No history is mute. No matter how much they own it, break it, and lie about it, human history refuses to shut its mouth. Despite deafness and ignorance, the time that was continues to tick inside the time that is.
Eduardo Galeano.
Hoe systematisch Geert Mak en de Makkianen in de mainstream-pers ook blijven liegen, nooit zullen ze er volledig in slagen de geschiedenis naar hun hand te zetten. Daarom reageren ze niet op kritiek, hoe gefundeerd ook. Wat zouden ze terug kunnen zeggen? Zodra ze een reactie geven, nemen ze de kritiek serieus en moeten dan verantwoording afleggen voor hun leugen. Dus zwijgen ze in alle talen. Mak en de Makkianen zijn doodsbang voor kritiek omdat hun identiteit geleend is, voortkomt uit een leugen. Elk halfslachtig antwoord van hen zou de façade waarachter ze naakt schuilgaan voorgoed vernietigen. Zwijgen is nog hun enige overlevingsstrategie.
Weerloos tegenover de werkelijke geschiedenis verzinnen ze uit angst een eigen geschiedenis. Maar ook dat blijkt telkens weer onvoldoende, met als gevolg dat ze alles dat terug spreekt als een frontale aanval ervaren op hun leugens. Het enige dat ze kunnen doen is zich in zwijgen te hullen. Maar juist dat zwijgen verraadt hen nu, meer dan welk leugenachtig antwoord ook. Blijf zwijgen, Geert, hoe zwijgzamer je bent en hoe langer je weigert verantwoordelijkheid te nemen, des te manifester jouw normloosheid wordt. De van zichzelf vervreemde samenleving is in jouw gedachtenwereld nog verder gereduceerd tot een anonieme bureaucratie van corrupte managers die alleen tegenover zichzelf verantwoording aflegt. 'Geen Jorwert zonder Brussel' is één groot niemandsland, een Waste Land, waar niemand persoonlijk verantwoordelijk is voor wat dan ook, en de overgrote meerderheid door de vervreemding geen 'plaats' meer heeft. De Amerikaanse auteur en dichter, boer en voormalig hoogleraar, Wendell Berry, wijst zijn lezers in Life Is A Miracle. An essay against modern superstition (2001) met betrekking tot het begrip 'plaats' op het volgende:
Weerloos tegenover de werkelijke geschiedenis verzinnen ze uit angst een eigen geschiedenis. Maar ook dat blijkt telkens weer onvoldoende, met als gevolg dat ze alles dat terug spreekt als een frontale aanval ervaren op hun leugens. Het enige dat ze kunnen doen is zich in zwijgen te hullen. Maar juist dat zwijgen verraadt hen nu, meer dan welk leugenachtig antwoord ook. Blijf zwijgen, Geert, hoe zwijgzamer je bent en hoe langer je weigert verantwoordelijkheid te nemen, des te manifester jouw normloosheid wordt. De van zichzelf vervreemde samenleving is in jouw gedachtenwereld nog verder gereduceerd tot een anonieme bureaucratie van corrupte managers die alleen tegenover zichzelf verantwoording aflegt. 'Geen Jorwert zonder Brussel' is één groot niemandsland, een Waste Land, waar niemand persoonlijk verantwoordelijk is voor wat dan ook, en de overgrote meerderheid door de vervreemding geen 'plaats' meer heeft. De Amerikaanse auteur en dichter, boer en voormalig hoogleraar, Wendell Berry, wijst zijn lezers in Life Is A Miracle. An essay against modern superstition (2001) met betrekking tot het begrip 'plaats' op het volgende:
Now we seem to have replaced the ideas of responsible community membership, of cultural survival and even of usefulness, with the idea of professionalism. Professional education proceeds according to ideas of professional competence and according to professional standards, and this explains the decline in education from ideals of service and good work, citizenship and membership, to mere 'job training' or 'career preparation.' The context of professionalism is not a place or a community but a career, and this explains the phenomenon of 'social mobility' and all the evils that proceed from it. The religion of professionalism's is progress, and this means that, in spite opt its vocal bias in favor of practicality and realism, professionalism forsakes both past and president in favor of the future, which is never present or practical or real. Professionalism is always offering up the past and the present as sacrifices to the future, in which all our problems will be solved and our tears wiped away — and which, being the future, never arrives. The future is always free of past limitations and present demands, always stocked with newer merchandise than any presently available, always promising that what we are going to have is better than what we have. The future is the utopia of academic thought, for virtually anything is hypothetically possible there; and it is the always-expanding frontier of the industrial economy, the fictive real estate against which losses are debited and to which failures are exiled. The future is not anticipated or provided for, but is only bought or sold. The present is ever diminished by this buying and selling of shares in the future that rightfully are owned by the unborn.
Maar voor Mak en de Makkianen tellen de 'ongeborenen' niet mee. Opgegroeid in welvaart beschouwt mijn babyboom-generatie rijkdom als iets waar zij van nature recht op heeft. Degenen die de ratrace niet kunnen volhouden worden door de bestseller-auteur afgedaan als 'premodern.' Vond zijn vader in 1936 het verbannen uit de gemeenschap van joodse burgers simpelweg nog 'tolerabel,' Mak junior gaat nog een stapje verder door op te roepen de Grieken uit de Euro-gemeenschap te stoten, want een
grexit is voor de andere eurolanden een ultieme vorm van zelfbescherming… De prijs zal hoog zijn, denk alleen maar aan de politieke repercussies en de enorme economische en sociale onzekerheid die zal ontstaan. Het zal hard en zwaar worden, vooral voor de arme Grieken.
Jammer, maar het is onvermijdbaar, aangezien het moderne bestaan nu eenmaal zijn eigen slachtoffers eist. In het bewustzijn van de miljonair Mak gaat alleen de zon voor niets op. De winners vertellen de losers dat zij geen 'plaats' meer hebben in het neoliberale bestel. De 'sociale onzekerheid' zullen de losers voor lief moeten nemen in zijn Europese Unie van 'Geen Jorwert zonder Brussel,' dat in verband met 'het landjepik' van 'meneer Poetin' zijn 'defensie niet helemáál' kan 'afbreken,' waarmee Mak suggereert dat de NAVO-leden druk doende zijn met het 'afbreken' van zijn 'defensie,' terwijl het offensieve bondgenootschap tenminste 11 keer meer aan het militair-industrieel complex uitgeeft dan de Russische Federatie. Zijn voorstelling van zaken is tevens zo misdadig omdat het de aandacht afleidt van de ware bedreigingen, zoals de gevolgen van de klimaatverandering die steeds ingrijpender worden. Zo berichtte de Volkskrant op 27 augustus 2015 dat de
grexit is voor de andere eurolanden een ultieme vorm van zelfbescherming… De prijs zal hoog zijn, denk alleen maar aan de politieke repercussies en de enorme economische en sociale onzekerheid die zal ontstaan. Het zal hard en zwaar worden, vooral voor de arme Grieken.
Jammer, maar het is onvermijdbaar, aangezien het moderne bestaan nu eenmaal zijn eigen slachtoffers eist. In het bewustzijn van de miljonair Mak gaat alleen de zon voor niets op. De winners vertellen de losers dat zij geen 'plaats' meer hebben in het neoliberale bestel. De 'sociale onzekerheid' zullen de losers voor lief moeten nemen in zijn Europese Unie van 'Geen Jorwert zonder Brussel,' dat in verband met 'het landjepik' van 'meneer Poetin' zijn 'defensie niet helemáál' kan 'afbreken,' waarmee Mak suggereert dat de NAVO-leden druk doende zijn met het 'afbreken' van zijn 'defensie,' terwijl het offensieve bondgenootschap tenminste 11 keer meer aan het militair-industrieel complex uitgeeft dan de Russische Federatie. Zijn voorstelling van zaken is tevens zo misdadig omdat het de aandacht afleidt van de ware bedreigingen, zoals de gevolgen van de klimaatverandering die steeds ingrijpender worden. Zo berichtte de Volkskrant op 27 augustus 2015 dat de
Klimaatverandering deze eeuw [zal] leiden tot ingrijpende veranderingen in de verdeling van de biodiversiteit in zeeën en oceanen. Door de opwarming van de aarde zullen veel soorten zeedieren en zeeplanten zich verplaatsen, terwijl andere soorten met uitsterven worden bedreigd.
Dat voorspelt een internationaal onderzoeksteam op grond van computermodellen waarin de gevolgen van klimaatverandering voor dertienduizend soorten zijn berekend. Het is voor het eerst dat wetenschappers op een dergelijke grote schaal onderzoek hebben gedaan naar verschuivingen van de mariene biodiversiteit, de verscheidenheid aan levensvormen in zee.
Een dag later meldde de NOS onder de kop 'We hadden niet verwacht dat het poolgebied zo snel verandert':
De 55 wetenschappers die de afgelopen tien dagen onderzoek deden op Edgeøya, een eiland ten oosten van Spitsbergen, zijn weer terug in de bewoonde wereld. De expeditie was volgens de organisatoren een groot succes. De bedoeling was om te onderzoeken wat de invloed is van de klimaatverandering op het Noordpoolgebied. Nergens ter wereld gaat die zo snel als daar…
volgens Maarten Loonen, de organisator van de expeditie. 'We hebben heel grote verschillen ontdekt tussen nu en veertig jaar geleden. Van bepaalde gebieden wisten we precies wat daar in 1977 groeide, hoe de vegetatie eruitzag. We hebben daar nu weer gekeken en we zijn verbaasd. Er zijn stukken die toen helemaal kaal waren en nu begroeid zijn en omgekeerd. We hadden niet verwacht dat de verandering zo snel zou gaan.'
Hoewel de laatste groep wetenschappers haar gegevens nog moet uitwerken en er daarom nog geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken, sporen hun ontdekkingen met talloze andere wetenschappelijke onderzoeken die de desastreuze 'veranderingen' toeschrijven aan de klimaatverandering als gevolg van het inmiddels geglobaliseerde neoliberale kapitalisme. Maar ook dat interesseert Mak en de Makkianen niet, zij voelen zich bedreigd en dus moeten de komende generaties maar de prijs daarvoor betalen. Bekend is dat de NAVO als instituut de meeste CO2 ter wereld veroorzaakt. Alleen al de
U.S. military is the largest institutional consumer of oil in the world. Every year, our armed forces consume more than 100 million barrels of oil to power ships, vehicles, aircraft, and ground operations.
In de chaotische denkwijze van Mak en zijn neoconservatieve en neoliberale geloofsgenoten zijn dit alle te verwaarlozen details die 'ons' niet moeten afleiden van de grootse taak die het blanke, christelijke Westen zichzelf al eeuwenlang gesteld heeft, te weten: het beheersen van de mensheid om haar te verlossen van Het Kwaad. Het is de Makkianen niet aan hun verstand te brengen dat
a primitive is not a backward or retarded people, indeed it may possess a genius for invention or action that leaves the achievements of civilized people far behind,
aldus de grote antropoloog Claude Lévi-Strauss. Sterker nog, 'premoderne' culturen zijn in bepaalde opzichten veel intelligenter dan het alles verwoestende moderne kapitalisme. Lévi-Strauss wees in zijn beschrijving van het inheemse Bororo-volk in het Braziliaans tropisch regenwoud erop dat
few people are so profoundly religious… few possess a metaphysical system of such complexity. Their spiritual beliefs and everyday activities are inextricably mixed.
Vergelijk deze complexe metafysica met Mak's infantiele geloof in 'een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid.' In deze ronduit primitieve voorstelling functioneert God als een hemelse Sinterklaas die 'genadig' toekijkt hoe zijn sterveling Geert M. de Nederlandse consumenten waarschuwt dat zij de 'deur' naar de neoliberale 'markt' niet moeten 'dichtgooien,' want 'Geen Jorwert zonder Brussel!' Vergelijk zijn desastreuze drift met de beheerste overlevingsstrategie van 'premoderne' volkeren. De befaamde Britse journalist Norman Lewis schreef in het essay 'Genocide' over het Bororo-volk:
They had been living for some years far from the complicated villages where Lévi-Strauss studied them, in the Teresa Cristina reserve in the South Mato Grosso, given them 'in perpetuity,' as ever,
Zijn beschrijving dateert uit het eind van de jaren zestig:
Life in the reserve was far from happy for the Bororos. They were hunters, and fishermen, and in their way excellent agriculturists, but the reserve was small, and there was no game left and the rivers in the area had been illegally fished-out by commercial firms operating on a big scale, and there was no room to practice cultivation in the old fashioned semi-nomadic way. The Government had tried to turn them into cattle-raisers, but they knew nothing of cattle. Many if their cows were quietly sold off by agents of the Indian Protection Service, who pocketed the money. Others — as the Bororos had no idea of building corrals — wandered out of the reservation, and were impounded by neighboring fazendeiros (blanke grootgrondbezitters. svh). The Indians ate the few cows that remained before they could die or disease or starvation, after which they were reduced to the normal diet of hard times — lizards, locusts and snakes — plus an occasional handout of food from one of the missions.
They suffered, too, from the great emptiness and aimlessness of the Indian whose traditional culture has been destroyed. The missionaries, upon whom they were wretchedly dependent, forbade dancing, singing or smoking, and while they accepted with inbred stoicism this attack on the principle of pleasure, there was a fourth prohibition against which they continually rebelled, but in vain.
Het is dit vierde verbod, hun begrafenisrituelen, dat een perfect beeld geeft van de culturele genocide, die veel erger is dan de fysieke genocide, en wel omdat deze terreur nooit ophoudt. Het toont aan hoe genadeloos Mak's marktdenken in de realiteit uitwerkt en hoe gewelddadig zijn christelijk/neoliberaal geloof is tegenover 'premoderne' volkeren. Die dienen uit de gemeenschap van de mens te worden gestoten of moeten zich volledig aanpassen aan de dwang van het neoliberale modernisme. Norman Lewis:
The Indians are obsessed by their relationship with the dead, and by the condition of the souls of the dead in the afterlife — a concern reflected in the manner of the Egyptians by the most elaborate funerary rites: orgies of grief and intoxication, sometimes lasting for days. The Bororos, seemingly unable to part with their dead, bury them twice, and the custom is at the emotional basis of their lives. In the first instance — as if in hope of some miraculous revival, and covered with branches. When decomposition is advanced, the flesh is removed from the bones, which are painted and lovingly adorned with feathers, after which final burial takes place in the depths of the forest. The outlawing of this custom by an American missionary reduced the Bororos to despair, but the missionary was able to persuade the local police to enforce the ban, and the party of half-starved tribesmen who dragged themselves two hundred miles on foot to the State capital and presented themselves, weeping, to the comissario (commissaris van de politie. svh) were turned away.
Sommige Braziliaanse Indianenvolkeren leerden dat om hun eigen voortbestaan en dus hun eigen cultuur veilig te stellen ze de blanke heerschappij zover mogelijk moesten ontvluchten. Norman Lewis: 'their captains have had the intelligence and the strength to reject those deadly offerings left outside their villages by which the whites seek first to buy friendship, then take away their freedom.' Ondertussen was onder de 'moderne' kolonialisten op zoek naar rubber 'a lively competition' uitgebroken 'for the title of champion Indian killer.' Het is een oude regel: 'premoderne' volkerenkunnen fysiek uit de moderne gemeenschap worden gestoten zodra de mentale genocide niet lukt. 'The fact is the Indians are sitting on valuable land and doing nothing with it. They've got a way of finding the best plantation land and there's all these valuable minerals about too. They have to be persuade to go, and if all else fails, well then, it has to be force,' aldus één van de medewerkers van een rubber-concern, die last kreeg van zijn geweten en ondermeer vertelde hoe een huilend kind door het hoofd werd geschoten, terwijl de jonge vrouw die de peuter vasthield aan haar enkels werd opgehangen 'from a tree, legs apart,' en vervolgens 'chopped in half right down the middle,' met een 'machete.' Dit gebeurde in de jaren zestig van de vorige eeuw, bijna 500 jaar nadat de genocide van Indianenvolkeren door Christoffel Columbus in de Nieuwe Wereldwerd geïntroduceerd. Lewis gaf het volgende als verklaring:
In all such countries as Brazil where a middle class is only just emerging, the landed aristocracy and the heads of great commercial firms are almost impregnably protected from the consequences of misdemeanor by dynastic marriages, interlocking interests and the mutual security pacts of men with powerful political friends. This is by no means an exclusively Latin American phenomenon, even, and is equally prevalent in Mediterranean Europe.
En was hij nog in leven dan zou Norman Lewis hieraan ongetwijfeld de Amerikaanse en Britse oorlogsmisdaden in het Midden-Oosten hebben toegevoegd, en de NAVO bombardementen waarbij vele duizenden burgers werden vermoord en hele landen in chaos werden onder gedompeld, dit alles om de financiële belangen uit te breiden van 'the landed aristocracy and the heads of great commercial firms' in Washington en op Wall Street. Hoewel Geert Mak dit weet — ik heb het hem jarenlang gedocumenteerd verteld — schreef hij in zijn 'Amerika'-boek dat de VS 'decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,' en gaf hij hoog op van de 'soft power' die in de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten als grootmacht 'nog altijd sterk aanwezig,' is, waarbij hij het begrip als volgt verduidelijkt:
Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen.
Mak's beweringen zijn bestand tegen welk feit dan ook. Hij verspreidt misdadige propaganda, in de verwachting daarmee nog meer boeken te zullen verkopen en nog meer aanzien te zullen verwerven. In Nederland lukt hem dit uitstekend. Het land is te klein om een kritische traditie te ontwikkelen die met gevaarlijke nonsens korte metten maakt. Hier bestaat een grote markt voor Makkiaanse 'informatie.' Pas na de oorlog leek zijn vader, dominee Catrinus Mak, in te zien hoe misdadig het was geweest om in 1936 publiekelijk te laten weten dat in zijn ogen de anti-semitische nazi-wetten 'tolerabel' waren, en wat de meedogenloze gevolgen van die acceptatie waren geweest. Maar zijn zoon Geert heeft hier niets van geleerd, want ook hij weet moord en repressie te verkopen als ordebewaking, zonder duidelijk te maken wat die 'orde' voor miljarden slachtoffers ervan betekent. Net als zijn vader blijft hij zijn leugens verspreiden, net zolang tot hij straks zijn slachtoffers niet meer kan negeren. Zijn weerzinwekkende immoraliteit was onontbeerlijk om tot een bestseller-auteur in de polder uit te groeien. Voor welk publiek hij schrijft wordt nog eens duidelijk als men weet wie het Wikipedia-artikel over Geert Mak's De eeuw van mijn vader schreef. https://nl.wikipedia.org/wiki/De_eeuw_van_mijn_vader Een lezeres van mijn weblog verstrekte mij desgevraagd de volgende informatie:
Dag Stan,
Nou, wel een grote fan van Geert Mak, zo te lezen. Degene die de pagina heeft aangemaakt noemt zichzelf "BozeJoop" en is in 2007 na 1 maand door Wikipedia geblokkeerd wegens 'persoonlijke aanval en verdachtmaking' (noemt mensen 'ayatollah' en zo) en herhaaldelijk 'vandalisme op een gebruikerspagina.' Ook heeft hij onder andere namen geprobeerd pagina's te bewerken (op Wikipedia noemt men dat 'sokpopperij'), en is daar ook voor verbannen. De namen die hij gebruikte:
- Kermansjahi
- Kermanshahi
- Dhr. Hans (de broer van Geert Mak heette Hans, overleden in 1998)
- OLOL
Kermanshahi is een Koerdische provincie in Iran.
Boze Joop heeft ook geprobeerd de pagina's 'Geertje Mak-van der Molen' en 'Catrinus Mak' aan te maken. De laatste mocht blijven staan. Blijkbaar iemand die veel van Mak weet. Zijn interesses liggen in de nationale geschiedenis, en ook de Friese geschiedenis. Schrijft erg slecht Nederlands. Mijns inziens niet zoals een buitenlander zou doen, maar meer als een gedeeltelijke analfabeet.
Bericht van BozeJoop aan zichzelf (Kermansjahi) over zijn ban op de Engelstalige Wikipedia:
'Jawel je staat bekend als sockpuppeteer en dat is een algemeen feit, de admins willen je gebanned hebben en de users die je hebt laten bannen zijn boos, de native amerikans vinden het niet leuk dat je erover gelogen hebt dat je native amerikan bent en de amerikanen vinden het niet leuk dat jij: braindead amerikan faggots zij. En je bent eigenlijk best wel dead nu, ik bedoel je bent gebanned. Kermansjahi 16 apr 2007 14:57 (CEST)'
Zijn IP-adres is hoogstwaarschijnlijk 86.89.146.118 (locatie: Amsterdam). Zoek eens in de commentaren op je weblog of die erbij zit. Deze gebruiker probeerde bijvoorbeeld toe te voegen aan 'De eeuw van mijn vader': 'in het vervloekte Indonesie van de verdomde kut indonesiers die iedereen haat en die zwak zijn en nederlanders vermoorden voor drugbezit en molukkers levenslang gevangen houden voor het hijsen van hun nationale vlag.' Ook verbannen van Wikipedia.
BozeJoop voegde o.a. toe: 'Het boek is zeer [[historisch]] correct; Mak heeft voor zijn boek uitgebreide [[research]] gedaan. Ook is er veel informatie in verwerkt vanuit eerste hand; in 1999, en daarvoor (Geert Mak was voor het ruim 500-pagina's tellende boek al jaren daarvoor begonnen), heeft de schrijver nog levende familieleden geinterviewd. En voor het gedeelte over Nederlands-Indie, heeft hij beschikking gehad over een wel héél bijzondere bron; de oude notities, en een [[dagboek|dagboekje]], van zijn vader, gemaakt in een zware periode uit diens leven: het slopende werk aan de [[Birmaspoorlijn]].'
Meer over Mak's Nederlandse publiek de volgende keer.
Vijftig vluchtelingen gestikt in vrachtwagen Oostenrijk
It comes amid a worsening migrant crisis in Europe, with tens of thousands of refugees from the Middle East and Africa – primarily Syria – trying to make their way to Europe's borderless Schengen zone.
New Syrian Force:
U.S. Abject Failure or Secret Aid to ISIS By George Koplan August 27, 2015 "Information Clearing House" - The U.S. policy in the Middle East has proved unsustainable once again. Pentagon's first attempt to train Syrian opposition to fight ISIS ended in "an abject failure", CBS News reported in the early August. The contingent of 54 fighters was trained by the U.S. military at a base in Turkey and sent across the border into Northern Syria. But instead of facing ISIS, they unexpectedly came under attack by Al-Nusra Front. As a result, the American-trained rebels scattered. Some were captured, some fled to Turkey, others were simply missing or likely turned the side and joined the Islamic State. That was clear from the very beginning that the costly program to train 'good' rebels to fight 'bad' ones was doomed to failure. The Pentagon planned to spend half a billion dollars on the program. The U.S. has already faced misfortunes like that in its history. As we know, Washington took part in the creation of Al-Qaeda, the largest terrorist organization in the world until now. But as soon as the fighters got stronger they turned their weapons against the Americans. The same situation is developing around the so called New Syrian Force. Returning to Syria the Pentagon-trained rebels joined the organization they were supposed to fight. It is hard to escape a conclusion that the U.S. doesn't learn from its own mistakes. But the situation may be much more complex. Given the Pentagon's great experience in covert operations it may appear that the U.S. special services planned the rebels would turn the side beforehand. To cover this fact the U.S. defense and state departments usually very sophisticated in concealing or justifying their failures, were easy to accept their mistake this time. The Islamic State that was supposedly also created by Washington has been in great need of qualified personnel of late to operate the U.S. weapons and equipment lost or intentionally left by the Iraqi forces retreating from Mosul in June 2014. Haider al-Abadi, the new Iraqi prime minister, announced in the early June 2015 that terrorists had captured a great number of U.S.-made weaponry including 2,300 Humvee armored vehicles, at least 40 M1A1 main battle tanks, 74,000 machine guns, and as many as 52 M198 howitzer mobile gun systems, plus small arms and ammunition. The U.S. mass media wrote that "the U.S. has armed ISIS". Several dozen people that joined the ISIS would hardly change the situation in Syria but they evidently were not supposed to. They may become instructors and train Islamic State fighters to use American weapons. However, the U.S. is playing very dangerous games with terrorists. The Washington’s model of controlled chaos in the Middle East may go out of order at any moment and hit the Americans back. In that case thousands people would pay with their lives for all those covert operations. US Intelligence Confirms US Support for ISIS |
http://www.informationclearinghouse.info/article42731.htm
Eight months ago, on December 28, a warplane from the US-led coalition fighting the Islamic State, or ISIS, struck a building in the Syrian town of al-Bab that had been identified as a local headquarters for the militant group. It was just one of over a thousand airstrikes the coalition had launched up to that point. However, this building wasn’t simply a gathering place for militants or a storehouse for weapons. It was also being used as a makeshift prison for local civilians whom ISIS had accused of petty offenses like smoking cigarettes and wearing jeans.
When the coalition bomb hit on that December evening, one witness said, the explosion shook the entire city. In the hours that followed, there was shooting in the streets; the Islamic State could be heard making announcements over loudspeakers; and sirens wailed into the night. The witness said he could hear women in the town screaming and crying when they found out that the building where their relatives were being held had been hit. The prison was leveled, and it was days before the rubble was cleared and all the bodies were extracted and returned to the victims’ families. At least 58 civilians were killed, including a number of teenagers. So far, it is one of the worst mass-casualty incidents attributed to the US-led coalition.
The Pentagon didn’t disclose the airstrike publicly, but a week later, reporters at McClatchy got a tip from one of their partners in Syria. After persistent questioning, the Pentagon admitted it had carried out the attack. McClatchy published a story, backed up by photographic evidence, NGO corroboration, and witness accounts. If it hadn’t been for the doggedness of the McClatchy reporters, the story might not have been reported at all.
But even after McClatchy’s report, very few news outlets picked it up. Even the most avid reader of The New York Times or The Washington Post would never have heard of the incident. News of the strike apparently did create a stir among Pentagon reporters when it was first released, but for one reason or another, the topic was eventually dropped. Roy Gutman, a Pulitzer Prize–winning foreign correspondent and one of the authors of the McClatchy piece, says only one reporter ever called him hoping to follow up on the story.
“The lack of contacts from colleagues was definitely surprising. It was amazing,” he said, adding, “It’s absolutely essential that all news organizations follow up on these things.”
As of this month, the US-led coalition has been bombing Islamic State targets in Iraq and Syria for one year. So far, it has carried out over 5,900 strikes. In that time, the Pentagon has admitted to only two civilian deaths, continually insisting that its precision weapons have minimized civilian fatalities to a remarkable level—too remarkable to be believed. In June, Lt. Gen. John Hesterman, former combined forces air component commander, called the current air war against ISIS “the most precise and disciplined in the history of aerial warfare.”
However, in a report published this month, a monitoring group called Airwars has documented at least 459 civilian deaths that it says were likely the result of the coalition bombing campaign—a far cry from the two deaths that have so far been admitted. Each of these incidents has been reported by two or more credible sources and occurred in an area where Airwars confirmed there was a coalition airstrike. Many are backed up by photographs, videos, and biographical information about the victims. The revelation is hardly surprising, given the history of civilian deaths resulting from US-led air campaigns. In the first year of the Iraq War, aerial bombing resulted in over 2,000 deaths. In Afghanistan, over 3,000 civilians were killed in the first year of the aerial campaign. What is most surprising about the bombing of ISIS over the past year is that even after widely reported mass-casualty incidents in those previous wars, major media outlets have been slow to challenge the Pentagon’s unrealistic claims.
Even at a press conference specifically dedicated to the state of the Air Force, at which both the Air Force chief of staff and the Air Force secretary were present and which took place only four days after McClatchy released its story, none of the correspondents posed a single question about civilian casualties. According to Chris Woods, head of the Airwars project and an award-winning investigative journalist, this falls into a trend of major US news outlets shying away from challenging the official narrative around civilian deaths.
“When you have such extravagant claims—‘No civilians or almost no civilians are being killed in war…’—any journalist who understands war and conflict should know that there’s going to be something fishy about that,” Woods said. “Are we seeing enough journalists questioning that? I don’t think we are.”
Mainstream media outlets are not unaware of the cost of aerial bombardment. In fact, many were reporting some civilian casualties from coalition bombing in the first few months of the campaign, issuing early warnings about the dangers of targeting ISIS in populous areas. This coverage came out around the same time that thousands of Syrians took to the streets to protest the airstrikes, in part because of civilian casualties. Early coverage also seemed to be a reaction to the expansion of the bombing campaign into Syria, the shift in targeting to include lucrative oil facilities where civilians were working, and the movement of Islamic State fighters into more populated areas. These early warnings proved to be prescient. Since that time, the number of airstrikes per month has increased—but the reporting hasn’t kept up.
As a matter of fact, the first three months of the campaign, when these reports were released, saw relatively low numbers of civilian deaths compared to the months that followed—which have included at least three mass-casualty events. However, the media’s attention soon shifted to the question of whether there were too many restrictions on the air campaign. Its previous warnings have yet to translate into a substantial effort to hold the coalition accountable, even as civilian casualties have mounted, and especially when it comes to mass-casualty airstrikes. Reporting of these events has been patchy across the board, with key news outlets forgoing coverage. The result has been that few of them have risen to the infamous status of the Azizabad debacle or the Kunduz massacre, both of which occurred during the war in Afghanistan.
While the media almost unanimously swarmed around the Bir Mahli incident—during which a coalition strike on an ISIS-controlled village in Syria left 64 dead, including women and children—two other mass-casualty incidents, in al-Bab and Hawija, have received far less attention. At one Pentagon briefing, an AP reporter asked about the June airstrike on an IED-making facility in Hawija, which killed up to 70 civilians. In response, the Pentagon insisted that the Islamic State was to blame because it planned to use the deadly explosives against civilians and Iraqi forces. General Hesterman told reporters, “If there’re unintended injuries, that responsibility rests squarely on Daesh [ISIS].”
Even though Washington Post and Wall Street Journal reporters were present, neither publication reported on the Hawija bombing. The New York Timesrelegated its coverage to the web, republishing a Reuters story. In fact, even the Bir Mahli incident was only given a brief mention in the Post.
Deeply reported stories like the one that appeared in McClatchy are few and far between. The New York Times, for instance, has reported on civilian casualties mainly by republishing stories from wire services like AP and Reuters. Much coverage over the past year has taken the he-said-she-said form: human rights groups say dozens were killed; the military says it doesn’t believe any were killed. That kind of story, while better than nothing, does not draw adequate attention to the growing gap between what rights groups and witnesses on the ground are saying and what the coalition is willing to admit.
In recent years, many publications have been under financial pressure to shrink their foreign desks. However, the tendency to take Pentagon statements more or less at face value cannot be chalked up to financial constraints. The Los Angeles Times has cut its foreign bureaus from 22 in 2004 to ten as of last year, but it still managed to report the al-Bab story, complete with testimony from the head of the Syrian Network for Human Rights. Meanwhile, due to its merger with the International Herald Tribune, The New York Times now has more foreign correspondents than ever before, and it has seven more international bureaus than it had ten years ago.
The more significant obstacle for news organizations is the increasing danger of sending reporters into the field, where there is a possibility that they will kidnapped, tortured, or even subjected to gruesome public beheadings. Now that the US-led coalition is fighting militants who are holding territory that stretches across much of eastern Syria and western Iraq, it is difficult to send investigative teams to the site of coalition bombings.
But as Woods points out, it’s still possible to report these stories in thoughtful ways, as demonstrated by the work of Airwars and McClatchy. Reporters can contact Syrian NGOs, speak to refugees, and scour social media. And if anyone has the resources to do this, it’s the major new outlets.
“These are very, very tough times for journalists,” Woods said. “We are limited in what we can achieve, but [Airwars is] a tiny organization that has spent six months looking at this and we have demonstrably shown that there is a major volume of material in the public domain alleging significant civilian casualties in Iraq and Syria. We found that material. We published that material. The material was always there. I guess the question is, why haven’t news organizations gone looking for that?”
A more likely explanation for why we have not seen many scathing critiques of the military’s lack of transparency is a combination of caution and editorial priorities. Many news outlets have dedicated their time over the past year to analyzing the effectiveness of the air campaign, parsing through the web of actors involved in the conflicts in Syria and Iraq, documenting the plight of refugees, and explaining the rise of ISIS and its inner workings. Moreover, many thousands more civilians have been killed by the governments of Syria and Iraq, along with their associated militias, as well as by the Islamic State and other militant groups, than have been killed by coalition bombing. Reporter Eric Schmitt of The New York Times says the paper has been waiting for more concrete evidence that the Pentagon has been downplaying civilian casualty numbers.
There are signs that now the mainstream press may be more willing to push the military on civilian casualty figures, whether it has enough intelligence on the ground to choose the right targets, and who it’s defining as a combatant as opposed to a noncombatant. Just this month, The New York Times released a well-reported story detailing a civilian-casualty incident in the Syrian town of Atmeh. According to Schmitt, there is serious talk at the Times of taking a broader look at the air campaign over the past year and challenging the Pentagon’s claims.
“The people who died in al-Bab and some of the other people who’ve died in these attacks are sort of nameless, faceless, and voiceless,” Gutman said. “I do think we have an obligation to try to be the voice of the voiceless if we can.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten