Onder de kop ‘The Limits of Mass Protest in a Dictatorship’ beweert mainstream-opiniemaker Ian Buruma maandag 8 juli 2019 op The World’s Opinion Page van het mede door de geldspeculant George Soros gefinancierde Project Syndicate:
Public opinion… does matter in a liberal democracy. It can take some time, but in the end a democratic government must listen to its citizens, if only to get reelected. But what might work against a democratic government would not even get off the ground in a dictatorship.
Voorop gesteld: net als Soros handelt Buruma in lucht, Soros met virtueel geld, Buruma met een virtuele ideologie. Tot op zekere hoogte klopt de bewering dat in ‘een liberale democratie’ de ‘publieke opinie’ werkelijk ‘van belang is.’ Het probleem is alleen dat het Westen geen ‘liberale democratie’ kent, maar een neoliberaal oligarchisch systeem, zoals oud president Jimmy Carter opmerkte over de Verenigde Staten. Alleen een propagandist als Buruma of een dwaas als Bas Heijne kunnen blijven volhouden dat het Westen democratisch wordt bestuurd, terwijl alom bekend is dat in de Verenigde Staten ‘three people more wealth’ bezitten, ‘than the bottom half of America,’ zoals senator Bernie Sanders onlangs nog eens benadrukte. Niet voor niets stemt rond de 45 procent van de Amerikaanse kiesgerechtigden de afgelopen halve eeuw niet meer tijdens de presidentsverkiezingen, terwijl bijna tweederde van de kiesgerechtigden niet meer opkomt voor de tussentijdse Congresverkiezingen. Daarnaast is Buruma’s ‘liberale democratie’ in de VS maar liefst 93 procent van haar bestaan in oorlog geweest en bereidt het zich nu voor op een reeks nieuwe oorlogen. Dit bellicose systeem wordt gesanctioneerd door het Congres, waarvan de helft bestaat uit miljonairs, meer dan het tienvoudige van het totale percentage miljonairs in dat land. Veelzeggend is dat Congresleden de afgelopen jaren meer dan de helft van de federale begroting, waarover zij kunnen beschikken, toewijzen aan het Amerikaans militair-industrieel complex, hetgeen vanzelfsprekend ten koste gaat van onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvesting, sociale uitkeringen, kunsten ewn wetenschappen, etcetera.
De prominente Amerikaanse auteur, wijlen Gore Vidal, beklemtoonde dan ook keer op keer dat ‘[t]here is only one party in the United States, the Property Party, and it has two right wings: Republican and Democrat,’ en dat zijn land ‘nooit een democratie is geweest.’ Alleen al de gedachte ‘means you know nothing about the Constitution. The people who made the Constitution hated democracy.’ Ook Vidal wees vlak voor zijn dood erop dat de VS ‘an oligarchy of the well-to-do’ is. ‘We were at the very beginning, when the Constitution was made, and we’re even more so now.’ Het punt is, volgens hem, dat ‘the people have no voice because they have no information.’ Het systeem draait om ‘the monopolizing of great wealth, which tends to happen in basically unjust societies and undemocratic societies. We have plenty of would-be democrats and would-be liberals, would-be progressives,’ die, zoals Ian Buruma, bereid zijn als sycofanten van de neoliberale macht op te treden. Opnieuw Vidal:
What our fictional news does now and this is all its fiction, whether it is CNN or CBS or NBC, it’s all fiction. The viewers suspect it. But where are they going to turn to? Where are they going to find out? […] There is no independent journalism… too few people own too many outlets — newspaper owners own TV station, TV stations own publishers, and so it goes… it is no secret that a very few people own most of the country, the famous one percent. Well, sometimes it’s like Monopoly: they go out and buy some newspapers, the buy some TV stations, they select people to serve in Congress. Mostly their lawyers they send there, lobbyists go there. It’s not meant for real people. And they have scared away most real people, who have to go through a terrible indoctrination course before they are led in to high office.They don’t want bad news.
In tegenstelling tot een journalist van de commerciële media als Ian Buruma, weet Gore Vidal uit ervaring waarover hij spreekt, aangezien zijn familie gelieerd was aan de oude elite van de Verenigde Staten. Opgegroeid in het milieu van senatoren en presidenten wist hij van binnenuit hoe de elite denkt en functioneert, en dat met betrekking tot de corruptie van het systeem, ‘they don’t want the people really to know about these things.’ Omdat ook de nouveau riche niet zonder propagandisten kan, worden flexibele journalisten als Ian Buruma ingehuurd om de bekende mythen en cliché’s te verspreiden. Daar komt bij dat Amerikanen een volk zijn dat ‘makkelijk’ kan worden ‘gemanipuleerd door de publieke opinie,’ die voor iedereen bepaalt wat de getolereerde waarheid is, aldus Vidal:
We are terrified of public opinion from the moment we are born, partly due to religious training, partly due to an educational system that is not very interested in educating us. What, really, the rulers want are docile workers, who refuse to have anything to do with minimum wage or labor unions.
Wat Buruma’s ‘liberale’ kapitalistische ‘democratie’ nodig heeft is, zo benadrukte Gore Vidal, ’passionate consumers — they got to buy all that junk that they are advertising, and they do.’ Zonder de huidige consument, die via geconditioneerde reflexen, ‘against his own interest’ stemt ‘time after time again,’ zou het in wezen totalitaire neoliberalisme snel ineenstorten. Vandaar het belang van de mainstream-opiniemakers van de elite om zolang mogelijk de neoliberale ‘democratie’ als het enige juiste model te verkopen aan het grote publiek. Alleen de opkomst van de zogeheten ‘populisten,’ die de onvrede en rancune van de massa verwoorden, spelen de gecorrumpeerde ‘corporate opinion-makers’ een steeds vergeefse rol. Dat heeft niets te maken met Buruma’s bewering dat de ‘publieke opinie’ in ‘een liberale democratie’ er daadwerkelijk toe doet. Zoals talloze intellectuelen in zowel het Westen als in het Oosten duidelijk hebben aangetoond is de westerse democratie volledig uitgehold, zonder dat het neoliberale systeem -- dat het dagelijkse leven van miljarden mensen dirigeert -- is verdwenen. Helemaal absurd is Buruma’s oordeel dat ‘uiteindelijk een democratische regering naar zijn burgers moet luisteren al was het maar om herkozen te worden.’ Hier doet zich opnieuw het probleem voor dat mainstream-opiniemakers dermate veel praatjes verkopen dat zij geen tijd meer over hebben om te lezen. Iemand die zich wel verdiept in de werkelijkheid die voorbij de waan van de dag ligt, is de Amerikaanse journalist/auteur Chris Hedges, die vijftien jaar lang buitenland correspondent was van The New York Times, tot hem het werken door de directie onmogelijk werd gemaakt. Op de progressieve website Truthdig, ‘drilling beneath the headlines’ van 6 mei 2019 schreef Hedges onder de kop ‘Creeping Toward Tyranny’:
The billions in campaign funds provided to selected candidates by the wealthy and corporations, as the political philosopher Sheldon Wolin wrote, created, before the arrival of Trump on the political landscape, ‘a pecking order that calibrates, in strictly quantitative and objective terms, whose interests have priority. The amount of corruption that regularly takes place before elections means that corruption is not an anomaly but an essential element in the functioning of managed democracy. The entrenched system of bribery and corruption involves no physical violence, no brown-shirted troopers, no coercion of the political opposition. While the tactics are not those of the Nazis, the end result is the inverted equivalent. Opposition has not been liquidated but rendered feckless.’
Mass culture has for decades been awash in the lies skillfully disseminated by the public relations and advertising industries. These lies appeal to our vanity and insecurities. They are used to sell us products or experiences that promise an unachievable happiness. These forms of manipulation, which confuse how we are made to feel with knowledge, also were adopted by political parties before Trump gained the presidency. ‘The result,’ Wolin wrote in Democracy Incorporated: Managed Democracy and the Spector of Inverted Totalitarianism (2010), ‘has been the pollution of the ecology of politics by the inauthentic politics of misrepresentative government, claiming to be what it is not, compassionate and conservative, god-fearing and moral.’
Na de dood in 2015 van de emeritus-hoogleraar Politieke Wetenschappen, Sheldon Wolin, merkte Hedges op:
Wendy Brown, a political science professor at UC Berkeley and another former student of Wolin’s, said in an email to me: ‘Resisting the monopolies on left theory by Marxism and on democratic theory by liberalism, Wolin developed a distinctive — even distinctively American — analysis of the political present and of radical democratic possibilities. He was especially prescient in theorizing the heavy statism forging what we now call neoliberalism, and in revealing the novel fusions of economic with political power that he took to be poisoning democracy at its root.’
Wolin throughout his scholarship charted the devolution of American democracy and in his last book, ‘Democracy Incorporated,’ details our peculiar form of corporate totalitarianism. ‘One cannot point to any national institution[s] that can accurately be described as democratic,’ he writes in that book, ‘surely not in the highly managed, money-saturated elections, the lobby-infested Congress, the imperial presidency, the class-biased judicial and penal system, or, least of all, the media.’
Inverted totalitarianism is different from classical forms of totalitarianism. It does not find its expression in a demagogue or charismatic leader but in the faceless anonymity of the corporate state. Our inverted totalitarianism pays outward fealty to the facade of electoral politics, the Constitution, civil liberties, freedom of the press, the independence of the judiciary, and the iconography, traditions and language of American patriotism, but it has effectively seized all of the mechanisms of power to render the citizen impotent.
‘Unlike the Nazis, who made life uncertain for the wealthy and privileged while providing social programs for the working class and poor, inverted totalitarianism exploits the poor, reducing or weakening health programs and social services, regimenting mass education for an insecure workforce threatened by the importation of low-wage workers,’ Wolin writes. ‘Employment in a high-tech, volatile, and globalized economy is normally as precarious as during an old-fashioned depression. The result is that citizenship, or what remains of it, is practiced amidst a continuing state of worry. Hobbes had it right: when citizens are insecure and at the same time driven by competitive aspirations, they yearn for political stability rather than civic engagement, protection rather than political involvement.’
Inverted totalitarianism, Wolin said when we met at his home in Salem, Ore., in 2014 to film a nearly three-hour interview, constantly ‘projects power upwards.' It is ‘the antithesis of constitutional power.’ It is designed to create instability to keep a citizenry off balance and passive.
He writes, ‘Downsizing, reorganization, bubbles bursting, unions busted, quickly outdated skills, and transfer of jobs abroad create not just fear but an economy of fear, a system of control whose power feeds on uncertainty, yet a system that, according to its analysts, is eminently rational.’
Oftewel, een van zichzelf vervreemd systeem dat de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills eind jaren vijftig typeerde als ‘rationality without reason.’
Hedges: Inverted totalitarianism also ‘perpetuates politics all the time,’ Wolin said when we spoke, ‘but a politics that is not political.’ The endless and extravagant election cycles, he said, are an example of politics without politics,
want tenslotte gaan de verkiezingen nergens anders over dan wie de macht kan grijpen. Het gevolg is, volgens professor Wolin, die aan de prestigieuze Princeton Universiteit doceerde, en aan de Universiteit van Oxford:
Instead of participating in power, the virtual citizen is invited to have ‘opinions’: measurable responses to questions predesigned to elicit them.
Kortom, Ian Buruma’s stellige bewering dat ‘Public opinion, however, does matter in a liberal democracy,’ is niet debased op wetenschappelijk onderzoek, maar alleen op een simplistische ideologische veronderstelling. Meer daarover later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten