dinsdag 30 december 2014

H.J.A. Hoflands Ideologie 3



Begin december 2014 schreef opiniemaker Henk Hofland:

Er zijn geen kernproeven, er is geen bewapeningswedloop... Er is ook geen sprake van dat dergelijke toestanden zullen terugkeren, en daarom kunnen we de verhoogde spanning tussen Rusland en het Westen niet zien als de inleiding tot de Koude Oorlog van de 21ste eeuw.

Bestonden die 'kernproeven' en 'bewapeningswedloop' dan wel voorafgaand aan het begin van de Koude Oorlog?  De consensus onder historici is dat de Koude Oorlog in 1947 begon, een jaar nadat op 5 maart 1946 Winston Churchill zijn fameuze 'Iron Curtain speech' hield. Het antwoord is dus: nee, geenszins, er was toen geen sprake van Russische kernproeven of van een bewapeningswedloop. De Sovjet Unie bezat nog geen kernwapens en was te arm voor een echte wapenwedloop. Derhalve is Hoflands conclusie niet gebaseerd op feiten. Zoals doorgaans lijkt zijn betoog te zijn gefundeerd op rationele argumenten, maar zodra zijn beweringen tegen het licht worden gehouden, ontdekt de lezer al snel dat Hoflands argumentatie niet berust op feiten. Uit historisch onderzoek is gebleken dat de veronderstelling als zou de Sovjet-Unie twee jaar na de ineenstorting van het Derde Rijk economisch en politiek in staat zijn geweest de rest van Europa militair te veroveren, volstrekt absurd is. Het land had tijdens de Tweede Wereldoorlog maar liefste 27 miljoen inwoners verloren, terwijl de infrastructuur van het Europese deel grotendeels was verwoest.

Er speelde destijds iets wezenlijk anders, zoals blijkt uit de inmiddels vrijgegeven geheime Amerikaanse documenten uit die tijd.  Het ware probleem waarmee de Amerikaanse elite werd geconfronteerd, formuleerde in 1948 de vooraanstaande Amerikaanse diplomaat, George Kennan, als volgt:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen wij alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is,

aldus Kennan in een geheim memorandum dat hij schreef als Hoofd van het Planningbureau van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Let wel, Kennan was niet de eerste de beste, maar de geestelijk vader van de Amerikaanse containment-politiek die tot de val van de Sovjet Unie, eind 1991, de hoeksteen van de Amerikaanse buitenlandse politiek vormde. Zijn advies was niet vreemd. Net als elk imperium in de geschiedenis streefde ook de elite in Washington en op Wall Street naar de hegemonie in de wereld. Een opmerkelijk fenomeen gezien het feit dat door het expansionisme de kiem wordt gelegd van de eigen ondergang, zo leert de historische werkelijkheid. Om de helft van alle 'rijkdommen in de wereld' met nog geen zeven procent van de wereldbevolking in handen te houden, is een onmogelijke taak. Door zowel de technologische vooruitgang als de wereldwijde bevolkingsexplosie kon een dergelijk overwicht per definitie maar heel kort duren. En dit empirisch eenvoudig te constateren gegeven, besefte ook George Kennan al snel na de interne publicatie van zijn invloedrijke memorandum. In een interview met mij verklaarde Anders Stephanson, hoogleraar Geschiedenis aan de Columbia University en auteur van Kennan and The Art of Foreign Policy (1992) dat de beleidsbepalers van de Amerikaanse buitenlandse politiek onvoldoende oog hadden voor de werkelijkheid en dat dit de belangrijkste reden was waarom Kennan voortdurend scherpe kritiek op hen uitoefende. In zijn uitgebreid gedocumenteerde boek schreef professor Stephanson:

To be realistic in these circumstances was in a way to understand the inherent limits of things, the futility (indeed blasphemy) of extending radically beyond the existing, the real. At different moments Kennan thus criticized the Sovjet Union and the United States alike for being unrealistic in this sense of not acknowledging given limits... he was aware by the end of the 1940s that the United States was embarking on a course of potentially open-ended commitments around the world, and this he could not but find dangerous and unnatural.

Het gevolg was dat George Kennan al spoedig vervangen werd door een echte havik, Paul Nitze, over wie de Amerikaanse historicus Mark Atwood in 2009 in de New York Times stelde:

The end of the cold war brought relief, even joy, for most Americans. With the crumbling of the Eastern bloc in 1989, more than four decades of anxiety seemed to be over. One of the few discordant voices came, surprisingly, from George Kennan, the former United States diplomat who had devised the 'containment' policy widely considered responsible for the Western triumph. 'I believe it would have happened earlier,' Kennan lamented less than a month after Germans began chipping holes in the Berlin Wall, 'if we had not insisted on militarizing the rivalry.'

Kennan did not specify who was responsible for making the cold war longer and more dangerous than it needed to be. But Paul Nitze, a onetime State Department colleague who had helped shape foreign policy under every president from Roosevelt to the first Bush, surely ranked high on his list of culprits.

It was Nitze, after all, who had argued most strongly for a huge buildup of American military power. And it was Nitze who had frequently led the charge to assure that Washington kept adding to its arsenal. Looking back in 1995, his appraisal of American management of the cold war could hardly have been more different from Kennan’s. 'I’ve come to the conclusion we did it pretty goddam well,' he boasted.

Na een lang leven getuige te zijn geweest van de desastreuze machiavellistische realpolitik van de VS, schreef Kennan een gedesillusioneerde terugblik op zijn tijdperk. Aan het slot van zijn Sketches From A Life (1989) stelde hij somber vast:

Ik beschouw de Verenigde Staten van deze laatste jaren van de twintigste eeuw als een in wezen tragisch land, begiftigd met uitstekende natuurlijke hulpbronnen die het snel aan het verkwisten en uitputten is, en met een intellectuele en artistieke intelligentsia van groot talent en originaliteit. Voor deze intelligentsia hebben de dominante politieke machten in het land weinig begrip of respect. Haar stem wordt doorgaans tot zwijgen gebracht of overschreeuwd door de commerciële media. Het is waarschijnlijk veroordeeld om, net als de Russische intelligentsia in de negentiende eeuw, voorgoed een hulpeloze toeschouwer te blijven van de verontrustende koers in het leven van de natie.

Mark Atwood constateerde terecht dat

acceptance of containment also brought Kennan disappointments that haunted him until his death in 2005. Kennan believed that the Soviet Union, however repugnant, posed little military threat to the West and urged that the United States rely mostly on economic and political means to resist Communist expansion. Other officials, above all Nitze, who succeeded Kennan as chief of policy planning, saw things differently, especially after the outbreak of the Korean War in 1950. Kennan watched with regret as the United States subsequently poured enormous resources into weaponry and military bases.

Het begin van de Koude Oorlog in 1947 en de oprichting van de NAVO in april 1949, nog voordat de Sovjet Unie zijn eerste kernbom testte, was dus volgens een van de meest direct betrokken Amerikaanse strategisch denkers, George Kennan, niet het resultaat van een serieuze 'military threat to the West,' zoals de opiniemaker Henk Hofland 67 jaar na dato nog steeds suggereert, maar het onvermijdelijke gevolg van het steeds invloedrijkere militair-industrieel complex waarvoor president Eisenhower in 1961 waarschuwde. Dit is van doorslaggevend belang om te weten, aangezien Hofland, de nestor van de polderjournalistiek, in De Groene beweert dat 'Het Westen slaat nu alarm vanwege de agressieve expansie­politiek van Poetin.' Een zinloze herhaling van zetten.

Opnieuw wordt de mythe van een 'agressieve expansiepolitiek' van Rusland in Hoflands Koude Oorlogsretoriek van stal gehaald om de belangen van het Amerikaanse militair industrieel complex te rechtvaardigen, een macht die in 2011 ruim 58 procent van het 'discretionary federal budget' opslokte, ten koste van onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvesting, sociale voorzieningen etcetera. En dit alles ook nog eens terwijl de NAVO sinds de val van de Sovjet Unie in ledental bijna is verdubbeld en de NAVO-leden tezamen elf keer meer aan het militair industrieel complex spenderen dan Rusland. Op grond van de feiten moet duidelijk zijn dat Henk Hofland en De Groene Amsterdammer propaganda bedrijven, zonder dat iemand van Hoflands 'politiek-literaire elite' de feiten op een rijtje durft te zetten. Het poldermodel werkt corrumperend. Meer later over mijn corrupte collega's. 



Geen opmerkingen:

Upcoming generation of resistance

Up coming generation of resistance after the current generation of Palestinian resistance fighters will be more cruel, stubborn, and more ea...