aan: drs. F.C.G.M. Timmermans
Minister van Buitenlandse Zaken
open brief
gezocht:
een staatsman
Beste
Frans,
Het
begon zo goed. Coalitiepartners gunnen elkaar wat, en de VVD gunt de PvdA het
buitenlands beleid. Op 5 november legde je in het openbaar de eed op de
Grondwet - dus ook op de artikelen 91 t/m 94 - af. Dat is niet niks en schept
verplichtingen. Ten aanzien van het Midden-Oosten verklaart de regering:
Voor Israël: veilige, internationaal erkende Joodse
staat.
Voor Palestijnen: onafhankelijke, democratische en
levensvatbare internationaal erkende
Palestijnse staat.
Het eerste is om twee redenen nutteloze
onzin. De toelating tot de VN van de Joodse staat vond - onder de voorwaarde de
Arabische staat te erkennen - plaats in 1948 en de veiligheid daarvan hangt vooral
af van het gehoorzamen door Israël aan het dwingend internationaal recht,
allereerst de onvoorwaardelijke terugtrekking uit alle bezette gebieden:
Oost-Jeruzalem, de Westoever en Gaza. [Veiligheidsraadresolutie 242(1967); Internationaal
Gerechtshof (IGH), 09-07-2004 [1]].
Nederland bewijst lippendienst, maar ontplooide al 45 jaar geen enkel
initiatief om deze eis realiteit te maken, aldus bijdragend aan alle regionale
ellende van dien. De tomeloze Israëlische agressie in de MO-regio is de tweede
oorzaak voor de onveiligheid van die staat. Nederland zou Israël bepaald een
dienst bewijzen door dit desastreuze gedrag met de regels van het IGH in de
hand tot vrede te dwingen. De veiligheid van staten wordt beschermd door het
Handvest van de Verenigde Naties. Dat geldt ook voor Israël (en Palestina).
Bijzondere regelingen zijn overbodig.
Het tweede snijdt meer hout.
Nederland stemde in 1949 al in met de erkenning van de Arabische staat. [VN Alg. Verg. Resolutie 181-II] Door obstructie
van Israël en Westerse landen, met Nederland in een prominente rol, kwam
die erkenning er niet. Het IGH instrueerde de internationale gemeenschap deze
nalatigheid te corrigeren. [2]
Na
onwaarschijnlijk veel geduld te hebben beoefend, neemt de Palestijnse Autoriteit
eindelijk het initiatief. Palestina wil als staat tot de VN worden toegelaten, maar
slechts met waarnemersstatus. Uit het nieuwe regeringsbeleid zou blijken, dat
Nederland zich - eindelijk - conformeert aan de opdracht van het IGH. Niets lijkt
logischer dan het Nederlandse besluit om, samen met de overgrote meerderheid
van VN-lidstaten, op 29 november voor toelating van de Palestijnse staat te
stemmen. De in voorbereiding zijnde tweede grote Israëlische grondoorlog op
Gaza onderbouwt deze noodzaak eens te meer. De staat Palestina dient de
bescherming tegen de Israëlische misdaden te krijgen die het Handvest geeft.
Geraadpleegde
deskundigen in het internationaal recht bevestigen deze gedachtegang; sterker
nog, zij zijn ervan overtuigd dat jouw Adviesraad Internationale
Vredesvraagstukken tot geen andere conclusie zal (kunnen) komen.
Je
schreef een brief aan de Tweede Kamer: Palestijnse
status in Verenigde Naties. [DMM/MP-460/12, d.d. 15-11-2012] Je stelt
daarin:
Hoewel
er tegen genoemde statuswijziging als zodanig geen juridische bezwaren bestaan, acht het kabinet de
effecten ervan per saldo negatief.
'Al
met al' is, naar jouw oordeel, indiening van de Palestijnse resolutie niet
bevorderlijk voor het vredesproces.
De
aangevoerde argumentatie vind ik, met permissie, ronduit liederlijk. In de
eerste plaats haal je bij de eerste de beste gelegenheid het kersverse
regeringsbeleid onderuit. Voorts is het voortreffelijke BZ-ambtenarenapparaat goed
uitgerust om je, mocht je het nog niet geheel paraat hebben, solide onderbouwd te
informeren: Israël en de Verenigde Staten, natuurlijk trouw ondersteund door
Nederland, vormen de belangrijkste, langdurige en hardnekkigste
wegversperringen voor vredesonderhandelingen. Het is gewoon als pervers te kwalificeren,
dat de financiële en andere chantagemiddelen van juist deze landen zelfs maar
in overweging worden genomen, laat staan ook gebruikt. Israël had bovendien al
sinds 1967 uit alle bezette gebieden vertrokken moeten zijn. Als er bijgevolg
al 'ernstige (financiële) gevolgen' zouden zijn, dan dienen die door de
EU-lidstaten te worden gecompenseerd. En let wel, dat zijn dan vorderingen op
Israël. Dat land is na 29 november a.s. namelijk de bezettende staat van de
staat Palestina die de kosten voor onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid in
de bezette Palestijnse staat voor zijn rekening moet nemen. [Vierde Geneefse
Conventie] (De herstelbetalingen voor de te verwachten aangerichte schade in
Gaza dienen dit keer niet door de internationale gemeenschap, waaronder de
Nederlandse belastingbetaler, te worden opgebracht, maar door Israël.)
Waarom
schaadt je internationaal het Nederlandse prestige? De stelling luidt:
Bovendien
geeft het circuleren van deze concept-resolutie weinig ruimte aan de VS of andere kwartetleden om met
een initiatief te komen om het vredesproces
nieuw leven in te blazen.
Je
zou toch moeten beseffen dat de vertegenwoordigers van tenminste 133 landen, vol
terecht onbegrip over zo veel hypocrisie, vóór het internationaal recht en vóór
de staat Palestina zullen stemmen?
Nederland
heeft de plicht om de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te
bevorderen [Grondwet, art. 91] en erkent het juridische primaat van het
Internationaal Gerechtshof:
Binnen
het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing indien deze toepassing niet
verenigbaar is met een ieder verbindende
bepalingen van verdragen en
van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties. [art. 94].
Het
IGH, met groter juridisch gezag dan zelfs onze Hoge Raad, heeft de opdracht
gegeven om de staat Palestina in het leven te roepen [zie noot 2 hieronder]. Op
5 november jl. zwoer jij trouw aan de Grondwet. Tien dagen later schond je jouw
ambtseed.
De
bloedeloze regeringsverklaring duidt op een volledig verkeerde interpretatie
van het conflict tussen Israël en Hamas. Nederland dient als eerste de hand in eigen
boezem te steken. De decennialange nalatigheid om Israël te disciplineren staat
dat land toe zijn tomeloze agressie op zijn buren bot te vieren. Wij hebben
decennia lang het gevoerde Israëlische beleid, de vernietiging van de
Palestijnse samenleving, getolereerd. Ik voorspel dat - onder het voorbehoud
van door de moslimwereld afgedwongen de-escalatie - zoals in 2008/2009, in Gaza
bij voorrang zullen worden vernietigd: wat na de eerste Gaza-oorlog nog is
overgebleven aan schamele infrastructuur, scholen, ziekenhuizen, ambulances en
VN-faciliteiten. Het is bepaald niet uitgesloten dat de op handen zijnde
Israëlische aanval bedoeld is om weer maximale materiële schade aan te richten.
Dat past namelijk naadloos in de Israëlische lange termijn doelstellingen. Kennelijk
maakt dat jou, zoals je voorgangers, niets uit.
In
het huidige conflict staan twee aspecten centraal. Ten eerste, Gaza wordt door
Israël al jarenlang bezet, beschadigd, belegerd en uitgeperst. De Gazanen
hebben het recht op zelfbescherming. De Israëlische wurggreep moet onmiddellijk
en definitief worden beëindigd. Ten tweede, Israël past zijn klassieke truc
toe: provoceren tot de andere partij móet terugslaan, dan reageert Israël
woedend, wijst op het schaamteloze gedrag van de ander dat 'Israël in gevaar
brengt waardoor het belaagde land zich wel moet verdedigen, om er vervolgens genadeloos
op los te slaan. Dat is precies wat ook nu gebeurt.
Houd,
Frans, de tijdlijn van de feitelijke ontwikkelingen nauwkeurig vast en baseer
daar je oordeel op. Nu al is vastgesteld dat Israël het initiatief heeft
genomen en bestanden heeft geschonden.
Vooralsnog
moet de conclusie zijn dat je ook op dit dossier je, alweer met permissie, door
Israël volledig in de maling laat nemen.
De
Nederlandse kiezer heeft weinig behoefte meer aan politici die met alle winden
meewaaien. Meer dan ooit wellicht, zijn staatslieden nodig. Toon, beste Frans,
dat je van staatsliedenhout bent gesneden. Het kan nog. Stem op 29 november
vóór de Palestijnse staat en bestrijdt met al wat in je is de Israëlische
bezetting en zijn vele andere grove misdaden. Maar bovenal, zet je in voor een
rechtvaardige, dus duurzame vrede tussen Israël de Palestina op basis van het
internationaal recht.
Jan
Wijenberg Den Haag
Oud-ambassadeur 18
november 2012
[1] The United Nations, and especially the General
Assembly and the Security Council, should consider what further action is
required to bring to an end the illegal situation resulting from the
construction of the wall and the associated régime, taking due account
of the present Advisory Opinion.
[2] The Council [...] further cites the principle of
self-determination of peoples, as enshrined in the Charter and reaffirmed by
resolution 2625 (XXV).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten