maandag 7 september 2020

Chris Kijne en de Gesubsidieerde Onwetendheid 7


Naar aanleiding van de reactie van de westerse pers en politici op ‘de val van de Muur’ in 1989 schreef omroepjournalist Chris Kijne precies dertig jaar later: ‘met een naïviteit die nu al bijna niet meer te geloven is, ging ons deel van de wereld er sindsdien’ vanuit ‘dat de toekomst’ aan ‘de liberale democratie was. En kijk eens waar we nu terecht zijn gekomen. Donald Trump, Vladimir Poetin, Xi Jingping, Racip Erdogan, Viktor Orban, Jair Bolsonaro. Dat is de wereld waarin we terecht zijn gekomen,’ en dit alles ‘gaat over democratie. U weet wel, dat ding dat wij moesten beschermen.’

https://www.nvj.nl/nieuws/politieke-pyromanie 


Kijne’s verbijstering is gespeeld, want als  mainstream-journalist schreef hijzelf tijdens de kredietcrisis van 2008:


had u tot voor kort gedacht dat een minister van Financiën er mee weg zou komen wanneer hij tegen de Kamer zei: ‘Nee, natuurlijk heb ik u vorige week, toen ik op het punt stond de grootste ingreep in de economie te doen die een minister van Financiën ooit heeft gedaan, niet de waarheid verteld. En als ik volgende week een nog grotere ingreep ga doen, vertel ik het u weer niet.’ Is toch gebeurd. Gaat over democratie. En het vreemdste is: we vinden allemaal nog dat Bos gelijk heeft ook. Voor ons journalisten was het natuurlijk niet nieuw dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde. Wel is het nieuw dat ik op dit moment even niet meer weet of ik wel even hard als vroeger mijn best moet doen om hem die waarheid te laten vertellen. Of er inderdaad niet even een hoger belang is dan de waarheid, niets dan de waarheid.  


Kortom, Kijne en de rest van het journaille waren van oordeel dat minister Bos ‘gelijk’ had dat hij de volksvertegenwoordiging en de pers ‘niet de waarheid’ vertelde, aangezien er ‘even een hoger belang’ kon bestaan ‘dan de waarheid, niets dan de waarheid.’ En aangezien ook Kijne weet dat ‘de democratie’ staat en valt bij het verstrekken van juiste informatie aan  parlement en bevolking, moet de conclusie zijn dat Kijne deelneemt aan de uitholling van de westerse parlementaire ‘democratie.’ Met andere woorden, waarop berust zijn verbijstering nu wij ‘terecht zijn gekomen’ in een alles behalve democratische ‘wereld’? Chris wijst er immers terecht op dat dit alles ‘over democratie' gaat. 'U weet wel, dat ding dat wij moesten beschermen.’ Inderdaad, ‘moesten beschermen,’ maar dat deden hij en de zijnen juist niet. Hij hield rekening met ‘een hoger belang’ van de neoliberale macht, en dat was destijds het redden van de sjoemelende bankiers die veel meer geld hadden uitgeleend dan ze in hun kluizen hadden. Zij allen goochelden met niet bestaand geld, met 'fiat money.' 


Om deze corruptie ongestraft te laten, waren de Kijne’s bereid om de ‘waarheid’ te verzwijgen, en die was simpelweg dat het geld niet ‘verdampt’ was, zoals de ‘corporate press’ beweerde, maar nooit had bestaan. In plaats van zijn publiek te informeren dat er in het neoliberalisme een gigantische luchthandel in geld was ontstaan door beursspeculanten en bankiers, was de mainstream-journalistiek bereid om hierover zoveel mogelijk te zwijgen. Waar de westerse pers evenwel niet over zweeg was de absolute ‘noodzaak’ om vele honderden miljarden aan belastinggeld vrij te maken voor financiële steun aan de banken, in een poging zodoende het vertrouwen in deze zwendelende instellingen te herstellen. Nagenoeg geen enkele bankier en geen enkele politicus, die de corruptie toeliet, is voor deze misdaden juridisch veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. De commerciële pers, inclusief de Hilversumse omroepen, verdedigde met fake-news weliswaar de mafiose geldhandel, maar niet het ‘ding dat wij moesten beschermen,’ te weten: de zo geprezen ‘democratie.’ Desondanks beweerde Chris Kijne tijdens zijn optreden in augustus 2019 ‘over de toekomst van de Publieke Omroep’ zonder enige gêne:


Wij zijn journalisten die verslag proberen te doen in een wereld waar alles op zijn kop is komen te staan terwijl er ondertussen trollenlegers en fake-news-fabrieken bezig zijn om onze informatie tegenover de grootst mogelijke lulkoek te zetten en te roepen: ja, maar daar horen we jullie nooit over. Lees één keer de twitter-tijdlijn van de dappere Gerrit Hiemstra en je weet waar ik het over heb. En intussen zijn de nieuwe autocraten van deze wereld bereid het gevecht met de pers met de handschoenen uit te voeren.


Om zijn gelijk te bewijzen beriep Kijne zich op Gerrit Hiemstra, de ‘weerpresentator bij het NOS Journaal,’ die ‘in 2004 werd genomineerd voor de Award Best Geklede Man,’ en die in ‘2015 samen met een compagnon het adviesbureau Weather Impact’ begon, waar hij de functie bekleedt van ‘Chief Executive Officer,’ belast met ‘project acquisition and contract management.’ Volgens eigen zeggen is de ‘main focus’ van zijn bedrijf: 


the agricultural sector where growers and producers of crops fundamentally rely on accurate and reliable weather information. Weather affects almost every aspect of agricultural business from determining the timing of harvest, to efficiently ventilating greenhouses.

https://www.nlspace.nl/en/spacedirectory/company/63 



Kennelijk had Kijne geen andere bron voor handen om zijn boodschap over te brengen dan de wat oubollig geklede weerman van het NOS-Journaal. Het zij zo, de Nederlandse journalistiek kent nu eenmaal weinig journalisten die boeken lezen over de onderwerpen waarover zij berichten. Ironisch genoeg gaf Kijne zelf, zonder het te beseffen, het begin van een antwoord op de vraag waarom hij geen internationaal gezaghebbende academicus of auteur kon aanbevelen. Mijn oude VPRO-radio-collega zei hierover: 


Moest er vroeger een programma gevuld worden, tegenwoordig is iedere redactie die zich met nieuws en achtergronden bezighoudt bijna 24 uur per dag online, moet er ook voor de digitale platforms audio en beeld gemaakt worden, moeten verslaggevers hun eigen items monteren en moet er naast beeld en geluid ook tekst geleverd worden.


Ik heb de mensen zien omvallen op de redacties waar ik werk. Ik heb gezien hoe de essentie van een creatief vak als de journalistiek, nadenken over de wereld, dingen lezen, graven en uitzoeken, tijd hebben om ideeën te laten ontstaan en te laten rijpen, dag in dag uit meer slachtoffer werd van een moordende productiedwang.


Ik heb gezien hoe de lagere budgetten voortdurend en zonder uitzondering ten koste gingen van de programma’s.


Dit verklaart ten dele de gebrekkige informatieverschaffing van Kijne en zijn omroepcollega’s, maar zeker niet alles. Het zegt bijvoorbeeld niets over Kijne’s drijfveer om deel te nemen aan de niet aflatende anti-Rusland hetze van de westerse commerciële pers. Eveneens verklaart het niets over het feit dat hij  niet wil garanderen ‘de waarheid’ te zullen achterhalen, wat toch de belangrijkste taak van een journalist in een ‘democratie’ behoort te zijn. De verklaring voor zijn journalistieke  onbetrouwbaarheid is dat zijn belangrijkste drijfveer niet is om ‘de waarheid’ te zoeken, maar om ‘gehóórd te worden.’ Daarbij helpt dat hij eenmaal ‘achter een radiomicrofoon terecht' te zijn ‘gekomen’ werkelijk ‘niemand’ hem ‘daar meer weg[krijgt],’ aldus Kijne zelf. Deze egotrip leidt onvermijdelijk tot journalistieke corruptie, en onze Chris is daarvan één van de sprekende voorbeelden in Nedersland. Zijn schaamteloosheid grenst aan die van zijn protestants-christelijke vader, eens  verspreider van Gods Woord in het land der blinden. Zijn zoon is een waardige opvolger, want de hedendaagse 'corporate press' vervult nu in het ontkerstende Nederland de rol van dominee of priester. Net als voorheen de clerus bepaalt  de commerciële journalistiek, in dienst van de macht, wat waar is en wat niet, wie belangrijk is en wie niet, hoe de toekomst eruit moet zien en hoe niet, op welke wijze de geschiedenis geïnterpreteerd moet worden en op welke wijze niet, én vooral: wie de vijand is en wie niet. Die ontwikkeling is buitengewoon gevaarlijk. Vooral ook omdat volgens insiders zelf 'de media' ook 'fake news' verspreiden. Zo concludeerde in 2007 Pieter Broertjes na twaalf jaar hoofdredacteurschap van de Volkskrant onomwonden:


De geoefende waarnemer weet dat de werkelijkheid vaak wordt verdraaid, ook door journalisten. Dat het zo erg is, verraste ook mij.


De vraag is daarom voor de hand liggend: hoe is het te verklaren dat zelfs Pieter Broertjes -- tevens oud-voorzitter van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren -- zo vaak onaangenaam werd verrast door onder andere de tendentieuze berichtgeving in zijn eigen krant? Daarover zweeg Pieter destijds, maar het feit dat hij, acht maanden na te zijn opgestapt bij de Volkskrant, in maart 2011 werd voorgedragen voor het burgemeesterschap van Hilversum, en het 'kabinet-Rutte I op 27 mei 2011' onmiddellijk 'in[stemde] met de benoeming,’ spreekt natuurlijk boekdelen. Broertjes had zich een betrouwbare compagnon getoond van de politieke en financiële macht. Juist daarom moest hij beloond worden na als hoofdredacteur van een grote landelijke krant in totaal 15 jaar erop te hebben toegezien dat ‘de werkelijkheid vaak wordt verdraaid,’ niet alleen door de machthebbers, maar ‘ook door journalisten,’ een feit dat de huidige burgermeester van de omroepstad ‘verraste,’ kennelijk omdat hij géén ‘geoefende waarnemer’ was, tenminste, zo moet zijn publiek aannemen. Het is allemaal kolder, maar feit is wel dat een autoriteit in Nederland — als gevolg van het poldermodel — met deze nonsens makkelijk wegkomt. Ons kent Ons, en overal, zowel in de politiek als in de journalistiek, gelden dezelfde corrupte wetmatigheden. Dit is geen complotdenken, maar eenvoudigweg een onvermijdelijkheid. ‘Power corrupts,’ merkte het Britse parlementslid, de historicus baron Acton, in 1887 op, en wederom, dit gegeven is onvermijdelijk, en kan tot complotten leiden, zoals een toenemend deel van het westerse publiek beseft. 



Pieter Broertjes: Hilversum klaar voor Koningsdag


Dankzij de komst van internet, waarop tot nu toe nauwelijks effectief kan worden gecensureerd, heeft de mainstream-pers het monopolie op de berichtgeving verloren, en daarmee de greep op de waarheidsvinding, zoals de macht die vanaf het allereerste begin heeft kunnen afdwingen. Door internet kan iedereen zijn informatie en zijn gekte openbaren. Met als gevolg dat de ‘geoefende waarnemer’ nu  ‘weet dat de werkelijkheid vaak wordt verdraaid, ook door journalisten,’ zoals burgemeester Broertjes zo fraai verwoordde. Niet alleen wordt daardoor het nep-nieuws van de grote kranten en omroepen doorgeprikt, maar vooral duidelijk wat ‘de pers’ allemaal verzwijgt. U zult niet snel bijvoorbeeld Chris Kijne de Amerikaanse academisch geschoolde onderzoeker Christian Sorensen horen interviewen over diens opzienbarende boek Understanding The War Industry (2020) dat de anti-Rusland hetze van ondermeer journalisten als Chris Kijne in een brede context plaatst. Zo schrijft de oud-militair Sorenson:  


The War Department eagerly adjusts to more expensive war. In early October 2018, the Pentagon issued its regular assessment of the U.S. war industry base. The report made clear that the U.S. war industry and the Pentagon are shifting to great power competition. The industrial base, the report makes clear, includes everything: public and private academia, research and development organizations, Corporate America. Everything. The report bemoans the decades of ‘erosion of American manufacturing,’ but ignores how corporate leaders caused this erosion by pushing manufacturing jobs overseas where labor is relatively cheaper. Of course, the report frames this erosion as a threat, one that could ‘undermine the ability of U.S. manufacturers to meet national security requirements.’ The report doesn’t mention (perhaps its scribes are unaware) that corporate authority is the one that largely determines what national security requirements are. Though the report talks about labor, it doesn’t mention any working-class perspective. A former Boeing executive named Pat Shanahan delivered the report in his capacity as Deputy Secretary of War. By January 2019, Shanahan was acting Secretary of War and pushing China as the main enemy. (Shanahan is alleged to have helped out Boeing from his new position, though an internal review cleared his name. Former U.S. Ambassador to the United Nations Nikki Haley was soon nominated to Boeing’s board of directors.) The Pentagon’s 2020 budget looks to be taking ‘significant steps’ toward a ‘focus on great power conflicts,’ the industry-friendly bulletin Breaking Defense noted.


Think tanks across the board hyped great power competition throughout 2018. A senior research fellow at Heritage reminds us that the biggest change to the operating environment is a positive one: that U.S. allies have in the last year truly ‘awakened to the fact that everybody is back in big power competition.’ Federal allies are onboard, too. The director of CIA (the organization whose essential purpose is the protection and promotion of capitalism) asserts, ‘We are sharpening our focus on nation-state rivals.’ 


Great power competition is already playing out in profitable ways. The Center for Strategic & Budgetary Assessments (CSBA) think tank issued a study stating that great power competition obligates the U.S. Air Force to dramatically expand its number of aircraft squadrons. CSBA also found severe shortfalls in a variety of weapon categories, including aircraft (bombers, tankers, fighters, drones) and space assets. CSBA is funded by the war industry and appendages of the U.S. Department of War. It was established in the 1980s as an alternative to the Congressional Budget Office, which is less influenced by corporations. CSBA, on the other hand, reliably produces reports favorable to industry’s bottom line. U.S. Air Force civilian leaders, who recently worked in industry, are responding auspiciously. Industry goods and services had already encircled the bogeymen (Russia and China) prior to the launch of great power competition. 


The great power competition pretext has given the Pentagon an excuse to deploy more corporatized troops, mercenaries, and goods and services right up to Russia’s borders, while Pentagon leadership has stylized such a permanent war footing as conducive to peace. More frequent deployments and the conducting of war games with a greater intensity of corporate products ensue. The deployment of U.S. and North Atlantic Treaty Organization (NATO) troops to Russia’s borders entails provision (bevoorrading. svh) of AM General and General Dynamics vehicles, Boeing jets, Harris radios, Raytheon radar, Lockheed Martin/Raytheon anti-tank missiles, and AeroVironment drones. The U.S. Air Force regularly sends bombers to bases in Europe — Boeing B-52s and Northrop Grumman B-2s in spring and summer, 2019, for example. The U.S. Navy stood up a new Fleet and sent it to Russia’s coastal waters. Mainstream media organizations do their part by uncritically portraying Moscow as racing for global dominance while underplaying the Pentagon’s colossal overseas reach. In fiscal year 2020, the U.S. Air Force will spend $278 million to position more equipment ‘throughout Europe and $241 million on construction efforts to support expeditionary basing.’ Meanwhile, weapon sales to China’s neighbors are flourishing, and the U.S. Armed Forces are conducting regular unilateral exercises near China and drills with Southeast Asian militaries. A variety of products are involved in such efforts, including Lockheed Martin cargo aircraft and jets, Boeing ordnance, General Dynamics submarines, Raytheon electro-optical/infrared sensors, and littoral combat ships packed with industry products. Some U.S. exercises have focused on seizing territory and setting up airstrips, a process known as Expeditionary Advance Base Operations (EABO). War corporations held an EABO ‘industry day’ in 2018 in concert with the Armed Forces to present and promote relevant industry goods and services. 

Industry’s activity requires physical infrastructure. With an eye on Moscow, such infrastructure is expanding across Europe, including in the Czech Republic, Germany, Iceland, Poland, and Romania. The U.S. Army Corps of Engineers in Wiesbaden, Germany, administers many construction projects. U.S. corporations profit from upgrading U.S. military bases under the European Reassurance Initiative. A construction firm from Colorado Springs, Colorado, building infrastructure at Mihail Kogalniceanu Air Base, Romania, is a good example of this. The War Department is also upgrading military infrastructure in the Far East, in Beijing’s face. Meanwhile, Beijing’s construction is framed as a threat. ‘I mean, this is insane. Look at all that crazy construction,’ remarked a U.S. Navy officer as she observed Chinese military construction projects in the South China Sea. Though a useful bogeyman, Chinese military construction in the South China Sea does not hold a candle to what U.S. construction firms have built up overseas. 


High-ranking military officials are on board with great power competition, prioritizing careers and corporate largess. Some officials justify their participation in this pretext by claiming that all branches of the U.S. Armed Forces are ‘depleted’ after decades of fighting. Basically, so their argument goes, recent wars have left the troops with degraded equipment, substandard weaponry, and not enough supplies. (Keep in mind, these officials do not propose to end the needless wars. They propose to spend more resources on these wars and preparation for new great power wars.) Ergo, Pentagon officials justify the pursuit of great power competition (and sky-high military budgets and nonstop purchasing of costly goods and services) by claiming the U.S. military is ‘under-resourced.’ Great power competition is now fully entrenched in the Pentagon. The 2018 National Defense Strategy, developed in 2017, emphasized, ‘inter-state strategic competition, not terrorism, is now the primary concern in U.S. national security.’ Etching the National Defense Strategy into stone, Chairman of the Joint Chiefs of Staff Joseph Dunford officially declared that great power competition was here to stay, demanding a shift in Pentagon funding priorities and weapons development. Dunford was speaking at a forum sponsored by war corporations Boeing, CAE, and United Technologies, and NATO, among other powerful groups, including energy firms and IT corporations. The National Defense Industrial Association later presented General Dunford with its most prestigious award. Dunford soon retired and joined the board of Lockheed Martin. 


The great power competition dogma’s near-term implications for the state of the nation are scary: further starvation of the diplomatic corps, diminishing its talent and effectiveness; increased militarization of an already militarized U.S. economy and public life; and greater likelihood of wars big and small. Great power competition also has major implications for humanity, other animals, and Earth itself: more pollution (notably toxic particulates, carbon emissions, and radiological contamination) in an era of climate catastrophe and mass extinction; nuclear weapons on a hair trigger; and relentless corporatization of the Pentagon, the world’s mightiest organization. The pretext known as great power competition is off to a great start, financially, bureaucratically, and industrially.



Maar voor deze bredere context heeft de mainstream-pers, inclusief Chris Kijne, geen belangstelling. Zij focussen zich op de waan van de dag, die doorgaans niet meer is dan propaganda voor de status quo, en daarom de belangen van de elite dienen. Inderdaasd 'Mainstream media organizations do their part by uncritically portraying Moscow as racing for global dominance while underplaying the Pentagon’s colossal overseas reach.' Daarom verspreidt Kijne met de regelmaat van de klok dit soort tweets: ‘Stukje over novitsjok, het gif dat Navalny velde. Weet je ook meteen waar de bijen gebleven zijn.’ Alles grijpt hij aan om in het kader van de nieuwe Koude Oorlog Rusland zwart te maken. Daarbij schuwt de omroepjournalist geen onwaarheden, want niet de Russen zijn verantwoordelijk voor de bijensterfte, maar ‘mijten, pesticiden, eenzijdig voedsel en slecht weer leiden tot de sterfte van bijen,’ zo is wetenschappelijk vastgesteld. Kijne is bereid zijn publiek te mobiliseren tegen het grote Kwaad in de wereld, te weten Rusland en China, en legt daarmee de basis voor een Derde Wereldoorlog.

Zie: https://wibnet.nl/dieren/insecten/vier-oorzaken-van-bijensterfte 


Feiten spelen voor Kijne daarbij geen rol, het verspreiden van rancunes en ressentimenten, daar gaat het hem om. Bekend is dat feiten voor propagandisten hinderlijk zijn, en dus liegt en bedriegt Chris erop los. Nazi-minister van Propaganda Joseph Goebbels verklaarde ooit: 'Wij spreken niet om wat te zeggen, maar om een bepaald effect te bereiken,’ en dit is nu precies wat Kijne doet; dat maakt hem zo gevaarlijk. Hij ziet het als zijn taak om de Russische Federatie te criminaliseren, om het land af te schilderen als een grote bedreiging van ‘het vrije westen.’ Hij verzwijgt daarbij niet alleen dat de NAVO-landen in 2019 tenminste 16 keer meer aan het militaire apparaat spendeerde dan de Russische Federatie, maar ook dat de NAVO-bases, tegen de afspraak in, steeds verder oostwaarts zijn uitgebreid, zodat Rusland nu geheel omsingeld is.  Meer hierover de volgende keer.  






Geen opmerkingen: