elite’:
het is een feit dat zij allemaal bij elkaar over de vloer komen, met alle inteelt-verschijnselen van dien. Dat heeft tot gevolg dat een man als H. J. A. Hofland niet functioneert als het geweten van de vaderlandse journalistiek, het geweten dat hij feitelijk zou moeten zijn. Het is niet alleen een kwestie van een zeker gebrek aan strijdbaarheid zijnerzijds, het is ook het besef dat je, geweten zijnde, zeker weet dat je de man waarvoor je op donderdag een 'proces-verbaal’ (een typische Hofland-term) hebt uitgeschreven, op vrijdag tegenkomt op de sociëteit Arti et Amicitiae. Daar moet je tegen kunnen. Hofland kan dat niet. Daarom houdt hij zich altijd in de coulissen schuil als journalistiek en/of boekenschrijvend Nederland weer eens door een affaire of affairetje wordt geteisterd.
https://www.groene.nl/artikel/h-j-a-hofland-courantier
Het kan dan ook geen verbazing wekken dat Hofland en zijn kring sycofanten nooit enig aanzien hebben genoten in het buitenland. Frederik Hermans, die naar Parijs uitweek om aan de kleinburgerlijkheid van Nederland te ontsnappen, formuleerde het misschien het treffends toen hij over Hofland opmerkte: ‘Die praat met iedereen mee. Vreselijk gênant. Als hij wat meer zelfrespect had gehad, had hij een belangrijk schrijver kunnen worden. Dat vind ik zó droevig.’ Nederland is te klein om een serieuze journalistiek erop na te houden, laat staan een volwassen mediakritiek. Zoals Johan Huizinga, de enige historicus van wereldnaam die Nederland ooit voortbracht, een eeuw geleden schreef:
Een staat, opgebouwd uit welvarende burgerijen van matig grote steden en uit tamelijk tevreden boerengemeenten, is geen kweekbodem voor hetgeen men het heroïsche noemt.
Uit deze ‘burgerlijke sfeer sproten onze weinig militaire geest, de overwegende handelsgeest,’ waardoor ‘Hypocrisie en farizeïsme hier individu en gemeenschap [belagen]!’ Huizinga stelde dat: ‘het niet [valt] te ontkennen, dat de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.’ Hier is ook ‘de politiek-literaire elite,’ (een door Hofland verzonnen fenomeen), een braaf onderdeel van het establishment, dat een inmiddels hoge 'graad' van corruptie ‘zonder protest verdraagt.’ Een blik op de geschreven pers en de omroepen is voldoende om elke illusie de grond in te boren. Terwijl Hofland ‘de Lybische manier’ prees, was het land juist door de gewelddadige westerse interventie ten prooi gevallen aan elkaar bestrijdende al dan niet fundamentalistische bendes die de samenleving tot aan de dag van vandaag in een uitzichtloze chaos hebben veranderd.
Het feit dat nu de VPRO een EO-podcast moeiteloos kan overnemen, inclusief de twee makers ervan toont in feite aan hoe kleinburgerlijk de handelsnatie is gebleven. Na Provo, Tien over Rood, de bezetting van het Maagdenhuis, de hervormingen van de jaren zestig en zeventig, zijn we weer bij af en ‘valt het niet te ontkennen, dat de Nederlander, alweer in zekere burgerlijke gemoedelijkheid, een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt,’ zoals Huizinga een eeuw geleden zo treffend heeft verwoord. De dag dat ik dit schrijf, woensdag 5 januari 2022, meldt Het Parool dat ‘politiebonden dienen een officiële klacht in tegen VN-rapporteur Nils Melzer, die zich deze week op Twitter zeer kritisch uitliet over het optreden van de Nederlandse politie tijdens protesten.’ Het betreft hier excessief politiegeweld tegen burgers die een grote demonstratie hielden tegen het Covid-Beleid van de Nederlandse regering. Maar de ‘knoeierij’ en ‘bevoorrechting’ zijn inmiddels al zo groot in het kleine land, dat de politie, die moet toezien op de ordehandhaving, geen enkele kritiek duldt, zelfs niet van de Verenigde Naties, de stem van de wereldgemeenschap. De bestuurlijke-en politieke elite is dermate afhankelijk geworden van haar geweldsmonopolie dat zij zich geen fundamentele kritiek kan permitteren op de politie terreur.
De westerse systeem-crisis neemt steeds agressievere vormen aan, de politiek is corrupt evenals de mainstream-media, en op straat wordt elk verzet meedogenloos de kop ingedrukt door het geweldsapparaat van de staat, dat overal in de westerse parlementaire democratieën de gevestigde orde met knuppels en honden, arrestatie-eenheden die als knokploegen opereren, waterkanonnen en stroomstootwapens, gepantserde wagens en vuurwapens in stand tracht te houden. En in Amsterdam geeft de Groen Linkse burgemeester Halsema de politie, en straks zonodig het leger de vrije hand. Tot de wal het schip gaat keren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten