Amerikaanse diplomaten horen
tot de beste ter wereld, het land beschikt over voortreffelijke
informatiesystemen… de universiteiten en het State Department beschikken over
briljante strategen en politieke analisten…'
Geert Mak.
Pagina 463 van Reizen zonder John.
Ik
denk dat bijna niemand het met mij oneens zal zijn wanneer ik stel dat er geen
beter voorbeeld denkbaar is om deze bewering op juistheid te testen dan de
Midden-Oosten politiek van de VS. In dit olierijke gebied ligt naar schatting
meer dan 60 procent van de oliereserves die het Westen nodig heeft om zijn
welvaart op peil te houden. Dat is de voornaamste reden waarom zowel Europa als
de VS de Israelische onderdrukking van de Palestijnen en voortgaande diefstal
van hun land economisch, politiek en zelfs militair steunt. Ondanks sporadische
kritiek van westerse politici is het een feit dat Europa de grootste
handelspartner van de ‘Joodse natie’ is en de VS de
grootste wapenleverancier, terwijl Washington daadwerkelijke stappen tegen de zionistische
staat telkens weer in de VN-Veiligheidsraad blokkeert. Hoeveel aandacht
besteedt Geert Mak aan deze politiek in zijn 576 pagina’s tellende reisboek? In
de inhoudsopgave staat Israel zes maal vermeld. Ter vergelijking: Japan 15
maal, terwijl toch ‘1960 het jaar [is] waarin deze geschiedenis begint,’ aldus
pagina 17 van zijn boek. Vier van de zes vermeldingen gaan niet over Israel
zelf, de vijfde betreft slechts een terloopse opmerking over Israel en één
handelt over een ‘meer delicate kwestie is,’ namelijk: ‘is het eenzijdige
pro-Israelbeleid van de Verenigde Staten nog wel in het Amerikaanse belang?’
Een vraag die Geert Mak niet beantwoordt, want hij weet:
Alleen
al de vraag is een vloek in de ogen van het zwaar protestantse electoraat
electoraat en van een deel van de joodse kiezer. Wie de Israelische leiders
blijft steunen, wat ze ook zeggen en doen, krijgt van sommige miljardairs
miljoenen toegestopt, wie kritische geluiden laat horen kan maar beter
uitkijken: bijna geen politicus kan zich veroorloven om de gunst van het
American Israel Public Affairs Committee te verspelen.
Hoe
dit te rijmen valt met het, volgens Mak, 'vitale karakter van de
Amerikaanse democratie' zet
hij niet uiteen en hij doet verder geen moeite om het Midden-Oosten beleid van
de Amerikaanse presidenten te analyseren. Kennelijk is dit niet belangrijk voor
de lezers van zijn reisgids, die samen met hem ‘op zoek naar Amerika’
zijn. En toch is het van doorslaggevend belang om een antwoord te zoeken, omdat
vooral oorlogsgeweld een belangrijk, zo niet het belangrijkste element is van
de Amerikaanse buitenlandse politiek. In Tragedy & Farce. How the
American Media Sell Wars, Spin Elections and Destroy Democracy schrijven de
Amerikaanse correspondent van The Nation in Washington, John Nichols, en
professor Robert W. McChesney:
On… two
most central tests of a free press – war and the disposition of political power
– our media failed miserably, with severe consequences we may not yet be able
to fully imagine… This media system is not natural, it does not result from a
free market. Rather, it is shaped by corrupt policies and subsidies made
secretly by powerful corporate interests and their political bagmen in
Washington, D.C. and the state capitols… The same firms that dominate
journalism tend to dominate everything else, and the same corrupt policymaking
that has permitted journalism to deteriorate is wreaking havoc on our media
culture everywhere. Some of the flaws in our political journalism are deep
seated and are owed to commercial control of the press and to the professional
code which emerged roughly a century a century ago… It is the current commissars
of the U.S. media system who are the interlopers; they are the ones who have
betrayed democracy… As veteran journalist Bill Moyers noted in an address to
the 2005 National Conference on Media Reform that bemoaned the president
patterns in major media news programs: ‘Objectivity
is not satisfied by two opposing people offering competing opinions, leaving
the viewer to split the difference.’ Rather, Moyers noted in the lonely
voice of the boy who asserted that the emperor had no clothes, ‘objective
journalism means describing the object being reported on, including the little
fibs and fantasies as well as the Big Lie of the people in power.’
En het is juist dit laatste waaraan het boek
van Mak schort doordat hij in anekdotiek blijft steken. geen context geeft waarin de
werkelijkheid zich voltrekt en de lezer met een mainstream versie van de
werkelijkheid wordt opgescheept. Nichols en McChesney:
Lied to by
our leaders, cut off from popular information, and denied the debate that is
essential to the maintenance of genuine democracy, Americans have seen the
prologue to tragedy or farce.
Hetzelfde geld voor de rest het Westen,
inclusief Nederland waarin de commerciele pers de officiele versie van de
werkelijkheid opdient en werkelijk dissidente stemmen marginaliseert. De
zogeheten vrije pers
becomes
meaningless when it is employed merely in the pursuit of profit by media companies
that feel no responsibility to preserve and advance democracy.
President
Madison wees hier al in 1822 op toen hij verklaarde dat
A
popular Government without popular information or the means of acquiring it, is
but a Prologue to a Farce or a Tragedy or perhaps both.
Vandaar
het belang van een serieuze beschouwing van hoe de Amerikaanse ‘democratie’
in de praktijk functioneert. Immers,
it
becomes clear that partisan journalism had its strengths, not the least of
which was its tendency to contextualize political issues so that citizens could
recognize seemingly random events as part of a coherent pattern,
aldus
de auteurs van Tragedy & Farce.
De haast terloopse vermeldingen in Mak’s Reizen
zonder John hadden in een context moeten worden geplaatst om de lezers ‘a
coherent pattern’ te kunnen geven. En dat geldt zeker voor het Midden-Oosten
beleid van de VS, dat al decennialang in flagrante strijd is met de eigen
gepropageerde normen en waarden betreffende democratie en mensenrechten. Een
beleid dat ook door zijn ‘blowback,’ verregaande
consequenties heeft, zoals we sinds 11 september 2001 in Irak en Afghanistan
hebben kunnen zien. In het bij Penguin
verschenen boek Gaza in Crisis.
Reflections on Israel’s War Against the Palestinians verklaart Noam
Chomsky, zelf een zionist van het eerste uur:
Palestinians
committed a grave crime by Western standards. They voted ‘the wrong way.’ The United States instantly joined Israel
in punishing Palestinians for their misconduct, with Europe toddling along
behind as usual. There is nothing novel about the reaction to these Palestinian
‘misdeeds.’ Though it is obligatory
to hail our leaders for their sincere dedication to bringing democracy to a
suffering world, perhaps in an excess of idealism, the more serious
scholar/advocates of the mission of ‘democracy promotion’ recognize that there
is a ‘strong line of continuity’ running through all administrations: the
United supports democracy if and only if it confirms to U.S. stategic and
economic interests. In short, the project is pure cynicism, if viewed honestly.
And quite commonly, the U.S. project should be described as one of blocking
democracy, not promoting it. Dramatically so in the case of Palestine.
The
punishment of Palestinians for the crime of voting the wrong way was severe.
With constant U.S. backing, Israel increased its violence in Gaza, withheld
funds that it was legally obligated to transmit to the Palestinian Authority,
tightened its siege, and in a gratuitous act of cruelty, even cut off the flow
of water to the arid Gaza Strip. The Israeli attacks became far more severe
after the capture of Corporal Gilad Shalit on june 25, 2006, which the West
portrayed as a terrible crime. Again, pure cynicism. Just one day before,
Israel kidnapped two civilians in Gaza – a far worsde crime than capturing a
soldier – and transported them to Israel (in violation of international law,
but that is routine), where they presumably joined the roughly one thousand
prisoners held by Israel without charges, hence kidnapped. None of this merits
more than a yawn in the West.
There
is non eed here to run through the ugly details, but the U.S.-Israel maden sure
that Hamas would not have a chance to govern. And of course, the two leaders of
the rejectionist camp flatly rejected Hamas’s call for a long-term cease-fire
to allow for negotiations in terms of the international consensus on a
two-state settlement, which the United States and Israel reject, as they have
done in virtual isolation for over thirty years, with rare and temporary
departures.
Meanwhile,
Israel stepped up its programs of annexation, dismemberment, and imprisonment
of shrinking Palestinian cantons in the West Bank, always with decisive U.S.
backing despite occasional minor complaints, accompanied by the wink of an eye
and munificent funding.
Wanneer
Geert Mak dit beleid in een bredere context had geplaatst zou hij daarmee
structurele kritiek op het Amerikaanse systeem hebben uitgeoefend. Alleen al een
beschrijving van de feiten is voldoende om het positieve imago van de VS te
vernietigen. Eenmaal in een historische, politieke, of sociaal-culturele
context geplaatst leveren die feiten automatisch een fundamentele kritiek op. Een
dergelijke kritiek verkoopt evenwel niet, zo weet ik uit eigen ervaring. Mak
schampt daarom de werkelijkheid en verzwijgt meer dan hij onthult. Chomsky over
de feiten:
There
is a standard operating procedure for overthrowing an unwanted government: arm
the military to prepare for a military coup. The U.S.-Israel adopted this
conventional plan, arming and training Fatah to win by force what it lost at
the ballot box… They have now a pretext for tightening the stranglehold on the
people of Gaza, cheerfully pursuing policies that the prominent international
law scholar Richarde Falk describes as a prelude to genocide that ‘should remind the world of the
famous post-Nazi pledge of ‘never again,”’
waarbij
vermeld moet worden dat de gerenommeerde Richard Falk zichzelf omschrijft als ‘an
American Jew.’ Een andere joodse intellectueel en de
zioniste van het eerste uur, Hannah Arendt, waarschuwde al in 1945 voor de
volgende ontwikkeling:
Paradoxaal als het mag klinken, maar
juist de nationalistische misvatting dat een natie een inherente
onafhankelijkheid bezit, had tot gevolg dat de zionisten de joodse nationale
emancipatie volledig afhankelijk maakten van de materiele belangen van een
andere natie. Het feitelijke resultaat was een terugkeer van de nieuwe beweging
naar de traditionele methoden van shtadlonus (de
vroegere 'hofjoden’ die
vanwege hun financiele steun aan de Europese machten voor hun eigen zaak konden
lobbyen. SvH), die de zionisten ooit eens zo bitter hadden gehaat en zo
fel hadden gehekeld. Nu kenden ook de zionisten politiek gesproken geen betere
plaats meer dan de foyers van de machtigen en ze kenden geen betere basis voor
hun overeenkomsten dan de goede diensten aan te bieden als agenten van
buitenlandse belangen... Maar slechts dwaasheid kan een beleid dicteren
dat vertrouwt op bescherming van een verre imperiale macht terwijl het de
welwillendheid van de buren verspeelt […] Welk programma hebben de zionisten te
bieden voor een oplossing van het Arabisch-joodse conflict?
Hannah Arendt heeft gelijk
gekregen, opnieuw spelen de Joden in Israel de rol van 'hofjoden,' ditmaal voor de belangen van de Amerikaanse
machthebbers. Opnieuw worden de joden gebruikt en zijn ze daarvan zelf de dupe
geworden. Zoals Arendt
benadrukte zou door de Palestijnen te verdrijven de haat alleen maar kunnen
toenemen onder de Arabische buren. Israel zou immers alleen kunnen overleven
door
bij een buitenlandse macht bescherming te zoeken dan
wel een functionerend vergelijk met hun buren moeten sluiten […] de zionisten
[zullen] als zij de Mediterrane volken blijven negeren en slechts rekening
houden met grootmachten ver weg, alleen maar hun werktuigen blijken, de agenten
van vreemde en vijandelijke belangen. Joden die hun eigen geschiedenis kennen
zouden zich bewust moeten zijn dat een dergelijke stand van zaken
onvermijdelijk zal leiden tot een nieuwe golf van jodenhaat; het antisemitisme
van morgen zal verklaren dat joden niet enkel profiteerden van de aanwezigheid
van de vreemde mogendheden in die regio, maar dat zij in feite deze hadden
beraamd en daarom de schuld dragen voor de consequenties ervan […] De joden die
‘realistisch’ proberen mee te doen aan de koehandel van
de door oliebelangen geregeerde politiek in het Midden-Oosten, zullen zich net
zo ongemakkelijk voelen als mensen met een hartstocht voor de koehandel, maar
niet over koeien noch geld beschikken en besluiten om bij gebrek aan beide het
grandioos geschreeuw te imiteren waarmee doorgaans deze opzichtige transacties
vergezeld gaan.
Arendt's
woorden maken duidelijk dat de westerse politiek, en in navolging daarvan de
westerse commerciele massamedia, de Joden in Israel gebruiken voor hun eigen
belangen. Uiteindelijk zijn zij ook geen vrienden van de 'Joodse staat', maar de grootst
mogelijke vijanden.
In het essay
Het Zionisme Bij Nader Inzien schreef ze twee jaar voor het VN-Verdelingsplan van 1947:
Het
eindresultaat van vijftig jaar zionistische politiek is belichaamd in de
recente resolutie van de grootste en invloedrijkste afdeling van de
Zionistische Wereldorganisatie. Tijdens de laatste jaarlijkse conventie in
Atlantic City in oktober 1944 namen Amerikaanse zionisten van links tot rechts
unaniem de eis aan voor een ‘vrije en
democratische joodse staat… [die] geheel Palestina zal omvatten, onverdeeld en
onverminderd.’ Dit is een keerpunt in de
zionistische geschiedenis, want het betekent dat het revisionistische
programma, zo lang en bitter verworpen, uiteindelijk gewonnen heeft. De
resolutie van Atlantic City gaat zelfs een stap verder dan het Biltmore
Programma (1942), waarin de joodse minderheid minderheidsrechten had toegekend
aan de Arabische meerderheid. Ditmaal werden de Arabieren in de resolutie
simpelweg niet genoemd, wat hun – dat moge duidelijk zijn - de keuze laat
tussen vrijwillige emigratie of tweederangs burgerschap… Deze doelen blijken nu
volledig identiek te zijn aan die van de extremisten wat betreft de toekomstige
politieke inrichting van Palestina. Het is de doodsklap voor die joodse
groeperingen in Palestina zelf die onvermoeibaar hebben gepleit voor een
vergelijk tussen de Arabische en de joodse bevolking. Anderzijds zal het de meerderheid
onder het leiderschap van Ben-Goerion aanzienlijk versterken… Door de resolutie
zo bot te verwoorden op een moment dat hun geschikt leek, hebben de zionisten
voor een lange tijd iedere kans op onderhandelingen met de Arabieren verspeeld,
want wat de zionisten ook mogen aanbieden, ze zullen niet vertrouwd worden. Dit
zet op zijn beurt de deur wijd open voor een macht van buiten om het heft in
handen te nemen zonder de twee meest betrokken partijen te raadplegen. De
zionisten hebben nu daadwerkelijk alles gedaan om een onoplosbaar ‘tragisch
conflict’ te creëren, dat alleen kan
worden beëindigd door het doorhakken van de Gordiaanse knoop. Het zou erg naïef
zijn om te geloven dat het doorhakken van de knoop altijd in het voordeel van
de joden zou uitpakken en ook is er geen enkele reden om aan te nemen dat het
zou resulteren in een duurzame oplossing.
Als overlevende van Auschwitz schrijft de
joods Hongaarse auteur Imre Kertész in De
verbannen taal:
Er is een Holocaustconformisme ontstaan, een
Holocaustsentimentalisme, een Holocaustcanon, een Holocausttaboesysteem samen
met de daarbijbehorende talige wereld, er zijn Holocaustproducten ontstaan voor
Holocaustconsumptie... kitsch is ook als Auschwitz uitsluitend tot een zaak van
Duitsers en joden wordt gedegradeerd, een soort van fatale onverenigbaarheid
van twee collectiviteiten; als men ervan afziet om de politiek en de
psychologie van de moderne totalitarismen in kaart te brengen, als Auschwitz
beperkt wordt tot de direct betrokkenen en niet als een wereldgebeurtenis wordt
opgevat. Verder beschouw ik alles als kitsch wat kitsch is.
Uit angst voor
antisemiet te worden versleten of vanwege commerciele overwegingen de mond
houden over het Israelische onrecht getuigt niet alleen van een laf conformisme
en een stupide struisvogelpolitiek, maar tevens van intellectuele corruptie die
alle zo kenmerkend zijn voor het poldermodel. De kwalificaties ‘beste
ter wereld, voortreffelijke informatiesystemen, briljante strategen en
politieke analysten’ op ‘het State Department’ zonder de
Amerikaanse Midden-Oosten politiek te hebben bestudeerd toont een gebrek aan
integriteit aan. De Arabische wereld met rond de 300 miljoen inwoners staat op het
punt te ontploffen door armoede, bevolkingsexplosie, stagnatie, corruptie en de
jarenlange Europese en Amerikaanse steun voor dictators die de westerse
belangen veilig stelden. Al op 5 februari 2005 waarschuwde Isobel Coleman, ‘Senior
Fellow for U.S. Foreign Policy; Director of the Civil Society, Markets, and
Democracy Initiative; and Director of the Women and Foreign Policy Program’
voor het volgende:
While
the Middle East lurches from crisis to crisis, its greatest challenge today is
probably not what most people think. It’s jobs.
With 65 percent of the region’s
population under the age of 25, the Middle East has the fastest-growing labor
force of any part of the world. This youth bulge is surging onto the labor
market like a massive demographic tsunami. Just to keep pace with population
growth, the Middle East must create 80 million new jobs over the next 15 years.
And if it hopes to put a dent in its already high unemployment rate of 15
percent, it must create 100 million new jobs by 2020—a near doubling of today’s
total employment.
To put this into perspective, the Middle East must create
jobs at twice the pace of the United States in the go-go Clinton years, in an
increasingly competitive international environment that is already
accommodating the rise of India and China. Without making deep structural
reforms, Middle East governments will never be able to meet the employment
needs of its increasingly disaffected youth—a stark fact that, left
unaddressed, leaves an entire generation ripe for radicalization.
Unemployment is
a problem throughout Arab society, but it is most acutely a youth issue. Fifty
percent of those unemployed are between the ages of 15 and 24. Unemployment is
also highest among those with some formal education. In the past, these young
graduates could expect employment in the public sector, but as formal education
has significantly expanded over the past generation and government coffers have
come under increasing pressure, the public sector can no longer absorb what
public school systems produce.
Met het oog op de
olievoorraden in deze regio en het feit dat de Arabische wereld voor een groot
deel aan Europa grenst getuigt het van een onvergeeflijke blindheid van Mak om zowel
in zijn In Europa boek als in zijn
Amerikaanse reisgids hiernaar geen grondig onderzoek te hebben gedaan. Vooral
ook omdat de Palestijnse zaak in de Derde Wereld gezien wordt als het voorbeeld
bij uitstek van de westerse hypocrisie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten