dinsdag 15 oktober 2019

Strafhof koerst af op harde botsing met civil society

Strafhof koerst af op harde botsing met civil society over lot Palestijnen

Vanuit de hele wereld wordt het Internationaal Strafhof gemaand om eindelijk op te treden tegen het Israëlische geweld waaraan de Palestijnen blootstaan. Op 29 november vindt in Den Haag een internationale demonstratie plaats.
Tijdens het 22-daagse Israëlische offensief tegen de Gazastrook in 2008-2009 kwamen circa 1400 Palestijnen om. Israël bestookte Gaza onder meer met witte fosfor. De Palestijnen konden Israël destijds niet aanklagen bij het Strafhof. Inmiddels kan dat wel. [c] Medium.com  
Een coalitie van zestig organisaties vormt de voorhoede van wat bezig is uit te groeien tot een wereldwijd protest tegen de passiviteit van het Internationaal Strafhof. Dat laat nog altijd na officieel onderzoek in te stellen naar Israëlische (oorlogs)misdaden, waardoor die onbestraft blijven en kunnen voortduren. De Palestijnen betalen daarvoor de prijs.
Daar neemt de wereld geen genoegen meer mee. Op vrijdag 29 november, de door de Verenigde Naties (VN) ingestelde Dag van solidariteit met het Palestijnse volk, vindt in Den Haag een internationale demonstratie plaats tegen de passiviteit van het daar gevestigde Strafhof. Dat wordt gemaand om nu zonder verder uitstel officieel onderzoek in te stellen.

Simpele opdracht: ‘Kom in actie!’

Campagnebeeld voor de demonstratie van 29 november.
Op 16 januari 2015 kondigde het Strafhof aan een vooronderzoek in te stellen naar wat het noemde ‘de situatie in Palestina’. Dat vooronderzoek moest uitwijzen of er voldoende aanwijzingen voor Israëlische (oorlogs)misdaden bestonden om een officieel onderzoek te openen dat kon leiden tot een aanklacht, veroordeling en sancties. Bijna vijf jaar later heeft het hof – ondanks een schat aan aanwijzingen voor zulke misdaden en herhaalde aansporingen om in actie te komen – nog altijd geen officieel onderzoek ingesteld.
De harde realiteit is dat het hof categorisch nalaat de Palestijnen in bescherming te nemen tegen de voortgaande Israëlische misdaden. Nu alle officiële paden zijn platgetreden en het uitstel van een serieus onderzoek groteske vormen heeft aangenomen, is de dag aangebroken waarop het Strafhof door de internationale civil society ter verantwoording wordt geroepen. Die dag is 29 november, en de boodschap is simpel: ‘Kom in actie.’

Toetreding tot Strafhof

Het heeft lang geduurd voor de Palestijnen een beroep konden doen op het in Den Haag gevestigde Strafhof (International Criminal Court). De doorbraak kwam toen Palestina in november 2012 bij de VN de status van waarnemerstaat kreeg, waarna het kon toetreden tot internationale verdragen en instellingen als het Strafhof.
Dat gaf de Palestijnse Autoriteit (PA) de mogelijkheid het Strafhof te verzoeken een onderzoek in te stellen naar mogelijke Israëlische oorlogsmisdaden, begaan tijdens het Israëlische offensief tegen Gaza in 2014, waarbij ruim 2200 Palestijnen werden gedood. Op 16 januari 2015 maakte het Strafhof zoals gezegd bekend een vooronderzoek in te stellen, dat overigens ook betrekking heeft op mogelijke (oorlogs)misdaden van Palestijnse zijde.

Kolonisering is oorlogsmisdaad

Het vooronderzoek omvat daarnaast mogelijke (oorlogs)misdaden in samenhang met de Israëlische kolonisering van Palestijns gebied. Gestimuleerd door de Israëlische regering en onder bescherming van het leger hebben zich sinds 1967 circa 700 duizend Israëlische kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever en in bezet Oost-Jeruzalem gevestigd. Die kolonisering gaat gepaard met grove schendingen van de mensenrechten en is door de VN-Veiligheidsraad, de Europese Unie en de Nederlandse regering veelvuldig als illegaal veroordeeld. Volgens het oprichtingsstatuut van het Strafhof geldt het koloniseren van bezet gebied als een oorlogsmisdaad:
For the purpose of this Statute, ‘war crimes’ means: […] The transfer, directly or indirectly, by the Occupying Power of parts of its own civilian population into the territory it occupies […].

Gaza en de Grote Mars van Terugkeer

Het vooronderzoek strekt zich ook uit tot mogelijke (oorlogs)misdaden in samenhang met de blokkade van de Gazastrook, die internationaalrechtelijk als bezetting geldt. In dat verband zijn het hof ook honderden gedocumenteerde gevallen onder de aandacht gebracht waarin Palestijnse burgers in Gaza door Israëlische scherpschutters werden neergeschoten tijdens demonstraties in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’. In februari van dit jaar publiceerde een door de VN ingestelde onafhankelijke commissie een vernietigend rapport over het Israëlische geweld tegen de Palestijnse betogers.
Tenslotte is het hof verzocht serieus onderzoek in te stellen naar de Israëlische aanval op het schip de Mavi Marmara op 31 mei 2010, waarbij tien burgers werden gedood. In een eerder stadium stelde hoofdaanklaagster Fatou Bensouda van het Strafhof dat zij geen vervolging tegen Israël zou instellen, aangezien de misdaad ‘onvoldoende massaal’ was. De Beroepskamer van het Strafhof heeft haar vorige maand opgedragen dat besluit te heroverwegen.

Overvloed aan materiaal

In de voorbije jaren is het Strafhof van veel kanten van documentatie voorzien en tot spoed gemaand. In juli 2017 wendde een Palestijnse coalitie van vijfhonderd burgers en vijftig vakbonden en maatschappelijke organisaties zich tot het Strafhof met nieuwe aanklachten en bewijsvoering. De coalitie maakte pijnlijk duidelijk welke prijs de Palestijnen betaalden voor het gebrek aan voortgang van het toen al tweeënhalf jaar slepende vooronderzoek.
In augustus 2017 bracht Defence for Children diezelfde boodschap aan het Strafhof over met een campagne die de aandacht vestigde op het lot van de 800 duizend Palestijnse kinderen in de door Israël van de buitenwereld afgesloten Gazastrook – een extreme vorm van collectieve bestraffing.
In september 2017 boden de Palestijnse mensenrechtenorganisaties Al-Haq, Al-Mezan, Addameer en het Palestinian Center for Human Rights (PCHR) het Strafhof een 700 pagina’s tellend dossier aan over de gevolgen van de Israëlische kolonisering. Dat was al het vierde dossier dat de organisaties overlegden. De drie eerdere dossiers hadden betrekking op Israëlische misdaden tegen de bevolking van de Gazastrook, onder meer tijdens de militaire campagne in de zomer van 2014.

Passiviteit kost levens

In mei 2018 bezocht de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken, Riad Malki, het Strafhof om hoofdaanklaagster Bensouda duidelijk te maken dat langer uitstel van een officieel onderzoek volstrekt onverantwoord zou zijn. In een 18 pagina’s omvattend verzoek tot ingrijpen wees Malki het Strafhof op zijn verplichtingen, benadrukkend dat het uitblijven van onderzoek en sancties Israël aanmoedigt tot intensivering van de misdaden waartegen het Strafhof de Palestijnen juist moet beschermen:
A failure to punish, let alone investigate, crimes associated with the unlawful occupation of Palestine has only emboldened perpetrators to carry on with their criminal deeds. […] During the current preliminary examination, there has been an alarming intensification of Israeli crimes with an attendant and compounding impact on the Palestinian population and, in particular, on children.
Diezelfde boodschap werd in september 2018 overgebracht door een internationale coalitie van 25 organisaties, waaronder The Rights Forum. Ook de belangrijke mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International hebben het Strafhof herhaaldelijk gemaand een officieel onderzoek in te stellen en een einde te maken aan de feitelijke immuniteit die Israël geniet.


Geen opmerkingen: