U.S. Marines urinating on dead Taliban fighters. Western civilization.
Het probleem met zionistische journalisten is dat zij zich geroepen voelen om via de ‘corporate media’ hun bevooroordeelde opvattingen over het Midden Oosten en Afghanistan te verspreiden. Zo beweerde Daphne Meijer in De Groene Amsterdammer van 8 december 2001:
De Taliban zijn verdreven. Eerst door de gaatjes van haar burka, maar al snel met het blote oog, zag Daphne Meijer hoe het volk van Afghanistan steeds vrijer gaat ademen.
Taloqan (hoofdstad van de noordelijke Afghaanse provincie Tachar. svh) Jarenlang was de burka het symbool bij uitstek van de vrouwenonderdrukking door de Taliban. Dus moet je eraan kunnen aflezen hoe vrij de vrouwen zich hier voelen. Al na een week springen de verschillen in het oog. De eerste dag gingen vrijwel alle vrouwen er nog helemaal onder schuil, nu tonen ze onbezwaard hun jurken en blote enkels.
Zonder enige historische context of psychologisch inzicht paste haar beschrijving naadloos in de pro-westerse propaganda die de Amerikaanse inval in Afghanistan moest rechtvaardigen. Overtuigd dat door ‘blote enkels’ het ‘volk van Afghanistan steeds vrijer’ ging ‘ademen’ had Meijer geen belangstelling voor het feit dat al vanaf Alexander de Grote elk groot westers imperium in Afghanistan tot de orde werd geroepen. De postmoderne mens weet niet wat zij/hij aanmoet met het feit dat tijdens:
a fateful campaign that would cut short the life of the most ambitious warrior in history, Alexander led his vast army of Macedonians, Greeks, Persian conscripts and mercenaries from many regions into present-day Afghanistan in 330 BC. First contact was made with the chieftain of the city we now call Herat.
Less interested in conquering this remote desert city than in pursuing Bessus, Alexander sought peace with the local Herat ruler and left a handful of Greek soldiers at the Herat citadel to maintain order before continuing north to Bactria.
Yet within a day, the Herat populace killed the Greeks, forcing Alexander to return, destroy the citadel and build a new Greek-style fortress atop the foundations. Those foundations still occupy the center of Herat, where a Timurid-period fortress now stands.
The type of guerilla-style fighting that Alexander faced during the Afghan campaign was described centuries later by the chronicler Plutarch, who compared Afghan tribesmen to a hydra-headed monster: as soon as Alexander cut off one head, three more would grow back in its place.
Ook de Anglo-Afghaanse oorlogen waren kennelijk voor de lezers van De Groene Amsterdammer van minder belang dan het gegeven dat de ‘burka’ een ‘ronde lap met in het midden een stoffen mutsje, gestikt van hetzelfde materiaal’ is. Het zijn weliswaar aardige folkloristische détails, maar voor de polder-intelligentsia lijkt me de volgende informatie toch relevanter:
Anglo-Afghan Wars, also called Afghan Wars, three conflicts (1839–42; 1878–80; 1919) in which Great Britain, from its base in India, sought to extend its control over neighboring Afghanistan and to oppose Russian influence there.
First Anglo-Afghan War
Following a protracted civil war that began in 1816, the Bārakzay clan became the ruling dynasty of Afghanistan, with its most powerful member, Dōst Moḥammad Khan, ascending the throne in 1826. With Great Britain and Russia maneuvering for influence in Afghanistan, Dōst Moḥammad was forced to balance his country between the two great powers. The British, feeling that Dōst Moḥammad was either hostile to them or unable to resist Russian penetration, moved to take a direct role in Afghan affairs. First they negotiated unsatisfactorily with Dōst Moḥammad, and then an invasion of Afghanistan was ordered by the governor-general of India, Lord Auckland, with the object of restoring exiled Afghan ruler Shah Shojāʿ to the throne.
In April 1839, after suffering great privations, the British army entered Kandahār, and Shojāʿ was then crowned shah. Ghazna (now Ghaznī) was captured the following July, and in August Shojāʿ was installed at Kabul. The Afghans, however, would tolerate neither a foreign occupation nor a king imposed on them by a foreign power, and insurrections broke out. Dōst Moḥammad — who had escaped first to Balkh and then to Bukhara, where he was arrested — escaped from prison and returned to Afghanistan to lead his partisans against the British. In a battle at Parwan on November 2, 1840, Dōst Moḥammad had the upper hand, but the next day he surrendered to the British in Kabul. He was deported to India with most of his family.
Outbreaks continued throughout the country, and the British eventually found their position untenable. Terms for their withdrawal were discussed with Akbar Khan, Dōst Moḥammad’s son, but Sir William Hay Macnaghten, the British political agent, was killed during a parlay with the Afghans. On January 6, 1842, some 4,500 British and Indian troops, with 12,000 camp followers, marched out of Kabul. Bands of Afghans swarmed around them, and the retreat ended in a bloodbath. Shojāʿ was killed after the British left Kabul. Although in the summer of that same year British forces reoccupied Kabul, the new governor-general of India, Lord Ellenborough, decided on the evacuation of Afghanistan, and in 1843 Dōst Moḥammad returned to Kabul and was restored to the throne.
Na de Derde Anglo-Afghaanse Oorlog:
[a] peace treaty recognizing the independence of Afghanistan was signed at Rawalpindi (now in Pakistan) on August 8, 1919, and was amended in 1921. Before signing the final document with the British, the Afghans concluded a treaty of friendship with the new Bolshevik regime in the Soviet Union. Afghanistan thereby became one of the first states to recognize the Soviet government, and a ‘special relationship’ evolved between the two governments that lasted until December 1979, when the Soviet Union invaded Afghanistan.
Ook de Sovjet-interventie die in 1979 begon, eindigde in 1989 in een grote mislukking, doordat Washington islamitische extremisten uit de gehele wereld had opgeleid en van geavanceerde wapens had voorzien, die ondermeer de Taliban dankbaar aanvaardde om zelf aan de macht te komen. Het was in 2001 voor de doorsnee Groene-lezer ongetwijfeld bemoedigend om van Daphne Meijers te vernemen dat:
Sommige streken in het noorden nu een paar weken [zijn] bevrijd van de Taliban. Mazar-i-Sharif, de grootste stad van het noordwesten, is drie weken geleden ingenomen door generaal Dostum,
en dat tijdens haar verblijf in noord Afghanistan:
opeens 82 Taliban-strijders uit de kelders van het zwaar gebombardeerde Khale Ghengi-fort [komen] gekropen. Ze geven zich over en worden meegenomen naar een gevangenis in Sebergan, nabij het hoofdkwartier van generaal Dostum die alle gevangengenomen Taliban uit Noord-Afghanistan onder zijn hoede heeft,
maar in werkelijkheid was en bleef dit slechts propaganda doordat mevrouw Meijer verzweeg dat de Oezbeekse ‘generaal Abdul Rashid Dostum,’ vooral bekend was en nog steeds is vanwege ‘criminal charges of rape and kidnapping, as well as accusations of brutality, human rights abuses and killing his first wife,’ en, zoals The New York Times berichtte, ‘is accused of war crimes, including allowing his men to suffocate thousands of Taliban prisoners in locked truck containers.’ Dit alles voltrok zich toen Daphne Meijer in Afghanistan was. Zij verzuimde tevens te vermelden dat Dostum al jarenlang ‘a protégé’ was:
of the Central Intelligence Agency, which mentored and armed him, General Dostum has proved a powerful political player in Afghan elections in recent years, able to deliver his small but united Uzbek minority as a four-million-strong bloc, giving him outsize influence.
Vanzelfsprekend was het een hele opluchting voor de modale Groene-lezer om zich te kunnen voorstellen dat:
[i]n plaats van de houten keetjes waar mensen nu fruit, snoep, fotos van hun held Masoed en de uit hun geheime bergplaatsen te voorschijn gehaalde cassettebandjes van Afghaanse en Indiase zangers verkopen, Starbucks hier goede zaken [zal] doen terwijl MTV uit de deuren en ramen klinkt.
https://www.groene.nl/artikel/zonder-burka-door-afghanistan
Starbucks en MTV bleven kennelijk voor Meijer in 2001 de symbolen bij uitstek van de Democratie, de Vooruitgang én de Beschaving. Op het gevaar af dat Jaap Hamburger, de voorzitter van Een Ander Joods Geluid, mij ervan zal beschuldigen dat ik ‘irritante vragen’ aan Daphne Meijer stel, wil ik toch het volgende opmerken: in 2001 verkondigde zij met grote stelligheid het volgende:
Na de journalisten met hun dollars is de beurt aan de niet-gouvernementele organisaties. En, aangezien alles hier nog moet worden aangelegd, aan de consultants, de ministers van ontwikkelingssamenwerking en de internationale ambtenaren. Ook die moeten eten.
Mijn vraag is simpel: gezien haar ernstig gebrek aan kennis, was het wel verstandig om in De Groene Amsterdammer al in 2001 te propageren dat er onbeperkt ‘dollars’ moesten worden verstrekt aan de nieuwe machthebbers, van wie velen oorlogsmisdadigers waren? Ik bedoel dit. Toen al was bekend dat in 1998 de voormalige Nationale Veiligheidsadviseur van president Carter, Zbigniew Brzezinski, tegenover het Franse kwaliteitsweekblad Le Nouvel Observateur had verklaard dat de Verenigde Staten vóór 1980 de voormalige Sovjet Unie bewust had geprovoceerd om Afghanistan binnen te vallen door in het geheim islamitische extremisten financieel en militair te steunen, waardoor ze een gewapende strijd tegen de toenmalige hervormingsgezinde Afghaanse regering konden ontlokken, notabene een regering die de positie van de vrouw enorm had verbeterd. Op de vraag of hij daar achteraf geen spijt van had, antwoordde Brzezinski:
Spijt waarover? Die geheime operatie was een uitstekend idee. Het had als resultaat dat de Russen in de Afghaanse val trapten en wil je dat ik dat betreur? De dag dat de Sovjets officieel de grens waren overgestoken, schreef ik aan president Carter, in essentie: ‘We hebben nu de gelegenheid om de USSR zijn eigen Vietnam-Oorlog te geven.’
Amerika's geopolitieke strategie kostte een miljoen Afghanen het leven, maakte drieënhalf miljoen Afghanen tot vluchteling en verwoeste de infrastructuur van het land. Brzezinski merkte daarentegen op:
Indeed, for ten years Moscow had to conduct a war that was intolerable for the regime, a conflict which involved the demoralization and finally the breakup of the Soviet Empire.
Le Nouvel Observateur: And also, don't you regret having helped future terrorists, having given them weapons and advice?
Zbigniew Brzezinski: What is most important for world history? The Taliban or the fall of the Soviet Empire? Some Islamic hotheads or the liberation of Central Europe and the end of the cold war?
Le Nouvel Observateur: ‘Some hotheads?’ But it has been said time and time again: today Islamic fundamentalism represents a world-wide threat.
Zbigniew Brzezinski: Rubbish! It's said that the West has a global policy regarding Islam. That's hogwash (nonsens. svh): there is no global Islam.
Nog geen twee decennia nadat de alom in het Westen gerespecteerde adviseur van Amerika’s belangrijkste beleidsbepalers had beweerd dat ‘enkele islamitische heethoofden’ een te verwaarlozen aspect waren van het geopolitieke machtspel, bekende dezelfde Brzezinski dat mede als gevolg van het geweld van ‘islamitische heethoofden’ de Amerikaanse elite in Washington en op Wall Street genoodzaakt werd de werkelijkheid onder ogen te zien, namelijk dat ‘the emerging redistribution of global political power and the violent political awakening in the Middle East are signaling the coming of a new global realignment,’ waarbij de VS ‘no longer the globally imperial power’ zou zijn. Was deze constatering in 1998 volgens hem nog ‘nonsens,’ in 2016 bezwoer Brzezinski de westerse beleidsbepalers dat dit feit beslist geen ‘rubbish’ was. Veelzeggend is dat Brzezinski ook van John McCain veiligheidsadviseur was toen deze extreme havik in 2000 Republikeinse presidentskandidaat wilde worden. Brzezinski was bovendien ‘acht jaar later, in 2008,’ de ‘buitenland adviseur van de nieuwe Amerikaanse president,’ te weten, ‘de Democraat Barack Obama, die het in de verkiezingen opnam tegen dezelfde John McCain.’
Tot welk resultaat het beleid van Democraten en Republikeinen heeft geleid, werd in 2015 onder woorden gebracht door oud president Jimmy Carter, die opmerkte dat de VS tegenwoordig geleid wordt door een ‘oligarchy with unlimited political bribery,’ een feit dat in mindere of meerdere mate altijd al het geval is geweest, en in de nabije toekomst zo zal blijven, maar sinds de Tweede Wereldoorlog nooit publiekelijk werd toegegeven door Amerikaanse autoriteiten, laat staan presidenten.
http://russia-insider.com/en/zbigniew-brzezinsky-downsizes-imperial-ambitions/ri14037
New York Times: 'Visiting a Pakistani Army outpost in 1980, Mr. Brzezinski used the sights of a machine gun to look across the Afghan border. He supported billions in military aid for Islamic militants fighting invading Soviet troops in Afghanistan.'
Nu de VS ‘no longer the globally imperial power,’ is, spreekt het voor zich dat de vraag urgent is geworden wat de westerse elite gaat doen om haar slinkende macht op z'n minst af te remmen. In het gezaghebbende tijdschrift Foreign Affairs — gepubliceerd door de invloedrijke Council of Foreign Affairs — dat als spreekbuis functioneert van:
the world’s foremost policymakers, business leaders and public intellectuals to discuss the most important global, regional and industry developments of our day. Each event and conference draws on our unique network of experts who shape opinion, influence policy and move markets,
betoogde Brzezinski in 1996 onder de kop 'A Geostrategy for Eurasia’ het volgende:
America's emergence as the sole global superpower now makes an integrated and comprehensive strategy for Eurasia imperative.
Eurasia is home to most of the world's politically assertive and dynamic states. All the historical pretenders to global power originated in Eurasia. The world's most populous aspirants to regional hegemony, China and India, are in Eurasia, as are all the potential political or economic challengers to American primacy. After the United States, the next six largest economies and military spenders are there, as are all but one of the world's overt nuclear powers, and all but one of the covert ones. Eurasia accounts for 75 percent of the world's population, 60 percent of its GNP, and 75 percent of its energy resources. Collectively, Eurasia's potential power overshadows even America’s.
Eurasia is the world's axial supercontinent. A power that dominated Eurasia would exercise decisive influence over two of the world's three most economically productive regions, Western Europe and East Asia. A glance at the map also suggests that a country dominant in Eurasia would almost automatically control the Middle East and Africa. With Eurasia now serving as the decisive geopolitical chessboard, it no longer suffices to fashion one policy for Europe and another for Asia. What happens with the distribution of power on the Eurasian landmass will be of decisive importance to America's global primacy and historical legacy.
http://www.foreignaffairs.com/articles/53392/zbigniew-brzezinski/a-geostrategy-for-eurasia
Daarentegen verkondigde Brzezinski 18 jaar later, in 2016, de volgende aangepaste geopolitieke doctrine:
Europe is not now and is not likely to become a global power. But it can play a constructive role in taking the lead in regard to transnational threats to global wellbeing and even human survival. Additionally, Europe is politically and culturally aligned with and supportive of core U.S. interests in the Middle East, and European steadfastness within NATO is essential to an eventually constructive resolution of the Russia-Ukraine crisis…
the currently violent political awakening among post-colonial Muslims is, in part, a belated reaction to their occasionally brutal suppression mostly by European powers. It fuses a delayed but deeply felt sense of injustice with a religious motivation that is unifying large numbers of Muslims against the outside world; but at the same time, because of historic sectarian schisms within Islam that have nothing to do with the West, the recent welling up of historical grievances is also divisive within Islam.
Ondanks het feit dat de VS ‘no longer the globally imperial power’ is, benadrukte Brzezinski toch dat:
the United States must take the lead in realigning the global power architecture in such a way that the violence erupting within and occasionally projected beyond the Muslim world — and in the future possibly from other parts of what used to be called the Third World — can be contained without destroying the global order.
http://www.voltairenet.org/article193150.html
Dit alles demonstreert hoe onnozel de zionistische visie is van Daphne Meijer, die in 2001 er nog heilig van overtuigd was dat ‘een paar dagen’ in Afghanistan een groot ‘verschil’ toonden, want
[h]alverwege, in Konduz, zijn de meeste wapens al uit het straatbeeld verdwenen. Ik zie ook geen ingegraven mortieren meer. Er lopen nog wel veel soldaten rond, maar ze zien er een stuk ontspannener uit. En jawel, de burka is hier opgetrokken tot enkelhoogte. Eenmaal in Taloqan komt hij bij de meeste vrouwen nog maar tot de knie. Ik vraag links en rechts hoelang het nog gaat duren voordat het hele ding is verdwenen. Niet lang meer, luidt de voorspelling. En het zal net zo gaan als met alle modeverschijnselen. De vrouwen van Kaboel zullen hem als eerste thuis laten. Wanneer de vrouwen in Mazar dat horen, zullen ze het niet op zich laten zitten. De andere grote steden volgen dan vanzelf, wordt me verteld. Een dag later zie ik in Taloqan de eerste vrouw zonder burka op straat.
Later meer over Meijer’s ‘nepnieuws’ in De Groene Amsterdammer, dat doorgaat voor het weekblad van de polderintelligentsia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten