'What passes for identity in America is a series of myths about one's heroic ancestors.'
James Baldwin.
Op pagina 463 van zijn reisboek beweert Geert Mak met een opvallende stelligheid
'De Verenigde Staten hebben de hand gehad in talloze vredesonderhandelingen, niet zelden met succes. Het waren Amerikaanse presidenten, Wilson en Roosevelt, die de aanzet gaven tot een hele reeks internationale instituten die, ondanks alle problemen, een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.'
Laten we ook deze bewering in een bredere context plaatsen en kijken wat ervan overblijft. Aangaande president Woodrow Wilson schrijft de Amerikaanse historicus James W. Loewen in zijn 'National Bestseller' getiteld Lies My Teacher Told Me. Everything Your American History Book Got Wrong:
'My students seldom know or speak about two antidemocratic policies that Wilson carried out: his racial segregation of the federal government and his military interventions in foreign countries. Under Wilson, the United States intervened in Latin America more often than at any other time in our history... In the summer of 1918 he authorized a naval blockade of the Soviet Union and sent expeditionary forces to Murmansk, Archangel, and Vladivostok to help overthrow the Russian Revolution.'
Eerder al had hij zijn drijfveren als volgt duidelijk gemaakt:
'Since trade ignores national boundaries and the manufacturer insists on having the world as a market, the flag of his nation must follow him, and the doors of the nations which are closed must be battered down … Concessions obtained by financiers must be safeguarded by ministers of state, even if the sovereignty of unwilling nations be outraged in the process. Colonies must be obtained or planted, in order that no useful corner of the world may be overlooked or left unused.'
Loewen:
'With hindsight we know that Wilson's interventions in Cuba, the Dominican Republic, Haiti, and NIcaragua set the stage for the dictators Batista, Trujillo, the Duvaliers, and Somozas, whose legacies still reverberate.'
Maar dit was niet alles over de president die door Mak wordt afgeschilderd als een politicus wiens beleid 'een begin van orde' bracht. Wilson zond troepen naar Mexico om daar Amerikaanse investeringen veilig te stellen. Piero Gleijesus, hoogleraar aan de prestigieuze Johns Hopkins University en expert op het gebied van 'US intervention in Latin America,' schreef:
'It is not that Wilson failed in his earnest efforts to bring democracy to these little countries. He never tried. He intervened to impose hegemony, not democracy.'
Loewen:
'The United States also attaqcked Haiti's proud tradition of individual ownership of small tracts of land, which dated back to the Haitian Revolution, in favor of the establishment of large plantations. American troops forced peasants in shackles to work on road construction crews.' In 1919 Haitian citzens rose up and resisted U.S. occupation troops in a guerilla war that cost more than 3,000 lives, most of them Haitian [...] George Barnett, a U.S. marine general, complained to his commander in Haiti: "practically indiscriminate killing of natives has gone on for some time,"'
hetgeen deze Amerikaanse historicus tot de conclusie voert dat Wilson's politiek in de praktijk gebaseerd was op drie keiharde feiten: 'colonialism, racism, and anticommunism.' En het was deze zelfde door Mak geprezen racistische Woodrow Wilson die
'personally vetoed a clause on racial equality in the Covenant of the League of Nations... Wilson's legacy was extensive: he effectively closed the Democratic Party to African Americans for another two decades, and parts of the federal government remained segregated into the 1950s and beyond... Wilson was an outspoken white supremacist who believed that black people were inferior. During his campaign for the presidency, Wilson promised to press for civil rights. But once in office he forgot his promises. Instead, Wilson ordered that white and black workers in federal government jobs be segregated from one another... When black federal employess in Southern cities protested the order, Wilson had the protesters fired.'
Maar Geert Mak verzwijgt deze feiten omdat die niet passen in het beeld dat hij wil scheppen en dat weer gebaseerd is op zijn 'geheime liefde' voor de VS aldus de tekst op de achterflap van zijn boek. Wel vermeld Mak dat Woodrow Wilson een van degenen was die 'aan de wieg' stond 'van het Permanente Hof van Arbitrage -- de voorloper van het Internationale Gerechtshof -- en van de Volkenbond.' Opnieuw blijkt hoe eendimensionaal Mak de werkelijkheid beschrijft. Hij lijkt, ik stel met nadruk, lijkt geen oog te hebben voor de ambivalentie waarmee politici altijd opereren. In zijn verlangen naar 'hoop' gelooft hij in het spel van de acteurs, zonder te beseffen dat dit theater is. Daarom maar opnieuw de nuchtere James W. Loewen om door de uiterlijke schijn heen te prikken:
'Wilson displayed little regard for the rights of anyone whose opinions differed from his own... In fact Wilson tried to strengthen the Espionage Act with a provision giving broad censorship powers directly to the president. Moreover, with Wilson's approval, his postmaster general used his new censorship powers to suppress all mail that was socialist, anti-British, pro-Irish, or that in any other way might, in his view, have threatened the war effort. Robert Goldstein served three years in prison for producing The Spirit of '76, a film about the Revolutionary War that depicted the British, who were now our allies, unfavorably. Textbook authors suggest that wartime pressures excuse Wilson's suppression of civil liberties, but in 1920, when World War I was long over, Wilson vetoed a bill that would have abolished the Espionage and Sedition acts. Textbook authors blame the anticommunist and anti-labor union withch hunts of Wilsons's second term on his illness and on an attorney-general run amok. No evidence supports this view. Indedd, Attorney General Palmer asked Wilson in his last days as president to pardon Eugene V. Debs (presidentskandidaat voor de Socialistische Partij), who was serving time for a speech attributing World War I to economic interests and denouncing the Espionage Act as undemocratic. The president replied "Never!" and Debs languished in prison until Warren Harding pardoned him.'
Kortom, Geert Mak's voorstelling van zaken is bedrieglijk. Hetzelfde geldt voor de wijze waarop hij Franklin Roosevelt portretteert als een overtuigde internationalist. De Amerikaanse historicus Richard Hofstadter laat aan de hand van de feiten een veel genuanceerder beeld zien:
'That Roosevelt ever had deep faith in the United Nations as an agency of world peace is doubtful. His original and spontaneous reaction was to seek for peace and stability not through a general concert of all the nations but rather through a four-power establishment of the United States, Great Britain, Russia, and China, which was to police the world... Rather than an overall world organization he favored regional organizations, which were to leave all questions of peace and security to the four great powers. Once when Secretary Hull and some internationalist visitors who wanted a world organization asked him: "aren't you at least in favor of a world secretariat?" he laughingly replied: 'I'll give you the Pentagon ofr the Empire State Building. You can put the world secretariat there." [...] his philosophy of international relations, however democratic as to ends, was far from democratic to means.'
En deze houding van Franklin D. Roosevelt is toch wezenlijk anders dan die welke Geert Mak geeft wanneer hij schrijft over 'Wilson en Roosevelt, die de aanzet gaven tot een hele reeks internationale instituten die, ondanks alle problemen, een begin van orde brachten in de mondiale politiek en economie.'
In werkelijkheid streefden beide presidenten naar een nieuwe wereldorde waarbij onvermijdelijk de meeste macht in handen kwam van de VS, zeker na 1945 toen het rijkste en de VS het rijkste en daarmee machtigste land werd dat, zoals de vooraanstaande George Kennan beklemtoonde, 'ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld' bezat. Kennan, die onder Roosevelt een hoge diplomaat in Europa was en naderhand een van de belangrijkste ideologen van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, adviseerde dat de beleidsbepalers in Washington moesten 'ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.' En zo gebeurde ook, en gebeurt nog steeds, aangezien -- in de woorden van Kennan: 'Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven.' Die ongelijkheid is onontbeerlijk om een imperium in stand te houden. Net als Rome zich kon handhaven dankzij slaven en de wingewesten, geldt hetzelfde voor Washington. Alleen heten de slaven nu goedkope arbeidskrachten en de wingewesten heten bondgenoten. De woorden van Kennan werden niet opgeschreven 'in een vlaag van openhartigheid,' zoals de naieve Mak meent, maar zijn de neerslag van machiavellistische denkers, voor onderling intern gebruik opgeschreven. Er is niets unieks aan. Zo denken alle machthebbers die aan het hoofd van een imperium staan, van Augustus tot aan Obama. De klassieken beschreven dit al twee millennia geleden. En natuurlijk Edward Gibbon die ons er in The Decline and Fall of the Roman Empire zo fijntjes op wijst dat
'Augustus was sensible that mankind is governed by names; nor was he deceived in his expectation, that the Senate and people would submit to slavery, provided they were respectfully assured that they still enjoyed their ancient freedom.'
Er is niets nieuws onder de zon. De geschiedenis is een cirkel, alles herhaalt zich eindeloos.
2 opmerkingen:
Dit lees ik dan pal na dit artikel... En het regent ook nog.
Enfin, Mak kunnen we terzijde laten liggen. Ik heb mij in de luren laten leggen doordat hij tot historicus van het jaar is uitgeroepen.
Natuurlijk is geschiedverhalen vertellen niet het alleenrecht voor historici. Het komt er wel op aan te verwerken wat men kan weten. Ik geloof zo dat Mak dit niet doet.
Vraag mij af of hij reizend door de VS in een trailerdorp is geweest, een dag of langere tijd, of hij ze überhaupt opgemerkt heeft...
Of hij weet dat ruim een procent van de bevolking achter slot en grendel zit vraag ik dan maar niet.
Hoi Stan,
Erg goed hoe je Mak fileert. Heb hem altijd al oppervlakkig gevonden. Echt onze poldertegenhanger van al die Amerikaanse pundits. Dat zou hij nog als een compliment beschouwen ook!
Een reactie posten