Ooit zei Wim Brands tegen mij:
Ik sta ambivalent tegenover het platteland, ik zie wat er bijzonder aan is, maar ik ben blij dat ik er weg ben, want er bestaan strenge gedragscodes. Buitenbeentjes worden er getolereerd zolang ze van buiten komen. Door zijn handicap was ook mijn vader een outsider. En hoewel ik buitenstaanders met liefde beschrijf, doe ik dat in zijn geval niet. Dat is allemaal waar... Toch probeer ik met hem in het reine te komen, ik probeer hem te begrijpen... Van een kind van twaalf mag je geen mededogen verwachten. Maar zelfs nu nog, na al die jaren, kan ik over al die dingen boos worden. Ja, boos op wie of wat? Het is bijna net zo stompzinnig als boos worden op het weer. Het is zoals het is, maar er zit nog steeds een woede in mij. Omdat mijn vader een leven lang gekleineerd was, kleineerde hij ons, het was zijn tweede natuur geworden. Ik heb je verteld dat ik vier maanden lang depressief ben geweest, dat heeft allemaal met dit soort dingen te maken. Je wordt er doodmoe van en het leven kost je al zoveel energie. Het verleden moet je eruit slopen, dat doen je verwekkers je aan en je mag het ze niet eens kwalijk nemen. Op het moment dat je dit allemaal een beetje doorkrijgt…
Hij maakt zijn zin niet af, kijkt even om zich heen en drukt vervolgens de opnameknop van mijn bandrecorder uit. Vlak voordat we afscheid van elkaar nemen, zegt hij: ’Het beste wat wat je kunt doen is onderduiken in je eigen leven, gewoon verdwijnen in je eigen bestaan.'
Een paar jaar na mijn tocht met Wim Brands hangt zijn vader zich op met een ketting in de garage.
Deze week maakte Wim Brands een einde aan zijn eigen depressie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten