zondag 11 augustus 2019

De Zionistische Meute 3


Volgens Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, dat een tegengewicht wil bieden aan de alomtegenwoordige Joods-Israelische hasbara, stelde ik aan de hoofdstedelijke zioniste Daphne Meijer ‘irritante vragen’ door haar opheldering te vragen over haar mening dat de Vlaamse auteur Dimitri Verhulst ‘een snertcolumn’ had geschreven en ‘een geborneerde eikel is,’ nadat hij terechte kritiek had geuit in de Belgische krant De Morgen op de dagelijkse terreur van de schurkenstaat Israel tegen de Palestijnse bevolking. Hamburger weigerde antwoord te geven op mijn voor de hand liggende vraag waarom hij zich zo had geërgerd aan mijn vragen en feitelijke opmerkingen. Wel had hij mij opdracht gegeven te stoppen ‘met die houding waarbij je iedereen een schriftelijk interview afneemt.’ Nog afgezien van het feit dat ik in dit geval niet ‘iedereen,’ maar alleen Meijer naar haar motivering had gevraagd, lijkt mij zijn bevel op zijn zachtst gezegd nogal wonderlijk, aangezien ik een journalist ben die op een publiek toegankelijke site mijn vak bedrijf. En dat weet Jaap Hamburger, aangezien hij zich door mij had laten interviewen in een programma van Café Weltschmerz, waarin hij ondermeer liet weten dat ‘het zionisme in feite een superioriteitsleer’ is. 

Kennelijk mag je dit als jood stellen, maar niet als goj. De niet-jood dient zich voor eeuwig te schamen voor de holocaust, die -- in strijd met de werkelijkheid -- als een volstrekt unieke gebeurtenis wordt gepresenteerd. Maar in zijn boek Exterminate All The Brutes (1996) wijst de Zweedse auteur Sven Lindqvist erop dat

Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.

Gedocumenteerd toont Lindqvist aan dat de:

Europese vernietiging van de 'inferieure rassen' van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa… Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden…

En:

toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen onszelf ter discussie te stellen — daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken…

Qua moordzucht en genocide scoort het Westen veruit het hoogst. In zijn boek American Holocaust (1992) berekende de Amerikaanse hoogleraar David Edward Stannard aan de hand van de meest recente wetenschappelijk verantwoorde schattingen dat:

there were the unique horrors of the African slave trade, during the course of which at least 30.000.000 — and possibly as many as 40.000.000 to 60.000.000 — Africans were killed, most of them in the prime of their lives,

en dat:

the total extermination of many American Indian peoples and the near-extermination of others, in numbers that eventually totaled close to 100.000.000. […] For almost half a millennium Christians had been launching hideously destructive holy wars and massive enslavement campaigns against external enemies they viewed as carnal demons and described as infidels... During those same long centuries they had further expressed their ruthless intolerance of all persons and things that were non-Christian by conducting pogroms against the Jews who lived among them and whom they regarded as the embodiment of Antichrist — imposing torture, exile, and mass destruction on those who refused to succumb to evangelical persuasion.

Nu we dit weten blijft over de onbeantwoorde vraag waarom Jaap Hamburger mijn vragen  dermate ‘irritant’ vond dat hij mij opdroeg eens te stoppen 

met die houding waarbij je iedereen een schriftelijk interview afneemt, om vervolgens in te hakken op de antwoorden die je krijgt, en verantwoording op verantwoording te eisen en zelf buiten schot blijft.

Het is de typische houding van de polder-autoriteit die zich ergert aan het feit dat een interviewer geen genoegen neemt met zijn eerste reactie. Doorvragen wordt niet op prijs gesteld, het is één van de belangrijkste redenen, zo weet ik na een halve eeuw ervaring, waarom in Nederland kritische journalistiek taboe is. Na Verhulst te hebben uitgemaakt voor ‘een eikel’ en mijn vraag naar een toelichting kon men op Facebook het volgende lezen:

Stan van Houcke: ‘dat u gainsbourg's grap niet leuk vindt, maakt de column niet antisemitisch. die overgevoeligheid van bepaalde joden is opmerkelijk gezien het feit dat er nogal wat joden buiten israel deze schurkenstaat steunen. opvallend is dat u joden met een hoofdletter schrijft, alsof zij tot een ander volk behoren. maar joden in nederland zijn allereerst joodse nederlanders. zij behoren tot het nederlandse volk. waarom dringt dit niet tot u door.’

Daphne Meijer: ‘Ik ga zelf over mijn eigen etniciteit. Net zoals andere mensen. En hier bestaat zeer grote consensus over bij Joden. En zelfs al was dat niet zo, dan ga ik er nog altijd zelf over. Fijne dag!’

Stan van Houcke: ‘natuurlijk. sommige mensen denken dat ze napoleon zijn, maar zijn het niet. volgens de regels van de nederlandse taal ben jij joods, met een kleine letter, omdat jouw nationaliteit nu eenmaal Nederlander is. dat je een dubbele loyaliteit hebt, is jouw goed recht, maar taalkundig blijf je een joodse dame.’

Daphne Meijer: ‘Stan, laten we hier een punt achter zetten, want ik vind jouw standpunt niet zo boeiend eigenlijk.’

Stan van Houcke: ‘ja, dit is de bekende postmoderne reactie, een feit afdoen als een mening, en wel omdat je geen argument hebt. het gaat er niet om wat jij al dan niet 'boeiend' vindt. waar het in de wereld om gaat zijn feiten versus meningen, emoties versus ressentimenten.’


De 57-jarige zioniste Daphne Meijer, 'Lid stadsdeelcommissie voor Indische Buurt en Oostelijk Havengebied' voor GroenLinks.


Dat Daphne Meijer zich allereerst ‘Joods’ voelt -- meer dan een gevoel is het niet -- is vanzelfsprekend haar goed recht, net zoals iemand zich Napoleon mag voelen. Dat Meijer ‘zelf over’ haar ‘eigen etniciteit’ gaat, is eveneens haar goed recht, maar feit blijft dat zij voor de wet allereerst Nederlandse is, ook al voelt zij zich als zioniste onderdeel van het ‘Joodse volk.’ Het punt is alleen dat zij 'in feite’ een — in de ogen van Jaap Hamburger — ‘superioriteitsleer’ aanhangt. Dat maakt haar tweeslachtig, en zelfs hypocriet. In 2010 schreef Daphne Meijer mij dat onder joden 'de liefde' voor Israel 'diep en onvoorwaardelijk' is, 'dieper misschien dan de liefde voor Nederland.'  Ik was hier niet van onder de indruk, aangezien ik als half Nederlander, half Schot dit ‘Blut und Boden’-gevoel niet ken, en bovendien het verband tussen ‘de afstamming (het bloed) en de bodem (die het volk via landbouw kan voeden en die dient als Lebensraum)’ afwijs. Ik kan geen liefde opbrengen voor een lapje grond waarop een volk leeft van deels aardige mensen en deels — met dank aan Meijer — ‘eikels’ van de bovenste plank. Laat staan dat ik ‘liefde’ kan opbrengen voor mythes als ‘uitverkoren volk’ en ‘het beloofde land.’ Het zijn voor mij in een geglobaliseerde wereld tamelijk primitieve opvattingen. Blijft over de vraag waarom iemand wiens ‘liefde’ voor Israel ‘diep en onvoorwaardelijk’ is niet naar ‘het beloofde land’ emigreert? Hier lijkt sprake van een ‘diepe’ psychische stoornis. 

De Joods-Israelische auteur Abraham Jehoshua, wiens werk in 29 talen is verschenen, adviseerde dan ook in zijn essaybundel Naar Een Normaal Joods Bestaan (1983) om het gevoel anders te willen zijn dan alle andere volkeren onmiddellijk te laten vallen:

Het Joodse volk zuchtte onder de last van deze innerlijke opdracht, die het niet kon vervullen binnen het raam van het normale soevereine bestaan in zijn land, eenvoudig omdat hij onuitvoerbaar was. De enige manier om deze opdracht uit te voeren, was in ballingschap te gaan. Zolang het volk zich in de gola (buitenland. svh) bevindt, onderscheidt het zich inderdaad fundamenteel van de rest van de volken… De gola schept het verschil tussen ons en de andere volken. Aangezien we fundamenteel onmachtig zijn onszelf anders te maken, brengen we een 'technische' scheiding aan, als we een dergelijke uitdrukking in deze context kunnen gebruiken. En deze technische afscheiding schept een essentie die, ook al bevalt ze ons niet en bezorgt ze ons geestelijk en lichamelijk leed, een neurotische oplossing biedt voor een onuitvoerbare opdracht. Zijn eenzame bestaan onder vreemde volken, ook al lijkt de Jood in ieder opzicht op het volk te midden waarvan hij leeft, al spreekt hij zijn taal en deelt hij zijn leven — dit bestaan en het Jood-zijn op zich onderscheiden hem, en geven hem het prettige en bevredigende gevoel ánders te zijn… Een uitverkoren volk, een voorbeeldige maatschappij — het zijn lege frasen.

De vraag blijft dan ook waarom Meijer en andere joodse Nederlanders die een ‘liefde’ koesteren voor Israel die 'diep en onvoorwaardelijk' is, 'dieper misschien dan de liefde voor Nederland,’ zich blijven onderwerpen aan een niet aflatende psychische marteling door hier te blijven? Is de reden dat zij zich hier bijzonder kunnen voelen, anders dan alle anderen, een exclusieve tribale gemeenschap in een van zichzelf vervreemde identiteitsloze maatschappij? Abraham Jehoshua zei in 1990 tegenover mij daarover het volgende:

Dat ánders willen zijn dan alle andere volkeren is op de een of andere manier een noodzakelijke component van onze identiteit. We zijn zo gevormd, zo staat het in de Thora en in alle teksten die voor ons het belangrijkst zijn, die permanent aangehaald worden, die de codes van de joden vormen. Het feit dat men anders moet zijn dan alle andere volkeren is buitengewoon belangrijk voor alle joden, niet alleen de religieuzen. Natuurlijk wil ieder volk wel een beetje anders zijn, maar hier is sprake van een obsessie. En die obsessie is allesomvattend. De joden zijn ervan overtuigd dat als ze niet héél anders zouden zijn dan alle andere volkeren, zij hun identiteit zouden verliezen. En zoals ik geschreven heb is het anders-zijn een onmogelijke opdracht. Dat idee komt voort uit de Bijbel, al in Numeri staat: 'Zie een volk dat alleen woont, en onder de natiën zich niet rekent.' Die opdracht is het logische gevolg van het feit dat het nationaal gevoel onder de joodse stammen in het begin zwak was. De Joden waren al een volk voordat ze een land bezaten, voordat ze een gemeenschappelijke taal hadden, voordat ze een nationale structuur hadden. Dus moesten ze zich op een andere manier onderscheiden van andere volkeren, die wél een grondgebied en een gemeenschappelijke taal en nationale instellingen bezaten. 

Als u het Oude Testament niet leest als een openbaring maar als een sociologisch verslag dan ontdekt u dat de Joden een Egyptische stam waren die zich van de rest onderscheidde niet door het hebben van een eigen taal en een eigen land, maar door exclusiviteit te claimen. Op die wijze werd een eigen identiteit gevormd. Het eerste van de tien geboden begint met: ‘Ik ben Jaweh uw God, die u uit Egypte heeft geleid, het slavenhuis.’ Daar begint de scheiding, de gedachte een uitverkoren volk te zijn. Ik bedoel: hoe zou het volk zich op een andere manier hebben kunnen onderscheiden? Hoe zouden deze rondzwervende stammen zonder een gemeenschappelijke taal en zonder een eigen grondgebied een gemeenschappelijke identiteit hebben kunnen ontwikkelen? Alleen door de opdracht om anders te zijn dan alle andere volkeren konden ze een eigen gemeenschappelijke identiteit opbouwen. 

De vraag was destijds: hoe overtuig je een groep mensen zonder een gemeenschappelijke taal en een eigen land om alles achter te laten en 40 jaar lang door een woestijn op zoek te gaan naar een of ander beloofd land, als je hen er niet allereerst van overtuigt dat ze allemaal héél bijzonder zijn, volstrekt anders dan al die anderen. En hoe werden ze overtuigd? Door hun profeten, die van God hadden vernomen dat de joden een uitverkoren volk waren met een unieke missie. Een volk dat zelfs van de Allerhoogste het goddelijk recht had gekregen om andere volkeren te doden en te verdrijven uit een gebied dat door hun leiders ‘’het beloofde land” werd genoemd. Kortom, dat anders willen zijn, dat het bestaansrecht van de joden legitimeert, ligt diep verankerd in het joodse bewustzijn. Zelfs het wereldse zionisme gebruikte voortdurend de gedachte van het anders zijn door te stellen dat wij naar Palestina zijn gekomen om “het licht onder de naties” te worden, zoals in het Bijbelboek Jesaja staat en door Theodor Herzl bijna drie millennia later klakkeloos werd overgenomen. En nog steeds hoor je de meest doortrapte, de meest corrupte politici verklaren: Israël kan niet als andere naties zijn. Wij moeten anders zijn, beter zijn en ondertussen sturen ze wapens naar wrede dictators in Midden-Amerika en naar het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Het is een hypocrisie die desastreus is voor mijn land, want, zoals ik tien jaar geleden heb benadrukt, op die manier raken we volstrekt geïsoleerd en roepen we onheil over onszelf af. Wij zijn gewend geraakt om een beschuldigende vinger naar de wereld op te heffen en zijn daardoor niet vatbaar voor oprechte kritiek. 

Er is in Israël een toenemend gebrek aan realiteitszin: wij hebben altijd gelijk en de rest van de wereld heeft altijd ongelijk en niet anders. Wat er met ons gebeurt, zien we niet als een logisch gevolg van eigen handelen, maar als het resultaat van een blind joods noodlot. Wij zijn slechts het slachtoffer van een werkelijkheid die wij zelf niet maken. Zolang we blijven geloven dat we exclusief zijn, anders dan alle andere volkeren, een uniek slag mensen dat permanent in conflict met de wereld moet leven, heeft Israël geen toekomst. De gedachte dat wij anders zijn dan alle anderen, kenmerkend voor de joden in de diaspora, moet uit de ziel van de Joods-Israëli’s. Hier heeft het een contraproductieve functie. Hier hoeven we niet anders te zijn dan de andere volkeren, als Israëli’s moeten we ons juist gedragen als andere volkeren, moeten we ons houden aan de internationale spelregels en aan het recht. Als Israëli’s zijn wij net als alle andere volkeren, hier kunnen we onszelf zijn, er is geen reden om anders te willen zijn, we zijn al anders, net zoals de Nederlander anders is dan de Belg, we hebben de gola-mentaliteit niet meer nodig om te zijn wie we zijn, het leidt alleen maar tot zware geestelijke uitputting, die we nu dan ook in Israël zien.

Waarom zouden voor Meijer’s joden 'de liefde' voor deze uiterst zieke staat 'diep en onvoorwaardelijk' zijn, 'dieper misschien dan de liefde voor Nederland’? Gezien het feit dat Jaap Hamburger zichzelf definieert als een ‘tot op het bot seculiere jood,’ blijft de vraag waarom het stellen van dit soort vragen voor hem zo ‘irritant’ zijn, en waarom mijn kritiek op Meijer van hem gestopt moet worden? Waarom wil hij hierop geen antwoord geven? Kom ik als goj te dicht bij vragen als wat nu eigenlijk de identiteit is van een niet gelovige ‘jood.’  Waarom zou een ‘seculiere jood’ nog als joods moeten worden gezien? Is Jaap Hamburger niet als alle andere Nederlanders? Maakt alleen het historische antisemitisme hem nog tot joods? Dat zou betekenen dat de goj alsnog bepaalt wie een jood is. Of is het joods zijn niets anders dan kippensoep, Gefilte Fisch, en enkele folkloristische gebruiken? Meer hierover de volgende keer.






1 opmerking:

Bauke Jan Douma zei

"Blijft over de vraag waarom iemand wiens ‘liefde’ voor Israel ‘diep en onvoorwaardelijk’ is niet naar ‘het beloofde land’ emigreert? Hier lijkt sprake van een ‘diepe’ psychische stoornis."

Inderdaad. Het heeft iets weg van de Evangelical Christians. Veel gevoel, mening en activisme t.a.v. een stukje (geroofd) land, ver weg.

Daphne Meijer is er in schijn en wezen niet van een Evangelical Christian te onderscheiden.

't Is allemaal treurige kitsch die tesaam komt.