De ondertitel van Geert Mak's reisboek: 'op zoek naar Amerika,' is misleidend, en wel omdat Mak zich beperkt tot in wezen het blanke christelijke deel van de VS. De oorspronkelijke bewoners bijvoorbeeld, de indianen, komen er bekaaid van af. Op pagina 317 constateert Mak dat de overwinning van de Sioux op de troepen van generaal Custer in 1876 'een slag' is geweest 'die schijnbaar telkens opnieuw moet worden uitgevochten.' Een schrijver of een historicus zou hier zijn verhaal beginnen, maar bij Mak eindigt het omdat hij zich te weinig heeft verdiept in de geschiedenis van de genocidale politiek van de Europese kolonisten tegenover de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Waarom moet die 'slag... telkens opnieuw worden uitgevochten'? Wat is er dan onverwerkt gebleven in de geest van wat Mak 'de Amerikanen' noemt? Is er een schuldgevoel, net zoals de Duitsers zich schuldig voelen aan de genocide op de joden? Mak zwijgt. Het resultaat van die onduidelijkheid zijn zinnen als deze op pagina 315: 'De bizons stierven ondertussen bijna uit.' Wat bedoelt Mak met 'stierven bijna uit'? Spontaan? Nee, geenszins. Timothy Egan, voormalig New York Times journalist en winnaar van een Pulitzerprijs meldt in zijn boek The Worst Hard Time The Untold Story of Those Who Survived the Great American Dust Bowl:
'For the sake of a lasting peace,' General Sheridan told the Texas Legislature in 1875, the Anglos should 'kill, skin and sell until the buffaloes are exterminated. Then your prairie can be covered with speckled cattle and the festive cowboy ... forerunner of an advanced civilization.'
En:
Within a few years of the signing [of the Medicine Lodge Treaty of 1867], Anglo hunters invaded the treaty land. They killed bison by the millions, stockpiling hides and horns for a lucrative trade back east. Seven million pounds of bison tongues were shipped out of Dodge City, Kansas, in a single two-year period, 1872–1873, a time when one government agent estimated the killing at twenty-five million. Bones, bleaching in the sun in great piles at railroad terminals, were used for fertilizer, selling for up to ten dollars a ton. Among the gluttons for killing was a professional buffalo hunter named Tom Nixon, who said he had once killed 120 animals in forty minutes.
Just a few years earlier, there had been bison herds that covered fifty square miles. Bison were the Indians' commissary, and the remnants of the great southern herd had been run off the ground, every one of them, as a way to ensure that no Indian would ever wander the Texas Panhandle.
Hoewel Mak elders in zijn reisboek de reden van de vernietiging van de bizons terloops vermeld plaatst hij deze bewuste vernietigingspolitiek niet in de context van een historische continuiteit, zoals hij in The Destruction of the Bison had kunnen lezen, een studie van de Amerikaanse historicus Andrew C. Isenberg die aan Princeton doceerde, en die concludeert dat
Het wereldwijd expanderende Europese kolonialisme is desastreus geweest voor mens- en natuur elders. Het waren de massaal vervolgde indianen die vrij snel beseften wat de consequenties zouden zijn van de blanke meedogenloze begeerte. Het indiaanse opperhoofd Seattle zei het zo:
‘Wij weten dat de witte man onze manieren niet begrijpt. Eén deel van het land is voor hem hetzelfde als het andere, want hij is een vreemdeling die in de nacht aankomt en alles van het land neemt dat hij nodig heeft. De aarde is niet zijn broeder, maar zijn vijand – en zodra hij het veroverd heeft, trekt hij verder. Hij laat het graf van zijn vader achter en het geboorterecht van zijn kinderen wordt vergeten.’
Maar hij voorzag tevens dat uiteindelijk ook de blanken een hoge prijs voor hun agressieve expansionisme zouden gaan betalen, want
‘All things are connected. Whatever befalls the earth befalls the children of the earth.’
En wanneer Geert Mak schrijft dat
'het slagveld van Custer en Sitting Bull... 's nachts een spookhuis [is], met jaar na jaar meldingen van bovennatuurlijke verschijningen, schimmen van krijgers en soldaten, koude plekken en onverklaarbare stemmen,'
dan beseft hij zelf niet wat achter zijn woorden verborgen ligt. Als hij de beroemd geworden toespraak van Seattle gelezen had dan zou hij de waarschuwing van de wijze Seattle hebben begrepen. Een waarschuwing waarvan de strekking de volgende is:
Every part of this soil is sacred in the estimation of my people. Every hillside, every valley, every plain and grove, has been hallowed by some sad or happy event in days long vanished. Even the rocks, which seem to be dumb and dead as they swelter in the sun along the silent shore, thrill with memories of stirring events connected with the lives of my people. And the very dust upon which you now stand responds more lovingly to their footsteps than to yours, because it is rich with the blood of our ancestors and our bare feet are conscious of the sympathetic touch… And when the last red man shall have perished, and the memory of my tribe shall have become a myth among the white men, these shores will swarm with the invisible dead of my tribe. And when your children’s children think themselves alone in the field, the store, the shop, upon the highway, or in the silence of the pathless woods, they will not be alone. In all the earth there is no place dedicated to solitude. At night, when the streets of your cities and villages are silent, and you think them deserted, they will throng with the returning hosts that once filled them and still love this beautiful land. The white man will never be alone. Let him be just and deal kindly with my people. For the dead are not powerless. Dead, did I say? There is no death. Only a change of worlds.
Omdat in het christendom de natuur en de mens niet heilig zijn, maar objecten die beheerst moeten worden, konden de Europese binnendringers de aarde en de mens ontheiligen. Zonder enige wroeging, zonder dat hun geweten opspeelde, want de aarde en het vlees zijn zondig en moeten gestraft worden. Het paradijs ligt voor de christenen niet hier maar in het hiernamaals.
Zondag 10 augustus 2003 bezocht ik samen met mijn gezin uit eerbetoon het graf van chief Seattle, nabij de gelijknamige stad. Ik schreef toen in een notitieboekje het volgende:
We rijden door een wijk waar temidden van de bossen en langs het water de rijken hun landhuizen hebben laten bouwen. Overal bordjes: 'No Trespassing en Private Property' en 'Neighbourhood Crime Watch. We report all suspicious persons & activities to our Law Enforcement Agency.' Bovenaan het bord het logo van een groot waakzaam oog. 'Our Law Enforcement.' Na de genocide en de massale roof volgt nu niet de American Dream maar angst, angst voor natuur en voor de medemens, die even genadeloos is in zijn zoektocht naar rijkdom. En dat op land die de kolonisten van de indianen stalen en waar de weinige nazaten van de voormalige bewoners nu niet meer mogen lopen. Aan palen langs de weg hangen A4tjes met de tekst dat de vinder van een verdwenen hond 2500 dollar krijgt. Een hoge beloning in een land waar een serveerster 2 dollar per uur verdient. De ontzielde houdt niet van de mens maar van zijn huisdier.
Boven op de witte rechtopstaande grafsteen van Chief Seattle staat een kruis. En de tekst: 'SEATTLE Chief of the Suqampsh and Allied Tribes, Died June 7, 1866. The Firm Friend of the Whites, and for Him the City of Seattle was Named by Its Founders.' Hier wordt opnieuw de geschiedenis geweld aan gedaan. Hij waarschuwde de blanken, sprak als het ware een doem over hen uit, zoals uit zijn fameuze toespraak is op te maken. Het hielp niet. Zijn volk werd vernietigd. De brutaliteit van de blanken, de grofheid. Het niet aflatende expansionisme. Op de achterkant van de steen een inscriptie: 'Baptismal name, Noah Sealth, Age probably 80 years.' Doopnaam. Had men zich eenmaal overgegeven dan begon de tweede fase, de culturele genocide, de vernietiging van de identiteit van de indiaan, en dat begon met de taal, de namen die herinneringen met zich meedroegen. Dat mocht niet, de herinnering was het gevaar. De indiaan mocht ook zijn eigen heilige plaatsen niet meer opzoeken, godsdienstvrijheid bestond alleen voor de christelijke secten, niet voor 'heidenen' die dachten dat alles bezield was, zowel de mens als de natuur. Die tweede fase zien we zich nu overal ter wereld manifesteren. De indianen waren slechts proefkonijnen, via hen werd de techniek verfijnd.
Verder weg op de begraafplaats liggen militairen die in de Korea Oorlog, de Tweede Wereldoorlog en in Vietnam vochten. Bij het graf van Seattle staan twee blanken uit Colorado en een zwarte man uit Seattle, een vriend van hen, een oud journalist. We raken in gesprek. De zwarte man vraagt een sigaret aan mij en legt het voor de grafsteen, waar al vuurpijlen, schelpen, een speelgoedleeuwtje en aapje liggen naast verwelkte bloemen. Ook ik leg er een sigaret bij. De oud-journalist zegt dat voor de indianen tabak heilig was. Naast de grafsteen een klein grafsteentje met de naam Mary Deshaw. Erboven twee kano's op balken. Ik neem enkele foto's. Het blanke echtpaar uit Colorado, zij met een gebeugeld paardengebit, vertelt dat ze Democraten zijn die fel tegen Bush zijn. Ik vertel hen dat Gore Vidal ooit eens verklaarde dat 'after all, half the people don't vote. We don't have political parties: we have one political party with two right wings called the Democratic and the Republican.' De man wordt woedend, net als veel andere Amerikanen kan hij moeilijk tegen kritiek op zijn land. Hun droom moet in tact blijven. Daar gaan ze een hoge prijs voor betalen, zoals al in de negentiende eeuw chief Seattle liet doorschemeren. De zwarte man beaamt Vidal's visie. Hij heeft in het leger gezeten, en spreekt uit ervaring. Ik vertel dat Europeanen niet zo stom zijn dat ze niet dwars door de tekst op de grafsteen heen kunnen kijken. Zij blijft schaapachtig lachen. Ze vragen aan Alexandra wat ze van de VS vinden. Op een intelligente manier vertelt ze wat ze gezien heeft, ze bekritiseert de VS, het lage niveau van het onderwijs, de armoede, het racisme. Ze heeft veel gezien tijdens onze lange rondreis.
Sitting Bull. Boven: Wounded Knee.
Ook de indianen 'stierven ondertussen bijna uit,' om de mystificerende terminologie van Mak nog eens te gebruiken. En zo ook de Suquamish, de stam van opperhoofd Seattle. De Amerikaanse auteur Warren Jefferson schrijft daarover: 'Many died from Euro-American diseases. Tribal culture and religion were suppressed, most tribal lands were appropriated, and the people were confined to limited and inadequate reservations. By 1900, a rich and diverse Native culture, thousands of years old, had been all but destroyed.' Wanneer Mak onder andere het fascinerende Facing West. The Metaphysics of Indian-Hating & Empire-Building van de Amerikaanse historicus, de emeritus hoogleraar Richard Drinon had gelezen dan had hij zijn lezers uitgebreid kunnen vertellen hoe het christelijke kolonialisme al vanaf de eerste helft van de zeventiende eeuw gepaard ging met grootschalige bloedbaden onder de oorspronkelijke bewoners en een diep geworteld racisme. Drinon wijst op de overeenkomsten tussen de uitroeiing van de bizon op de Great Plains en de ontbladeringsstrategie met gif in Vietnam, en dus hoe terreur een continuiteit is in de Amerikaanse politiek. Ook het taalgebruik is niet veranderd, dezelfde Amerikaanse troepen die eerst tegen de indianen werden ingezet en naderhand tegen de Filipijnse vrijheidsstrijders vochten noemden het gebied 'Indian Country,' een term die zelfs door Amerikaanse militairen in Vietnam en Irak werd gebruikt. Overal zijn er 'indians' die moeten wijken voor het westerse expansionisme onder leiding van de VS. Maar die context vindt u niet terug in Geert Mak's reisboek. Het moet zoveel mogelijk luchthartig blijven met het oog op een zo groot mogelijk publiek en oplage. En daardoor schampt Mak telkens weer langs de al dan niet historische werkelijkheid. De gebeurtenissen en de mensen blijven eendimensionaal, krijgen geen postuur, hun tragiek is verdwenen. Een illustratie daarvan is de wijze waarop Mak een van de grootste historische figuren in de Amerikaanse geschiedenis omschrijft op pagina 315:
'Sitting Bull, de krijgsheer van de Lakota, werd op zijn manier ook een soort held.'
Allereerst, Sitting Bull was geen krijgsheer, maar een opperhoofd en vooral een 'heilige' voor zijn volk, een 'heilige' die in een visioen zag hoe Custer en zijn troepen zouden verliezen van de indianen. Een blanke 'held' wordt door Mak nooit betiteld als 'een soort held.' Waarom dan wel in het geval van een 'native American'? Dat komt omdat Geert Mak zijn verhaal schrijft vanuit het gezichtspunt van de 'winners.' De 'losers,' schrijven geen geschiedenis. En dus is Sitting Bull 'op zijn manier ook een soort held,' dus geen echte held, maar 'een soort held,' en dan niet voor ons maar alleen voor zijn eigen mensen. Maar als Mak notabene het in Nederlands vertaalde De Slag Bij Little Big Horn van de fameuze Dee Brown had gelezen dan zou ook hij hebben moeten concluderen dat Sitting Bull voor ieder oprecht mens waar dan ook ter wereld een bewonderenswaardige, dappere en respectabale persoonlijkheid is geweest, en zeker geen 'soort held.' En dan had Mak ook geweten waarom de 'slag' bij Little Big Horn 'schijnbaar telkens opnieuw moet worden uitgevochten,' en zou hij beseffen dat
'At night, when the streets of your cities and villages are silent, and you think them deserted, they will throng with the returning hosts that once filled them and still love this beautiful land. The white man will never be alone. Let him be just and deal kindly with my people. For the dead are not powerless. Dead, did I say? There is no death. Only a change of worlds.'
Alleen mensen die goed luisteren en kijken kunnen overal in de VS de geesten van de doden zien. Maar mensen die geen oog hebben voor het intens tragische aspect van de VS zien niets, hoe langdurig ze ook 'op zoek naar Amerika' zijn. En wanneer Geert Mak de term 'Leeg Land' leent van de Britse schrijver Jonathan Raban voor de beschrijving van de staat Montana dan ziet hij niet dat er in die eindeloos lijkende leegte net als elders geen ruimte was voor de oorspronkelijke bewoners, de indianen. Na almaar westwaarts te zijn verdreven en ze niet meer verder konden vluchten waren ze gedwongen terug te vechten, tot het Amerikaanse leger uiteindelijk op 29 december 1890 bij Wounded Knee de eindzege behaalde door alle vrouwen, kinderen en mannen te vermoorden. Daarna kon alle genadeloze energie naar buiten worden gericht, naar Hawaii en de Filipijnen waar de grenzen van het expansionisme nog niet waren bereikt.
In augustus 2006 reden mijn vrouw en ik vanuit Silver City in New Mexico, eens een campsite van de Apache, naar de Buckhorn Saloon in Pinos Altos, 9 kilometer noordelijker, een ghost town op ruim 2000 meter hoogte waar goud werd gedolven. Het heeft nog een bar waar live muziek wordt gespeeld. Het was die avond, zo lees ik in mijn aantekeningen, koud en het regende af en toe. Toen we naar binnen stapten zagen we een grote pop aan het eind van de bar zitten, een indiaan met een kapotte hoed waaruit twee veren staken. In zijn handen hield hij gedachteloos een blikje Buckhorn Beer vast. Zijn blik is naar binnen gekeerd. Hij zit er wel, maar hij is geen onderdeel van het geheel. Hij kijkt naar zijn handen, ziet de anderen niet, hij zwijgt terwijl de anderen praten, hij leeft in zijn eigen wereld terwijl anderen plezier maken. Hij is er wel, maar onzichtbaar. Hij is de buitenstaander, die er nooit echt bij zal horen. Wanneer ik vraag wie de man is, zegt iemand: ‘Oh, that’s Joe.’ Joe zit naast een emmer waarin het regenwater wordt opgevangen dat door een gat in het dak druppelt. Achter hem hangt een bizonkop aan de muur.
Wanneer we in het aardedonker terugrijden naar Silver City passeren we een groot neonlicht:
‘Happy Meals are Here,’ laat McDonald’s weten. Gelukkige maaltijden voor onverzadigbare mensen. De volgende dag zei detweedehands boekenverkoper in Silver City tegen me dat het de afgelopen drie dagen meer geregend had dan normaal in een heel jaar.
‘Nine inches. Climate change. You can’t change that.’
'That's Joe.' Overal ziet men de 'outsider,' de indiaan in een systeem dat steeds meer indianen schept.
4 opmerkingen:
Goed artikel Stan.
Alleen mensen die goed luisteren en kijken kunnen overal in de VS de geesten van de doden zien.
Ik krijg kippevel van deze zin.
Vorig jaar, in de woestijn van Nevada, vroeg ik met een blik op het landschap, aan mijn metgezellin, een tachtigjarige non die regelmatig kernwapens te lijf (!) gaat: "Hoe voelt het om te leven in een land waarvan je de spoken niet eens verstaat?"
"Nee, dat kunnen we niet," zei zij ernstig terug. "Dit kan allemaal niet."
Een eind verderop was onze eindbestemming, de meestgebombardeerde plaats ter wereld, in het "reservaat" van de Western Shoshone.
De geesten zijn overal te zien maar slechts enkelen verstaan ze ook.
Mooi werk Stan.
Ik heb hier de VPRO-gids liggen met veel info over de komende Amerikaanse verkiezingen (ben zelf al lang geen lid meer maar mijn partner weigert haar gids op te geven). De zogenaamde Amerika-experts vertellen oa van welke Amerikaanse nieuwsbronnen ze gebruik maken. Als je de lijstjes ziet weet je dat het ook niet anders kan dan dat ze slechts het meest oppervlakkige mainstream gewauwel napraten. Uiteindelijk moet je toch al die lezers en kijkers kwalijk nemen dat ze te beroerd zijn om wat verder te kijken dan hun medianeus lang is. Het kan zo makkelijk tegenoordig via internet.
PS Een luchtige context is voor Nederland in het prettig leesbare, informatieve boek van Geert Mak evenmin terug te vinden: het waren de Nederlanders, anders dan Fransen en Engelsen, die de Indianen de eerste wapens leverden in ruil voor pelsdieren, en het was een Nederlander die polio meebracht.
Een reactie posten